LIGHT TANK M3 - M5
De Stuart (Honey)

Light Tank M3A3 Stuart V

Een Stuart V (M3A3) welke in Ouistreham, Normandië, is te vinden

Meer verbeteringen leidden tot de M3A3 als laatste variant. Dit type had een geheel gelaste romp waarvan de bestuurdersplaats naar voren was geplaatst en iets hoger. Verder kon er meer munitie en brandstof intern vervoerd worden. Ook de koepel was vergroot, zodat aan de achterzijde de radioapparatuur weggestopt kon worden. Hadden de vorige modellen zogenaamde 'pistoolpoorten' in de toren, deze vervielen in de M3A3 versies. Van de M3A3 werden 3427 stuks gebouwd, waarvan 2045 naar de Britten gingen. De M3A3 werd bijna geheel geproduceerd voor de Lend-Lease en diende als zodanig, naast de Britten, bij de Commonwealth, Sovjet Unie en de Chinezen. Het Amerikaanse leger had er maar enkele in dienst.

Een Stuart V Kangaroo

Vanwege het ondermaatse geschut, werd de koepel soms verwijderd zodat de Stuart gebruikt kon worden als een snel troepentransport voertuig, ambulance, en met extra communicatiemiddelen als commandovoertuig. In deze uitvoering stond de Stuart bekend als de Kangaroo.

Een Stuart V in het Tank Museum te Saumur, Frankrijk

Light Tank M5 Stuart VI

Op voorstel van de Cadillac afdeling van de GMC groep om een M3 met een dubbele Cadillac V8 motor uit te rusten in combinatie met hun commerciële transmissie werd in 1941 toestemming gegeven door de Ordnance Department voor een test. Een standaard M3 werd omgebouwd om de ‘Twin’ Cadillac te huisvesten. Om alle twijfel bij de Ordnance Department weg te nemen, maakte deze M3E2 een probleemloze testrit van Detroit naar Aberdeen. De afstand van 500 mijl (800 kilometer) werd met een gemiddelde snelheid van 50 mijl/u (75 km/u!) afgelegd.

Een fraai gerestaureerde M5 Stuart VI

En zo ging een nieuwe lichte tank in productie, eerst als Light Tank M4, maar om verwarring te voorkomen met de Medium Tank M4 (Sherman) te voorkomen werd het de Light Tank M5 (de Britse Stuart VI). Om de Cadillac kwijt te kunnen werd de achterzijde van de M5 verhoogd. Verder diende de verbeterde M3A3 (de Britse Stuart Mk V) als basis voor de verdere ontwikkeling van de M5, welke leidde naar de M5A1 in september 1942. Beide tanks hadden een schuin oplopende voorzijde en de luiken voor de bestuurder en zijn bijrijder werden vergroot. Ook de waterafdichting werd verbeterd en aan de achterzijde van de toren werd ruimte gemaakt voor de radio.

Een uit zee geborgen M5A1 in het wrakkenmuseum nabij Port-en-Bessin, Normandië

Vanaf begin 1943 verving de M5A1 de M5 op de productielijn. Van de M5 types werden er ongeveer 7000 gebouwd en deden tot het einde van de Tweede Wereldoorlog dienst tot deze geleidelijk werden vervangen door de M24 Chaffee Light Tank die vanaf het einde van 1944 in Europa verscheen.

Een M5A1 commandant ratelt met zijn .50 machinegeweer een bosrand schoon

De M5 was altijd in de voorhoede te vinden bij de verkenningseenheden. Door het makkelijke manoeuvreren van de M5 en de snelheid (gemiddeld 60 km/u) was het een geweldige vuursteun voor de voorste verkenners. Helaas was de vuurkracht ontoereikend tegen de Duitse pantsers en de eigen bepantsering te licht, maar tegen de lichte vijandelijke voertuigen en manschappen was het een formidabel wapen.

De achterste wielophanging welke bij nagenoeg alle modellen werd gebruikt.

M8 Howitser Motor Carriage

Een belangrijke variant van de M5A1 was de M8 Howitser Motor Carriage die een 75mm houwitser in een open toren voerde. In 1944-45 werden deze naast de Medium Tank Batalions van Hoofdkwartier Compagnies ingezet als extra vuursteun.

Een Cadillac M8 Howitzer Motor Carriage

Opvallend is de korte loop van het geschut. Deze is omgeven met een brede vlamdemper die voorbij de loop van de houwitser steekt. Er was ruimte voor 46 granaten. De elevatie van het kanon liep van -20 tot +40°. De chauffeur en assistent bestuurder, welke beiden de beschikking hadden over een bestuuringsinrichting, hadden geen toegangsluiken aan de bovenzijde, maar kwamen via de koepel in de romp. In de, aan de bovenzijde open, koepel was er ruimte voor een lader en een schutter. De assistent bestuurder had geen boordwapen voor in de romp. De enige bescherming was een .50 machinegeweer achter op de koepel.

De M8 haar front, met de kijkluiken voor de twee chauffeurs

Tot in 1944 werd de M8 ingezet voor deze taak werd overgenomen door de M4 105mm Sherman tanks. Er werden nog wel testen uitgevoerd met een 75mm kanon in plaats van de 75mm houwitser. De tests waren bevredigend, maar er was te weinig ruimte om munitie op te slaan en de bepantsering was te licht om deze tank verder door te ontwikkelen.

De schrijver voor een M8 in het Musée Maurice Dufresne, aan de Loire

Er zijn wereldwijd nog verschillende M3, M5 Light Tanks en M8 Howitzer Motor Carriages te vinden waarvan verscheidene nog gerestaureerd rondrijden. In Normandië zijn enkele opvallende types nog te vinden, zoals de M3A3 in Ouistreham bij het Musée Le Grand Bunker en een geborgen M5A1 in het wrakkenmuseum nabij Port-en-Bessin (zie foto hoger op deze pagina). Een fraaie M5 staat bij 'Dead Man's Corner', bij Ste-Côme-du-Mont.

Als een M3A1 gerestaureerd wordt zie je eigenlijk pas hoe dun de bepantsering is

Ook in Nederland rijden nog enkele Stuarts rond. Deze lichte tanks worden graag aan het publiek getoond tijdens de verschillende herdenkingen die georganiseerd worden rond specifieke data uit de Tweede Wereldoorlog, zoals de bevrijding, Operation Market-Garden, maar ook tijdens bijeenkomsten van eigenaren van legermaterieel, zoals die van 'Keep Them Rolling'.

De fraai onderhouden M3A1 'Fortune Cookie' ergens in Nederland
(helaas is deze naar het buitenland verkocht)

GA TERUG