DE M4 SHERMAN IN ACTIE

IN DE TWEEDE WERELDOORLOG

Sicilië en Italië

Na de strijd in Noord-Afrika werd het vaste land van Europa het slagveld
waar de Sherman tank haar sporen zou nalaten. Maar voor de M4
het vaste land zou betreden werd eerst het eiland Sicilië aangedaan.

10 juli 1943, een US Seventh Army M4A1, de 'Eternity', op Red Beach 2, Sicilië.

In de nacht van 9 op 10 juli 1943 landden luchtlandingtroepen als voorhoede voor de hoofdmacht. De hoofdmacht arriveerde op 10 juli in alle vroegte over zee en kwamen aan land op 26 stranden over een breedte van bijna 170 km. De Italiaanse kustverdediging gaf amper problemen. Daarentegen was de harde wind en de zandbanken een grotere dreiging. Hierdoor kwamen veel manschappen op verkeerde plekken aan land wat een vertraging van wel zes uur gaf. Vanuit het binnenland kwam dreiging van de Hermann Göring Panzer Division waaraan de schwere Panzer-Abteilung 504 was toegevoegd met 17 Tiger tanks. Maar de eerste tegenaanval kwam van de ‘Niscemi’ tank groep en de ‘Livorno’ infanterie divisie. Deze tegenaanval bereikte bijna Gela, maar werd afgeslagen met hulp van het marine geschut dat de USS Shubrick en USS Boise inzette. Aan het einde van de 10de juli waren zeven divisies aan land, drie Amerikaanse, drie Britse en een Canadese.

Een Sherman tank van de Britse Eight Army trekt door Francoforte

Opvallend was de actie die General Patton ondernam. Deze bevocht niet alleen de Italianen en Duitsers, maar ook zijn Britse rivaal, Montgomery. Patton stond aan het hoofd van de US. Seventh Army en eiste een enorme inzet van zijn manschappen. Toen de Britse Eight Army na de inname van Syracuse vastliep, stoomde Patton op naar Palermo, om van daaruit als eerste Messina te bereiken. Op 22 en 23 juli waren respectievelijk Palermo en Marsala in Amerikaanse handen en was het gehele westen van Sicilië gevallen. In een race tegen de klok wist Patton zijn leger iets eerder Messina te bereiken dan de Eight Army. Was de Sherman hier een speerpunt in de aanval geweest, de echte zware beproeving werd ingezet vanaf het vaste land van Italië.

De strijd in Italië in het kort,...

Met Operation Baytown stak Montgomery op 3 september 1943 zijn Eight Army de straat van Messina over en begon de opmars naar het noorden van Italië. De tegenstand was slechts licht, maar de vernielde bruggen remden de opmars af. Op 9 september 1943 werd met Operation Avalanche de landing uitgevoerd, onder commando van de Amerikaanse Fifth Army, ten zuiden van Salerno. Op de linkerkant landde het Britse X Corps, bestaande uit 46th- en 56th Divisions met op rechts het Amerikaanse VI Corps met de 36th Infantry Division. De opbouw ging traag en op 13 september openden de Duisters een tegenaanval. De verliezen voor de Amerikanen liepen snel op. Nog diezelfde nacht sprongen para's van de 504th PIR, 82nd Airborne ter assistentie achter het strand. Maar ook dankzij de inzet van Brits marine scheepsgeschut, werd de aanval tegengehouden. De volgende nacht sprong ook de 505th PIR ter assistentie. Na zware gevechten trokken de Duitsers zich terug achter Napels op de Voltura Linie. Alles werd ingezet om de Geallieerden uit Rome te houden.

Nadat de Voltura Linie was genomen, liep de zaak vast tegen de Gustav Linie. Hier begon het winteroffensief rond Monte Cassino. Om Duitse troepen van de Gustav Linie weg te krijgen en Rome te bevrijden, werd op 22 januari 1944 Operation Shingle uitgevoerd, een landing op de stranden bij Anzio. Major-General Lucas besloot het bruggenhoofd te versterken en niet op te rukken naar Rome. Deze vertraging gaf de Duitsers de tijd zich voor te bereiden op een tegenaanval. Op 29 januari waren er bijna 69.000 man bij Anzio tegen een Duitse verdediging van 71.500 man. Naast 508 kanonnen waren ook 208 tank, voornamelijk Shermans, aan land gebracht. Op 3 februari begon de werkelijke tegenaanval door het Duitse 14 de Leger en dreven de Geallieerden terug. Op 18 februari werd er geconsolideerd en de balans opgemaakt, beide kanten hadden ieder 20.000 man verloren. Door de passieve houding van Lucas, werd deze vervangen door Lucian Truscott.

Een Sherman tank van het 13th Armored Regiment, 1st Armored Division
(Deze eenheid ging op 27 april 1944 in bivak nabij Anzio)

Op 29 februari was er een nieuw Duits tegenoffensief dat vastliep, maar wel 2500 Duitse slachtoffers eiste. Er was voor de Geallieerden geen uitbraak mogelijk uit de perimeter tot 23 mei 1944. Op deze dag begon het offensief om naar Rome uit te breken. Na zware gevechten werd Rome op 5 juni 1944 bevrijd.

752nd 'Bastard' Tank Battalion in, Italië

In de Italiaanse campagne vochten verschillende Sherman tank eenheden, zoals de Amerikaanse 1st Armored Division, de 6th British Armoured Division, de Britse 23rd Armoured Brigade, de Britse 7th Armoured Brigade, de 4th New Zealand Armoured Brigade, 6th South African Armoured Division, Canadian 5th Armoured Division en de 2nd Polish Armoured Brigade. Maar omdat de ruimte ontbreekt om alle eenheden met Sherman tanks hier te behandelen, licht ik er één eenheid uit, het Amerikaanse 752nd Tank Battalion. Mede vanwege dat een Sherman met een 75mm kanon uit het 3rd Platoon, Company B, een Tiger tank wist te verschalken!

Hieronder is een schematische voorstelling afgebeeld van de opbouw van een tank bataljon zoals dat in het Amerikaanse leger gebruikelijk was. Naast de tanks waren er ook nog de voertuigen (hier niet weergegeven) van de verkenningseenheid, het onderhoud, de medische voertuigen en de voertuigen van de mortiergroep. In totaal waren er rond de 720 man in een tank bataljon. In het geval van het 752nd Tank Battalion, was deze uitgerust met 50 M4 Sherman tanks, met het 75mm en 76mm kanon, verdeeld over drie compagnieën (A, B, C). Daarnaast beschikte het bataljons hoofdkwartier ook over 2 M4 Sherman tanks. Er was een Assault Gun Platoon die 3 M4 Sherman tanks had met de 105mm houwitser. Ook hadden de drie compagnieën, A, B, C, de beschikking over elk één 105mm Sherman. Er was ook nog een vierde compagnie (D) die over 17 lichte tanks beschikte, de M5/M5A1 Stuart met het 37mm kanon. Naast het 752nd Tank Battalion opereerde in Italië ook in samenhang het 701st Tank Destroyer Battalion met M18 Hellcats en M10's.

Het 752nd Tank Battalion droeg hun bijnaam met eer,… ‘Bastard Battalion’. Het was een op zich zelf staande eenheid die werd toegevoegd bij infanterie eenheden die verlegen zaten om tank ondersteuning. Nieuwe tanks werden eerst aan de 1st Armored Division geleverd, en het 752nd mocht de afdankertjes uitzoeken in de zogenaamde ‘motorpool’. Het 752nd deed voor het eerst van zich spreken na de uitbraak bij Anzio op 27 mei 1944 en haar opmars naar Rome.

Begin juni 1944 trokken de Geallieerden vanuit Rome richting de rivier de Arno en Pisa. Hiertoe moest de Duitse verdedigingslijn ‘Cecina-Riegel’ genomen worden. De verdediging bestond uit onder andere de 16. SS-Panzergrenadiers-Division Reichsführer-SS en de 19. Luftwaffe-Feld-Division. Ondersteuning voor de 16. SS-Panzergrenadiers kwam van de schwere Panzer-Abteilung 504 dat met Tiger tanks was uitgerust. Deze eenheid, die ook in Sicilië actief was, had ten noorden van Grosseto erg huisgehouden onder de Geallieerde tanks, maar had zelf ook 27 verloren (meest door mechanische mankementen). Eind juni waren nog maar 9 Tigers beschikbaar, de rest, nog eens negen, waren in onderhoud. De taak om Cecina in te nemen was weggelegd voor de Amerikaanse 34th Infantry Division, US Fifth Army, en kreeg ondersteuning van Company A, 752nd Tank Battalion, met ongeveer 14 Shermans, dat zich aansloot op 29 juni bij de 34th.

Een Sherman tank van het 752nd Tank Battalion
trekt door Massa Marittima op 24 juni, 1944, Toen en Nu

De rest van het 752nd Tank Battalion vertrok later op de dag uit Massa Marittima om zich ook aan te sluiten, maar ging rond 21.00 uur in bivak bij Monteverdi. Het gehele 752nd bestond uit zo'n 60 Sherman tanks, 54 in de drie gevechtscompagnieën (18 per comp.), en 5 Shermans in het bataljons hoofdkwartier (plus 18 lichte tanks in Company D). De eerste schotenwisseling was in de avond rond 21.00 uur. De Duitse verdediging zette 13 StuG III en 6 Marder II tank vernietigers in. De Amerikanen van het 2nd Battalion, 133rd Infantry Regiment, verschoot bij deze actie bijna al haar munitie om de Duitsers af te slaan. De verliezen waren groot aan Duitse zijde. De volgende dag, 30 juni, werd de aanval voort gezet. Het 3rd Battalion kreeg er flink van langs toen Company K in een hinderlaag liep. Na hergroepering werd de aanval voort gezet over de SS1 met ondersteuning van 2nd Platoon, Company A, 752nd Tank Battalion. De weg was bezaaid met landmijnen maar de rand van Cecina werd bereikt. De Tigers kwamen in actie en pompten de huizen en gebouwen waar de Amerikanen zaten vol granaten. De Amerikanen zagen zich gedwongen terug te trekken. Twee Sherman tanks van Company A bleven achter na treffers van antitank granaten. Later op de dag werden de Shermans van Company A naar het oosten gestuurd om het 135th Infantry Regiment te ondersteunen. De gehele dag probeerden de Amerikanen Cecina binnen te komen, maar werden steeds weer teruggeslagen. De Shermans van Company A, 752nd gaf vuursteun aan het 135th Infantry Regiment, maar kon niet de rivier over om de stad binnen te trekken. Ondanks dat de rivier doorwaadbaar was, was het Duitse vuur te fel om een poging te wagen. Company B, 752nd Tank Battalion kwam in de nacht als ondersteuning aan bij het 133rd Infantry Regiment. De aanval werd om 04.00 uur, van de 1ste juli, ingezet toen het 133rd probeerde via het noordoosten om de stad heen te trekken, maar het verzet was heftig. De tanks van Company A wisten eindelijk de rivier over te steken en zich aan te sluiten bij het 135th Regiment. Vervolgens bogen de Shermans af om positie te kiezen ten noordoosten van Cecina.

M4A1 Sherman No. 14, 3rd Platoon, Company B, 752nd Tank Battalion uitgeschakeld
op 4 juni bij Rome. Deze tank, van Lt. Cox werd ingeruild voor No. 11
welke drie weken later tegen Tiger 221 opliep in Cecina

Om 14.00 uur ging Company A, van het 752nd Tank Battalion, weer in de aanval gesteund door infanterie. Het doel was de belangrijke kruising van de SS1 en de SS68. Hier kwam de compgnie onder vuur van anti-tank wapens. Vijf Shermans werden in brand geschoten, vier anderen werden uitgeschakeld en konden niet verder. Slechts drie bemanningsleden raakten gewond en drie Shermans konden op 2 juli weer worden gerepareerd.

Onderwijl trokken aan het oosten van Cecina Shermans van Company B richting de stad om vuursteun te verlenen aan het 2nd Battalion, 133rd Infantry Regiment. Zij bereikten hun doel in de Cecina rond 13.00 uur. Om 16.00 uur kreeg Company B opdracht zich naar het zuiden te begeven en steun te geven aan het 1st Battalion. Op verzoek van de commandant van Company E bleef een peloton tanks, van 3rd Platoon, van Company B achter in Cecina.

Een M4A1 75mm pakt een Tiger!

Rond 20.30 uur bereikte het berichte de vijf tanks van 3rd Platoon, Company B, dat de Duitsers een tegenaanval vanuit het noorden van Cecina waren begonnen. Twee Tigers van de schwere Panzer-Abteilung 504, een Stug III van Panzer-Abteilung 16 gevolgd door 50 Duitse ss-Panzergrenadiers trokken naar Cecina. Voorop reed Tiger 221 van Leutnant Keitel,commandant 2. Zug, 2. Kompanie, schwere Panzer-Abteilung 504. De vijf tanks van 3rd Platoon bewogen zich in de richting waar de aanval vandaan zou komen. Het peloton werd aangevoerd door Lieutenant Edwin Cox, in M4A1 75mm, tank No. 11. Deze verspreidde zijn tanks over de straten van Cecina, terwijl de infanterie van 133rd Regiment dekking zocht in de gebouwen. Cox zijn bemanning zag een verdekte Duitse soldaat signalen geven aan iemand buiten hun blikveld. Toen de ‘spotter’ even opstond werd hij door machinegeweervuur neer gemaaid. Direct daarop zag Cox de loop van een Tiger (221) de bocht om komen van de Via Montanara. Vanaf een kleine 100 meter schoten beide tanks op elkaar. Maar de 8,8cm granaat van ‘221’ sloeg links voor de Sherman in de grond en de tank werd even van de grond getild. De granaat van Cox sloeg tegen de onderste frontplaat van de Tiger die geen krimp gaf. Onder dekking van de rook en het opgeworpen stof, liet Cox direct zijn Sherman een tuin tussen twee huizen rijden. Hij zette de M4A1 schuin op de hoek van de Via Trieste. Hij draaide de koepel op ‘5 uur’ en richtte het kanon op de Via Montanara en wachtte tot de Tiger voorbij zou rollen.

De Tiger 221 is uitgeschakeld door een 75mm granaat
(aan de voorzijde is de eerste treffer te zien)

Artillerie van beide partijen, plus de explosies van granaten die de Tigers uitbraakten sloegen in de gebouwen. Toen de beschieting even tot rust kwam rolde ‘221’ verder over de Via Montanara en reed opeens in het schootsveld van de No. 11 Sherman van Cox. Vanaf zo’n 30 meter verliet een 75mm granaat de loop en boorde zich in de zijkant, waarop de brandstoftank in brand vloog en oversloeg op het motorcompartiment. Een tweede 75mm granaat sloeg in de zware tracks van de Tiger, waarop deze afbraken. De vijf bemanningsleden wisten uit de Duitse tank te komen, en ondanks dat er twee vrij zwaar gewond waren, wisten deze door eigen infanterie afgevoerd te worden. Even later explodeerde munitie in de tank welke een deel van de koepel beschadigde. Na het uitschakelen van de ‘221’ trokken de andere Duitse tanks en infanterie zich terug, en was Cecina min of meer in Amerikaanse handen. Op 2 juli werden de laatste verzetshaarden opgeruimd en trokken de Amerikanen verder naar het noorden.

Private Ashercraft wijst op de treffer in de zijkant van '221'

Cecina bleek de zwaarste actie na de strijd om Rome voor de Amerikanen. Het 133rd Infantry Regiment verloor 16 officieren en 388 manschappen. Het 752nd Tank Battalion verloor 11 Sherman tanks waarbij zes manschappen gewond raakten en één officier. Lieutenant Cox ontving een gesp aan zijn Silver Star voor het uitschakelen van de Tiger. Vijf anderen van het 752nd ontvingen de Silver Star en één man een Bronze Star. De Duitsers verloren bijna 120 man in de strijd rond Cecina (tussen 25 juni en 19 juli zou de 16. SS-Panzergrenadier-Division meer dan 1000 man verliezen).

19 juli 1944, Shermans van het 752nd Tank Battalion trekken door Livorno

Op 12 juli kwam het wederom de schwere Panzer-Abteilung 504 tegen die vier van de vijf Shermans van 2nd Platoon, Company B, 752nd Tank Battalion uitschakelde waarbij vier Amerikanen omkwamen en tien werden vermist.

Een M4A1 van B Company, 3rd Platoon op weg naar Pisa, juli 1944.
De commandant richt zijn .50 machine geweer, en de assistent chauffeur
heeft zijn Thompson machinepistool gereed.

Twee Sherman M4A1's van 752nd TB (de rechtse is ook hierboven afgebeeld)

De Shermans van het 752nd Tank Battalion openden het lente offensief, bekend als de Po Valley Campaign als ondersteuning van de 34th Infantry Division. Op 21 april 1945, iets na zes uur in de ochtend, trok de commandant van de eerste Sherman tank, Capt. Gayle Stockwell, B Company, 752nd Tank Battalion, Bologna binnen.

21 april 1945, 752nd Tank Battalion op het Plaza Emanuel, Bologna
(links zijn M18 Hellcats TD te zien van het 701st Tank Destroyer Battalion)

Vanaf januari 1945 beschikte het 752nd Tank Battalion in het veld over raketwerpende Sherman tanks. Het had één van de twee pelotons tanks van II Corps die hiermee waren uitgerust. Testen werd gedaan met de T40 ‘Wizzbang’, maar uiteindelijk werden in december vier tanks geleverd aan het 752nd TB met de T34 raketwerper (vier anderen gingen naar het 760th TB). Vanaf 2 februari tot 19 april 1945 werden er 3470 4.5 inch raketten verschoten, wat betekende dat iedere tank 867 raketten gebruikt had! In de bergen waren ze minder effectief en werden daarom op 26 april terug getrokken voor het bataljon de rivier de Po overstak.

Even een rustpauze voor de mannen van het 752nd Tank battalion
tijdens het testen met de raketwerper T40 'Wizzbang'

Na Bologna werd het 752nd Tank Battalion als ondersteuning toegevoegd bij de 88th Infantry Division, en trokken noordwaarts. Op 23 april werd de rivier Panora overgestoken waarbij zeer veel Duitse voertuigen werden vernietigd, en meer dan 400 gevangenen werden gemaakt. Er werd doorgestoten naar de rivier Po waarna ook Verona viel na zware gevechten. Vicenza werd ingenomen tijdens een nachtelijk aanval door de 88th Division waarbij 752nd vuursteun verleende. Vervolgens werd Feltre ingenomen. Op 2 mei, toen de campagne ten einde liep waren de Sherman tanks diep in de Italiaanse Alpen te vinden ter hoogte van Bolzano. Tijdens de gehele campagne werd het 752nd Tank Battalion geleid door Major C.M. Woodbury, in de Fifth Army bekend als ‘The Iron Major’.

11 december 1944, een mooie mix: voorop een M4A1 met daarachter twee
M18 Hellcats van het 701st TD Battalion. Linksachter een T2 (M31) bergingstank
met daarachter een M4A1(76)W
(Het lijkt erop dat de meest rechtse 752nd TB M4A1 geborgen moet worden)

Op 19 september 1945 werd voor het eerst in de geschiedenis de Distinguished Unit Citation uitgereikt aan een apart tank bataljon. Op deze dag werd het 752nd Tank Battalion onderscheiden door Major General Charles L. Bolte, commandant van de 34th Infantry Division, nabij Soleschiano, Italië, voor hun uitmuntende inzet tijdens de Po vallei campagne welke de oorlog eindigde in Italië.

Klik hieronder voor meer actie,...
nu met de M4 Sherman Duplex Drive (DD)