Een zwevende
Skytrain?
Eén van de meest opmerkelijke uitvoeringen van de C-47 is
ongetwijfeld de XCG-17 zwever. De, te Long Beach gebouwde,
C-47, 41-18496 werd ontdaan van de motoren en de gondels
werden stroomlijn afgedekt. Om te voorkomen dat de staart te
zwaar zou worden werd in de neus ongeveer 180 kilo lood aan
extra gewicht in de neus aan gebracht. Het toestel dat normaal
8256 kg woog, woog nu nog maar 5000 kg. De ruimte van de
radiotelegrafist/navigator werd verwijderd waardoor een extra
1.80 meter werd gewonnen. Er werd zo ruimte gemaakt om in deze
verlengde cabine 40 manschappen te kunnen herbergen of 7000 kg
aan vracht.
De zwever XCG-17,
41-18496 (douglas)
De eerste vlucht vond plaats in juni 1944 vanaf Clinton
County Army Air Base, Wilmington, Ohio. Met als piloot Major
D.O. Dodd als testvlieger werd al snel duidelijk dat het
toestel zich geweldig gedroeg als zweefvliegtuig. Het was de
grootste zwever voor de Verenigde Staten in de Tweede
Wereldoorlog. Met een lading van 7000 kilo kon een
overtreksnelheid gemaakt worden van 50 km/u. Getrokken door
één C-54 Skymaster kon het een snelheid maken tussen de 430
tot 460 km/u. Ondanks het zeer succesvol testen werd verdere
ontwikkeling niet doorgezet. Het prototype verdween naar Davis
Monyhan, Arizona op 15 augustus 1946. In 1949 werden de
motoren weer geïnstalleerd en verkocht als N69030.
Een C-47 op
drijvers!
In Greenville, Main VS werd in 1976 een uniek project
gestart om een XC-47C ‘floatplane’ te recreëren. Ex-DC-3A/C-53D-DO, 41-68834,
Skytrooper, met de civiele registratie N130Q, van Folsom Flying Service, kreeg een paar
originele Edo drijvers met landingsgestel. In de september
1990 kreeg het eindelijk het 'experimental type certificate' en kon de, ‘Moosehead Express’ voor het
eerst opstijgen.
Een C-53D (N130Q) in
1990 omgebouwd tot een C-47C Floatplane
De geschiedenis voor dit toestel begon tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Met de bijnaam ‘Dumbo’ was de XC-47 (42-5671)
een vreemde eend in de rij der prototypen. Uitgerust met
enorme Edo-drijvers, waar een landingsgestel en 1136 liter
brandstof in onder was gebracht, werden de eerste testen
uitgevoerd vanaf Bennet Field, New York. ‘Het watertesten’
werd door Air Transport Command gedaan vanaf Presque Isle,
Main. Slechts vijf C-47C Floatplanes werden geconstrueerd.
Drie gingen naar Nieuw Guinea en minstens één ging naar
Alaska.
Prototype, XC-47C Floatplane,
42-5671
Door de enorme drijvers was de snelheid met 30 mijl (48
km/u) terug gelopen. Was het starten vanaf water verre van
makkelijk (het wateroppervlak diende vlak te zijn), bij het
starten vanaf land kon het toestel amper los komen. Vanaf
Wright-Patterson Air Force Base, Ohio, werd getest met JATO
flessen (start met hulp-raketten). De USAAF ontvang 150 sets
van het Edo model 28 drijvers. Slechts twee C-47 C Floatplanes
staan op de USAAF inventarislijst, 42-92577 en 42-108868. Een
derde (42-92699) werd weer teruggebouwd tot een standaard
C-47A voor het vertrok naar het US 5th Air Force dat toen
gestationeerd was in Brisbane, Australië, op 8 decembert 1944.
C-47C Floatplane,
Het prototype XC-47C ging verloren op 13 november 1943,
terwijl het ‘over-capaciteit’ testen deed vanaf Mitchell and
Floyd Bennet Fields. Het toestel crashte in Jamaica Bay, Long
Island, New York. De bemanning kwam met de schrik vrij. Twee C-47C's
overleefden de oorlog en werden terug gebouwd naar
geciviliseerde versies.
Lisunov PS-84/Li-2 (NAVO
naam: ‘Cab’)
Nadat Rusland 18 DC-3’s had gekocht werd dit toestel in grote aantallen gebouwd als de Li-2 in de Lisunov fabrieken in Tashkent
en Chimky van 1939 tot in 1952. Het technische team, onder leiding van Boris Lisunov, voerde enkele wijzigingen door. De structuur werd versterkt, de positie van de toegangsdeur werd gewijzigd en de motoren werden gewijzigd. Eind 1939 begon de serieproductie van het PS-84-vliegtuig. In totaal liepen er 6.157 van de productielijn. De eerste variant was de PS-84-I welke als luchtambulance dienst deed. De PS-84-D (of latere Li-2D) was een toestel speciaal voor paratroeprs met een verstevigde vloer en grotere laaddeur. De Li-2R was een verkenningstoestel waarvoor extra grote ramen waren aangebracht. Er was zelfs een bommenwerper variant, de Li-2VV, welke 1000 kg aan bommen kon vervoeren.
Een Russische Lisunov Li-2 met geschutskoepel en 7.62 mm machinegeweren
Oorspronkelijk gebouwd voor de Russische
luchtvaartmaatschappij Aeroflot en de Russische strijdkrachten
vonden ze ook hun weg in het Communistische Oostblok
(Bulgarije, Hongarije, Roemenie, Tsjecho-Slowakije en Polen)
en Azië (China, Noord-Korea en Mongolië). De motoren voor de
Li-2 waren 9 cilinder Shvetsov Ash-62IR radiaalmotoren die het
toestel een maximumsnelheid gaven van 320 km/u (tegen de 365
km/u van de C-47).
Een bewaard gebleven Poolse Lisunov Li-2
Dutch Dakota
Association Classic Airlines
Tegenwoordig zijn nog veel DC-3’s en C-47’s luchtwaardig. En niet alleen uit nostalgische gevoelens,
er zijn erbij die nog steeds hun werk doen waar ze ooit voor gebouwd werden, vervoer van passagiers en vracht.
Maar de meeste DC-3’s vliegen toch in handen van enthousiaste groepen die het toestel een warm hart toedragen
en bewaren willen voor de toekomst. Ook Nederland heeft zo’n groep enthousiaste mensen welke in de Dutch Dakota
Association opereren. Al sinds 1982 bestaat de stichting al had ze nog niet direct de beschikking toen over
een DC-3 of C-47. In die tijd begonnen de Transavia-vliegers en oprichters van de stichting, Anne Cor
Groeneveld en Gerrit van Gelder te zoeken naar een geschikt toestel. In Finland werd een C-47A-70DL gevonden
welke op 13 april 1983 met de Nederlandse registratie PH-DDA de eerste testvlucht uitvoerde. Toch zou het
nog een jaar duren eer de Dakota in Nederland aankwam, dat was op 18 april 1984.
De PH-DDA vastgelegd op Vliegveld Lelystad
De PH-DDA werd een graag geziene
gast tijdens luchtshows en de populariteit maakte iedereen in de stichting enthousiast en men keek uit naar een
tweede Dakota. Deze werd op Malta gevonden en kwam in mei 1987 met de registratie PH-DDZ naar Schiphol-Oost.
Naast de twee Dakota’s worden ook, in 1989, een Stinson L5 Sentinel (PH-PBB) bij de DDA ondergebracht (ooit
tot 1956 eigendom van Prins Bernhard) en half jaren ‘90 komen er ook twee DC-4 Skymaster’s vanuit Zuid-Afrika
(de PH-DDS en de PH-DDY, welke als onderdelen machine zal worden gebruikt).
De PH-DDA start haar motoren op
(foto; Shaun)
Op 25 september 1996 gaat er een schok door Nederland als blijkt dat de PH-DDA is neergestort ten noorden
van Den Oever, in de Waddenzee nadat de linker-motor is uitgevallen. Alle passagiers aan boord, 23 ambtenaren
van de provincie Noord-Holland met een personeelsuitje, 3 medewerkers van DDA sponsor Ballast-Nedam, en de zes
bemanningsleden komen om. De PH-DDA, welke ook nog een rolletje had gespeeld in de speelfilm A Bridge Too
Far, had 38.338 vlieguren op haar naam staan. Onderzoek zal uitwijzen dat de combinatie van het uitvallen
van de motor en een defect aan het vaanstandsysteem de oorzaak van de crash was. Deze combinatie veroorzaakte
grote werkdruk voor de vliegers die (wellicht) niet adequaat reageerden op de situatie omdat deze daar niet mee
vertrouwd waren.
De PH-PBA 'Prinses Amalia' zet de landing in,...
In 1998 draagt de Stichting PBA het voormalige regeringsvliegtuig, de PH-PBA (waarbij de PB in de registratie
voor Prins Bernhard staat) over aan de DDA. Dit toestel zal onder de naam ‘Prinses Amalia’ rondgevlogen worden.
Een jaar later, in 1999, is de PH-DDZ 'Doornroosje' na 12 jaar restauratie gereed om weer te gaan vliegen.
De eerste vlucht voor PH-DDZ wordt ondernomen op 7 mei 1999.
De PH-DDZ 'Doornroosje'
In 2003 gaat de DDA de JAR-OPS norm hanteren, en wordt daarmee de enige Nederlandse historische luchtvaart
stichting die onder deze norm opereert. Hiermee kan de DDA beide toestellen inzetten om passagiers mee te nemen
op nostalgische trips. Zeventig jaar na de eerste vlucht van de DC-3, in 2005, werd de naam veranderd in DDA
Classic Airlines, waarbij een jaar later ook een nieuw logo werd geïntroduceerd. En zo lijkt het erop dat de DC-3 nog jaren
op een veilige manier rondvliegt, om door duizenden te worden aanschouwd.
In het najaar van 2016 wordt de PH-DDZ 'Doornroosje' verkocht aan het Aviodrome. Het toestel stond al vanaf 2012 aan de grond vanwege een defecte motor.
Maar in 2022 kwam er zwaar weer voor de DDA toen de sponsoring door supermarkt keten Jumbo plots wegviel. Even leek het erop dat de laatste vliegwaardige DC-3 van de DDA aan de grond zou blijven in 2023. Gelukkig werden er op tijd nieuwe sponsors en donaties ontvangen om in ieder geval voor dat jaar rondvluchten te verzorgen,... (wordt vervolgd).
C47A-45-DL, ex-42-24133 vliegt in Swissair kleuren bij Ju-Air
(op het eiland Corsica gefotografeerd)
De kleurige C-47A/DC-3 N54542, in 1989 gefotografeerd in Arizona
Aantal gebouwd (alle varianten,
van DST/DC-3 tot C-53): Verenigde Staten: 10.654
Japan: 487 (bekend onder de naam L2D
'Tabby') Rusland: 6.157
(aanduiding PS-84, later als Li-2, 'Cab')
BRONNEN
Klik op 'Top 50' voor mijn
persoonlijke 'best of' militaire vliegtuigen lijst.
GA TERUG
|