'A BRIDGE TOO FAR'
Vergelijking tussen Fictie en Feit

‘Do you think they know something,… and we don’t?’
(Sean Connery als Urquhart over de 'lunatics' van Wolfheze)

Wat niet duidelijk wordt uitgelegd in de speelfilm A Bridge Too Far is de te nemen routes van de paratroopers naar de verkeersbrug van Arnhem. Er waren vanaf de LZ’s drie routes aangegeven voor de 1st Parachute Brigade Groep, onder commando van Brigadier G.W. Lathbury. Een noordelijke route (Leopard), door het centrum van Arnhem, voor het 1st Battalion, onder leiding van Lt.Col. David Dobie. Een route door het midden (Tiger), dwars door Oosterbeek, door het 3rd Battalion onder commando van Lt.Col. John Fitch. En dan was er de zuidelijk route (Lion) langs de oever van de Nederrijn voor het 2nd Battalion onder commando van Lt.Col. John Frost. Het 2nd Battalion moest de hoofdprijs zien te pakken, de verkeersbrug van Arnhem. Dit hoefde Frost niet alleen te doen. Er was een verkenningseenheid, onder het commando van Major Freddie Gough, dat met jeeps snel naar de brug moest racen en deze bij verrassing innemen.

De geplande route naar het (rode vierkant), de brug in Arnhem,...

Terwijl de drie bataljons zich opmaken om naar het oosten te trekken, richtte General Roy Urquhart zijn hoofdkwartier in aan de rand van de LZ. Hij was redelijk tevreden. De manschappen verlieten gedisciplineerd de LZ’s te voet of per jeep. Het vervelende was dat hij geen radiocontact kon maken binnen de divisie. Dus reed hij in zijn jeep naar het hoofdkwartier van Hicks, de brigade generaal van de 1st Airlanding Brigade. Daar hoorde hij dat de 1st Parachute Brigade Group in positie was. Wat hij ook hoorde was dat Gough met zijn jeeps zoek was. Het verhaal ging dat het merendeel van Gough zijn jeeps verloren was gegaan tijdens ongelukken van de zwevers. Urquhart keerde terug naar zijn eigen commandopost. Hij moest iets verzinnen om Lathbury op de hoogte te brengen dat Frost er alleen voor stond, omdat Gough zoek was. Het lag nu helemaal in handen van het 2nd Battalion. De generaal werd steeds rustelozer en besloot rond 16.30 uur Lathbury te gaan zoeken. Hij stapte in zijn jeep en met een radiotelegrafist verliet hij de LZ.
(In het boek van Cornelius Ryan, A Bridge Too Far, heeft Urquhart een chauffeur, maar in de woorden van Urquhart zelf, in zijn boek Arnhem, reed de generaal zelf; 'mijn headset lag op de stoel naast mij,..'. In de film werd het nog verwarrender, daar vertrekt Urquhart met drie extra man personeel).

Urquhart (Sean Connery) wijst naar het doel, de brug in Arnhem


A Bridge Too Far

De bovenstaande episode is door de schrijver William Goldman iets anders verwerkt voor A Bridge Too Far. Hij maakt hier handig gebruik van enkele zaken die speelden en smolt ze tot één met hier en daar dichterlijke vrijheid. We zien Sean Connery (Urquhart) zich kwaad maken over de niet werkende radio’s. Hij maant Major Robert Steel, een rol van Stephen Moore, (een verzonnen naam, in het echt was zijn naam Major Anthony Deane-Drummond) tot het voor elkaar krijgen van de radio’s.
De aandacht van Urquhart wordt getrokken naar de bosrand waar ‘raar’ gelach vandaan komt.
Iemand van zijn staf wijst op de psychiatrische patiënten uit de inrichting in Wolfheze.
‘… Lunatics, sir,… They escaped after they were bombed this morning’
Urquhart: ‘Do you think they know something,… and we don’t?’
Bovenstaande dialoog kon ik niet terug vinden in de literatuur, dus ik neem aan dat dit een vrijheid is geweest door de scenario schrijver, William Goldman. Maar dat er loslopende psychiatrische patiënten in de bossen zwierven was een feit. Tussen de ‘gekken’ staat ook de regisseur Richard Attenborough. Hij is vermomd met een grote bril en een zwarte baard.

‘Do you think they know something,… and we don’t?’

Na Urquhart zijn terugkomst, van de commandpost van Hicks, in zijn eigen ‘makeshift’ commandopost, hoort hij dat de radio’s niet aan de praat zijn te krijgen (verkeerde kristallen). Terwijl hij bij zijn jeep staat brengt Corporal Hancock hem een mok thee.
Hancock: ‘Sir,…’
Urquhart: ‘Hancock… I’ve got lunatics laughing at me from the woods. My original plan has been scuppered now that the jeeps haven’t arrived,… My communications are completely broken down,… do you really believe any of that can be helped by a cup of tea?’
Hancock: ‘Couldn’t hurt, sir,…’

Urquhart; 'do you really believe any can be helped by a cup of tea?’


Tijdens het bombardement op strategische doelen was ook de psychiatrische inrichting van Wolfheze getroffen. De Amerikanen hadden de inrichting met instemming van Urquhart gebombardeerd, want er waren aanwijzingen dat er zich Duitse troepen ophielden. De bommen vielen dus in de ochtend van de 17de september ook op de psychiatrische inrichting van Wolfheze, ondanks dat later duidelijk werd dat er zich geen Duitsers in bevonden. Van de psychiatrische inrichting werden vier paviljoens getroffen waarbij verschillende slachtoffers vielen. Tijdens dit zelfde bombardement werden verborgen, in de bossen rond Wolfheze, Duitse munitieopslagruimtes getroffen. Vanuit één van deze geëxplodeerde bergplaatsen vlogen de granaten de inrichting binnen die ook voor de nodige slachtoffers zorgde. In totaal werden vijfenveertig patiënten gedood en verschillende gewond. Tijdens de gevechten later zouden nog zeker 35 personen omkomen. Er zwierven zestig verdwaasde en angstige patiënten door de bossen die vanaf de bosrand de kakelbonte drukte van paratroopers moesten proberen te verzetten in hun reeds verwarde hersenen.

Een uitgeschakelde Jeep van de verkenningseenheid van Gough
(let op het kruis rechts op de foto)

Urquhart kon geen contact krijgen met de verkenningseenheid van majoor Freddie Gough (1st Airborne Reconnaissance Squadron). Deze had maar enkele zwaar bepantserde jeeps tot zijn beschikking, verschillende waren op de heenweg met de zwevers verloren gegaan. Maar het waren er in de ogen van Gough toch voldoende, want hij zag de opdracht ‘als een eitje’. Hij probeerde zich aan de opdracht te houden; als eerste doorstoten naar de verkeersbrug van Arnhem en daar wachten op het 2nd Battalion onder leiding van Frost. Gough nam rond 15.30 uur de noordelijke route, de ‘Leopard’, terwijl hij enkele andere jeeps op de ‘Lion’ route stuurde van het 2nd Battalion. Op de ‘Leopard’ route liep de groep van Gough rond 16.00 uur vast in Duits 20mm vuur vanaf pantserwagens. Toen Gough naar voren ging wat het oponthoud was hoorde hij dat Urquhart hem zocht. Majoor Gough keerde om 16.30 uur terug naar de LZ om de divisiegeneraal te zoeken. Maar ze liepen elkaar net mis, want Urquart was net met zijn jeep gefrustreerd op zoek gegaan naar commandant van de 1st Parachutist Brigade, Lathbury.

Lt-Col. David Dobie, commandant 1st Battalion

Langzaamaan begon zich een chaos te ontwikkelen. Lt-Col. Dobie met zijn 1st Battalion op de ‘Leopard’ route liep tegen zware tegenstand aan en besloot zijn eenheid naar het zuiden af te buigen richting de ‘Tiger’ route van 3rd Battalion zodat hij vervolgens aansluiting kon krijgen met de 2nd Battalion op ‘Lion’ route van Frost.

De situatie in de namiddag van de 17de september

Waar werkelijk niemand mee rekening had gehouden was het Opleidings- en Aanvullingsbatajon onder het commando van SS majoor Sepp Krafft. Op anderhalve kilometer van zijn hoofdkwartier in Wolfheze vielen de parachutisten uit de lucht. Hij had twee compagnieën tot zijn directe beschikking, een derde lag in reserve in Arnhem. Binnen enkele uren was zijn eenheid omcirkeld door Dobie in het noorden en Fitch ten zuiden van hem. De eenheid van Krafft ging in linie globaal vanaf de spoorlijn tot de Utrechtseweg met op de uiteinden mitrailleur pelotons. Verder zou Krafft de beschikking hebben gehad over vier experimentele raketwerpers die met verschillende lopen waren uitgerust. Uit Arnhem werd de reserve eenheid opgetrommeld. Terwijl Krafft zijn orders uitdeelde stopte Territoriale Commandant Generalmajor Friederich Kussin bij Krafft zijn hoofdkwartier om polshoogte te nemen. Kussin beloofde voor versterkingen te zorgen en wilde weer vertrekken. Krafft waarschuwde Kussin dat de terugweg wel eens afgesneden kon zijn. Maar die sloeg de raadgeving in de wind en vertrok over de hoofdweg zuidwaarts naar de weg Utrecht-Arnhem. Het 3rd Battalion van Fitch had juist het kruispunt bereikt van de Utrechtseweg toen de wagen van Kussin kwam aangesneld.

Generalmajor Friederich Kussin

Soldaat Frederick Brown hoorde en zag hem aankomen. Hij begon te schieten met zijn stengun. Iedere soldaat in de omgeving opende nu het vuur. Ondanks een poging achteruit te rijden door de chauffeur, Gefreiter Josef Willeke, was het te laat. Kussin en de chauffeur werden beide dodelijk getroffen. Ook Unteroffizier Max Köster, de tolk die achterin zat, kwam in de kogelregen om het leven. Kussin en Willeke werden half uit de auto gesleurd en gefotografeerd. De foto's zouden in menig boek hun weg vinden (en zijn ook hier afgebeeld).

De chauffeur Gefreiter Josef Willeke

In Doetichem probeerde Bittrich zijn baas Model te overtuigen van zijn gelijk. Herr Feldmarschall,... ik dring er ernstig op aan dat de bruggen bij Nijmegen en Arnhem vernield worden.’
Maar Model wilde dat beslist niet want hij geloofde niet dat de bruggen het doelwit waren en hij zou de bruggen nodig hebben voor een tegenaanval. Model was waarschijnlijk nog te zeer geschokt om het complete plaatje tot zich te nemen. Hij dacht nog steeds aan zijn eigen veiligheid; ‘Ze hadden me bijna te pakken,..’

Generaal Student in Vught dacht aan zijn in tweeën gesplitste Eerste Parachutisten Leger toen er een aktentas bij hem gebracht werd die uit een neergestorte Waco zwever was gehaald. Het bevatte het complete plan voor operatie Market-Garden.

Er waren alleen maar 'oude mannen en gedemoraliseerde troepen'
en geen tanks,... hier rijdt een Sturmgeschütz III van de Hohenstaufen Division.
Deze foto is genomen op 19 september, de commandant van 3. Batterie
is Oberwachtmeister Josef Mathes (centraal met helm).

Model ondertussen had zijn rust gevonden en vroeg om versterkingen aan Von Rundstedt die deze ook toezegde. Bittrich zijn orders wierpen haar vrucht nu ook af. De 9de SS ‘Hohenstaufen’ Division van Harzer en de 10de SS ‘Frundsberg’ Division hadden opdracht gekregen om positie te kiezen vanuit het oosten van Arnhem. Harmel was met grote spoed nu onderweg vanuit Duitsland om zijn divisie te gaan leiden. Harzer had een probleem. Veel van zijn tanks en voertuigen waren ontdaan van rupsbanden en wielen voor hun vertrek naar Duitsland. Er werd koortsachtig gewerkt om het materieel rollende te krijgen. Harzer hoopte op tijd gereed te zijn om de Britten te kunnen tegenhouden. Hij wist niets van de storende gevechten die Krafft zijn eenheden ondernamen tegen de Britse para’s. De para’s van de ‘Leopard’ en ’Tiger’ route waren vastgelopen na vier kilometer opgerukt te zijn vanaf hun DZ. Krafft schatte dat het twintig tegen één was en toch wist zijn bataljon de Britten te pareren. Hij dacht dat hij alleen met zijn eigen eenheid was, maar hier en daar verschenen de tanks en pantservoertuigen van de 9de SS Division van Harzer.

Brigadier-General Gerald Lathbury en Donald Douglas
(die hem vertolkte in 'A Bridge Too far')

Terwijl de Major Gough met vier verkenningsjeeps op zoek was naar General Urquhart, scheurde deze over de weg Utrecht-Arnhem en draaide op een gegeven moment naar het zuiden en vond de eerste troepen van de 2nd Battalion van Frost op de ‘Lion’ route. Hier hoorde hij dat Brigadier-General Lathbury naar de middelste route (‘Tiger’) was gegaan. Dus, daar ging Urquhart ook naar toe. Hier vond hij dan eindelijk Lathbury en samen bespraken ze bezorgd de trage opmars van de brigade. Onderwijl vielen de mortiergranaten links en rechts in de Britse linies. Toen Urquhart bij zijn jeep terug kwam bleek deze getroffen te zijn door een mortier. Zijn radiotelegrafist was zwaargewond, maar de radio leek onbeschadigd, maar was niet aan de praat te krijgen. Urquhart realiseerde dat het 1st en 3rd Battalion vast gepind waren en dat alles afhing van Frost zijn 2nd Battalion.

Op 4 november 1944 werd de spoorbrug, of wat er van over was,
gefotografeerd door een Geallieerde verkenner

Frost zijn mannen hadden het eerste doel bijna bereikt, de spoorbrug over de Nederrijn. Terwijl A Company onder commando van Major Digby Tatham-Warter zich via een secundaire weg spoedde langs de Nederrijn naar de verkeersbrug, scheidde de C Company, onder leiding van Major Victor Dover, zich af om de spoorbrug te bezetten. Een peloton onder leiding van Lt. Peter Barry stormde de brug op, die in het middengedeelte direct daarop in de lucht vloog. Onder Duits vuur trok de groep zich terug. Barry en twee anderen raakten gewond. Captain Eric Mackay, van Royal Engineers, merkte droog op: ’Well, that was number one!’ Het was 18.30 uur en er werd snel voortgezet naar de verkeersbrug. Hierbij werd gebruik gemaakt van gevorderde Duitse voertuigen en hun eigen jeeps. Het was niet de enige eenheid die onderweg was naar de brug van Arnhem, ook veertig voertuigen van een verkenningsbataljon uit Hoenderloo was er bijna. Onder commando van Victor Gräbner zou deze eenheid, in opdracht van Harzer, een verkenning moeten uitvoeren in het gebied tussen Arnhem en Nijmegen. Even voor 19.00 uur ging hij de brug over, onderwijl doorgevende dat er geen vijandelijke troepen waren. Waarom Gräbner de brug niet bezette is onduidelijk, want Bittrich had dit uitdrukkelijk verzocht aan Harzer.

De schipbrug gefotografeerd door een Brits verkenningsvliegtuig
(op de achtergrond het hoofddoel, de verkeersbrug van Arnhem)

De mannen van Frost hadden omstreeks deze tijd hun volgende doel bereikt, de schipbrug, maar deze was onbruikbaar gemaakt doordat de Duitsers het middenstuk hadden verwijderd. Nu was er nog maar één doel,... de verkeersbrug van Arnhem. Ondanks wat pogingen van Duitsers om ze te stoppen werd de noordzijde van de grote brug dan eindelijk bereikt. Captain Eric Mackay van de Royal Engineers besloot de huizen aan de oostkant van de brug te bezetten, en dan met name een schoolgebouw bij het kruispunt. Het was nu rond 20.00 uur, en Frost met zijn bataljonscommando had ook de brug bereikt. Hier gaf hij opdracht aan Major Douglas Crawley, met zijn B Company, de opdracht zijn anti-tank geschut op het hogere terrein bij de spoorlijn te installeren, zodat de linkerflank gedekt was. C Company ging op zoek naar het hoofdkwartier van de Duitse commandant. A Company kwam uit haar positie onder de enorme pijlers van de brug vandaan. Het doel was de brug over te steken naar de zuidzijde. Ze waren net onderweg toen ze onder vuur werden genomen vanuit een bunkertje met mitrailleurvuur. Ook een pantserwagen aan de zuidzijde opende het vuur over de kromming van het wegdek. Mackay zijn mannen trokken door de huizen langs de brug, een peloton van de A Company onder leiding van Lt. Robin Vlasto trok door de kelders en souterrains van dezelfde huizen om posities in te nemen. Vanaf de huizen werd vervolgens ondersteunend vuur afgegeven. Even later kwamen de vlammenwerpers van Mackay in actie. De bunker werd gemist, maar een gebouwtje vol munitie explodeerde met een enorme dreun. De hitte was zo overweldigend dat de verf op de brug ontbrande. Om de brug over te steken was het nu te laat en te gevaarlijk door de exploderende munitie, maar de noordzijde van de brug was in handen van Frost zijn 2nd Battalion.


A Bridge Too Far

‘Mut der Verzweiflung,...’
(Maximilian Schell als SS-Obergruppenführer Wilhelm Bittrich)

Voor de film A Bridge Too Far moest er danig met de feiten geschoven worden. Het was lastig om de zoektocht van Urquhart in beeld te brengen zonder dat het saai werd. Ook de strijd van de noordelijke route (Leopard) en de middelste route (Tiger) werd niet verfilmd. Zodoende kwam ook niet het uitschakelen van Kussin in beeld. Het bataljon van Krafft die de hele opmars in gevaar bracht kwam alleen aan bod in de scène waar Urquhart eindelijk Lathbury (een rol van Donald Douglas) vindt en de jeep met een spectaculaire knal over de kop knalt waarbij zijn chauffeur omkomt (zoals we reeds zagen, reed Urquhart in het echt zelf en werd zijn radiotelegrafist gewond).

Urquhart buigt over zijn chauffeur (was de gewonde radiotelegrafist)

Van het 2nd Battalion zien we niets terug in de film, zoals het verlies van de spoorbrug en de schipbrug. Er werd in de film snel overgesneden naar het moment dat Frost bij de brug arriveert en opmerkt dat ze de verkeerde camouflage dragen voor het vechten in de stad. Onderwijl trekt hij ongeduldig aan de bel van een huis onder aan de brug. In de film spreekt hij de onvergetelijk woorden: 'I'm awfully sorry, but I'm afraid we're going to have to occupy your house.'

Christopher Good als Major Harry Carlyle (inzet) met paraplu

De officier met de paraplu in de film is Major Harry Carlyle. Hij beeldt de echte officier Major Digby Tatham-Warter uit. We zien Major Carlyle met zijn paraplu voorzichtig het wegdek van de brug oplopen. Hij geeft een teken aan het peloton op te rukken. Even later wordt het peloton teruggedrongen door het mitralleurvuur uit een bunker. Als het donker is geworden komt een ploeg met een vlammenwerper te voorschijn. Deze trachten de bunker te bestoken maar raken per ongeluk de munitieschuurtjes die erachter gelegen liggen. De explosie zet de brug in brand (gasbranders ontstoken door de special effects afdeling). Als de vlammen aan de brug likken, blaast Colonel Frost (Hopkins) op zijn jachthoorn. Waarop Bittrich, een rol van Maximilian Schell, zegt; 'Mut der Verzweiflung,...'

'Mut der Verzweiflung,...'

In het vlammenwerper team ontwaren we als de ‘schutter’ de acteur Alun Armstrong als Corporal Davies die ook de mascotte van de 4th Parachute Brigade van de 1st Airborne Division, de ‘parakip’ Myrtle bij zich droeg. Dit is leuk gevonden, maar Myrtle zou pas de volgende dag per parachute binnenkomen in de handen van Lt. ‘Pat’ Glover.

Alun Armstrong als Corporal Davies

Klik hieronder om naar de volgende episode te gaan van
Market-Garden en 'A Bridge Too Far'