'A BRIDGE TOO FAR'
Vergelijking tussen Fictie en Feit

Van links naar rechts:
Generaal Wilhelm Bittrich, generaal-majoor Harmel en luitenant kolonel Harzer

De Duitsers in de corridor van Market-Garden

Het hoofdkwartier van het 2de SS-PanzerCorps, onder commando van generaal Wilhelm Bittrich was gevestigd in Doetinchem, oostelijk van Arnhem. Bittrich was ooit een fanatieke Nazi geweest, maar in 1944 was hij een andere mening toegedaan, en was beslist niet gerust op die kliek in Berlijn. In september 1944 had hij de leiding over de 10de ‘Frundsberg’ Divisie, onder het commando van SS-Brigadeführer generaal-majoor Heinz Harmel en de 9de ‘Hohenstaufen’ Divisie, onder het commando van SS-Obersturmbannführer Walter Harzer. De 9de Divisie zou worden teruggetrokken naar Duitsland en de 10de zou rond Arnhem blijven. Harmel was met de beslissing niet blij om in Nederland te blijven want dat betekende waarschijnlijk dat zijn divisie het dichtst op de strijd weer zou zitten. Harzer hoopte op een vernieuwde uitgeruste 9de Divisie en hoopte verder dat hij bevorderd zou worden tot generaal-majoor. De 9de Hohenstaufen’ Divisie was in september uitgedund van 10.000 man tot 6.000. De divisie had de beschikking over ongeveer 20 PzKpfw V ‘Panthers’ (die niet allemaal gevechtsklaar waren). Wel had Harzer de beschikking over een groot aantal pantservoertuigen, gemotoriseerde kanonnen en ander voertuigen die veelal uitgerust waren met mitrailleurs.

Van links naar rechts:
Veldmaarschalk Model, generaal Bittrich, majoor Knaust en generaal Harmel

De 10de ‘Frundsberg’ Divisie onder Harmel stond er nog slechter voor met slechts 3500 man en bijna geen tanks en zat verlegen om pantservoertuigen. Beide divisies hadden wel redelijk voldoende artillerie-, mortier- en luchtafweer eenheden. Bittrich wilde dat Harzer veel zijn voertuigen en wapens overdroeg aan de 10de Divisie. Harzer protesteerde niet, maar wist in zijn hart dat zijn afgegeven voertuigen niet vervangen zouden worden. Hij was dus ook niet van plan om al zijn materieel af te staan. Dus werden hier en daar wat voertuigen ontdaan van wielen en rupsbanden om de zaak te vertragen. Harzer wilde dat zijn beste materieel als laatste zou vertrekken op de trein. Maar Bittrich wilde beslist dat de hele operatie op 22 september achter de rug was. Om het verplaatsen van de 9de Divisie te ontlasten in de beveiliging rond Arnhem waren er op bevel van veldmaarschalk Model kleinere afdelingen gevormd van gevechtsgroepen die in geval van nood snel inzetbaar zouden zijn.

Links: SS-Sturmbannfürher Sepp Krafft

In Hotel De Tafelberg in Oosterbeek zat tot 11 september het hoofdkwartier van het gehavende SS-Opleidings- en Aanvullingsbataljon onder leiding van SS-Sturmbannfürher Sepp Krafft. Op last van Models stafofficieren werd Krafft uit het Hotel gezet en moest maar een ander locatie zoeken. Hij besloot niet te ver te zoeken. Hij verplaatste zijn afdeling naar het oosten in boerderijen en de bossen, niet ver van Wolfheze. Door toeval lag hij bijna in de landing- en dropzone van de Britse 1st Airborne Division.


Veldmaarschalk Walter Model

Veldmaarschalk Walter Model (rechts), commandant Legergroep B, had zijn hoofdkwartier betrokken in Hotel De Tafelberg in Oosterbeek. Op 14 september had generaal Otto Dessloch, bevelhebber Dritte Deutsche Luftflotte, Model gebeld. Dessloch had de vorige dag in het hoofdkwartier van Von Rundstedt, in Koblenz, gehoord dat Berlijn bang was voor een parachutistenlanding door de Geallieerden om door te breken naar het Ruhrgebied. Model lachte de tijding weg. Dessloch maande toch Model om uit Oosterbeek te vertrekken voor het te laat was. Zo waren er meer die de geruchten serieus namen. Onder ander generaal-majoor Walter Grabmann die op vliegveld Deelen zat. Deze reed naar Oosterbeek, naar het hoofdkwartier van Model. Hier had hij een onderhoud met de chef-staf van Model, Luitenant-Generaal Hans Krebs. Deze wilde ook niets horen over paratrooper landingen; ‘waar zouden die trouwens dan moeten landen?’ Grabmann wees de plaatsten aan de op de kaart,… ten westen van Arnhem. Krebs geloofde er niets van.

Wie ook een aanval verwachtte, was de SS politiechef luitenant-generaal Hanns Albin Rauter (links). Rauter was één van de meest afschuwwekkende Duitse bevelhebbers in Nederland. Hij voer een waar schrikbewind door zijn politie meedogenloos te laten optreden tegen iedere vorm van verzet. Na ‘Dolle Dinsdag’ had hij de staat van beleg afgekondigd. Samenscholing van meer dan vijf personen was verboden, buiten spertijd op straat kon met de dood bekocht worden en in het zuiden van Nederland werden mannen gedwongen voor het Duitse leger graafwerkzaamheden te verrichten. In Nijmegen werd gedreigd hele gezinnen in concentratiekampen op te sluiten als mannen zich niet aansloten bij het ‘arbeidsleger’. Half september raakte Rauter benauwd, want hij vreesde een snelle doorbraak van de Geallieerden. Op 14 september sprak hij met Model en Krebs en vertelde van zijn overtuiging dat er luchtlandingen zouden komen in het zuiden van Nederland. Model probeerde Rauter gerust te stellen door te wijzen op de uitermate voorzichtige aanpak van Montgomery. Model gaf wel toe dat hij een uitbraak van de Geallieerden verwachtte vanuit Neerpelt, België, maar het zou ‘zo’n vaart niet lopen’. Want eer Arnhem gevaar zou lopen, dan zouden de Geallieerden wel drie brede rivieren moeten oversteken,… neen, Arnhem was te ver weg.


Christiaan ‘King Kong’ Lindemans

En dan was daar ‘King Kong’ Lindemans. Christiaan Antonius Lindemans (rechts) was in 1943 voor de Duitsers gaan werken. Zijn vriendin en zijn broer Henk waren als verzetsmensen opgepakt en dreigden gedood te worden. Door voor de Duitsers te gaan spioneren hoopte hij ze vrij te krijgen. Hij verraadde verschillende leden van verzetsbewegingen in Nederland en België. Maar hij wist zich ook bij de Geallieerden in te praten en maakte indruk op enkele officieren in Brussel en werd dubbelspion. Hij ging werken voor de Britse inlichtingendienst waar hij onder een Canadese kapitein diende. En zo werd Lindemans, in een Brits uniform, op 15 september door een Duitse patrouille aangehouden in het niemandsland tussen Nederland en België. Lindemans vroeg om een onderhoud met luitenant-kolonel Hermann Giskes en werd naar Driebergen afgevoerd. Hier kreeg hij de opvolger van Giskes te spreken, majoor Kiesewetter. Lindemans vertelde over zijn opdracht van de Britse inlichtingendienst. Hij moest het verzet van Eindhoven waarschuwen geen neergeschoten Geallieerde piloten via België te sturen maar vast te houden want de Geallieerden zouden spoedig vanuit het zuiden Eindhoven bevrijden. Hij vertelde dat op 17 september de aanval zou worden ingezet met hulp van een paralanding achter Eindhoven. Kieswetter stond sceptisch tegenover de mededelingen van Lindemans want die wist ook wel dat op een gegeven moment de Geallieerden uit het zuiden zouden komen, maar hij geloofde niets van de paratroopers en nam niet direct actie. Het geschreven rapport van Kieswetter bereikte Giske in de middag van de 17de september. Toch is het zeer onzeker of Lindemans veel wist van de ophanden zijnde luchtlandingen. Lindemans beweerde dat hij 5 dagen nodig had gehad om door de linies heen te komen. Op 10 september was pas het plan van Montgomery goedgekeurd door Eisenhower en moesten nog zeer veel details doorgenomen worden. Het verraad door Lindemans is in deze context van zeer marginaal belang.

Generaal Kurt Student

Op 17 september was generaal Student, de beroemde luchtlandingsexpert, in zijn hoofdkwartier in Vught. Vanaf zijn balkon kon hij de overtrekkende Geallieerde bommenwerpers zien gaan. Hij zal op dat moment weinig verontrust zijn geweest, dagelijks trokken bommenwerpers over Nederland. Vanaf 5 september waren zijn troepen, onderdelen van het Eerste Parachutistenleger, zich aan het ingraven langs de Nederlands-Belgische grens, aan de noordzijde van het Albert Kanaal. Student wist ook dat de 85ste Infanterie Divisie van luitenant-generaal Kurt Chill langs de linie van het Albert Kanaal lag. Chill had orders terug te keren, na de strijd in België, naar Duitsland. Maar de volle wegen na ‘Dolle Dinsdag’ hadden hem daarvan weerhouden. Hij verzamelde losse Duitse soldaten (van wel 10 verschillende divisies) die zich aan het terug trekken waren. Deze kregen een nieuwe opdracht, strategische punten te bewaken. Het Eerste Parachutistenleger van Student was zich nog aan het reorganiseren, maar zou 18 tot 20.000 man bevatten eenmaal gestationeerd. Dat lijkt veel, maar zware wapens hadden ze niet, buiten de vijfentwintig tanks, wat artillerie en luchtdoelgeschut. Met deze samengeraapte troepenmacht moest een afstand van 120 km, van Antwerpen tot Maastricht beschermd worden. Om dit probleem op te lossen moest veldmaarschalk Gert von Rundstedt met een strategische oplossing komen.


Veldmaarschalk Gert von Rundstedt

In juli 1944 had veldmaarschalk Gert von Rundstedt 62 divisies onder zijn bevel gehad. Op papier had hij daar nog 48 van over, die een gevechtskracht hadden van slechts 27 divisies. Von Rundstedt had nog zo’n 100 tanks tot zijn beschikking. Hij dacht dat hij tegenover 60 divisies stond van Eisenhower (dat waren er 49). Gelukkig voor Von Rundstedt was Montgomery traag met zijn opmars en was de strijd rond Antwerpen na de inname niet doorgezet. Von Rundstedt concludeerde dat de opmars van de Britten zelfs gestrand was. Wilden de Geallieerden de Antwerpse haven gebruiken, dan dienden beide Schelde oevers in handen te zijn van de Britten. Hij wilde dat het in de val zittende Vijftiende Leger, op Zeeuws Vlaanderen, van generaal Von Zangen zich naar het oosten zou terugtrekken. Deze meer dan 80.000 soldaten had hij hard nodig. Model had dan wel een order tot een aanval op 6 september gegeven door het Vijftiende Leger op de Britten, maar Von Rundstedt gelaste deze af. Hij beval naar het noorden over de Zeeuwse eilanden terug te trekken en oostwaarts te zwenken. Als het Vijftiende Leger de Schelde was overgestoken, dan was de noordoever altijd nog in handen van de Duitsers.

Dankzij de kapitale fout van de Britten om na de inname van Antwerpen en haar havens, door de 11the Armoured Division, op 4 september, niet door te stoten richting Bergen op Zoom en dan westwaarts Zuid-Beveland op,… hielpen de Geallieerden de Duitsers dat de toekomstige operatie Market-Garden zware tegenslag kreeg te verduren. Het Vijftiende Leger werd vanaf de 6de september in de nachtelijke uren met boten de Schelde overgezet. Deze troepen konden naar het oosten verplaatst worden, richting de corridor waar drie paradivisies zouden landen, en een pantserleger langs zou bewegen.

Het 15de Leger ontsnapt en trekt richting de corridor van Market-Garden

Op 17 september, rond de klok van 13.00 uur feliciteerde luitenant-kolonel Walter Harzer van de 9de Hohenstaufen’ Divisie de pas gedecoreerde kapitein Victor Gräbner in de legerplaats Hoenderlo. In Hotel De Tafelberg dronk veldmaarschalk Model op dat moment een glas moezelwijn met enkele officieren uit zijn staf.

Klik hieronder om naar de volgende episode te gaan
Market-Garden en 'A Bridge Too Far'