NORTH AMERICAN B-25
De Bewaard Gebleven Nederlandse Mitchells

B-25D '2-2' van het 320 Squadron hangt op
15 oktober 1953 in een kraan op de vliegbasis Valkenburg
(deze B-25D ('2-2') is helaas niet bewaard gebleven)

B-25D, 41-30792 (FR193)

De oudste Mitchell in Nederland is te vinden in het Oorlogs en Verzetsmuseum te Overloon. Deze machine, een B-25D-20-NA, 41-30792, werd op 23 april, 1944 afgeleverd aan de RAF om dienst te gaan doen bij het 320 (Dutch) Squadron op Dunsfold. Met de registratie FR193 en de code 'NO-L' werd het toestel eerst gebruikt om bemanningen te trainen. Een jaar later, op 25 april, 1945 moest het toestel een noodlanding maken waarna het bij het 151 RU belande. Na een periode bij het 12 MU, ging FR193 in opslag op RAF Kirkbridge. Hiervandaan kwam de B-25 naar het Marine Vliegkamp Valkenburg om dienst te gaan doen bij de Marine Luchtvaartdienst als 'A-17'. Op 15 mei, 1950 kreeg het de registratie 'M-6' en op 15 december van hetzelfde jaar kreeg het de registratie 'B-6', met de rompcode '2-6'. Officieel werd het toestel uitgefaseerd op 8 juli, 1954.

B-25D, 41-30792 in Overloon eind jaren zestig.

Na de afschrijvingen van de B-25 bij de MLD gingen de kisten voor schroot weg. Het Nationaal Luchtvaart Museum in wording vroeg daarop de minister om een toestel voor het museum af te zonderen. Daarop werd positief gereageerd en de FR193 vliegwaardig gehouden om over te vliegen naar Deelen. De afspraak werd gemaakt dat de technische school (LETS) op Deelen het toestel zou onderhouden en proefdraaien tot het weer weg moest. Blijkbaar was de controle nul want er werd heel wat uit de machine gestolen omdat iedereen dacht dat het een kist voor de brandweer was. Eind 1954 werd de Mitchell overgevlogen en op de LETS geparkeerd met canvas hoezen (wat daarop langzaam verdween). Op de vliegbasis Deelen werd het vervolgens bij de technische school gebruikt als instructie frame. In dezelfde deal als de FR193, zat ook de Spitfire PR XI, PL965 die voor het museum was bestemd.

B-25D, 41-30792 tussen de bomen in het park van Overloon
(Foto: Chris England)

Eind 1959 was de inrichting van het eerste Luchtvaart Museum in volle gang en toen bleek er geen plaats voor de Mitchell te zijn. De B-25 werd daarop terug aangeboden aan de defensie om te laten slopen. Ook ging de Spitfire PR XI, PL965 terug want het museum presenteerde liever de Spitfire Mk IX, MJ143 (H-1), want dit was een fighter met wapens en die had het museum liever dan de fotoverkenner. Nu had het museum in Overloon een verzoek ingediend bij defensie voor enkele representatieve vliegtuigen. Dus, inplaats van de toestellen te slopen, bood defensie de toestellen aan bij het museum in Overloon.

Gefotografeerd begin jaren 70 van de vorige eeuw,
FR193 ('2-6') draagt nog steeds de (verkeerde) oranje 'driehoek'

Ook al had het museum een verzoek voor representatieve toestellen ingediend, de Mitchell was een grote kist, en daar zaten ze niet echt op te wachten, want waar moesten zij het toestel plaatsen? En zo kwamen de beide kwetsbare vliegtuigen, onder de bomen, in het park terecht van Overloon. Eind 1959 werden ze allebei door de Bergingsdienst gebracht, de Mitchell nog steeds met haar laatste code '2-6'. Overloon besloot het toestel in haar oorlogsuitvoering tentoon te stellen. Een 'expert' adviseerde dat het toestel uitgevoerd diende te worden met grote oranje driehoeken in plaats van de RAF rozetten.

B-25D, 41-30792 in Overloon begin jaren tachig.

Tot 1977 bleef deze verkeerde markering, met de 'driehoeken' op de Mitchell zitten (de oranje driehoeken werden alleen gevoerd tussen 1 oktober 1939 en mei 1940, en kunnen als zodanig nooit op een Nederlandse B-25 gezeten hebben). Pas toen een oppervlakkige restauratie werd gedaan, uitgevoerd door marine luchtvaartpersoneel, werd de juiste markering aangebracht zoals ze die voerde in de Tweede Wereldoorlog, met RAF rozetten en, als extra, invasiestrepen.

De Mitchell voor het onder dak ging.

Ontdaan van de blauw-grijze kleur op de romp en vleugels en de romp en bovenzijde in iets te lichte groene RAF kleuren, met een lichte onderkant, en 'NO-L' code werd de B-25D teruggeplaatst in het museum park na vijf weken restauratie. Net als met de Spitfire eiste het wisselen van de seizoenen hun tol. In weer en wind, met vallende bladeren en sneeuw, ging de Mitchell achteruit. Gelukkig werd een grote hal gebouwd en heden ten dage staat de Mitchell onder dak en is verzekerd van een beschermde toekomst.
(Met dank aan Harry van der Meer voor extra aangeleverde gegevens)

Veilig onder dak (klik op de foto voor een andere foto)

Voor meer over Overloon, klik op de link hieronder.


B-25C, 42-32285 (FR151)

Het is dan niet een complete Mitchell, maar ik wil haar toch even vermelden. Op 20 juni 1944 werd FR151 getroffen door Flak terwijl ze over Frankrijk vloog. De Mitchell stortte neer nabij Moyenville. Een richtingroer van dit onfortuinlijke toestel hing jaren in het squadrongebouw VSQ 320 op het Marine Vliegkamp Valkenburg. Nadat het MVK Valkenburg gesloten werd, is het richtingroer (stuurboordzijde) in opslag gegaan van het Militair Luchtvaart Museum (MLM) te Soesterberg.
(Met dank voor info aan Peter Kaathoven, Bestuurslid Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945)

Sinds eind 2014 is het richtingroer te bezichtigen in het Nationaal Militair Museum.

Een deel van het richtingroer van de FR151 is nu te vinden in het NMM

B-25D, 42-87261 (FR199)

Een andere incomplete Mitchell, de FR199, hoort wel in het rijtje 'bewaarde B-25's' thuis. Hiervan zijn de cockpitsectie en het staartstuk in het Aviodrome te lelystad nog te vinden. De cockpit is aan de binnenzijde te bewonderden, maar het instrumentenpaneel is zo te zien nog uit de flight simulator dagen, en heeft niets van doen met een B-25 uitrusting (vandaar geen foto binnenzijde geplaatst). De 'controle yoke' lijkt op die van een B-25 maar staat op zijn kop en is heel ruw in elkaar gezet. Het staartsuk van deze machine is in opslag in de T2 hangaar. Het NMM te Soesterberg zou nog steeds de bakboord motorgondel inclusief het landinggestel in haar bezit hebben.

De neussectie van 42-87261 in het Aviodrome

Net als Mitchell FR193 van Overloon betreft het hier een B-25D. De 42-87261 werd met de registratie FR199 geleverd aan RAF 320 (Dutch) Squadron waar het, net als de FR193, opereerde vanaf Dunsfold met de code 'NO-N' en als 'NO-M'. Na de oorlog werd het toestel ondergebracht bij de Marine Luchtvaartdienst op het Marine Vliegkamp Valkenburg. Hier vloog het respectievelijk als 'A-22' met de rompcode '1-22', 'M-9' (13-9) en 'B-9' (2-9) voor het toestel op 8 juli, 1954 werd uitgefaseerd.

De bakboord motorgondel met het landinggestel in het MLM
(Met dank aan Pieter Plomp)

De B-25D ging vervolgens naar de Technische Hogeschool te Delft. Hier werd de cockpitsectie in 1975 omgebouwd en gebruikt als vluchtsimulator. In 1993 was de cockpit sectie te vinden in de hangaar van Rainbow Aviation in Eindhoven en onder beheer van de 'Duke of Brabant Air Force' (DBAF).

De B-25D, 42-87261 (FR199) bij de TH Delft

In maart 1999 werd de cockpit sectie terug gevraagd door het Aviodome bij Schiphol, waar het in juni 1999 in een diorama werd geplaats. De cockpit sectie was opgeschilderd als was het een deel van de 'N5-169' welke vermist raakte op 24 augustus 1944 tijdens een missie naar Larat, Tanimbar eilanden, met 6 bemanningsleden aan boord. Na de verhuizing van museum naar het Nationaal Luchtvaart-Themapark Aviodrome nabij Lelystad werd het eerst in opslag geplaatst voor het in 2005 wederom in een diorama werd opgesteld (niet langer als 'N5-169').

Staartstuk van 42-87261 in opslag van het Aviodrome
(Met dank aan Pieter Plomp)

Jelle Hieminga wist mij in 2006 te melden dat een complete buitenvleugel en een neuspoot met wiel van een Mitchell van de HTS Haarlem in 1997, mede dankzij zijn bemiddeling, naar de DBAF verhuisden.

Tijdens een bezoek aan het Museum Bevrijdende Vleugels in Best, vond ik onderstaande onderdelen en te bezichtigen voor het publiek. Van welke B-25 deze afkomstig zijn is onduidelijk, maar zouden het onderdelen van bovengenoemde 42-87261 kunnen zijn?

Neuswiel opstelling en vleugeldeel van een B-25 in het Museum Bevrijdende Vleugels

B-25J, 44-31258

Mitchell B-25J-NC, 44-31258 werd in september, 1945 in dienst genomen door de Nederlandse Luchtmacht om ingezet te worden in Nederlands Indië.

De Mitchell in het voormalige Militaire Luchtvaart Museum

In eerste instantie voerde het de registratie N5-264 bij het 18 Squadron, maar dit veranderde later in M-464. Vervolgens kwam het toestel in handen van de nieuwe luchtmacht van Indonesische, de AURI (Angkatan Udara Republik Indonesia). Bij het 1ste Squadron vloog het ook met de registratie M-464. De laatste vlucht schijnt gemaakt te zijn met deze B-25 in 1965.

De cockpit van de B-25J, nog in het MLM in Soesterberg

Tijdens een bezoek van Prins Bernhard in 1970 aan Indonesië wist deze een B-25 los te krijgen voor het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) te Soesterberg. Op de luchtmachtbasis Hussein Sastranegara stonden vijf Mitchell's te wachten om gesloopt te worden. M-464 werd uitgekozen om naar Nederland verscheept te worden.
Op 12 mei 1971 kwamen negen grote kisten in de haven van Rotterdam aan die dezelfde nacht nog naar Soesterberg gingen voor de herbouw. Op 23 oktober, 1971, werd de B-25 officieel overgedragen aan het MLM.

44-31258 hangt nu in het Nationaal Militaire Museum

Sinds december 2014 kan M-464 bekeken worden in het Nationaal Militaire Museum op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Hier hangt ze aan het plafond te glimmen.


B-25J, 44-29507

In volgorde van registratie zou dit toestel vóór de Mitchell van het MLM behoren te worden genoemd. Maar omdat dit de enige luchtwaardige Mitchell op Nederlandse bodem is, is dit een waardige afsluiter van deze pagina.

De B-25J, 44-29507 van de 'Duke of Brabant Air Force' op Lelystad Airport.

De B-25-J-20/22-NC, 44-29507, met constructienummer 108-32782, werd op 28 september 1944 geleverd aan de USAAF bij de Air Training Command op Moody Field, Georgia. Het heeft de Verenigde Staten niet verlaten en heeft geen actie gezien tijdens de oorlog. Gedurende begin 1946 schoof het toestel door verschillende eenheden voor het aangepast werd tot CB-25J om bij de Air University Wing onder gebracht te worden. In september ging de Amerikaanse luchtmacht zelfstandig verder en werd los gekoppeld United States Army Airforce. Op 18 januari 1948 kwam de 44-29507 terecht bij de Maintenance Service Unit Repair and Inspections (MSURI). Na wederom een aanpassing in 1954, nu tot Vip transporter, een VB-25N raakte haar tijd bij de luchtmacht van Amerika op haar einde. Op 22 juli 1959 werd het toestel verkocht voor $1398 aan een luchtvaartmaatschappij, met de FAA registratie N3698G, in Tuscon, Arizona.

De inspiratie voor de markeringen voor de DBAF B-25J, 44-29507

In civiele dienst, kwam het toestel in handen van Verco Tropical Fisheries, een tropisch vissen bedrijf, die het toestel op 15 maart 1962 kochten voor $1569,43 (incl. taxes). Maar dan gebeuren er enkele obscure zaken waarbij de B-25 een rol speelt in de rechtbank om onder andere een vennoot uit te kopen voor $125. Op 10 april 1970 neemt een ‘Sky-diving’ onderneming haar over om er parachutesprongen mee uit te voeren. Hiertoe wordt zelfs een grotere deur aangebracht. In 1972 is het avontuur bij de sky-divers alweer voorbij.
Naar het schijnt waren niet alle 'operaties' legaal die uitgevoerd werden met deze voormalige bommenwerper. Als het aluminium eens kon praten! In 1974 komt de B-25 in handen van een verzamelaar in Paris, Texas, die het toevoegde aan zijn vloot van vier andere B-25’s. Ook deze periode is in obscuriteit gehuld, in november 1979 wisselde de kist binnen drie dagen van verschillende eigenaren.

In haar element, de B-25J 'Sarinah'
(Foto: NickyJ 1972)

Op 6 juni 1981 wordt de B-25 ondergebracht in Baton Rouge, Louisiana. Deze periode is ook in het duister gehuld. Maar in 1989 werden de eerste contacten gelegd door de Nederlanders voor een eventuele aanschaf van de B-25J, 44-44-29507. Op 6 juni, 1989 wordt de Mitchell daadwerkelijk aangeschaft en wordt een Amerikaanse registratie aangevraagd. Om een registratie in de Verenigde Staten te krijgen wordt via de in Amerika geregistreerde Amho Corp de nieuwe registratie verkregen, N320SQ, verwijzend, als eerbetoon, naar het 320 Squadron. De ferry vlucht is van 22 tot en met 25 mei, 1990, via Canada, Groenland en IJsland. Aangekomen in Nederland begint gelijk een grondige restauratie en gaat het toestel bij de 'Duke of Brabant Air Force' (DBAF) met de naam 'Lotys II' op de neus, en de 320 Squadron registratie NO-V op de romp een nieuwe carričre tegemoet.

Als B-25D-25, 42-32511 (N5-149) met de opvallende nose-art, 'Sarinah'
(Foto: Niels van Erck)

Vanwege dat de B-25 ook zeer ruim vertegenwoordigd was in Nederlandse dienst in Indonesië, werd in 1999 besloten de B-25J als de B-25D-25, 42-32511 (N5-149) op te schilderen. Sinds die tijd vliegt ze met de naam 'Sarinah' in Europese luchten. Op de neus is een bevallige naakte dame afgebeeld, die, gelegen onder een palmboom, de vraag stelt: Plesiran ‘neer.? (wat zoveel betekent als ‘pleziertje voor meneer?). In 2004 werd door de DBAF besloten op het verzoek van de Koninklijke Luchtmacht in te gaan en de B-25 onder te brengen bij de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht op Gilze-Rijen alwaar het een beter onderkomen zou hebben. En zo vertrok ze van Eindhoven en verdween de stichting ‘Duke of Brabant’ uit het beeld. In deze periode werd ook de Nederlandse registratie PH-XXI verkregen. Laten we hopen dat de oorspronkelijke initiatiefnemers die de B-25 naar Nederland haalden nog enig zeggenschap hebben over het toestel, en dat het niet, net als met Spitfire MK732, (ook ondergebracht bij Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht ) verloren is gegaan voor de mensen van het eerste uur, en alleen nog toegankelijk wordt voor een klein select gezelschap.

Onderstaande gegevens hebben betrekking op de B-25D Mitchell.

Fabrikant North American
Gebruik oppervlakte aanvals bommenwerper
Motor 2 x Wright R-2600
Vermogen 1700 pk
Spanwijdte 20,59 m
Lengte 16,48 m
Hoogte 4,82 m
Vleugeloppervlakte 56,67 m˛
Gewicht leeg 9000 kg Geladen 15.455 kg
Snelheid max. 457 km/u
Plafond 6464 m
Bereik 2424 km
Bewapening 6 x .50 Browning machinegeweren, + 3511 kg bommen
Bemanning 5/6
Eerste vlucht NA-40; 10 januari, 1939
Aantal gebouwd totaal; 9.884

BRONNEN

Klik hieronder om naar de homepage te gaan

OF GA TERUG