FLIEGERHORST
- VENLO -

Hoe liep het men hen af,..?

- Werner Streib -

Werner Streib schudt de hand van Hans-Dieter Frank (55 overwinningen)

Oberst Werner Streibhad op 6 oktober 1940 als Oberleutnant, na acht overwinningen, als eerste nachtjager piloot het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes ontvangen. Op 26 februari 1943, met de rang van Major en 42 overwinningen, werd Geschwaderkommodore Streib het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes mit Eichenlaubuitgereikt. Nadat hij 66 overwinningen had behaald (waaronder slechts één bij dag op een Bristol Blenheim op 10-5-1940), werd Oberst Streib het Ritterkreuz des Eisernen Kreuzes mit Eichenlaub und Schwertern overhandigd. Op 23 maart 1944 werd Streib benoemd tot inspecteur van de Nachtjagd, welke hij bleef bekleden tot het einde van de oorlog.

Oberst Werner Streib in een zweefvliegtuig op Venlo

Na de oorlog ging Werner Streib de levensmiddelen industrie in voor hij op 16 maart 1956 toetrad bij de Bundeswehr. Zijn passie voor het vliegen kon hij kwijt bij studenten toen hij drie jaar lang de vliegenier school in Landsberg am Lech als commandant leidde. In 1961 werd Streib als getuige gehoord over het 'Thunderstreak incident' toen twee F-84's per ongeluk het Oost-Duitse luchtruim invlogen en op Tegel, bij Berlijn, landden (zie lager bij 'Kammhuber'). Op 31 maart 1966 ging Streib, na zijn laatste post als Inspizient Fliegende Verbände (Inspecteur van de Luchtstrijdkrachten) en in de rang van Brigadegeneraal, met pensioen. Op 15 juni 1986 overleed Werner Streib (2 dagen na zijn 75ste verjaardag) en werd begraven in München, op de Ostfriedhof.

- Josef Kammhuber -

Josef Kammhuber was verantwoordelijk voor de zogenaamde ‘Kammhuber Line’, de door de Geallieerden zo benoemde ‘lijn’, omdat Kammhuber deze nachtjacht verdedigingslijn ontworpen had. Hij was een Eerste Wereldoorlog veteraan die zich gestaag door de rangen werkte, tot hij als Generalmajor bij de staf van Luftflotte 2 geplaatst de Tweede Wereldoorlog inging. Op 11 januari 1940 kreeg Kammhuber een berisping van Hitler naar aanleiding van het ‘Mechelen incident’. Kammhuber werd onder andere verantwoordelijk gehouden dat de plannen voor de aanval op de Lage landen in Geallieerde handen waren gevallen.

De gecrashte Messerschmitt Bf 108 Taifun

Op 10 januari 1940 crashte nabij het Belgische Vucht (gemeente Maasmechelen) een Duitse Messerschmitt Bf 108 Taifun, met de Duitse majoors Erich Hönmanns, de piloot, en Helmuth Reinberger aan boord, waarvan de laatste de plannen voor Falb Gelb bij zich had, de aanval op de Lage landen. In België, Nederland, Frankrijk en bij de Britse defensie werden de alarmbellen gerinkeld. Maar de onrust stierf snel weg, toen de genoemde datums voor de aanval verstreken zonder dat er iets gebeurde. Sedert dat Falb Gelb bekend werd, is er een discussie gaande of de Duitsers door het verlies van deze plannen, een (grote) herziening van de plannen doorvoerde, of dat de plannen sowieso nog niet concreet waren. Hoe dan ook, Kammhuber werd een andere functie gegeven, hij werd op 26 maart 1940 Geschwaderkommodore van Kampfgeschwader 51, het "Edelweiß-Geschwader", een bommenwerper eenheid.

Een Heinkel He 111H van Kampfgeschwader 51 "Edelweiß"

Op 10 mei 1940 maken drie He 111 bommenwerpers een navigatiefout en bombarderen inplaats van het vliegveld bij Dijon in Frankrijk, de stad Freiburg, in het Zwarte Woud, het heeft 57 doden en 101 gewonden tot gevlog. De Goebbels propaganda machine maakte er een 'vijandelijke' aanval van welke vergelding eisen! Tijdens een missie op 3 juni 1940 over Frankrijk werd Kammhuber in een Ju 88 neergeschoten tijdens een aanval door twee Britse jagers. Het toestel moest een noodlanding maken en Kammhuber werd gevangen genomen door de Fransen. Een maand later, in juli, na de Slag om Frankrijk kwam Kammhuber weer vrij en keerde terug naar Duitsland.

Een Junkers Ju 88A-4 van Kampfgeschwader 51 "Edelweiß"

In juli 1940 werd Kammhuber toegevoegd bij de Generalstab van de Luftwaffe, als coördinator voor de Flak, zoeklicht en radareenheden. Met de oprichting van XII. Fliegerkorps kwam er eindelijk lijn in de losse structuur die daarvoor heerste bij het luchtafweer. In deze periode werd Kammhuber gepromoveerd tot Generalleutnant. Hij organiseerde een keten van overlappende gebieden van 32km lang (noord-zuid) en 20km breed (oost-west) van Denemarken tot halverwege Frankrijk. Via een coördinatiecentrum, een zogenaamd Himmelbett, werden radarbeelden van een Freya geïnterpreteerd, waarop zoeklichten werden aangestuurd en waarvan nachtjagers vervolgens hun opdrachten kregen (later werden twee Würzburg radars toegevoegd in de sector om de vroege waarneming door de Freya radar samen verfijnder in een kruispeiling uit te lezen voor de nachtjagers).

Meer over het door Kammhuber ontwikkelde Himmelbett systeem, klik hieronder:

Door het afluisteren van de Britse radiofrequenties die de RAF gebruikten, werd duidelijk wanneer de bommenwerpers vertrokken vanuit Engeland, en wanneer ze weer hun landing inzetten na de missies. De Luftwaffe zond tijdens die periode, van starten of landen, nachtjagers de Noordzee over, en wist op deze manier succesvol met zo’n dertig nachtjagers honderd bommenwerpers neer te schieten. Na 13 oktober 1940 ging deze groep ‘infiltranten’ op last van Hitler naar het Middellandse zee gebied.

De Britten ontdekten al vrij spoedig hoe de ‘Kammhuber lijn’ werkte, en zochten naar oplossingen hoe deze te tegenwerken. Tot deze ontdekking stuurde RAF Bomber Command de bommenwerpers als éénlingen naar het oosten. De aanbeveling door R.V.Jones, een radar wetenschapper, om de bommenwerpers in één stroom door één sector te leiden bleek al een goed begin. De sector waar een stroom doorheen ging kreeg het met haar paar toegewezen nachtjagers heel druk, tegen enkele honderden bommenwerpers, en de radarplotters van de Luftwaffe vonden het ongelooflijk lastig een specifieke nachtjager in deze hoeveelheid bommenwerpers aan te sturen. De grote score uit het begin van de oorlog, liep drastisch terug voor de nachtjagers.

April 1943, Kammhuber hangt het Ritterkreuz om de nek van Manfred Meurer,
Staffelkapitän van het III./NJG 1 (deze had toen 15 vijandelijke bommenwerpers
afgeschoten. Meurer kwam om in een He 219 A-O op 22-1-'44, 65 overwinningen)

Kammhuber moest met lede ogen aanzien dat de Britten de maas in zijn net gevonden had. Hij bedacht een oplossing met de zogenaamde Wilde Sau (Wild Zwijn), met snelle daglicht jagers de bommenwerpers op zoeken die met reflectie van zoeklichten, die een brede baan licht gaven, op een wolkendek, zichtbaar werden gemaakt. Tijdens een Mosquito aanval op Berlijn op 17 augustus 1943 joegen de nachtjagers achter deze bommenwerpers aan. Het bleek een onderdeel van misleiding operatie voor de eigenlijke missie, Operation Hydra, een aanval op het rakettencentrum van Peenemünde. Toen de Duitsers daar achter kwamen, was het te ver om de nachtjagers die kant op te sturen, maar de snelle Focke-Wulf Fw 190’s van de Wilde Sau eenheid, kwam nu in actie, en met succes. Toen de laatste golf bommenwerpers, van de drie golven, de sector binnenkwam, wisten de Duitse jagers 29 van de 40 Lancaster bommenwerpers neer te schieten.

Een Fw 190 valt een Lancaster aan tijdens een Wilde Sau missie
(Illustratie: Steven Priestley, pinterest)

Naast de Wilde Sau, had Kammhuber ook de Zahme Sau (Tam Zwijn) bedacht. Dit waren nachtjagers met eigen radar, waarbij Himmelbett de nachtjagers nog wel aanstuurde, maar deze het laatste deel naar het doelwit op eigen radar ondernam. Dit was in het begin niet eenvoudig vanwege de nog onbetrouwbare techniek, maar dit werd met snelle sprongen steeds beter. Kammhuber wilde graag een nachtjager welke specifiek voor die opdracht ontwikkeld was. Tot die tijd opereerde de nachtjacht met aangepaste tweemotorige lichte bommenwerpers, zoals de Messerschmitt Bf 110 en de Junkers Ju 88. Maar toen Kammhuber zijn eigen zin doordrukte om de Heinkel He 219 te laten ontwikkelen werd Generalfeldmarschall Erhard Milch, hoofd van het Reichsluftfahrtministerium, zo woest (hij had de ontwikkeling door Heinkel juist gestopt) dat hij Kammhuber uit zijn functie wist te krijgen en hem naar Luftflotte 5 in Noorwegen liet verplaatsen, welke slechts een handvol oude toestellen had. Ondanks de tegenwerking van Milch zouden er toch rond de 300 He 219's geproduceerd worden.

Een model van een Heinkel He 219 welke Milch probeerde te stoppen
(Model: Marek Rys)

Toen de reorganisatie van de Luftwaffe, na de zomer van 1944, in Scandinavië een feit was, werd Kammhuber in september aangesteld tot commandant van de Luftwaffe in Noorwegen, een post welke hij bekleedde tot eind oktober 1944. In 1945 kreeg Kammhuber weer het commando over ‘zijn’ nachtjagers. Maar vanwege de enorme verliezen die geleden waren in deze laatste fase van de oorlog, werd dit meer een ceremoniële post dat dat het nog wat opleverde.

Met het einde van de oorlog viel Kammhuber in maart 1945 in handen van de Amerikanen. Ondanks dat zijn aandeel onderzocht werd, werd hem niets ten laste gelegd en kwam Josef Kammhuber in april 1948 weer vrij. Zijn tactieken tegen de RAF en de USAAF stelde hij op in enkele documenten die later in boekvorm verscheen. Ook in 1953 schreef hij een boek over zijn problemen om tot een werkbare dag en nacht defensie voor |Duitsland te komen. Opvallend feit is dat Kammhuber in Argentinië, een favoriet vluchtland voor oud Nazi’s, de luchtmacht van Juan Perón hielp te trainen.

Inspekteur der Bundesluftwaffe Kammhuber (rechts) in Nederland, 27-2-1957
(foto: Wim van Rossem / Anefo)

Toen de nieuwe Duitse luchtmacht werd gevormd, keerde Josef Kammhuber terug naar Duitsland, waar hij tot Inspekteur der Bundesluftwaffe werd aangewezen, een functie die hij van 1956 tot 1962 vervulde. In 1961 raakte Kammhuber betrokken bij een incident toen twee F-84 Thunderstreaks, van Jagdbombergeschwader 32 welke op het West-Duitse Lechfeld waren gestationeerd, door Oost-Duits luchtruim vlogen en vervolgens landden op Tegel in West-Berlijn. Daar het in een Franse sectie gebeurde, probeerden deze aan de Russen wijs te maken dat het aan technische mankementen had gelegen dat de toestellen een noodlanding moesten maken. De West-Duitse minister van defensie, Franz-Josef Strauß en Kammhuber verwijderden de commandant van de F-84 eenheid, Oberstleutnant Siegfried Barth. Barth had in de oorlog ooit de post van Gruppenkommandeur IV./KG 51 gehad, dezelfde eenheid waar Kammhuber in 1940 Geschwaderkommodore van Kampfgeschwader 51, het "Edelweiß-Geschwader", was geweest. Maar Barth ging in beroep tegen Strauß, welke drie onderzoeken nodig had om Barth van alle blaam te zuiveren.

Siegfried Barth, commandant over JaBoG 32, rechts een F-84 van deze eenheid

Ondanks de vrijspraak voor Barth, weigerde Strauß Barth weer te installeren. Op aandringen van de militaire ombudsman, Hellmuth Heye, oud admiraal van de Kriegsmarine, moest Strauß overstag, en werd zelf gedwongen vervroegd met pensioen te gaan. De beide piloten van de Thunderstreaks, Feldwebel Peter Pfefferkorn en Stabsunteroffizier Hans Eberl werden ontheven van hun activiteit als piloot. De twee straaljagers werden in een uithoek van het vliegveld Tegel door de Fransen begraven, waar ze in 1970 weer gevonden werden.

In 1962 besloot Kammhuber dat het genoeg is geweest, mede na die toestanden rond Siegfried Barth, en ging met pensioen. Josef Kammhuber overleed op 25 januari 1986, (toevallig in hetzelfde jaar als Werner Streib) op 89 jarige leeftijd, en werd in München begraven.

- Erhard Milch -

En hoe liep het af met de Erhard Milch, de Generalfeldmarschall, die Heinkel en Kammhuber zo dwars zat rond de aanschaf van de Heinkel He 219. Nou, het akkefietje met Kammhuber was niet de eerste keer dat hij niet overweg kon met een luchtvaartproducent. Milch had een Joodse vader, wat geen beletsel vormde (nog) toen hij in 1929 lid werd van de Nazi partij. Om politieke redenen werd dit pas bekrachtigd in 1933 door Hitler. In dat jaar werd Milch staatssecretaris bij het Reichsluftfahrtministerium en rapporteerde rechtstreeks aan Hermann Göring. In zijn functie was Milch verantwoordelijk voor de bewapening, en met name de Luftwaffe, maar hij werd steeds vaker overspeelt door Ernst Udet. Om zich te doen gelden, gebruikte hij zijn positie om Hugo Junkers en Willy Messerschmitt dwars te zitten. Vooral Messerschmitt moest het ontgelden doen deze werd verboden mee te doen aan het ontwerp voor een nieuwe jager. Maar Messerschmitt diende zijn ontwerp, de Bf 109 in als afkomstig van de Bayerische Flugzeugwerke, en deze werd de winnaar. Milch voelde zich gepasseerd, ondanks dat Messerschmitt de beste Duitse jager van de eerste oorlogsjaren produceerde. Als wraak mocht Messerschmitt niet zijn voorletters gebruiken voor zijn ontwerpen en bleef lang de ‘Bf’ voor het vliegtuignummer staan, voor dit ‘Me’ mocht worden.

Generalfeldmarschall Erhard Milch

Milch, gepromoveerd tot General, werd commandant van Luftflotte 5 tijdens de campagne tegen Noorwegen. Na de val van Frankrijk werd Milch Generalfeldmarschall en kreeg de functie van inspecteur van het luchtwapen en verantwoordelijk voor de vliegtuig productie. Mede onder zijn bewind werd er niet op de langere termijn gekeken, en werd de vliegtuigindustrie niet optimaal aan het werk gezet. Bij de vliegtuigfabrieken waren er achturige werkdagen, werden geen vrouwen ingezet (zoals bij de Geallieerden), maar het waren vooral de constante wijzigingen in tactische en strategische vragen die uit het veld kwamen waaraan de fabrikanten hun handen vol hadden om die te verwerken in hun vliegtuigen, en de steeds sneller voortschrijdende technische ontwikkelingen, tel daar het oplopende verlies aan vliegtuigen bij op die niet snel genoeg konden worden aangevuld en later geheel stokten.

Albert Speer luistert naar Erhard Milch

Was Duitsland de oorlog ingegaan met relatief lichte tweemotorige bommenwerpers als de He 111, de Do 17 en de Ju 88, de Britten werkten aan viermotorige bommenwerpers die diep in Duitsland hun bommen konden brengen. Ook de Amerikanen, die na 7 december 1941 bij de oorlog werd betrokken, kwamen met hun B-17 en B-24 viermotorige bommenwerpers naar Engeland. Op 10 augustus 1943 gaf Milch de opdracht aan Arado Flugzeugwerke de opdracht subcontractor te worden om de Heinkel He 177B, een viermotorige bommenwerper, mede te produceren. Maar slechts drie prototypen werden gebouwd. Vanwege de mislukte aanval op Sovjet Unie, en met name het falen van de Luftwaffe, sloegen in 1944 de Minister voor Propaganda, Joseph Goebbels, de Reichsführer SS, Heinrich Himmler en Milch de handen in een om Hermann Göring uit zijn positie te zetten. Maar Hitler weigerde het verzoek, en uit wraak werd Milch door Hermann Göring persoonlijk van zijn functie ontheven. De rest van de oorlog diende Milch onder Albert Speer.

18 mei 1944,
v.l.n.r: Hitler, Wilhelm Keitel, Karl Dönitz, Heinrich Himmler en Erhard Milch
(met zijn iterim officiers baton welke door Brigadier Mills-Roberts 'gebruikt' werd)

Toen Milch Duitsland probeerde te ontvluchten, werd hij gepakt door Britse troepen aan de Baltische kust op 4 mei 1945. Arrogant bleef Milch tot het einde. Brigadier General Derek Mills-Roberts was woest op Milch, en op alle Duitse generaals want hij had juist de bevrijding van het concentratiekamp Bergen-Belsen meegemaakt en de vreselijke toestanden daar gezien,… waarschijnlijk had hij Milch hem het liefst ter plekke doodgeschoten, maar besloot hem de huid vol te schelden. Toen Milch reageerde met dat hij bij de Luftwaffe had gezeten en niets wist van de misstanden, greep Mills-Roberts de intrim officiers baton (een lichte variant van de officiële baton) van Milch en begon hem met deze stok zo af te ranselen tot de stok brak op het hoofd van Milch.

1947: Erhard Milch wordt in Neurenberg veroordeeld

Pas in 1947 werd Milch veroordeeld, in Neurenberg, tot levenslang vanwege oorlogsmisdaden (slechte behandeling van dwangarbeiders en krijgsgevangen) en misdaden tegen de mensheid (meewerken aan deportatie, gevangen zetten, martelingen, moord etc.). Na zijn veroordeling werd hij overgebracht naar de gevangenis in Landsberg. In 1951 werd de straf tot 15 jaar omgezet, waarop hij weer vrij kwam in juni 1954. Op 25 januari 1972 overleed Erhard Milch in Düsseldorf op 79 jarige leeftijd.

Heinkel He 219

En hoe liep het af met de Heinkel He 219’s, waarvan slechts 268 zijn gebouwd? Slechts één compleet vliegtuig is bewaard gebleven. Al tijdens en direct na het einde van de oorlog begonnen de Geallieerden Duitse vliegtuigen te verzamelen om deze testen. De RAF nam zes He 219's voor hun rekening en de Amerikanen namen genoegen met 3 stuks.

Buitgemaakte Heinkel He 219A-7 Uhu (Wk Nr. 290126), RAF AM20

Hieronder een staatje van de buitgemaakte He 219's en hun lot:

Heinkel He 219A-7 Uhu (Wk Nr. 290126), buitgemaakt op Grove, Denemarken. Ontving de registratie RAF AM20 als aanduiding. Gesloopt op Brize Norton in 1948.

Heinkel He 219A-7 Uhu (Wk Nr. 310109), buitgemaakt op Grove. Kreeg RAF AM21. Gesloopt op Sleap in 1948.

Heinkel He 219A-7 Uhu (Wk Nr. 310189), D5+CL van I/NJG 3 buitgemaakt op Grove. Ontving aanduiding RAF AM22. Gesloopt op Farnborough in 1946.

Heinkel He 219A-7 Uhu (Wk Nr. 310200), buitgemaakt op Grove. Ontving de aanduiding RAF AM23. Het stortte neer op 21 juli 1945 op Grove.

Heinkel He 219A Uhu (Wk Nr. 310215 of Wk Nr. 310114). Buitgemaakt op Sylt. Aanduiding RAF AM43. Had waarschijnlijk de start van twee verschillende toestellen. Waarschijnlijk gesloopt op Ford, England.

Heinkel He 219A Uhu (Wk Nr. 310106). Buitgemaakt op Sylt. Kreeg de aanduiding RAF AM44. Gesloopt op scrapped at Brize Norton.

Heinkel He 219A-0 Uhu (Wk Nr. 210903). Buitgemaakt op Grove. Ontving de registratie RAF USA 8, voor het op de HMS Reaper naar de Verenigde Staten vertrok. Ontving de aanduiding USAAF FE-612 op Freeman Field, Indiana. Gesloopt rond 1950.

Heinkel He 219A-0 Uhu (Wk Nr. 210903), FE-612

Heinkel He 219A-5 Uhu, (Wk Nr. 290060), CS+QG. Buitgemaakt op Grove. Ontving de registratie RAF USA 9, (aangebracht op de achterzijde romp), USAAF FE-613, later T2-613. Gesloopt op Freeman Field, Indiana in 1946.

Heinkel He 219 Uhu (Wk. Nr. 290202). Buitgemaakt op Grove, Denemarken. Geregistreerd als RAF USA 10, USAAF FE-614, later T2-614 op Freeman Field Indiana, najaar 1945. Als enige Uhu bewaard gebleven in originele staat in het Steven F. Udvar-Hazy Centre, Chantilly, Virginia.

De U.S. Army Air Force Intelligence Service, die met operation ‘Lusty’ (LUftwaffe Secret TechnologY) de voormalige bezette gebieden uitkamden, vonden drie He 219’s in Denemarken. Op de basis Grove, Jutland, waar de NJG 1 de toestellen had achtergelaten, werden de He 219’s weer vliegwaardig gemaakt door de ‘Watson’s Whizzers’, en vervolgens naar Cherbourg in Frankrijk overgevlogen. He 219 met Werknummer 290202 ging aan boord van de Britse HMS Reaper, met 21 andere buitgemaakte Duitse toestellen voor verscheping naar de USA. Op Ford Field in New Jersey kreeg de He 219 Wk. Nr. 290202 de registratie FE-614 (Foreign Equipment-614, welke later werd omgezet naar T2-614). Testvluchten werden later uitgevoerd vanaf Freeman Field in Indiana, waar een tweede He 219 was ondergebracht, de A-5 prototype (Werknummer 290060 (FE-613).

He 219 (Wrk.nr. 290202) opgeslagen bij Smithsonian’s Silver Hill, in Maryland

De He 219 Wk. Nr. 290202 werd gelukkig bewaard en via de opslag in 1946 op Orchard Place Airport, Park Ridge, Illinois, werd het in 1949 overgebracht naar het Smithsonian’s National Air Museum. Hier werd het begin 1955 uit elkaar gehaald en in kratten opgeslagen bij Smithsonian’s Silver Hill, in Maryland. In het Steven F. Udvar-Hazy Centre, Chantilly, in Virginia heeft men rond 2004 de restauratie serieus ter hand genomen.

He 219 (Werknummer 290202) tijdens de restauratie

In 2016 was de restauratie zover gevorderd, dat de vleugels en de romp weer tot één geheel kunnen worden gevormd. Het zal slechts nog een kwestie van tijd zijn voor het toestel weer in zijn geheel voor het publiek te bezichtigen valt. Hoe de geschiedenis van de andere twee He 219's is verlopen, is niet bekend, maar ze zijn in ieder geval gesloopt.

2020; He 219 staat weer op het landingsgestel
(Foto: Mike Egan)

Even leek Werknummer 290202 de enige bewaard gebleven He 219 te zijn, maar in april 2012 werd een, tot op heden onbekende, He 219 voor de kust van Hirtshals in Denemarken ontdekt. Het vermoeden is dat de piloot door brandstoftekort een noodlanding op zee heeft gemaakt toen hij onderweg was naar de Luftwaffe basis Karup op Jutland. Het wrak is grotendeels compleet, op een deel van de staart na, en één motor ontbreekt. De wrakstukken worden opgeknapt en zullen te zijner tijd worden tentoongesteld in Aalborg, in Denemarken (al is er sinds de berging, ten tijde van dit schrijven was het 2021, geen nieuws meer over deze vondst naar buiten gekomen).

Het wrak van de He 219 voor de kust van Denemarken wordt geborgen

De voorgaande pagina's aangaande de voormalige Luftwaffe basis Fliegerhorst Venlo, is slechts als een aanrader bedoeld om er ter plekke eens zelf te gaan kijken. Het is niet compleet en er kan in de toekomst nog een aanvulling op komen.


Bronnen: Illusies en Incidenten, verschillende auteurs (werkgroep mobilisatie), uitg. Formulieren beheer DMKLu., Luftwaffe Night Fighter Combat John Foreman + Simon W. Perry, Publ. Red Kite, 2004, ISBN 0 9538061 4 6, Wespennest Leeuwarden (deel 1), Ab Jansen, Uitgeverij Hollandia, ISBN 90 6045 122 8, Wespennest Leeuwarden (deel 3), Ab Jansen, Uitgeverij Hollandia, ISBN 90 6045 142 2, Duitse Nachtjagerazen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Del Prado (Osprey Publ.) Jerry Scutts, De Luchtoorlog boven Nederland, 1940-1945. Bart van der Klauw en Bart M. Rijnhout (De Bataafsche Leeuw) ISBN: 90 6707.073 4, Meteor I vs V1 Flying Bomb: 1944, Donald Nijboer, B-26 Marauder - het werkpaard van de 9de Luchtvloot, Del Prado (Osprey Publ.) ISBN 84 8372 436 7, De Geheime Oorlog, Brian Johnson, uitg. L.J.Veen BV, EDE, 1979 (ISBN 90 204 3303 2), Most Secret War, R.V.Jones, 1978, Publ. Hamish-Hamilton Ltd.

Websites:
Ik ben vooral dank verschuldigd aan de (voormalige) website 'Fliegerhorst Venlo' van Joop en Marij Wijnhoven die op de voormalige basis uitgebreid fotografisch onderzoek hadden gedaan (helaas bestaat deze website niet langer).
Vliegvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog
Deense (Engels) website over de Nachtjagd in Europa
Nachtjagers
Wings Palette
Forum 12 O'Clock High.net
Verzameling documenten aangaande de Seeburg-Tisch