Vervolg uw route richting het westen, over
Vierville-sur-Mer naar Pointe du Hoc via de D 514.
Als u de sector ‘DOG’ verlaat en naar boven rijdt, naar Vierville-sur-Mer, komt u
verschillende monumenten tegen. Aan de rechterzijde is een plaquette aangebracht tegen
een muur, om de daden van de Rangers te gedenken (er gemakshalve aan voorbijgaande dat
ook mannen van het 116th Regiment, 29th Division dit in samenwerking deden). Centraal
op de wegsplitsing staan twee grote monumenten. De eerste is die voor de 29th Infantry
Division, met op een honderdtal meters daarachter het monument voor de 6th Engineer Special Brigade.
Het voormalige hoofdkwartier van 'Eleventh Port'
Aan de rechterkant van de weg is een opvallend relikwie te zien, een losbrug van een
Mulberry haven. Iets verder, direct achter de afslag naar rechts richting Pointe du Hoc,
is het Chateau de Vierville gelegen. Dit was na de landingen het hoofdkwartier voor de zogenaamde
‘Eleventh Port’. Deze voerde het bevel over de aanleg van Mulberry 'A' vlak voor de kust van
Vierville-sur-Mer, bij Exit D-1. Deze zat hier vanaf 8 juni tot 21 juli, 1944.
Bewaard gebleven brugdelen van de Mulberry haven
Zoals reeds tegengekomen, was Mulberry ‘B’ bij Arromanches. Op 7 juni werd al begonnen met de
aanleg van de havens. Op 18 juni waren ze in vol bedrijf. Op 19 juni, de volgende dag, stak een
driedaagse storm op die ongekend zwaar was. De kunstmatige haven bij Vierville-sur-Mer werd grotendeels
verwoest. De stukken die nog bruikbaar waren werden overgebracht naar Arromanches.
Mulberry 'A' in vol bedrijf
Bij laag tij zijn voor de kust
nog brokstukken te zien van de Mulberry ‘A’ haven. Geïntegreerd in de oever is nu nog
een lospier te vinden als laatste overblijfsel van deze eens zo enorme haven.
Mulberry 'A' nagenoeg geheel verwoest
Voor u rechtsaf gaat de D 541 op, kunt u nu nog even linksaf gaan, de woonwijk van Vierville-sur-Mer binnen.
Het is even zoeken maar als u nogmaals linksaf gaat dan komt u boven aan op de klif. Op deze grote vlakte hierboven
was links het Wn 71 te vinden. Vlak bij elkaar liggen een overwoekerde manschapsbunker en een Tobruk.
Een Tobruk in Wn 71
U kunt nu te voet naar de rand van de klif voor een geweldig uitzicht over Omaha
Beach. Helemaal rechts op deze heuvel,
richting St Laurent-sur-Mer, lag een tijdelijk vliegveld van de Amerikanen. Nu zijn alle sporen weg en is het weer
als akkerland in gebruik.
Een geweldig uitzicht over Omaha Beach richting de sector EASY
(Uw schrijver heeft een week mogen wonen in het huis op de voorgrond)
VIER MUSEUMS VOOR OMAHA
BEACH
Om de slag aanschouwelijk te maken zijn er vier museums
gevestigd in de omgeving van Omaha Beach. De eerste die we
tegenkomen op onze route is het Big Red One
Assault Museum in
Colleville-sur-Mer. Het is, zoals al aangegeven gewijd aan de
1st Infantry Division.
Het Big Red One Assault Museum te
Colleville-sur-Mer.
Het wordt gerund door een enthousiaste verzamelaar die
zelf veel kleinere stukken heeft geborgen op Omaha Beach. Verder heeft hij door
zijn goede contacten met veteranen persoonlijke zaken ten toon kunnen stellen.
Alles is ondergebracht in één grote kamer met een voorhalletje. Het is niet bijster groot en heeft de
verwachte indeling, uniformen, enkele wapens en veel
fotomateriaal en documenten, maar alles heel oprecht. Wat vooral ontbreekt is hoe de
1st Infantry Division toe werkte naar de landing op Omaha Beach. Buiten staat als blikvanger
een losklep van een LCVP en een zogenaamd 'Belgisch hek'.
Fraai uitgestald zijn de persoonlijke
spullen van veteranen
Het tweede museum, op de route langs Omaha, is het ‘Overlord
Museum' gelegen aan de grote rotonde naar de American Cemetery van Colleville-sur-Mer.
Voor het grauwe gebouw, welke in juni 2013 is geopend, staan als blikvanger een Sherman tank,
een M10 tankdestroyer en een Sexton. De
naam geeft het al aan, het is niet specifiek alleen over 'Omaha Beach',
maar beslaat veel meer. En dat is ook
het vreemde aan dit museum, het rommelige karakter van het geheel.
Een Sherman tank staat voor het 'Overlord Museum'
De buitenkant belooft meer dan men binnen
zal vinden. Er zijn veel voertuigen en kanonnen (35 stuks), en zo'n 10.000 voorwerpen (volgens de brochure),
maar de meeste kleinere zaken zijn letterlijk in vitrines gedumpt, zonder enige uitleg.
Wat verder jammer is, is dat de verlichting niet overhoud, het is vrij donker. Ook een punt van
kritiek is dat overal aangegeven staat; 'dat het niet toegestaan is de voertuigen aan te raken,...'
Bij de Duitse voertuigen is dit ook onmogelijk, want naast
dat er een hek voor staat, ook daarboven is nog eens een plexiglas afscheiding aangebracht, wat mooi
fotograferen van de toch wel unieke stukken nagenoeg uitsluit. Men heeft besloten, vooral de Amerikaanse
en Britse voertuigen, zoals de Sherman tank, de GMC, de DUKW etc. in bemodderde staat neer te zetten,
wat beslist een idee geeft van 'gebruik', maar het ook rommelig maakt.
Onder de Duitse voertuigen bevinden zich een paar fraaie zaken, die het bezoek waard maken. Men vind er
een PzKpfw IV Ausf G, een paar SdKfz 251's, en een wrak van een Panther tank.
Met het wrak van de Panther op de achtergrond, links
één van de vele vitrinekasten vol met 'gedumpte zaken'
Het museum is een uitvloeisel van de verzameling van Michel Leloup die het tot zijn dood, in 2011,
tentoon had gesteld in een voormalige kaasfabriek in Falaise. Dat zijn verzameling is bewaard gebleven
en nu een grotere en betere ruimte heeft gekregen is alleen maar toe te juichen. Maar er valt nog wel het één
en ander aan te verbeteren. 'Overlord' suggereert vals dat het over de landing gaat in Normandië, maar
het bestrijkt een veel groter gebied, namelijk ook de strijd die daarop volgde. Ondanks de mooie aankleding
van levensechte poppen, ontbreekt een 'emotie' naar de zware strijd die beide partijen (en de burgerbevolking)
in Normandië ondergingen. Het museum is helemaal volgezet, zodat er van een wisseltentoonstelling geen sprake
kan zijn, wat inhoud dat als men er eenmaal is geweest, men er nooit meer naar teruggaat, een gemiste kans.
De diorama's zijn fraai opgezet
Het museum is dagelijks open, in het laag seizoen van 10.00 uur tot 17.00 uur, middenseizoen van 10.00 uur
tot 18.00 uur en het hoogseizoen van 09.30 uur tot 19.00 uur. De toegangsprijs voor 2013 is het rare
bedrag van €6.90 (volwassenen) en €4.90 (kinderen, studenten, militairen en gehandicapten).
'De landing op Omaha Beach'
(rechts staat een M4A1(76)W Sherman tank, welk type niet op 6 juni 1944 landde, beter
was de Sherman 75mm te gebruiken die in de volgende ruimte staat)
Het museum is nieuw, en nog misschien nog niet 'af', dus er is nog kans op verbetering. Zeker ten aanzien van
de 'persoonlijke' zaken, zoals bijvoorbeeld wel te vinden zijn in het Big Red One
Assault Museum. In deze tijd van 'hands-on' en virtueel de mens er bij betrekken, ontbreekt
dat in dit museum totaal. Geen beamers en monitors met daarop korte filmfragmenten, of een uitleg hoe de strijd
zich ontwikkelde (zoals bijvoorbeeld in het mooie ruim opgezette Musée Memorial de la Bataille de Normandie
in Bayeux). Als men het thema 'Overlord' wilt gebruiken, dan valt hier beslist op hoe de Britse en
Canadese zijde onderbelicht blijft (er zijn natuurlijk wel enige zaken te vinden, maar in mijn ogen te kort).
Gevreesd moet worden dat het een geduchte concurrent wordt voor de andere
musea in de omgeving, wat jammer zou zijn (of juist een aanzet voor die musea om de concurrentie aan te gaan
en 'klein maar fijn' te blijven).
Het derde museum op onze route is ‘Omaha Beach Memorial
Museum, Musée Omaha 6 Juin 1944'
te St-Laurent-sur-Mer (zie
foto hieronder). Het museum laat ook veel uniformen, foto's,
insignes en wapens zien en voegt misschien niet veel toe ten
aanzien van de grotere musea, maar het straalt oprechtheid
uit. Van de drie musea die Omaha Beach behandelen, is dit museum
wel de beste. Een LCVP (Landing Craft Vehicle
Personel) is fraai gerestaureerd en in een grote vitrine geplaats,
zodat deze ook van buiteaf te bezichtigen is.
Een M4A4(T) Sherman bij het Musée Omaha
6 Juin 1944, St-Laurent-sur-Mer.
Het vierde, 'Musée D-Day, Omaha' is gevestigd in
Vierville-sur-Mer, richting Pointe-du-Hoc. De objecten zijn tentoongesteld in een
grote Nissenhut, maar hier zijn vooral de
objecten die buiten staan opgesteld een bezoek waard. Helaas wordt de zaak verwaardeloosd.
Men ziet de achteruitgang van de spullen, met name aan de LCVP's die hier liggen te verrotten. Ondanks de achteruitgang,
weten de eigenaren zo af en toe 'nieuwe' objecten neer te zetten, zoals twee scheepskanonnen van de Franse
torpedobootjager 'Chacal' (vanaf 2010).
In de Nissenhut is het overvol, en van enige wisseltentoonstelling is geen sprake. Mijn eerste bezoek was in 1995,
en mijn laatse in 2015, maar er is weinig of niks veranderd, of het moet het toenemen van stof zijn. Eigenlijk hebben
ze maar één uniek voorwerp in de collectie, en dat is het Duitse code apparaat, de 'Enigma'. De uitstalling doet
denken aan het 'Overlord Museum' bij Colleville-sur-Mer, alles staat lukraak door elkaar en het is een puzzel
wat het is en waar het vandaan komt.
In staat van verval,... Twee LCVP's bij 'Musée D-Day, Omaha',
Vierville-sur-Mer (boven in 2010 en onder in 2015)
Het 'Musée D-Day, Omaha' is ook verantwoordelijk voor de restauratie van een
gedeelte van een Mulberry haven dat tentoongesteld ligt even
buiten Vierville-sur-Mer, ter hoogte van 'Exit DOG-1'.
POINTE DU RAZ DE LA PERCÉE
Enkele kilometers na Vierville-sur-Mer, op de D514, komt u
aan de rechterzijde van de weg een smal verhard weggetje
tegen. Om het monument te vinden moet men even scherp opletten,...
2.5 km na Vierville-sur-Mer (richting Pointe du Hoc) over de
D514 ziet men aan de rechterzijde afslag met een stadspomp in
een rond stenen huisje, ga hierin. Dit weggetje leidt
naar een klif die Pointe de Raz de la Percée
genoemd wordt. Na 200 meter op dit weggetje vindt u aan de
linkerzijde van de weg een monument ter herinnering aan één
van de eerste tijdelijke vliegvelden, in dit geval Advanced
Landing Ground (ALG) A-1, vanwaar het 366th Fighter Group
opereerde. Aan het eind van het
weggetje blijkt er eigenlijk weinig of geen parkeerruimte,
maar met een beetje beleid kunt u er een auto kwijt.
Hiervandaan loopt een wandelroute naar rechts (oostwaarts)
naar een voormalig Duits radarstation. Helaas is het pad
slecht onderhouden en mag u wel een kapmes meenemen. Want na
een kilometer loopt het pad vast in een bosje.
Monument voor ALG.A-1, rechts; restant van de
Würtzburg radar
Vlak voor dit bosje ziet u een Vf58 'Tobruk' bunkertje aan de
rechterzijde. Verder in dit stukje bos ziet u aan de
rechterzijde in het land de restanten van een Würtzburg radar.
Door de begroeiing is er weinig meer terug te vinden van de
oorspronkelijke stelling van de Duitse Kriegsmarine. Deze
wandeltocht is alleen voor diegene interessant die echt alles
gezien wil hebben. Voor een uitgebreid artikel over de aanleg van
Advanced Landing Grounds en deze ALG.A-1:
KLIK HIER.
Op de volgende pagina aandacht voor Pointe du Hoc en
Grandcamp-Maisy
klik op het kanon van Pointe du Hoc
GA TERUG
|