(foto; www.legervoertuigen.com)
In 2008 kwam ik in contact met enkele enthousiaste mensen betrokken bij ‘Keep Them Rolling’ die
mij hadden uitgenodigd om een (vaar)tocht mee te maken met een DUKW . Bij het betreden van de hal met voertuigen
(een rijdend museum op zich) viel me op dat naast de aanwezige Halftracks en Weasels er verder
geen zware rupsvoertuigen waren. Daarover in gesprek met de eigenaar bleek dat hij best wel een
M24 Chaffee in het assortiment zou willen
hebben. Een M4 Sherman genoot de voorkeur, maar leek hem onhaalbaar. Enkele maanden later
kreeg ik een mail,… als alles goed ging, dan was er een M4A1(76)W onderweg om de verzameling aan te vullen!!
Plots ging het in de stroomversnelling, en op zaterdag 22 november, 2008 werd de M4A1 afgeleverd.
Als maker van www.strijdbewijs.nl bood ik aan om het restauratieproject te gaan volgen. Hoe het
te volgen traject er uit zal gaan zien is nog in nevelen gehuld. Maar iedereen heeft het volste vetrouwen in
dit enorme project. Ik ben geen monteur en kan dan ook weinig betekenen in de wereld van staal, roest, motoren,
olie, elektronica etc., maar een verslag bij houden van de progressie neem ik graag ter hand. De foto's op komende pagina's
zijn van mijn hand, tenzij anders vermeld. Pieter Jutte
De Sherman M4A1(76)W wordt van
de prut ontdaan voor ze naar binnen gaat
(foto; www.legervoertuigen.com)
De buitenzijde van de M4A1 ziet er zeer goed uit. Van binnen moet er veel gebeuren, maar de basis is goed.
De originele Continental radiaal motor was vervangen, door de vorige eigenaar, voor een betrouwbare 10 cilinder
luchtgekoelde Deutz F10L413 diesel motor die rond de 330 pk kan leveren.
De Deutz 10 cilinder
diesel motor
De Deutz motor is nogal vrij heftig achterin de M4A1 geplaatst. Vanwege de grote van de motor was het brandschot
met een snijbrander opengemaakt om er ruimte voor te maken. De uitlaatgassen werden eenvoudigweg met
slangen, hangende door de open deuren achterin, afgevoerd.
Het uitlaatsysteem dat niet echt state of the art is
Vanwege deze 'open' constructie van de motor en uitlaat kwam ook veel gas in
de tank zelf wat niet echt aangenaam is voor de inzittenden (understatement). De oorspronkelijke wit
geschilderde binnenzijde, vertoond zeer veel bruin van roestplekken. Ook twee gaten, één in de romp en
één in de koepel, hebben het nodige water vrij toegang verleend.
'Battle damage' achter op de koepel (rode cirkel)
De twee gaten in de romp en koepel zitten op één lijn en onder dezelfde hoek. Hier is duidelijk
een geval van ‘battle damage’. Naar mijn bescheiden mening is deze schade afkomstig van boordkanonnen
van een vliegtuig dat in duikvlucht de tank heeft beschoten. De treffer in de koepel heeft niet alleen
een gat geslagen in het pantser, maar vloog ook dwars door de radio die daaronder stond.
Linksachter bij de koepel is het
gat zichtbaar van een granaatinslag
Naast de twee (geopende) tankdoppen is rechts het overkappinkje te zien
waarin de twee trekkoorden zaten om de brandblussers voor het motorcompartiment in werking te stellen.
De M4A1(76)W, die op deze pagina’s gevolgd wordt,
is geassembleerd bij Pressed Steel Car
Company, Pittsburgh, Pennsylvania. De onderdelen, van de bogies, romp tot de koepel
kwamen uit alle hoeken van de Verenigde Staten. Hieronder
volgt een lijst van de onderdelen en hun oorsprong.
Het nummer van de romp lag
verscholen tegen het brandschot
Het nummer van de romp is niet op een gemakkelijke plaats aangebracht. De meeste nummers staan keurig aan de buitenkant,
maar dit nummer is te vinden aan de binnenzijde, tegen het brandschot naar het motorcompartiment.
De romp is gemaakt bij Continental Foundry & Machine Company, Wheeling, West Virginia.
Dit is te herkennen aan het fabrieks logo, de 'W' geplaatst in een 'C'. Hierna volgt het zogenaamde MIL-C-24707
aanmaaknummer, in dit geval 'SER2990'. Daaronder is 'E8595' aangebracht, wat staat voor het onderdeelnummer.
Van voor de oorlog tot halverwege de oorlog werd een letter gevoerd van A tot E
gevolgd door vier of vijf cijfers. Later, vanaf 14 september, 1943 werden dit zeven cijfers.
De letters voorafgaande aan de cijfers gaven de papiergrote van de werktekening weer.
Het pantser om de transmissie te beschermen, is gemaakt bij Continental Foundry & Machine
Company, Coraopolis, Pennsylvania. Dit is te vinden in de 'C'
in een 8-hoek, aangebracht aan de voorzijde van de romp. Het 'foudry symbol'
wordt gevolgd door onderdeelnummer: E8543. Het heeft geen MIL-C-24707 code omdat dit onderdeel uitwisselbaar
was met andere M4A1 tanks.
In de cirkel het pantser voor de transmissie
Er staat wel een ander nummer bij (CB4215), dit geeft het hitte nummer aan van het te gebruiken staal.
Vaag is op onderstaande foto de lettercombinatie 'LO' (toevallig 'linksonder', maar betekent het niet) te zien.
Dit zou duiden op een smelt-temperatuur die gebruikt werd tijdens het gieten.
De koepel is gemaakt bij Union Steel Castings, A division
van de Blaw-Knox Company, Pittsburgh, Pennsylvania. Het is een vroege
76mm T23 koepel uit de eerste serie, nummer 392, van 1225 stuks (met onderdeelnummer: D82081).
De dikte van het staal van de koepel rondom is 2,5 inch (5cm),
de bovenzijde 1 inch (2,5cm) en het kanonschild is 3,5 inch dik (7,5cm).
Het logo op de koepel van de Union Steel Casting, te vinden tussen het commadoluik
en de luik van de lader, is te herkennen aan de
letter 'U' in een 'Kentucky Keystone'. Dezelfde vorm werd ook
gebruikt in de 'batch' door de 28th (Keystone) Infantry Division, ook bekend
onder de naam; 'Bloody Bucket' (de vorm lijkt op een emmer).
De split-hatch voor de lader (D94605), en het luik voor de chauffeur (D8205083 en dus een
onderdeel van na 09-'43) en bijrijder werden
gemaakt bij Sivyer Steel Casting Company, uit Chicago,
Illinois of uit Milwaukee, Wisconsin.
Het nummer van de split-hatch van de lader (D94605)
(gemaakt bij Sivyer Steel Casting Company?)
Rechtsboven is de vervoersclip te zien voor de loop van het .50 machinegeweer
Het is niet 100% zeker of deze luiken bij Sivyer Steel vandaan komen. Tenminste, uitgaande van het logo,
een 'wiebertje' met een 'S' erin. Er is een probleem mee; de 'S' zou een kwartslag gedraaid moeten zijn (volgens de
Foundry Symbols and Trademarks, 1940 - 1945 samengesteld door Kurt Laughlin).
Het luik van de chauffeur (ook gemaakt bij Sivyer
Steel Casting Company?)
Links: Sivyer Steel zoals het volgens de 'boeken' hoort te zijn,
midden: zoals het op deze M4A1 te vinden is, rechts: Foundry symbool van de Symington-Gould Corporation
De ring van de split-hatch (E10605) van de lader is gemaakt bij
Symington-Gould Corporation, Rochester, New York (een 'S' met
boven en onderkant verbonden als $ in een ring).
De ring van de laders
split-hatch (vaag is de $ in de ring te zien)
Het commando-luik (D7054774) komt waarschijnlijk bij Symington-Gould
Corporation, Depew, New York, vandaan (vaag is een ster met een
'G' erin te onderscheiden).
De ring van het commandoluik (D82179) is gemaakt bij American Steel
Foundries Granite City (Illinois) Works (de letter 'G' geplaatst in een achthoek).
Opvallend is dat de ring van een vroegere datum is (vóór september 1943) en het luik van een latere datum.
De ring van de het commandoluik
(let op de 'LO' aanduiding links, de giettemperatuur)
Klik op de bogie voor meer over de
wielophanging en de romp
|