KELLY'S HEROES
Een oorlogs-western

Meest tot de verbeelding sprekende films over de oorlog zijn die op waarheid gebaseerd zijn. Aangezien geen enkele film in een tijdbestek, van zeg twee tot drie uur, het gehele verhaal kan vertellen in al haar facetten, wordt altijd een grote mate van dichterlijke vrijheid gehanteerd. Verdiep je je eerst in het ware verhaal, om het vervolgens als verfilming te zien, dan herken je vaak niets meer van de basis terug. Een zeer goed (of slecht) voorbeeld is de speelfilm Battle of the Bulge, die werkelijk de plank op alle fronten mis slaat. Of wat te denken van een blamage als Pearl Harbor (een onnodige remake van Tora, Tora, Tora, die ook nog eens vele malen beter is). Ook The Bridge at Remagen, is een waar gebeurde episode maar met een geromantiseerde verhaallijn. Maar dat deze film wel werkt komt door de uitstekend acterende karakters. De geweldige tiendelige TV serie Band of Brothers doet haar best bij de waarheid te blijven, maar ook hier zijn veel zaken die totaal niet stroken met de ware feiten zoals de veteranen die hebben laten optekenen. Maar er zijn klassiekers onder de oorlogsfilms die een bepaald aspect uit de oorlog lichten die er om gevraagd werden te worden verfilmd, zoals: The Dam Busters, Sink the Bismarck!, The Battle of Britain, Patton, The Longest Day, A Bridge Too Far en ook Der Untergang.

Een cineast die besluit een klein oorlogsdrama te verfilmen, blijft daardoor ook beter bij de bron. Bijna iedere verfilming van het dagboek van Anne Frank blijft gefocust op het menselijke drama dat zich afspeelt op de vierkante meter. Maar waarom om de zoveel jaar een nieuwe verfilming? Er zal nooit een positief einde aan dit verhaal komen. Welk aspect kun je als maker nog toevoegen aan al die andere verfilmingen? Hoe gruwelijk durft een cineast de waarheid in beeld te brengen? Een TV serie als Holocaust (1978) was een moedige poging, maar raakte niet het hart (in de jaren zeventig van de vorige eeuw kon men niet alle gruwelijke aspecten tonen op televisie). Vijftien jaar later was de tijd er rijp voor, Schindlers List (1993) hakte met de botte bijl in de emotie. Toen Steven Spielberg Saving Private Ryan (1998) uitbracht, was iedereen geschokt door de eerste twintig minuten van ongekend geweld. Maar vervolgens kwam de kritiek omdat gesuggereerd zou worden dat de Amerikanen alleen, zonder steun van de Britten, Canadezen en Fransen en andere Geallieerden, de stranden hadden bestormd van Normandië. Ook het aspect dat het een verzonnen verhaal was (deels, want de D-Day landing werd wel degelijk door de Rangers zo uitgevoerd), kon niet ieders goedkeuring wegdragen.

Een, niet officiële, homage poster voor The Big Red One
(Illustratie: Marcello Crescenzi)

Een eerlijke film, die toch als een B-film wordt gezien, is The Big Red One van Sam Fuller die zijn eigen verhaal verteld hoe de 1st Infantry Division zich een weg vocht door Europa (met een geweldige rol voor Lee Marvin). Maar budgetten houden dit soort projecten soms klein. Helaas had Sam Fuller weinig over het eind resultaat te zeggen, de studio besloot drastisch in de film te snijden. Op DVD is nu een zogenaamde 'reconstruction' verschenen, en deze directors cut heeft maar liefst 47 minuten aan extra film. Bij de studio's draait het altijd om het budget, en verdienen ze er op. Een ander voorbeeld is het verhaal rond Audie Murphy die zichzelf speelt in To Hell and Back. Eigenlijk een B-film, maar een succes aan de kassa. Toch zijn er soms pareltjes onder dit soort B-films, zoals Battleground over de verdediging door de 101st Airborne Division rond Bastogne. De Duitse film Das Boot, waar wel een goed budget voor was, is claustrofobisch en indringend, maar beslaat verschillende bij elkaar gehaalde verhaallijnen, samengebracht in één film. Ook de speelfilm The Train is ergens gebasseerd op een waar verhaal, maar gaat in het tweede deel van de film over tot de Hollywood actie. Maar toch prefereer ik deze pogingen boven alle totaal verzonnen verhalen die zich afspelen tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog.

Maar er zitten tussen de verzonnen verhalen enkele opvallend goede oorlogsfilms. Oorlogsfilms in de klassieke zin zijn als de Western, gewone entertainment, niets meer, niets minder. Goede films die in aanmerking komen voor een ouderwets avondje oorlogsfilms kijken, zijn bijvoorbeeld: Kelly’s Heroes, The Eagle Has Landed (ook onder andere met Donald Sutherland), Squadron 633 en in iets mindere mate The Dirty Dozen. Aan dit rijtje van verzonnen spektakels kan nu ook Quentin Tarantino's Inglorious Bastards worden toegevoegd. Tevens wil ik op twee andere films wijzen die niet zo bekend zijn, maar meer dan de moeite waard zijn; Eye of the Needle (ook weer met Donald Sutherland in een hele enge rol), en de Franse film Le Vieux Fusil met een wrekende Philippe Noiret als eenmansleger.

- MOVIN' OUT! -

Met de speelfilm Kelly’s Heroes is het wat vreemd gesteld. Het wisselt tussen een actiedrama en een komedie. Nu was het eind jaren zestig en begin jaren zeventig van de vorige eeuw de tijd van de parodie op oorlogen. Dit was mede ingegeven door de oorlog in Vietnam dat op een drama uitliep voor de Amerikanen. Dan is het een kleine stap om de waanzin van oorlog weer te geven in een harde komedie. In korte tijd verschenen enkele speelfilms met een ‘komische’ inslag. In 1970 werd Catch 22 verfilmd naar een boek van Joseph Heller. Ook in 1970 werd de film M*A*S*H gemaakt. Beide films brachten de waanzin van oorlog naar buiten in een harde maar tevens ook in een bespottelijke vorm.

Catch 22,... één van de beste oorlogsfilms met een 'twist'

In 1970 verscheen ook Kelly’s Heroes. Aan één kant een rechttoe rechtaan film vol actie, maar met een onwerkelijke figuratie in de vorm van Oddball (Donald Sutherland die de overtreffende trap doet van de rol die hij speelde in M*A*S*H) die de komedie bracht met zijn ratjetoe aan tankbemanningen. Daarnaast is ook nog eens het element oneerlijkheid, door de bevrijders van Europa af te schilderen als ordinaire dieven die in de ware traditie van de Western film een shootout tegemoet lopen.

Links; Elliot Gould en rechts, Donald Sutherland ('Hawkeye') in M*A*S*H

Regisseur Brian G. Hutton had in 1968 Where Eagles Dare gemaakt met Clint Eastwood en Richard Burton in de hoofdrollen. Naar een boek van Allistair MacLean (ook schrijver van onder andere The Guns of Navarone) was dat verhaal meer een thriller dan een oorlogsfilm. Ook door het ongeloofwaardige aspect, van Eastwood en Burton in de rol van Duitsers, maakte deze speelfilm zich weinig geliefd onder de oorlogsfilm-liefhebbers en puristen die op alle details letten. Maar onderwijl blijk Where Eagles Dare, vooral in Amerika, een ware cult status te hebben verworven.

'The bartender asked me if I would dry sherry,...'
'I told him,... 'Nein,.. zwei!'...
'Do you think we blew our cover?'
(Where Eagles Dare)

Maar Hutton mocht twee jaar later weer een oorlogsfilm regisseren die de werktitel The Warriors droeg. MGM had een aanzienlijk budget uitgetrokken om het scenario van Troy Kennedy Martin groots op het scherm te brengen. Clint Eastwood was bezig de status van ster te bereiken. Hij werd gevraagd om Kelly te spelen voor de hoofdrol. Het filmen zou in Joegoslavië plaatsvinden. Hier waren goede locaties te vinden, maar het hield ook in dat het een saaie omgeving was, iets waar hoofdrolspeler Clint Eastwood erg tegen op zag. Dankzij het aantrekken van verschillende sterren, zoals Telly Savalas, Don Rickles, Donald Sutherland en Carrol O’Connor, was het achteraf best uit te houden in de troosteloze omgeving.

Clint Eastwood (rechts) kijkt twijfelachtig naar de 'eenheid' van Oddball

In principe was het een gewone standaard oorlogsfilm. Maar er werd een gewaagd onderdeel aan toegevoegd dat zijn tijd 25 jaar te ver vooruit was. Met het schrijven van de rol voor Donald Sutherland als Oddball, kreeg de film een vreemde wending. Oddball was een hippie die met zijn bende aan rapalje niet alleen de komische draai gaf, maar ook de onwerkelijkheid in de complete chaos. Oddball vond alles ‘beautiful baby’ en haatte ‘negative waves’. Het werd niet met zoveel woorden in beeld aangegeven, maar Oddball vertoefde de gehele film in een roes van hallucinerende middelen. Hier was duidelijke een verwijzing naar de soldaten die in Vietnam vochten en zware tijd probeerden door te komen door zich over te geven aan ‘rustgevende’ middelen die ook het voordeel hadden dat de donkere tijd er zonniger uit zag.

Oddball met rechts Gavin MacLeod als de 'negatieve' Moriarty

Maar Oddball was niet alleen de komische noot, hij was essentieel om de het verhaal de opwaartse klap te geven die de film net die meerwaarde meegeeft. Met zijn M4A3 Sherman tanks uitgerust met een luidspreker aan de koepel is hij de cavalerie die de kleur aanbrengt in het geheel. Onder de schetterende tonen van All for the Love of Sunshine (van Hank Williams Jr. uit 1970!) komen de tanks een tunnel uit om een spoorwegemplacement tot moes te schieten. Zou je denken dat de luidspreker tegen de vijand gericht is, neen, volgens Oddball moet het wel luid, want;… for some reason, it calms us down,…’ Het lijkt op een scène die Francis Ford Coppola in zijn film, Apocalypse Now zou hergebruiken als zijn helikopters, ook uitgerust met enorme luidsprekers, een Vietnamees dorp aanvallen onder Wagners, ‘The Ride Of The Valkyries’.

De Shermans bulderen niet alleen met het kanon,...
maar ook uit de luidspreker!

Oddball zijn eenheid heeft trouwens de beschikking over aparte tanks. Het zijn M4A3 Shermans met koepels voor het 75mm kanon. Toch zijn ze uitgerust met het 76mm kanon. Het Joegoslavische leger dat de tanks leverde voor de film, waren allemaal van dit type. In de jaren vijftig werden 630 M4’ s geleverd aan Joegoslavië, inclusief bergingstanks. Alle Sherman's voor het Joegoslavische leger waren M4A3-E4 76mm’s, met M34A1 koepels voor het 75mm kanon, maar aangepast om het 76mm kanon te herbergen. Hierdoor leken ze op de Sherman Firefly met het 17 pounder kanon, maar het waren wel degelijk 76mm kanonnen. Grappig is dat Oddball tegen Kelly verteld dat zijn tanks uitgerust zijn met ‘the standard 76mm gun,…’ maar dat ze er grote pijpen overheen kunnen schuiven zodat de vijand denkt dat ze uitgerust zijn met een 90mm kanon.

76mm kanon in de standaard koepel en met het masker voor een 75mm

In 2022 en later in 2023 verschenen er foto's op de facebook pagina van Stevan Medo Medojevic. Hij had in het 'Muzej Vojvodine' in Novi Sad, Servië, een M4A3-4E gevonden waarvan beweert wordt dat deze heeft meegedaan aan 'Kelly's Heroes'. Stevan durfde zelfs te beweren dat dit de Sherman was van Oddball waarop Kelly mee rijdt. Maar bij vergelijking blijkt de Sherman van Oddball, met de luidspreker aan de koepel, een hijsoog te hebben die teveel op de buitenkant is aangebracht. Ook de spatborden van Oddball zijn tank zijn een stuk groter. Als deze M4A3 al uit de film is, dan is het de rechtse op de foto hieronder,... Al ontbreken bij beide Shermans de 'gun travel lock' (maar die kan later weer terug gerestaureerd zijn).

Oddball zijn Sherman heeft het hijsoog bijna aan de rand en waar is de
'gun travel lock' en de spatborden zijn een stuk groter dat bij de Sherman hieronder

Eén van de M4A3-E4's, welke gebruikt zou zijn in de film, zou bewaard zijn gebleven
en te vinden in Novi Sad, Servië, 'Muzej Vojvodine'
(Foto: Stevan Medo Medojevic, december 2022)

Het valt trouwens op hoeveel aandacht er aan de details zijn besteed. De eenheid waar Kelly in dienst doet is de 35th Infantry Division. Deze was daadwerkelijk in actie in september 1944 in de omgeving van Nancy. De aankleding, voertuigen en de wapens zijn accuraat op een enkel detail na. Maar dat is de makers vergeven in ogenschouw nemende dat het 25 jaar na de oorlog opgenomen is. Grote budget films uit deze zelfde periode zoals ‘Patton’ en ‘The Battle of the Bulge’ moesten gebruik maken van de modernere M47 Patton tanks, wat de authenticiteit niet ten goede komt.

Links het logo van de 35th Infantry Division, rechts op de schouder van 'Crapgame'

Oddball heeft het insigne van de 6th Armored Division op zijn leren jas. Dit is historisch correct. De ‘Super Sixth’ vocht in de ‘Third Army’ in de noordelijke omgeving van Nancy. Maar ik heb geen bewijs gevonden dat er een 321st Tank Battalion in opereerde.

Links: het insigne van de 6th Armored Division, rechts de 1.SS Panzer-Division

Hoe zit het met de Tigers die in Clermont huizen? De Tigers zijn zeer goed gelijkende replica’s. In werkelijkheid zijn het Russische T-34 tanks die oorspronkelijk omgebouwd waren door het Joegoslavische leger voor de speelfilm The Battle of Neretva uit 1969. Enig ‘minpunt’ van deze Tiger is het afschieten van het 8.8cm kanon, er is geen terugslag te zien als er geschoten wordt. Voor de speelfilm Saving Private Ryan zouden later ook T-34 tanks tot Tigers worden omgebouwd.

Een Russische T-34 omgebouwd tot een 'Tiger' tank

Aan het insigne (een ‘sleutel’) is te zien dat de Tigers toebehoren aan 1. SS Panzer-Division ‘Leibstandarte Adolf Hitler’. Deze divisie was geheel uitgedund uit de ‘Zak van Falaise’ gekomen en terug getrokken achter de ‘Westwall’. Dus, dat ze in het fictieve Clermont waren, nog binnen de Franse grens, is erg onwaarschijnlijk. 1.SS Panzer-Division zou zich in die periode opmaken voor het Ardennen Offensief begin december 1944.

De Tiger tankcommandant, een Oberscharführer, wordt door Kelly correct geadresseerd als ‘sergeant’. Dit is te herkennen aan de twee zilveren blokjes op zijn (van de Oberscharführer) linker revers.

Clint Eastwood als Kelly

Op de komende pagina zien we de strijd die gestreden wordt om het goud in handen te krijgen dat diep achter de Duitse linies is opgeslagen in een bank. De ongeoorloofde ‘private enterprise operation’ wordt gevolgd in een Amerikaans hoofdkwartier waar Major-General Colt (Carrol O’Connor) gek wordt van opwinding als hij de radioberichten beluistert en besluit zich naar het actieterrein te verplaatsen,… met een lading medailles voor elke held die er bij betrokken is.

Op de volgende pagina gaat
Kelly achter het goud aan,...

GA TERUG