GEORGE S. PATTON
'Old Blood and Guts' (Epiloog)

'Of course we are willing to die but that is not enough. We must be eager to kill, to inflict on the enemy —the hated enemy— wounds, death and destruction. If we die killing, well and good, but if we fight hard enough, viciously enough, we will kill and live. Live to return to our family and our girl as conquering heroes—men of Mars. The reputation of our army, the future of our race, your own glory rests in your hands. I know you will be worthy.'

George S. Patton

Links Patton geschilderd door Leyendecker (1945), rechts door Mary Basset (2017)
(klik voor vergroting)

Hierboven zijn twee fraaie schilderijen te bewonderen. De eerste is gemaakt in 1945 waarop Patton aanraadt om 'War Bonds' te kopen. Dit fraaie doek is gemaakt door Joseph Christian Leyendecker. Ook Mary Bassett liet zich inspireren door een bekende foto van Patton, gemaakt tijdens het Ardennen offensief in 1944. Was Patton bij leven al een legende, na zijn dood zou hij in de herinnering voortleven, niet alleen via boeken, standbeelden, schilderijen, postzegels, naamgever aan tanks, maar ook de speelfilm 'Patton' zorgden voor een blijvende herinnering, maar zorgde ook hier en daar mythe vorming. Hieronder volgt een kleine opsomming waarin Patton zorgt dat zijn naam voor altijd in de geschiedenis zal voortleven,...

West Point, Ike Eisenhower onthult het standbeeld van Patton
(is verplaatst naar de US Military Academy, West Point)

Er zijn verschillende standbeelden voor Patton in de wereld te vinden. Meerdere afgietsels van een bronzen standbeeld vervaardigd door James Earle Fraser, waarvoor Beatrice Patton in 1950 haar goedkeuring aangaf, zijn te vinden in West Point, New York, en in Boston maar ook in Ettelbruck in Luxemburg. Er is ook een afgietsel te vinden in het General Patton Memorial Museum in Ettelbruck. Men vindt er enkele persoonlijke zaken van Patton, maar ook veel foto's, wapens en een zaal over de luchtoorlog over Luxemburg.

Het standbeeld in Ettelbruck, Luxemburg

De Patton tanks,...

De grootste eer die Patton waarschijnlijk postuum mocht ontvangen was het met zijn naam vernoemen van tanks. Met de komst van de M24 Pershing tank aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, werd de Amerikaanse tank modern. De M4 Sherman was geheel uitontwikkeld, en de tanks waren in korte tijd volwassen geworden. Maar de M26 werd aangedreven met dezelfde Ford 500pk motor als van de M4A3 Sherman, en deze was eigenlijk te zwak om de 46 ton zware Pershing aan te drijven. Ook de transmissie liet te wensen over. In januari 1948 werd de 810pk sterke Continental AV1790-3 motor in het motorcompartiment geplaatst. Tevens met een verbeterde transmissie kreeg het de aanduiding M26E2. Maar de aanpassingen gingen verder, en de tank kreeg nu de aanduiding M46 Patton. In juli 1950 liepen er 12 stuks per dag uit de Detroit Tank Arsenal fabriek. In totaal zouden er 1160 M46 tanks gebouwd worden uit de M26 tank. Zo'n 200 M46 Patton tanks zagen actie tijdens de oorlog in Korea. Het 90mm kanon was een goede partij tegen de T-34. Maar de snelheid van 45km per uur, en een actieradius van 130km dat was toch wel iets onder de maat, er moest een opvolger komen.

Een M46 Patton tank in Korea

In 1950 kreeg de American Locomotive Company opdracht om 500 M47 Patton tanks te produceren. In principe was het de M46 romp met de koepel voor een nieuwe tank, de T42, die niet verder ontwikkeld werd. Maar na de Tweede Wereldoorlog waren een hoop geschoolde arbeiders ander werk gaan doen, en ook de machines waren na de oorlog afgevoerd. Dus, de productie kwam traag op gang en er werden gedurende de productie aanpassingen aangebracht wat de zaak verder vertraagde. De eerste M47's waren in de zomer van 1952 gevechtsgereed. In november 1953 waren er 8576 M47 Pattons geproduceerd, waarvan Detroit Tank Arsenal er 5481 voor haar rekening had genomen, de rest was gebouwd door American Locomotive Company. Heel veel NAVO landen maakten gebruik van de M47, Italië was een groot verbruiker met 2480 stuks, en ook Duitsland had er verscheidene (1120 stuks). Spaanse M47 Pattons werden gebruikt als 'Duitse' tanks in de speelfilm The Battle of the Bulge (Patton moest dat eens geweten hebben,...).

Een M47 Patton tank

De opvolger voor de M47 Patton leek het zelfde onderstel te hebben, maar was toch een geheel opnieuw ontworpen tank, de M48 Patton. De koepel was nu veel meer een bolronde koepel geworden en de bemanning was teruggebracht van vijf naar vier, want de boegschutter was nu vervallen. De bepansering was dikker geworden aan de voorzijde koepel (178mm) en het frontpanser was 110mm dik, maar vanwege de 60 graden helling was dit 220mm. De motor was een 810pk sterke Continental Continental AV1790AV-1790-2. De snelheid bedroeg 48km, en de eerste versies haalden een actieradius tot 113km, maar de laatste versie, de M48A5, haalde maar liefst 499km (alles over de weg gerekend). Er werden maar liefs 12.000 M48 Patton tanks geproduceerd. Meer dan 600 werden ingezet tijdens de oorlog in Vietnam. Het Amerikaanse leger gebruikten ze tot half jaren 1990, maar in heel veel landen zijn ze nog steeds operationeel.

Deze M48 Patton tank in Vietnam gaat schuil onder een parasol
(waarschijnlijk zal dit de goedkeuring van Patton niet kunnen dragen)

Eind jaren vijftig ontving de defensie van Amerika gegevens aangaande de Russische T-54A, die een zware bepantsering had en een 110mm kanon (en een 115mm was in de maak). Dit zette de geheel nieuwe tank ontwerp op zijn kop. Voor de M60 werd de M48 als basis gebruikt, alleen met dikkere bepantsering en met dezelfde koepel waarin nu een 105mm kanon stak. De M60 woog ruim 50 ton en haalde evenzogoed 48km over de weg (19km in het veld), met een actieradius van 500km. Er werden uiteindelijk 2205 M60 geproduceerd. Ook al werd de M60 in de volksmond een Patton genoemd, vanwege de uiterlijke overeenkomsten met de M48, het is nooit officieel geweest.

Een M60 'Patton' tank (nooit officieel 'Patton' genoemd)

Patton geschilderd door Boleslaw Jan Czedekowski, 1945 (klik voor vergroting)

George C. Scott poseert als Patton, in Patton, 1970 (klik voor vergroting)

PATTON, de film,...

'Patton: 'The last great opportunity of a lifetime - an entire world at war, and I'm left out of it? God will not permit this to happen! I will be allowed to fulfill my destiny! His will be done.'

Het werd hierboven al even aangehaald, de M47 Patton tank fungeerde in speelfilms, niet alleen in The Battle of the Bulge, maar ook in de speelfilm over de oorlogsperiode van George Patton, Patton. In de film Patton werd de M46 en de M47 Patton gebruikt aan de Amerikaanse kant, terwijl de M48 opgevoerd werd als 'Duitse' tank. Patton, geregisseerd door Franklin J. Schaffner, wordt gezien als één van de beste oorlogsfilms gemaakt. De rol van Patton wordt vertolkt door George C. Scott, die een gedreven en strijdlustige Patton neerzet. De ietwat schorre stem en lichaamlijk zwaardere Scott met zijn grove gezicht doet niet gelijk aan Patton denken, die een hoge stem had en zeker een minder grof gezicht. De 12.000,000 dollar kostende film ging in 1970 in première, en zou alleen al in Amerika bijna 65.000.000 dollar opleveren.

George C. Scott als George S. Patton

Er moest in het scenario, geschreven door de toen nog onbekende Francis Ford Coppola, met een kam gewerkt worden, want Patton vloekte veelvuldig, en nagenoeg in iedere zin, en dat kon niet teveel in de film. Ladislas Farago zijn boek Patton: Ordeal and Triumph en de memoires van generaal Omar Bradley, A Soldier's Story stonden model om tot een scenario te komen. Het scenario, reeds geschreven in 1966, werd in 1969 door Edmund H. North bewerkt tot het filmscript. De familie van Patton weigerde mee te werken aan de film, ondanks dat de makers gevraagd hadden om de dagboeken in te zien, om een zo'n accuraat mogelijk portret te maken. Adviseur voor de film Omar Bradley was geen vriend van Patton, en menigeen heeft het idee dat dit doorgesijpeld is in de film, het ware karakter zouden we niet van Patton uit de film kunnen halen, aangezien Patton door George C. Scott ook vaak iets clownesks heeft.

Ook het dramatische 'face-slapping' moment zit in de film,...

De film opent met een speech gegeven door Patton, staande voor een enorme grote Amerikaanse vlag. Hij heeft in werkelijkheid nooit een speech gegeven op deze manier, maar de dialogen zijn wel zoveel mogelijk uit de echte speeches gehaald door Coppola. De publiciteit waar Patton zich met regelmaat in wentelde wordt goed in beeld gebracht. Het publiek was goed op de hoogte van ‘Old Blood and Guts’. Een opvallende scène speelt zich af in Zama waar de Romeinen Hannibal hadden verslagen. Tijdens het bezoek, samen met Bradley, verteld Patton dat hij 2000 jaar geleden hier gevochten heeft en nu gereïncarneerd is tot wie hij nu is. De reïncarnatie is niet per ongeluk, maar met een doel door een hogere macht gemaakt om zijn persoon te creëren.

Een M48 Patton tank in Duitse uitvoering na het Ardennen offensief

Ondanks alle tekortkomingen, zoals verkeerde tanks, het aangezette overdreven karakter bij tijd en wijle, is het een epos van een speelfilm. Er werden zeven Oscars uitgereikt aan Patton, Beste Film, Regisseur, Scenario, Montage, Decor, Geluid en Beste Acteur (George C. Scott). De speelfilm Patton probeert historisch accuraat te zijn, maar moet ook zaken weg laten vanwege tijdgebrek. Er is geen aandacht voor het bezoeken van het concentratiekamp Ohrdruf, of de 'Hammelburg Raid' om zijn schoonzoon te bevrijden, of wat eigenlijk in iedere Hollywood film toch een plekje vindt, een 'love-interest'. George C. Scott zou in 1986 nogmaals in de huid kruipen van Patton in de TV-film The Last Days of Patton, welke draait om zijn auto ongeluk en zijn verwondingen en uiteindelijk sterven. Scott is duidelijk een stuk ouder nu, en heeft niet de kracht van de speelfilm Patton. Maar wat wel in de TV-film The Last Days of Patton, is de genegenheid voor zijn nichtje Jean Gordon.

Jean Gordon (Kathryn Leigh Scott) danst met Patton (George C. Scott)
(TV-film The Last Days of Patton)

De echtgenote van Patton, Beatrice, was op de hoogte voor de genegenheid die haar man toonde voor Jean Gordon, een jonge vrouw die dezelfde leeftijd (geboren in 1915) had als Patton zijn dochter Ruth Ellen, waarmee ze dik bevriend was. Ze was bruidmeisje bij beide dochters van Patton tijdens hun huwelijk.

Links: George Patton met Beatrice

Rechts: Jean Gordon op jonge leeftijd

Ze kwam in mei 1944 naar Europa als Rode Kruis staf assistent en nam in juli van dat jaar contact op met Patton. In die periode zou Patton tegen General Everett Hughes, hebben gezegd dat Jean al ’12 jaar de zijne was’, waarmee hij aangaf al een verhouding met haar te hebben gehad vanaf toen ze 17 jaar was. Het moest wel een geheim blijven, zo vertelde hij Hughes. Gordon werd een zogenaamde ‘donut-girl’, en verzorgde donuts, koffie en sigaretten voor de soldaten. Ze was vaak te vinden in het gezelschap van Patton en spraken dan Frans met elkaar tot verbazing van de mensen rond hen. Beatrice Patton geloofde heilig dat haar man George een affaire met Jean Gordon had. Ze schreef haar zorgen hierover aan Patton in brieven, maar die wimpelde het af, en hij haar helemaal niet gezien,… Later vertelde Patton aan Hughes nadat hij weer terug gekeerd was uit de VS na een ‘Buy War-Bonds-tour’ in Engeland, ‘Beatrice gave me hell. I'm glad to be in Europe!’ In januari 1946, kort na het overlijden van Patton, bracht Beatrice, samen met haar broer Fred, een bezoek aan Jean Gordon in Boston. Ze confronteerde haar met de affaire en sprak vervolgens een Hawaiiaanse vloek over Gordon uit: 'May the Great Worm gnaw your vitals and may your bones rot joint by little joint.' Gordon haar gezicht verkleurde van rose naar asgrauw. Fred was zo geschrokken van de uitspraak van zijn zuster, hij maakte zich snel uit de voeten,... Op 8 januari 1946 pleegde Jean Gordon, omringd door foto's van Patton, zelfmoord door de gaskraan open te zetten. Ze was dertig jaar oud,...

Patton zijn Colt .45 Model 1871 verkocht voor 75.000 dollar
(Foto: Robert H. Patton)

Met enige regelmaat komen er toch nog steeds berichten over General George S. Patton. In april 2015 bood de kleinzoon van Patton een revolver van zijn opa te koop aan via het veilinghuis Profiles in History. De schatting was een 60.000 dollar, maar leverde uiteindelijk 75.000 dollar op. Patton had de revolver rond 1928 aangeschaft en heeft het eens bij zich gestoken voor een gekostumeerd bal waar hij Rhett Butler uit Gone With the Wind nadeed.

Een serie zegels uitgegeven door Luxemburg (1947)

Opende deze pagina met enkele schilderijen en een standbeeld, er zijn ook veel kleinere kunstwerkjes gemaakt, die niet alleen de herinnering aan Patton in leven moet houden, maar ook om de verzamelmarkt aan te spreken, de postzegels,...

Eerstedag enveloppe met een serie Patton zegels, Verenigde Staten (1953)

Eerstedag enveloppe met een serie Patton zegels, België (1957)

Kleine landjes proberen ook via de postzegel een graantje mee te pikken

Tot slot,... Was generaal George S. Patton bij leven al slachtoffer van spotprentjes, ook na de oorlog bleek er ruimte om spot te drijven met de generaal. Toen de speelfilm Patton uitkwam kon het Amerikaanse satirische tijdschrift MAD het in 1971 niet laten daaraan aandacht te besteden. In de 'ballonnen' worden de zinnen 'opgesiert' door de nodige vulgaire scheldwoorden waar Patton berucht om was, alleen zijn die op zijn 'cartooneske vorm' tot uitdrukkeing gebracht,... zoals te zien is in ondertaande '@#$%e&! tekening'.

Patton in MAD, tekenaar Mort Drucker maakte van Scott een overgetelijke tekening,...
(klik voor vergroting)

Klik hieronder om naar één van Patton
zijn speeches te gaan
KLIK HIERONDER