WAARSCHUWING: DEZE PAGINA BEVAT SCHOKKENDE
BEELDEN
Het volgende incident dat door
frustratie en woede escaleerde vond plaats in 1968 in Vietnam
in het dorp My Lai gelegen in de provincie Quang Ngai, wat bij
de Amerikanen bekend stond als ‘Pinkville’, vanwege de kleur
waarmee het op stafkaarten was afgebeeld. Waren er van de
slachting bij Wounded Knee (en Oradour-sur-Glane) geen foto’s
genomen tijdens de actie, dat was in het geval van My Lai
anders. Hier liep legerfotograaf Ronald L. Haeberle mee met de
moordende manschappen.
My Lai
16 maart 1968
Charlie Company van de 1st Battalion, 20th Infantry
Regiment, 11th Brigade, 23rd Infantry Division arriveerde in
december 1967 in Zuid-Vietnam. De eerste maanden waren
relatief rustig zonder vijandelijke contacten. Maar in maart
1968 tijdens het zoeken naar directe confrontaties met de Viet
Cong waren er 28 incidenten geweest met de onzichtbare vijand,
de landmijnen en booby-traps. Hierbij waren vijf man omgekomen
en verschillende ernstige gewonden gevallen. De frustraties
stapelden zich op toen de broederschap van mannen hun
kameraden zagen vallen. De haat naar de Vietnamese bevolking
nam toe. Er was geen verschil te zien tussen de Noord- en
Zuid-Vietnamees.
Gevangen door de U.S. Army,... Zuid-Vietnamese
burgers,... of Viet Cong?
De Viet Cong (of Vietcong) was de communistische guerrilla
strijder. Het was op 20 december 1960 opgericht als het
Nationale Front voor de bevrijding van Zuid-Vietnam. Het
groeide door toestroom van nieuwe rekruten en de steun van het
Noord-Vietnamese Leger (NVL) uit van 5000 tot 50.000 man ten
tijde van het Ted Offensief in 1968. De Amerikanen gebruikte
voor de Viet Cong de afkorting VC of ‘Charlie’.
Nog enkele seconden te leven,...
(foto: Ronald L. Haeberle)
Op 16 maart 1968 werd Charlie Company met helikopters
ingevlogen om het dorp My Lai, dat geheel zou bestaan uit Viet
Cong, te vernietigen. De opdracht was overduidelijk; ‘Ieder
bewegend individu is Viet Cong, en moest worden
uitgeschakeld,… voor eens en altijd!’ My Lai werd binnengegaan
vanuit de westzijde en de soldaten verplaatsten zich
oostwaarts. Het eerste wat de mannen opviel was dat er alleen
maar vrouwen met kinderen en oude mannen rondliepen. Ze
drongen de hutten binnen op zoek naar schuilplaatsen en
wapens. Onderwijl werd het vuur geopend op de Vietnamese
bevolking die hen voor de voeten liepen. Vrouwen en
kinderen werden aan bajonetten geregen of door het hoofd
geschoten. Handgranaten werden in de schamele hutten geworpen
en in brand gestoken. Meisjes werden tot seksuele handelingen
gedwongen, mannen en vrouwen werden gemarteld en bij sommige
werd de ‘C’ van Charlie Company in de borst gekerfd voor ze
meedogenloos werden afgemaakt.
My Lai, 16 maart 1968,... op de vlucht
neergemaaid
(foto: Ronald L. Haeberle)
Zo’n 70 tot 80 overlevenden renden voor de Amerikanen uit.
Aan de oostkant van het dorp werden ze bij een greppel
bijeengedreven. De doodsbange slachtoffers werden door Lt.
Calley zijn 1st Platoon met automatische wapens in de greppel
neergeschoten. Calley, een kleine streber, schoot eigenhandig
twee groepen van Vietnamese mensen neer toen een soldaat
weigerde mee te werken aan de moordpartij. Het 2nd Platoon
opereerde in het noorden van het dorp waar ook rond de 70
mensen werden vermoord. Na de eerste ‘ronde’ kwam het 3rd
Platoon het dorp binnen om eventuele ‘verzetshaarden’ op te
ruimen.
'...alles wat leeft zal Viet Cong
zijn...'
(foto: Ronald L. Haeberle)
Aangezien Charlie Company geen vijandelijkheden op haar pad
vond, werd 4th Battalion, 3rd Regiment bij een naburig dorpje
afgezet waar ook nog eens zo’n 90 mensen werden omgebracht. De
twee dagen na de moordpartij werd gebruikt om het dorp geheel
te verwoesten en de waterputten te vergiftigen (door er lijken
in te dumpen).
Een lijk in een put (legerfotograaf Haeberle
'schiet' zichzelf in het spiegelende bloed)
De enige die daadwerkelijk tot actie over ging om iets
tegen het moorden te ondernemen was Warrant Officer One Hugh
C. Thompson die met een verkennerhelikopter in het gebied
vloog. Hij was geschokt met wat er op de grond gebeurde. Hij
landde naast de greppel vlak voor de groep zou worden
neergeschoten en Thompson vroeg aan Lt. Calley wat de
bedoeling was, deze antwoordde ‘orders uit te voeren’. Toen
Thompson weer opsteeg zag hij een groepje vluchtende
Vietnamezen die hun toevlucht zochten in een bunkertje. Hij
landde zijn helikopter tussen de jagende Amerikanen en de
bunker. Hij verliet de helikopter om de schuilende mensen uit
de bunker te halen. Thompson gaf opdracht aan zijn bemanning
eventueel op de soldaten te schieten mochten zij aanstalten
maken hem te stoppen. In twee vluchten werden rond de 15
overlevenden naar een veilige plek gevlogen. Later vloog
Thompson terug naar My Lai waar nog een vierjarige gewond
jongetje uit de greppel werd gered. Bij terugkeer op de basis
deed Thompson zijn officiële beklag, maar het werd direct al
duidelijk,… dit moest in de doofpot. Thompson zou later de
Soldiers Medal ontvangen voor zijn heldenmoed.
Pfc. Mauro, Pfc Carter (schoot zichzelf in de voet),
en SP4 Widmer
(foto: Ronald L. Haeberle)
Niet alle soldaten van Charlie Company zouden meegewerkt
hebben aan de moordpartij. Bijvoorbeeld PFc Carter beweerde
dat hij zichzelf in de voet schoot met zijn pistool om
afgevoerd te worden. Carter was een zogenaamde
’Tunnelrat’, een soldaat die de tunnels in kroop op
zoek naar Viet Cong.
Het ‘incident’
My Lai werd een jaar lang stil gehouden. Soldaat Tom Glen
stuurde een brief waarin hij het Amerikaanse leger
beschuldigede van gruwelheden. Maar er werd niets mee
gedaan,... Tot soldaat Ron Ridenhour een onderzoek startte na
enkele opmerkingen die hij had gehoord van soldaten van
Charlie Company. Hij stuurde brieven met zijn bevindingen naar
verschillende congresleden.
De pers begint met het publiceren van de gruwelen van My Lai
(Klik op de foto voor een vergroting)
De foto’s van Haeberle, genomen
tijdens en na de moordpartij, werden afgedrukt in kranten en
tijdschriften. Een schokgolf van woede trok door de Verenigde
Staten. ‘Babykillers’ werden de soldaten in Vietnam genoemd,
hangen moesten ze, allemaal! Op 5 september 1969 werd 2nd Lt.
William Calley aangeklaagd en op 17 november
1970 begon de rechtszaak tegen hem. Getuigen uit de eenheid
van Calley gaven aan dat de luitenant vaak het voortouw nam
tot het moorden. Calley voerde aan de opdracht uitgevoerd te
hebben die hij had gekregen van Captain Ernest Medina, een
kapitein die ook verschillende dorpelingen had gedood (Medina
werd in 1971 vrijgesproken).
2nd Lt.
William Calley als enige voor de rechter,...
Calley werd veroordeeld tot
levenslang en dwangarbeid, voor de moord op 22 onschuldige
dorpelingen. Wat inhield dat zijn eenheid van 105 man de
overige 507 moorden hadden gepleegd. Van de 26 aangeklaagde
manschappen en officieren die erbij betrokken waren en het in
de doofpot wilden houden, werd alleen Calley veroordeeld.
Waren de Amerikanen in eerste instantie woedend geweest over
de moorden, nu waren ze verontwaardigd over het feit dat er
maar één man werd veroordeeld. Om de bevolking tegemoet te
komen, verleende President Nixon gratie aan Calley. Na drie en
een half jaar huisarrest kwam Calley vrij. In 2009 maakte hij
tijdens een conferentie voor het eerst in het openbaar zijn
excuses voor het gebeuren in My Lai.
OORZAAK EN GEVOLG
Voor alle duidelijkheid wil ik nogmaals stellen dat het
soort hierboven beschreven excessen vaker zijn voorgekomen in
de geschiedenis. Oorlog wordt niet alleen uitgevochten tussen
twee legers of partijen. Meestal zijn burgers juist het echte
slachtoffer van oorlogshandelingen. De meeste
burgerslachtoffers vallen door kogels, neervallende bommen en
granaten doordat ze tussen twee vechtende partijen zitten. Dit
zijn de risico’s die genomen worden als landen of partijen
besluiten de wapens op te nemen.
De drie voorbeelden gegeven, Wounded Knee,
Oradour-sur-Glane en My Lai, hebben heel veel zaken gemeen en
zijn illustratief voor de wandaden door de eeuwen heen die
hetzelfde stramien van misdaden volgt. De lezer zal wellicht
ook denken aan het Tsjechisch Lidice in 1942 en de grootste
oorlogsmisdaad van de recente jaren, Sebrenica, 1995, waar
tussen de 7.000 tot 8.000 moslimjongens en -mannen werden
vermoord. Lidice was, na de moord op Heydrich, een directe
wraakactie van de Duitsers die in het openbaar handelden als
strafmaatregel en als waarschuwing naar de partizanen.
Serbrenica was een misdaad die men van te voren had aan kunnen
zien komen. Maar de kleine beveiligingsmacht van Dutchbat
moest opereren met slechts lichte wapens en onder auspicien
van de VN, en dan met name de Franse luitenant-generaal
Bernard Janvier en de Nederlandse chef-staf van UNPROFOR in
Sarajevo Cees Nicolaï die niet de moed (of geen zin) hadden
toestemming te geven voor een luchtaanval tegen het
Bosnisch-Servische leger. Dit soort misdaden vallen onder de
noemer etnische zuiveringen en buiten het ‘frustratie’ doden
van burgers en hun bezittingen. Na een 'frustratie operatie'
wordt ook altijd de schuld bij de vermoorde slachtoffers
gelegd;'ze hadden er omgevraagd'.
OPERATIE UIT FRUSTRATIE
De overeenkomsten met de ‘frustratie’ moorden op de
bevolking van Oradour-sur-Glane, My Lai en bij Wounded Knee
zijn in grote lijnen gelijk:
Opdracht kwam van hoger hand (leger top)
Operatie kwam voort uit frustratie (de eindeloze guerrilla
van indianen, Franse ondergrondse en Vietnamezen)
Geen strategische actie, maar kille wraak
Kleine groep met moderne wapens tegen grote groep zonder
noemenswaardige wapens
Bevolking gaf geen (of weinig) tegenstand
Naast het uitmoorden van de bevolking, werden de
bezittingen verbrand
Enkele overlevenden
Eigen mensen hielpen mee aan het moorden
(Oradour-sur-Glane: Fransen uit de Elzas, Wounded Knee:
indianen waren in dienst bij het 7th Cavalry Regiment als scout en
politie, My Lai: waarschijnlijk waren er Zuid-Vietnamezen bij
als tolk ed.)
Na de 'actie', doofpot of leugenachtig verdoezelen
Zogenaamd tegen ‘het verzet’ (wat er niet was)
Enkeling veroordeeld; (My Lai: Lt. Calley,
Oradour-sur-Glane: Heinz Bahr, Wounded Knee; alleen
aangeklaagd, Lt. Col Forsyth)
De acties vonden plaats tijdens een keerpunt in de strijd: Wounded Knee;
tegen het einde van de indianen oorlog, Oradour-sur-Glane; in de week na de invasie door de
Geallieerden in Normandië, My Lai; was een omslagpunt voor het thuisfront dat Vietnam verloren was.
Vlnr: Een Sioux warrior, Franse Maquis strijder en een Viet Cong 'gevangene'
Wat opvalt in deze ‘frustratie-acties’ is dat ze voortkomen
uit het vechten tegen vaak onzichtbare verzetstrijders die een
oprechte oorlog voeren tegen indringers in hun gebied. De
guerrilla strijders ontbreekt het doorgaans aan goede (zware)
wapens en moet zijn toevlucht zoeken in alternatieve
oplossingen om het de vijand lastig te maken. Zelfgemaakte
mijnen, hinderlagen, bomaanslagen etc. drijft het
vijandelijke leger tot wanhoop. De vijandelijke soldaat
verliest makkers en wordt onzeker, ziet overal spoken, en
loopt het gevaar paranoïde te worden,… is hij de volgende? Een
wraakactie is dan in zijn ogen de enige oplossing om iets van
al die verliezen ‘goed te maken’. Na ‘de daad’ realiseren de
daders al snel dat er iets vreselijk mis is gelopen,…
Dit soort 'tegenslag' mondt uit in frustratie en vervolgens in wraak,...
Kortom,… de les die men onderhand zou moeten trekken uit
dit ‘soort incidenten’, is dat een buitenlandse mogendheid die
denkt met een vrijheidsactie en opbouw bezig te zijn, het
nooit van guerrilla strijders, die voor het behoud van HUN land
en idealen vechten, kunnen winnen. Maar diegene die ten strijde
trekt naar verre oorden denkt het altijd beter te weten tegen
'die onbeschaafde barbaren'. En wat blijkt, de ‘beschaafde’
indringer raakt alleen maar gefrustreerd omdat blijkt dat de
onbegrijpende inheemse bevolking niets moet hebben van de vaak
ongevraagde indoctrinatie. Culturen botsen door andere
politiek, geloofskwesties, taalbarrières en infrastructuur.
DE IDEALIST ZAL ALTIJD WINNEN,...
Legers komen en gaan,… maar de verzetstrijder zal altijd
blijven bestaan. Een soldaat wordt gestuurd door een commando
dat vaak niet eens weet hoe het ‘doel’ eruit ziet. Maar er is
veel geld voorhanden om de modernste wapens en manschappen in
te zetten om ‘hun’ gelijk te halen. De guerrilla strijder zijn
enige doel is zijn ideaal en die boodschap is beter te
verkopen als het eigen volk de dupe is van geweld aangebracht
door ‘de onbekende soldaat zonder gezicht’.
Voor een virtueel museum over Wounded Knee bezoek deze site (engelstalig): http://www.woundedkneemuseum.org
Voor meer over Oradour-sur-Glane bezoek deze meer
dan complete site (engelstalig): http://www.oradour.info
Voor meer over 50 jaar na My Lai bezoek deze site (engelstalig): https://www.npr.org
OF KEER TERUG NAAR STRIJDBEWIJS:
|