- Raketten van Peenemünde -
Het rakettentestcentrum
Toen & Nu

1. Entree 'Historisch Technisch Museum', 2. V1 en V2 uitstalling,
3. Adminstratie/seminar, 4. Toiletten/verfrissing, 5. Tentoonstelling,
6. Krachtcentrale, 7. Waterstation, 8. Loopkat kraan
(Foto: Google Earth)

DE TENTOONSTELLING,...

Na het bezoek aan de buitententoonstelling met de V1 en V2 volgt u de spoorlijn naar de gebouwen. In de 'onderdoorgang' is al het één en ander aan uitleg over het gebied. Verlaat de onderdoorgang en sla rechtsaf naar de tentoonststelling. U komt eerst langs de toiletten en een soort van simpele wachtruimte waar enkele automaten staan voor 'snaaierij', koffie en frisdrank. Iets verderop betreedt u het gebouw waar de tentoonstelling is ondergebracht.

Op het binnenplein van de Krachtcentrale is rechts de tentoonstelling te vinden

In de hal zijn twee neuspunten van de V2 uitgestald. Eén van de twee is een geborgen exemplaar, getuige de gekreukelde punt. In verschillende kamers is een overzicht van de geschiedenis van het centrum, de ontwikkeling van raketten, restanten van proeflanceringen. Ook is er ruimte ingericht voor de ontberingen die dwangarbeiders moesten ondergaan om in opdracht van het Derde Rijk 'wonderwapens' te bouwen,...

In de hal zijn twee neuspunten, voor de explosieve lading, van een V2 te vinden

In één van de eerste kamers is nog een origineel object te vinden dat onderdeel was van de Krachtcentrale. Hier is het 380 volt schakelstation ondergebracht. Hier vandaan werd de stroom gedistribueerd naar verschillende onderdelen van het testcentrum. Tevens konden hier delen uitgeschakeld worden om reparaties aan het net uit te voeren, mocht dit nodig zijn. Het is een simpele uitvoering van controle lampen en schakelaars zoals die in de jaren veertig van de vorige eeuw in gebruik waren.

De originele bediening van het schakelstation (hieronder de achterzijde)

In de volgende ruimte is een geweldige verzameling aan onderdelen van raketten te vinden. De meeste objecten zijn terug gevonden resten die van proeflanceringen afkomstig zijn. Hierbij wil ik vooral even wijzen op de enorme complexiteit van de objecten. De precisie straalt overal van af, het getuigt van hoog technische vernuft.

Restant van de V2 verbrandingskamer,...

De binnenzijde van de V2 verbrandingskamer, met links zuurstof toevoer
en de kleinere 'sproeiers' zijn voor de brandstof

Nog een voorbeeld van de hoge graad van instrumentmaken, dit is de
(opengewerkte) turbo pomp van de V2 waardoor de grote hoeveelheid aan
brandstof werd aangevoerd naar de verbrandingskamer

De simpel ogende stuurvinnen van de V2, ketting aangedreven
(klik op de foto's voor een vergroting)

Fieseler Fi 103 (V1)

Het volgende deel van de uitgestalde zaken zijn delen van de V1. Het eerste aanbod voor een vliegende bom werd in september 1941 afgewezen door het Duitse Rijks Luchtvaartministerie. Op 5 juni 1942 werd het opnieuw aangeboden door Fieseler als een projectiel dat uitermate geschikt was om Engeland te bestoken. Het ontwerp van de Fi 103 (de latere V1) was van Ir. Breé, R. Lusser (ontwerper van de romp), Paul Schmidt (de motor) en W. Fiedler.

De voortdrijving van de V1
1. tank met samengeperste lucht (2x, één afgebeeld), 2. het vulventiel
3. drukverlager, 4. terugslagventiel, 5. brandstoftank, 6. filter, 7. regelaar
8. mengseluitlaat, 9. stuwdrukbuis, 10. verdeelkoppeling 11. omschakelklep,
12. brandstofinspuiting, 13. perslucht voor besturing, 14. afstelknop

De zogenaamde puls-straalmotor, gebouwd door Argus, was in 1929 ontwikkeld door Paul Schmidt. De aan de voorzijde binnenstromende lucht werd vermengd met inspuiting van een laag octaan gehalte benzine vanuit negen spuitnippels en tot ontsteking gebracht. Kleppen aan de voorzijde sloten zich tijdens de ontsteking en openden zich vervolgens weer voor een nieuwe ‘hap’ lucht. Dit gebeurde 45 keer per seconde (27.000 per minuut). De veroorzaakte zware trillingen die dit opwekten werden opgevangen door rubbers die de straalpijpverbinding vormden met de romp. Dit type onsteking gaf het de karakteristieke ploffende geluid van de V1, en die het de Britse bijnaam 'Doodlebug' gaf.

De zuurstof bol, let op de pianosnaren die eromheen gespannen zijn

Detail van de met pianosnaren omwonden zuurstof bol

Het was een vernuftig systeem dat gebruik maakte van twee bollen samengeperste lucht (150 bar) die in de romp achter de brandstoftank waren geplaatst. Deze waren omwonden met pianosnaren voor extra stevigheid tegen de druk. De samengeperste lucht deed drie dingen, de brandstof naar de motor stuwen, de pneumatische bediening van de drie gyroscopen en die van het hoogte en richtingroer. De drie gyroscopen achterin de V1 zorgden ervoor dat het toestel stabiel bleef en niet ging rollen of stampen. Dit constante corrigeren kon het toestel van koers brengen en daarvoor was er een magnetisch kompas voor in de neus aangebracht.

Dit is de automatische piloot van de V1, op koers gehouden met gyroscopen

Uiteraard kan men niet om de technische ontwikkelingen heen zonder de mannen te noemen die hier verantwoordelijk voor waren. En dan is toch Dr. Wernher von Braun de meest belangrijke wetenschapper in Peenemünde geweest. Maar het begon met Oberst Dr. Karl Becker die wilde een krachtiger wapen dan de toen gebruikte artillerie, en dat zou best eens raketten kunnen zijn. In de herfst van 1929 legde hij zijn idee voor aan de Heereswaffenamt de Reichswehr. Er werd een testcentrum, ten zuiden van Berlijn, bij Kummersdorf ingericht, welke onder toezicht stond van Hauptmann Dipl.Ing. Walter Dornberger.

Links Dr. Karl Becker, rechts Dipl.Ing. Walter Dornberger

Mede vanwege het Verdrag van Versailles, dat Duitsland geen zware wapen industrie mocht hebben of ontwikkelen, werd zo weinig mogelijk gebruik gemaakt van burger fabrikanten en werd het uit eigen Heereswaffenamt betaald. Maar wetenschappers waren nodig, en als hoofd van een kleine groep, begon de 20 jarige student machinebouw Werher Freiherr von Braun in 1932 in Kummersdorf aan het ontwikkelen van raketten. Eind 1934 werd de eerste proeflancering ondernomen op het eiland Borkum, een nieuw tijdperk van wapens was geboren,...

Von Braun zou hier in SS-uniform te zien zijn (tweede van rechts)
(Hij gaat grotendeels schuil achter Himmler, derde van rechts
Generalmajor Walter Dornberger (in uniform) loopt naast Himmler)

Om te mogen werken aan deze projecten en als leider van een staf, moest Wernher von Braun wel lid worden van de Nazi partij, de NSDAP, (al verklaarde Von Braun later dat hij geen actief politiek lid was). Later zou Von Braun 'gedwongen door Himler' ook lid geworden zijn van de SS, maar nooit het uniform hebben gedragen (ook al dook er later een foto op waarop Von Braun in zwart SS uniform te zien zou zijn). Dat Von Braun op de hoogte was van dwangarbeid en het onmenselijk behandelen van deze groepen, staat buiten kijf, hij heeft de Kohnstein bezocht bij Nordhausen waar de gevangenen in de bekende gestreepte pakken hun werk deden. Ook in Peenemünde waren zeer veel Russische, Franse en Poolse krijgsgevangen en dwangarbeiders en die daar in concentratiekampen waren ondergebracht.

Links een jonge Von Braun, rechts grensborden van de zones op Peenemünde

In 1935 besloten de Wehrmacht en de Luftwaffe de handen ineen te slaan en te gaan samenwerken op één terrein, welke gevonden werd op het eiland Usedom bij Peenemünde. De Luftwaffe betrok een gebied genaamd 'Werk West' voor het testen van de V1 en de Wehrmacht had het gebied 'Werk Ost' waar Von Braun zijn A4 raketten ging testen. In 1939 werd gestart met de bouw van 'Werks Süd', waar de Krachtcentrale, een zuurstoffabriek en ook proefstart plaatsen verrezen. Niemand kon zomaar van de ene zone naar de andere gaan, deze waren apart afgeschermd en bewaakt. In de tentoonstelling zijn twee borden te zien die gevonden zijn nabij de zone grenzen (Versuschstelle) (zie hierboven).

Prüfstand VII waar de testen en lanceringen met de A4/V2 werden ondernomen

In het gebied 'Werk Ost' werd naast kleinere zogenaamde 'Prüfstanden', testlokaties voor raketmotoren, een grote in 1942 in het noorden van Usedom aangelegd, Prüfstand VII. Deze testlokatie VII was ingericht om als lanceerterrein dienst te doen. Hier konden tevens raketmotoren tot 100 ton stuwkracht getest worden (de A4/V2 had een stuwkracht bij de start van 25 ton). Het terrein was omgeven met een 10 meter hoge zand dijk om de omgeving tegen explosies te beschermen en ter bescherming van zijwind. In een 35 meter hoge montage hal werden de raketten rechtop gezet en opgehangen in een verrijdbare toren die op rails naar de lanceerplek werd gereden. Om de raketmotor te testen werd deze voor 70 seconden op vol vermogen aangejaagd. Om de 2500° celcius hete gassen af te buigen, was er een zeven meter brede, en zes meter diepe geul van beton onder de raketmotor en werd er 500 liter water per seconde op het beton gespoten om dit te beschermen (het verrijden van de raket, het afvoeren van hete gassen en het koelen ervan, werd later op dezelfde manier door de NASA op Cape Canaveral in Florida gedaan). Na alle testen werd de raket vervolgens verplaatst naar een lanceertafel, waarover een verrijdbaar 'afdak' werd geplaatst. De raket werd afgetankt en, nadat de verrijdbare beschermingshut naar achteren was verplaatst, gelanceerd.

Een diorama van Prüfstand VII in een zijkamer van het museum
(voor een vergelijk, zie de foto hieronder)

Verklaringen voor Prüfstand VII: 1. een V2 op een Meillerwagen, 2. Testtoren,
3. Hete gassen afbeug geul, 4. Verrijdbare afdekhut voor V2,
5. Lanceertafel V2, 6. Observatie bunker

Van de Prüfstand VII is weinig tot niets bewaard gebleven, dan alleen wat brokken beton en de gassenafbuig goot. Het gebied is niet toegankelijk, en zelfs verboden gebied wat duidelijk wordt aangegeven doormiddel van borden op de hekken. Tevens wordt gewaarschuwd dat er nog explosieven zouden (kunnen) liggen,...

Voor het vervolg door de
tentoonstelling over Peenemünde,
klik hieronder,...