M4 SHERMAN
TANK DOZER
'LAAT DIE MAAR DOORSCHUIVEN'

Een gecamoufleerde Nederlandse Tank dozer in een bivak
(foto; Ben van Laar)

Naar aanleiding van mijn pagina’s over de Sherman tank, kreeg ik contact met Ben van Laar uit Rhenen. Ben had zijn verhaal over zijn diensttijd te boek gesteld en hij was zo aardig om toestemming te geven om delen ervan te laten gebruiken voor mijn pagina’s aangaande de Sherman tank en dan met name de Tank dozers. Ik maak op de komende pagina's veelvuldig gebruik van foto's aangeleverd door Ben. Deze zijn soms iets versneden om zoveel mogelijk de details naar voren te halen.

Veel Sherman tanks bleven na de oorlog in Europa achter. Alle types waren voorhanden om de naoorlogse legers van de voormalige bezette landen weer opnieuw uit te rusten. Er kwam een grote verscheidenheid aan Shermans in naoorlogse dienst. Deze liepen van de standaard M4A1 tot de M4A3, Fireflies, 105mm houwitser, en andere types, waaronder de Dozer tank. Ook Nederland had een aantal Dozer tanks in dienst. Dit waren 30 aangepaste M4A1's waar een dozerblad aan bevestigd kon worden (er waren trouwens slechts 26 bladen voorradig!). De M4A1 Dozer tanks bleven tot in het begin van de jaren zestig dienst doen. Een overgebleven M4A3 Dozer, met een plastic koepel, vertolkte in 1976 nog een rolletje in de speelfilm ‘A Bridge too Far’.

Opleiding in Amersfoort
(foto; Ben van Laar)

Ben werd goedgekeurd voor militaire dienstplicht op 25 februari 1960 en op 5 april 1961 moest hij zich melden bij de genietroepen te Vught. Na de basisopleiding werd Ben, en enkele anderen, overgeplaatst naar de Bernhard kazerne te Amersfoort. Hier zou genist Ben worden opgeleid tot tankchauffeur. De tank waarin de opleiding werd gegeven was de Sherman tank. De cavalerie reed in deze periode reeds op de Centurion tank.

Voor de opleiding tot tankchauffeur bij de genie waren Sherman tanks beschikbaar, waaronder tien Dozers. Deze waren verdeeld over het 11de- en 41ste Geniebataljon dat ieder vijf Dozer tanks had. Geoefend werd op de Vlasakkers, waar steile hellingen in het begin een angstige ervaring waren, en diepe kuilen vol modderwater soms door de mangaten naar binnenkwam. In september 1961 werd Ben overgeplaatst naar de parate ‘hap’; Ost-compagnie van het 11de Geniebataljon gelegerd in de Willem de Zwijger kazerne te Wezep. Hier kreeg Ben de uit 1944 stammende M4A1 Tank dozer met het kenteken; KX 18-84 toegewezen. De compagnie bestond naast de vijf Dozers, uit mobiele kranen, draglines en bulldozers.

Dozeren met vrijwillige meerijders op de koepel
(foto; Ben van Laar)

De chauffeur van de Dozer bediende tevens het 7 ton zware schuifblad. Hiertoe zat een hendel aan de rechterzijde van de chauffeur. Het hydraulische systeem werkte trouwens vrij traag. Op de weg stond het blad zo laag mogelijk zodat de chauffeur erover heen kon kijken. In het veld werd het omhoog gezet, wat het zicht nogal belemmerde. Soms stond het blad niet hoog genoeg of ging te traag omhoog, dat het soms tijdens het rijden in de grond boorde en de tank met een klap tot stilstand kwam en de bemanning naar voren klapte,… geen pretje. Bij nood was het mogelijk het blad ‘af te werpen’, wat, volgens Ben, meestal niet werkte.

Vanwege de leeftijd van de Dozers waren deze storingsgevoelig en hadden veel onderhoud nodig. Met de hulp van een monteur moesten de bemanningen zelf de tanks rijdende zien te houden. Toen eens bij twee van de vijf de Continental R-975 motoren moesten worden vervangen, toog men naar het Mob-complex te Soesterberg om daar motoren uit opgeslagen Shermans te slopen. De oude motoren werden weer in het motorcompartiment ‘gegooid’ en de ‘nieuwe’ gingen mee naar Wezep. Niet alleen werden de motoren vervangen, onder de ‘buit’ waren ook zoeklichten, sirenes en nog wat ‘los goed’. Deze zaken werden illegaal op de Dozers gezet.

13 augustus 1961, de Berlijnse Muur wordt opgetrokken,...

Toen in augustus 1961 gestart werd met de bouw van de Berlijnse Muur, werd Ben op 18 oktober met zijn 3500 collega’s van de Lichte Brigade naar Duitsland gestuurd. In Oldebroek werden de vijf Dozers op de trein gezet. Vijftig wagons met goederen en manschappen, voortgetrokken door twee locomotieven ging het op naar Duitsland. De volgende dag kwam de trein om 14.00 uur in Bergen aan waar alles werd uitgeladen, en vertrok de colonne naar Hohne waar het voertuigpark was. De manschappen werden 20 km verder ondergebracht, in Oerbke, in een voormalige Duitse kazerne. Op 24 oktober werden de vijf Dozers over de weg verplaats naar een Engels kamp in de buurt van Oerbke. In het veld liep de tank van Ben vast met zijn blad en werd de versnellingsbak beschadigd. De meegekomen monteur moest de zaak weer herstellen.
Het tankpeloton waar Ben in diende, bestond uit 26 man. Ben deelde een kamer met de chauffeurs Ton van Hienen (later kwam Klaas Schoonbergen voor Ton) en Wim Olyslagers. Daarnaast was er nog de schutter Hans de Haan.

Links de tankcommandant (onbekend), Ton van Hienen,
met baret Ben van Laar en rechts Hans de Haan
(foto; Ben van Laar)

Vanwege de verhoogde paraatheid, waren er scherpe pantser-, brisant en rookgranaten aan boord van de tank. De Nederlanders in het Engelse kamp moesten daar ook wacht lopen. De mannen liepen dan met een doorgeladen wapen, een kogel in de kamer, maar het wapen op ‘safe’.

Toen de eenheid juist in Duitsland was moesten de namen die op de schuifbladen stonden verwijderd worden. De tanks hadden oorspronkelijk de namen van de landingsstranden in Normandië; Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword. Het werd door het kader Duits-onvriendelijke gevonden. De namen werden vervangen voor die van de vriendinnen van de bemanning. De geschreven taal kon worden aangepast, maar de ‘onvriendelijke klinkende’ Duitse liedjes werden gewoon gezongen,… In het begin zagen veel Duitsers de Nederlandse soldaten voor Engelsen aan, omdat de uniformen erg op elkaar leken. Britse troepen waren niet erg geliefd. Dat bleek bijvoorbeeld in Fallingbostel waarop bordjes bij cafés stond; ‘No Entry For British Soldiers’. Later, toen zij het onderscheid konden maken, waren er geen problemen.

Na een week verlof in november 1961, was het weer oefenen met de Dozers. De tank van collega Schoonbergen gaf er de brui aan door een vastgelopen motor en werd vervangen. Ook een andere tank had beide spanwielen kapot en een derde had een kapotte brandstofpomp. Ook Ben zijn tank had de nodige kuren. De tank schakelde slecht, maar ze wisten het probleem op te lossen. Het rijden met de Sherman was zwaar. Van de vijf versnellingen werden er meestal alleen de laatste vier gebruikt. Als er gereden werd in zwaar terrein of gedozerd moest worden, dan werd de eerste versnelling ook gebruikt. Het sturen in het terrein was zwaar werken, in een bocht was het hangen aan de besturing en afzetten met de voeten tegen het pantser.

10 november 1961, de 'Ierse Wal' sneuvelt
(foto; Ben van Laar)

Op 10 november werd een demonstratie gegeven aan de minister van defensie Visser op de schietbaan bij Hohne. Met twee Dozers werd gewacht op het teken dat deze in actie konden komen. Duitse cavalerie met Patton tanks schoot met scherpe munitie, de Dozers mochten alleen losse flodders afschieten. Onder een rookgordijn trok de cavalerie schietend op. De Dozer bemanningen kregen hun teken en rukten met gesloten luiken vervolgens op. Het doel was prikkeldraadversperringen opruimen zodat de infanterie erdoor kon. Het laatste werkje was een zogenaamde ‘Ierse Wal’ wegschuiven. Het was even duwen, maar binnen een minuut lag de zaak plat.

Luitenant-generaal P. Gips, commandant van het 1e legerkorps

Op 16 november 1961 werd een oefening gehouden voor luitenant-generaal P. Gips, commandant van het 1e legerkorps, en twintig andere officieren. Generaal Gips, die de mannen van het geniebataljon gade sloeg, zei tegen kapitein Van Minnen: ‘Die troep van jou is maar een onkrijgstuchtelijke bende, maar ze hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en dat waardeer ik het meeste.’ Op 20 november werd een schietoefening gehouden met vijf Shermans. Er was enorm veel munitie na de oorlog achtergebleven en er kon, na inspectie door munitiespecialisten, bijna onbeperkt geschoten worden op doelen die twee kilometer verder lagen. Men schoot met het 75mm kanon op een beweegbare doel, waarvan het de bedoeling was het doel op de lorrie te raken en niet de lorrie,… maar dat was wel waar de schutters op uit waren.

De schietoefening van 20 november 1961
(foto; Ben van Laar)

Na de verplichte schietronde was het vrij schieten. Dit werd meestal op bomen gedaan die links en rechts in het veld stonden. Om de naastgelegen cavalerie in hun Centurions te pesten werd afgesproken om een rookgordijn te leggen vóór hun doel dat een stuk verder lag. Als wraak schoten de Centurions met hun 105mm op de overgebleven doelen voor de Shermans.

Vlnr; Luitenant Delmee, op spatbord Veldstra?, onder het kanon Wim Olyslagers
en voor de koepel, met de handen aan de baret, Hans de Haan.
(foto; Ben van Laar)

Er werd heel veel geoefend, als er niet ‘geschoven’ hoefde te worden, dan werden de Shermans wel voor een ander ‘doel’ gebruikt,… bijvoorbeeld als doelwit voor bazookaschutters. Deze schoten met dummy’s, raketten zonder lading vanuit versterkte schuttersputten. Als het schot afgegeven werd, maakte de chauffeur een scherpe bocht om de raket te ontwijken. Maar de Tank dozer bleef niet stil staan, maar trok op naar de schuttersput. Af en toe werd de tank geraakt spatte de raket uiteen en liet een afdruk achter op het pantser. Zo’n raket kon evenzogoed hard aankomen, een spatbord kon eraf geschoten worden met zo’n dummy. Als de Dozer bij de schuttersput aankwam reed deze gewoon over de versterkte put heen. De schutters vonden het maar niks zo’n stalen gevaarte boven hun hoofd. Soms werd boven de put de motor uitgeschakeld door de magneten af te zetten. Terwijl de sergeant stond te gebaren dat ze van de put weg moesten, werd de motor weer ‘gestart’ (zonder magneten) waardoor er brandstof de motor werd ingepompt. De magneten werden dan weer bijgezet waarop de motor met enorme rookontwikkeling aansloeg. De naar beneden gerichte uitlaten bliezen de vuile uitlaatgassen de schuttersput binnen,… om de inzittende ‘hard te maken’.

Voor het vervolg over Ben van Laar en de Tank dozer
klim in onderstaande Tank dozer en rij

NAAR DE VOLGENDE PAGINA