TOUR DE SLAGVELDEN VAN DE ARDENNEN
KAMPFGRUPPE PEIPER

VERVOLG VAN DE NOORDELIJKE SECTOR


Een bezoek aan La Gleize is zeer de moeite waard. Hier is het 'December Historical Museum 1944' gevestigd met een authentieke Königstiger voor de deur. Het museum heeft een goede verdeling in objecten en foto’s. Was het museum jaren lang langzaam aan het vervallen, tegenwoordig is het zeer de moeite waard om te bezoeken. Het is helemaal opnieuw ingericht. Veel zaken die tentoongesteld zijn komen van de slagvelden rond La Gleize, en uit boerderijen en van zolders uit de omgeving. Er is een apart deel dat gewijd is aan bommenwerperbemanningen, en toont fraaie 'bomber jacks' met mooie beschilderingen. Maar ook helmen van Major General Matthew B. Ridgway en Lt.Col. Vandervoort, persoonlijke wapens en uniformstukken. Hier en daar zou wel iets meer uitleg kunnen wat er zoal in de vitrines ligt, maar een aanrader!

De kaartenmap van Peiper, en de helm van Major General Matthew B. Ridgway

Er is een winkel aangekoppeld waar originele atributen zijn te kopen, zoals bodemvondsten, persoonlijke eigendommen van militairen etc. Er is bij de kassa een zeer goede gids te koop; ‘Les Panzer de Peiper Face a L’U.S. Army’ van Gérard Grégoire, inrichter van het ‘December Historical Museum 1944. Het is een meertalige gids waarbij ook los een Engelstalig supplement is te krijgen. Het handelt, geïllustreerd met goede kaarten en foto’s, over de compleet afgelegde route door Peiper. Van de hand van Grégoire komt ook een pamflet over de geschiedenis van de Tiger II die voor het museum staat.

Tiger II ‘213’ werd achtergelaten aan het einde van de Slag om de Ardennen in een weiland. De tank was tijdens het Ardennen Offensief onder commando door SS Unterscharführer Franz Faustmann, maar werd later overgenomen door SS Obersturmführer Helmut 'Wilhelm' Dollinger die ermee tot aan La Gleize kwam. De '213' stond in hinderlaag samen met '221', onder commando van Georg Hantusch, en een Panzerkampfwagen IV achter de boerderij van Wérimont. Toen de Amerikaanse tanks naderbij kwamen werd het vuur geopend, maar geen enkele Amerikaanse tanks werd geraakt. Bij het terug vuren werd de loop van '213' er deels afgeschoten, waarbij SS Obersturmführer Dollinger licht gewond raakte.

De Amerikanen bezig met het bergen van Duitse wrakken,
in dit geval een Pz.Kpfw.V Panther in La Gleize

Gedurende 1945 werden de verspreid staande wrakken van de Duitsers onklaar gemaakt door de Amerikaanse genie en verzameld. In juli van dat jaar werd ook begonnen met het bergen van de Königstiger ‘213’ door drie Sherman bergingstanks. Tijdens het verslepen verschoof de tank, wat zoveel lawaai maakte dat dit madame Jenny Geenen naar buiten bracht. Met een fles cognac in de hand, bood zij dit aan in ruil voor de Tiger II. De tank werd neergezet op de Place Publique. Na een gesprek met de burgemeester mocht het monster blijven staan (wel na vele overtuigende woorden van madame Geenen).

De Tiger II op de Place Publique

Eind 1951 werd de Tiger II een 50 meter versleept met behulp van wederom een Sherman bergingstank naar haar huidige plek. In 1971 werd de tank gespoten in de grijsblauwe kleur van de Duitse tanks uit 1940. Al die tijd heeft de Tiger II dan maar een driekwart kanon gehad. Deze werd in 1972 gerestaureerd en werd de tank gezandstraald en opnieuw geverfd. Deze handeling werd daarna tot 1993 nog tweemaal herhaald.

De Tiger II na te zijn verplaatst in 1951, Toen en Nu

Door de jaren heen werd steeds meer gerestaureerd aan de tank, zoals luiken, spatborden en loopwerk. Ook het interieur werd zoveel mogelijk opgeknapt. In 1996 werd besloten de tank op een nieuwe ondergrond te plaatsen. Ook in dat jaar werd de tank wederom gezandstraald en geschilderd. Dankzij veel vrijwilligers is de Tiger II bewaard gebleven en is een uniek stuk militair overblijfsel uit de Slag om de Ardennen.

De Tiger II aan de voorzijde van het 'December Historical Museum 1944


Het vervolg van de route van Kampfgruppe Peiper

Ondanks de tegenslagen die de opgeblazen bruggen gaven, raakte Peiper nog niet in paniek. Hij dirigeerde zijn eenheden richting Neufmoulin. Vanuit La Gleize werd de route genomen naar Cheneux.

U kunt deze route ook volgen door de weg te nemen die aan de korte rondweg ligt waar ook het museum en de kerk aan ligt. Enkele honderden meters ten westen van het museum neemt u de afslag naar het zuiden, richting Cheneux en Rahier.

Om 13.30 uur op 18 december begon de voorhoede van Kampgruppe Peiper haar afdaling naar Cheneux. Bij het naderen van de brug opende de mitrailleurschutter van de voorste Panther het vuur. Het was niet op soldaten, maar op vijf burgers, waarvan twee vrouwen dodelijke werden getroffen, twee anderen raakten gewond. De brug bleek intact en de tanks rolden verder.

Het bunkertje waar Peiper en Knittel schuilden bestaat nog steeds

Even voorbij de brug kwamen Amerikaanse jachtbommenwerpers in actie. Drie tanks en vijf andere voertuigen werden vernietigd. Peiper en SS-Sturmbahnführer Knittel, die met Peiper optrok, verscholen zich tijdens deze luchtaanval in de kleine Belgische vooroorlogse bunker die hier in de hoek ligt en uitkijkt op de lange weg en de brug. Een bom kwam dicht in de buurt, die een Panther uitschakelde en de zijgevel uit het huis blies schuin tegenover de bunker.

Vanuit het bunkertje was er dit uitzicht (links een uitgeschakelde Panther tank)
Toen en Nu

In de bocht rechts ligt het bunkertje

Dankzij opkomende mist wist Peiper zijn colonne om 16.00 uur in de middag weer in beweging te zetten en trokken door de dorpen Cheneux, Rahier en Froidville. Bij de aansluiting met de N66 zou de colonne rechtsaf draaien richting Neufmoulin toen een Jeep van de 111th Engineer Group bijna op de voorste tank botste. Bij het uitwijken, verongelukte de Jeep. Eén Amerikaan werd op slag gedood, de andere werd neergeschoten aan de rand van de weg. Dit bleken Captain Lundberg en zijn chauffeur te zijn die onderweg waren naar Spa.

Onderwijl werd de brug over de Lienne, bij Neufmoulin aan de N66, door de sergeanten Pigg en Billington van het 2nd Platoon, A-Company, 291st Engineer Combat Battalion in gereedheid gebracht om opgeblazen te worden. Bij de nadering van Peipers Königstigers werd, in opdracht van Lieutenant Edelstein, door Corporal Chapin de sleutel omgedraaid en vloog de brug de lucht in.

Een monumentje herinnerd aan het opblazen van de brug over de Lienne

Het doorstoten naar de Maas was nu helemaal verhinderd. Het was het einde van de lange weg die Peiper had afgelegd. Tegengehouden door een handjevol mannen van het 291st Combat Engineers. Rond 17.00 uur ontving Peiper de order zich terug te trekken. De Duitsers trokken terug op Rahier.

U kunt nog even doorrijden naar Werbomont.

In de namiddag van de 18de december werd de Amerikaanse 82nd Airborne Division uitgeladen bij Werbomont. Eenheden van deze divisie waren 13 uur eerder vertrokken uit Sissone, met de bestemming Bastogne, maar gedurende de tocht werd de bestemming aangepast (de 101st Airborne ging naar bastogne). Vanuit Werbomont betrok de 82nd posities om Peiper tegen te houden om vervolgens in het offensief te gaan. Deze geharde veteranen zouden niet wijken voor de druk van Peiper,... Ter herinnering aan dit feit is een monument te vinden in dit plaatsje aan de Place Capitaine Lespagnard.

Startpunt van de 82nd Airborne Division, het monument in Werbomont

Op 19 december viel Peiper Stoumont aan dat rond 10.00 uur in zijn handen viel. Toen hij doorstootte naar Targnon, rond 13.00 uur stuitte hij op het Amerikaanse 740th Armored Battalion uit Remouchamps, die hem dwong terug te trekken. Op 20 december rukte het 504th PIR van de 82nd Airborne op naar Cheneux, ten zuiden van La Gleize. Deze dag zakte ook een Panzerjäger IV/70 (V), nabij Petit-Spai, door een lichte brug over de Amblève waardoor alleen nog maar voetverkeer richting het westen mogelijk was.

Amerikaanse troepen bewonderen een uitgeschakelde Tiger II, Königstiger
(de voorste soldaat heeft een Duits Sturmgewehr STG44 buitgemaakt, hieronder)

(Foto: https://otbfirearms.com)

Op 21 december wisten manschappen van het 504th PIR, tijdens close combat, met handgranaten en messen Cheneux te veroveren. In de loop van de dag en nacht bereikten het 505 PIR, 508 PIR en 325 Regiment, van de 82nd Airborne Division, Trois-Ponts. Op 22 december, rond 20.00 uur, werd geprobeerd een dropping door de Luftwaffe bij La Gleize uit te voeren. Deze mislukte door de haastige organisatie. Onderwijl was de groep van Peiper geheel in de verdediging gedrongen, elke uitbraak poging werd verhinderd.

Propaganda voor de 82nd Airborne Division
(recruteringsposter uit de jaren 70 van de vorige eeuw)

Op 23 december, rond 17.00 uur ontving Peiper de order zich terug te trekken. In de nacht van 24 december verlieten de Duitse eenheden hun voertuigen en trokken te voet naar het oosten. Ondanks hun goede militaire uitrusting, ontbraken op het laatst drie essentiële zaken, brandstof, munitie,... en bruggen. Rond 03.00 uur trokken tussen de 800 tot 900 overgebleven manschappen van Kampfgruppe Peiper de Amblève over en verschuilden zich in de bossen rond de top van Mont St.Victor. De volgende morgen, zondag 24 december, trokken de troepen achter Trois-Pont langs, dwars door de linies van het 505th PIR, 82nd, en wisten Wanne te bereiken.

KLIK HIERONDER OM TERUG TE KEREN NAAR
DE 'STARTPAGINA' VAN HET ARDENNEN OFFENSIEF