'A BRIDGE TOO FAR'
Vergelijking tussen Fictie en Feit

'Time, Joe,... that's the killer,...
We can't afford to drop behind schedule,...
For God sake, keep your tanks on the move!'
(Edward Fox als Lt.Gen. Horrocks tegen Michael Cain (Lt.Col. 'Joe' Vandeleur))

In de middag van de 17de september 1944, waren er ongeveer 20.000 soldaten uit de lucht komen vallen die in de corridor van Market-Garden de bruggen moesten veroveren waarover het XXX Corps van Horrocks naar het noorden kon op stomen.

Wapenschild XXX Corps

De uitvalspositie voor de Irish Guards was tussen Lommel en Overpelt. Hier lag de brug over het Maas-Schelde kanaal. Deze droeg, en draagt nog steeds, de naam ‘Joe’s Bridge’. Op 10 september heette de brug nog, de Groote Bareel brug. Toen op deze dag de avond viel naderden de tanks van de Irish Guards deze plek. Men wist dat de brug in handen was van de Duitsers, maar als ze deze ongeschonden in handen wisten te krijgen, had men een goede uitvalsbasis om door te stromen Nederland binnen. Lt-Col. 'Joe' Vandeleur besloot direct de koe bij de hoorns te vatten en met een kleine eenheid de brug te pakken. De brug was een zware houten vervanger voor de brug die in 1940 door de Belgen was opgeblazen. De aanval werd ingezet toen een lichtkogel de lucht in ging. Als eerste werd een Duits 88mm kanon uitgeschakeld waarbij ook een munitietruck de lucht invloog. De explosies van granaten maakten de aanval er niet makkelijker op. Drie andere 88mm kanonnen en Duitse mitrailleurs schoten op de Britten. Tijdens de aanval werd al begonnen met het doorknippen van de bedrading van explosieven die de brug konden opblazen. De aanval was een groot succes en de brug was snel in Vandeleur zijn handen. De brug bleef in handen van de Irish Guards, en op 17 september stroomden via deze brug de ‘Garden’ troepen naar het noorden via de N715, welke over gaat in de N69, richting Valkenswaard en Eindhoven.

Britse infanterie trekt over Joe's Bridge

Generaal Brian Horrocks had zich geposteerd op een plat dak van een fabriek bij het Kempische Kanaal. Nadat de luchtvloot van de 101st Airborne was overgekomen begon om 14.15 uur het artillerievuur op de Duitse stellingen. Driehonderdvijftig kanonnen schoten over een breedte van anderhalve kilometer en een diepte van acht kilometer. Onderwijl namen de tanks en andere voertuigen van de Irish Guards Group van Lt-Col. ‘Joe’ Vandeleur hun posities in voor de uitbraak naar het noorden.

Joe's Bridge tegenwoordig


’A Bridge Too Far’

In januari 1976 zaten Connery, Levine en Attenborough, de avond nadat Connery had toegezegd de rol van Urquhart te spelen, in een restaurant in Los Angeles en liepen daar toevallig Michael Caine tegen het lijf. Deze begon met; ‘Every other bloody actor in town’s in your movie, why not me?’ Caine schoof aan en aan het einde van de avond zei hij toe een rol op zich te nemen, mits een interessante. Caine zou de rol van ‘Joe’ Vandeleur op zich nemen. Tijdens het draaien van A Bridge Too Far kwamen de heren elkaar in het echt tegen. Vandeleur was aangetrokken als adviseur. Deze verbaasde zich dat Caine een groen sjaaltje droeg. Vandeleur haatte groen en had nooit zo’n sjaaltje gedragen. Maar Caine had geen ander en zo kwam hij er mee op het witte doek. Werd het ‘groene sjaaltje’ niet aangepast, de door Goldman geschreven woorden waarmee Vandeleur de strijd aanvangt werden ter plekke veranderd. Michael Caine zou de woorden: ‘Foward, go, charge’, moeten bezigen. Hij sprak hier over met Vandeleur en die vertelde hem dat het minder dramatisch was. Dus horen we in de film de woorden; ‘Get moving,... get moving,...'

Links Michael Caine (Vandeleur) en rechts Edward Fox (Horrocks),
(in één van de twintig jeeps gebruikt voor A Bridge Too Far)

Voor de grondaanval door het XXX Corps waren er verscheidene tanks en andere voertuigen nodig. Het zoeken naar M4 Shermans werd door majoor John Larminie gedaan. Dat bleek nog een hele opgave. Uiteindelijk wist hij er negen te vinden die bruikbaar waren. Het Nederlandse leger produceerde ook een M4, een 105mm die omgebouwd werd tot een Firefly. Ook via het Nederlandse leger kwam een Dozer Sherman die een koepel miste. Hiervoor werd één van plastic gemaakt. De Dozer Sherman is even te zien als hij een wrak van een M24 Chaffee tank (niet historisch correct daar deze pas aan het einde van 1944 in Europa kwamen) aan de kant schuift na eerste hinderlaag waar de Irish Guards in rijden. Tevens kon men twee bruikbare rompen krijgen die op sleeptouw genomen konden worden. Uit België kwamen vijf Shermans. Twee waren zogenaamde ‘gate-guards’ van de Ecole de Troupes Blindées te Arlon (een Firefly en een 105mm versie). Achter het Koninklijke Leger Museum in Brussel stond een Firefly die beschikbaar was. Ook kon men in België twee 76mm versies krijgen.

De twee achterste zijn M4A1 76mm versies van de Sherman

Om de indruk te wekken dat er een eindeloze rij Sherman tanks aanwezig waren werden vijf plastic Shermans geproduceerd die op een chassis van Land-Rovers werden geplaatst. Men moet werkelijk goed kijken wil men deze plastic Shermans ontdekken. Bij de scène waar Horrocks en Vandeleur in hun jeep langs de wachtende rij tanks rijden, kan men bij twee Shermans de wielen van de Land-Rovers onder de romp zien.

De drie achterste kunstof Sherman tanks staan te laag, bij de voorste
is te zien dat de tracks boven de weg 'zweven', en bij
de middelste zijn vaag de wielen van de Land-Rover te zien

Maar niet alleen Sherman tanks waren nodig. De meeste andere voertuigen werden via Charlie Mann van het Militairy Vehicle Museum Ltd, Bapty and Co. en de 1939/45 Group. Deze zorgden onder andere voor 20 Jeeps (plus drie wrakken die vernietigd konden worden), zeven Half Tracks, twee Humber armoured cars, verschillende Bedford trucks, waaronder enkele die vernietigd konden worden. Ook drie Dodge Weapon Carriers werden geleverd en verschillende ambulances en twee Harley-Davidsons motorfietsen,… teveel om op te noemen. Niet alleen voertuigen werden geleverd, maar ook luchtdoelgeschut zoals twee Bofors AA, drie 6 pdr. Anti tanks wapens en een batterij 25 pdrs.

Een als Duitse tank gemaskeerde Nederlandse Leopard komt over de brug

Voor de Duitse kant waren er 9 Kubelwagens (waaronder 5 replica’s) beschikbaar. Tevens waren er verschillende BMW en Zundapp motorfietsen en een Kettenkraftrad, twee replica’s van de SdKfz 251 (de zogenaamde Hanomag) waarvan er één vernietigd kon worden. Verder verschillende types vrachtwagens en andere half-track voertuigen. Ook naast de Duitse voertuigen waren er verschillende kanonnen beschikbaar zoals een PaK 35 anti-tank kanon, een PaK 50 anti-tank kanon, twee 80mm veldkanonnen plus drie replica 80mm veldkanonnen en een Nebelwerfer. Via het Nederlandse leger werden vier Leopards verkregen die als Panthers werden gemaskeerd. Ook werden vier AMX-13 tanks geleend om als Duitse tanks op te treden.

Duitse voertuigen op de brug van Deventer
(foto: Beeldarchief Gilde Deventer)

Voor de uitbraak scène van het XXX Corps werd gebruik gemaakt van een oefenterrein van het Nederlandse leger nabij Amersfoort. Dit werd gefilmd door een zogenaamde 'second-unit' die in juli uit Engeland was overgevlogen. De special effects afdeling verzorgde een prachtige opvolging van barrage explosies die versneden werden met een Nederlandse (vermomd als Britse eenheid) batterij 25 pounders die op haar eigen artillerie oefenveld schoot. Als de Duitsers vervolgens toch de Irish Guards weten te stoppen met hun accurate anti-tank wapens worden de Typhoons opgeroepen om de Duitse stellingen plat te gooien (op aanwijzingen van Michael Caine ('Joe' Vandeleur) om; 'Purple smoke' in de bosrand te schieten). Omdat er geen Typhoons meer beschikbaar waren, werden vier A-6 Harvards ‘aangepast’ (waardoor ze eerder lijken op P-47 Thunderbolts) en uitgerust met brandblussers die als bommen moesten fungeren.

Gereed voor filmen op de Ginkelsche Heide met replica Horsa's
(foto: Harry Hommes)

Op de Ginkelsche Heide, bij Ede, de originele DZ van de 4th Parachute Brigade (Hackett), werd gebruikt om de landingzone (LZ) voor de Horsa zwevers uit te beelden. Eerst werd op dit veld de verzameling gefilmd van 2nd Battalion van Lt.Col. John Frost (Anthony Hopkins). De shots met Frost werden later versneden met landende para's. Het was een hele opgave voor de 500 ‘paratroopers’ en de 200 filmmensen. Het was één van de drie heetste dagen van het jaar. Een paar dagen later, in een andere hoek van dit veld werd het uitladen van de Horsa’s gefilmd.

Lt.Col. John Frost en rechts Anthony Hopkins

Voor meer over Lt-Col. John Frost zijn oorlogsverleden
(en dan met name aangaande operatie 'Biting')
KLIK HIER

De ‘para-jumps’ voor A Bridge Too Far werd in september geschoten. Het originele plan was om over de oorspronkelijke DZ van de Ginkelse Heide te springen. Maar de vrees bestond dat er zoveel publiek op af kwam dat het de filmopnames kon verstoren. Met behulp van de commandant, Mike Jenkins, van het RAF para team dat zou springen, werd uitgeweken, 20 km noordelijker naar de Speulder Heide. Er werden 350 man geselecteerd uit de 1st Battalion, Parachute Regiment die voor de film zouden springen. Er werd geoefend vanuit de Dakota’s met de moderne PX parachute (de oude was niet meer geschikt). Vervolgens werd er door de piloten van de C-47’s geoefend in het formatie vliegen. Er werd gefilmd vanuit een helikopter en vanuit een tweemotorige Aztec. Tijdens een proef-jump werd ook gefilmd om te zien of er nog andere instellingen of aanpassingen nodig waren. Er werden camera’s gemonteerd in de astrodome boven op de romp en aan de onderzijde van de C-47’s en er sprongen parachutisten met een camera wat een levendige ervaring gaf. Naast de 350 springende para’s waren er 500 extra’s die op de grond ‘speelden’ dat ze net geland waren. Er werden vier complete jumps gemaakt. Alles in ogenschouw genomen, waren de vijf gewonden die daarbij vielen marginaal. Alle vijf werden na een korte tijd weer uit het ziekenhuis ontslagen. Als men goed oplet dan ziet men geen extra oorlogsmateriaal en wapens op de para’s die uit de deur van de C-47 duiken. Dit was gedaan uit veiligheidsoverwegingen.

Een bewaard gebleven C-53 Dakota (variant van de C-47)
in het museum Bevrijdende Vleugels (tussen Son en Best)

Het springen van de 82nd Airborne wordt uitgebreid in beeld gebracht. Brigadier-General James Gavin, divisie commandant, wordt vertolkt door Ryan O’Neal. Er gingen veel stemmen op dat O’Neal een veel te jonge vent was (36 jaar) om een rol van zo’n hoge ‘oude’ officier te spelen. Men ging er aan voorbij dat Gavin in 1944 slechts één jaar ouder was, 37 jaar. Kort na Market-Garden werd Gavin gepromoveerd tot Major-General, waarmee hij met zijn 37 jaar de jongste officier met zo’n hoge rang werd.

Brigade generaal James Gavin (Ryan O'Neal) vlak voor zijn landing

Gavin kwam hard neer tijdens zijn parachutelanding en verwonde zijn rug ('he cracked his spine’). Dit wordt in de film goed weergegeven. Men hoort Gavin (O’Neal) niet één keer klagen over zijn pijnlijke rug, maar het was iets wat hem danig parten speelde.

Lt.Col. Robert Sink en rechts Elliot Gould

De eerste echte actie scène door para’s in A Bridge Too Far wordt uitgevoerd op een brug door mannen van de 101st Airborne Division. Onder leiding van ‘Colonel Robert Stout’, een rol van Elliot Gould, komen de paratroopers van de 506th uit de bossen en rukken op naar de brug (over een wel zeer smal weggetje) van Son over het Wilhelmina Kanaal. Helaas worden in deze scène nogal wat storende zaken getoond en NIET getoond. Ten eerste was er geen Col. Stout. Het figuur is gebaseerd op Colonel Robert Sink. Het lijkt of de 506th simpel bij de brug is gekomen. Wat niet in beeld komt is dat de mannen onder vuur lagen van een 8,8cm Flak kanon dat eerst met een bazooka uitgeschakeld moest worden (er stonden maar liefst vier 8,8cm Flak kanonnen bij de brug in Son). De brug werd wel opgeblazen vlak voor de 506th deze kon innemen. Maar in de film lijkt het eerder dat de brug kapotgeschoten wordt dan eenvoudigweg opgeblazen. Verder lijkt de brug in Bridge Too Far midden in de landerijen te liggen. In het echte Son stonden aan beide kanten van het kanaal huizen, die in de film niet te zien zijn. De uniformen van de Amerikaanse para’s vertonen ook nogal wat storende elementen. Wat vooral opvalt is het ontbreken van de markante stenciling aan de zijkant van de helmen die de mannen van de 101st Airborne hadden.

Klik hieronder om naar de volgende episode te gaan van
Market-Garden en 'A Bridge Too Far'