DUIKBOOTBASIS BREST
Franse haven voor Duitse U-Boten

Logo-emblemen voor 1. U Flottille en 9. U Flottille

BREST IN GEBRUIK

De haven van Brest werd bezet op 18 juni 1940 door de Duitse 5. Panzerdivision. De Britse troepen hadden er voor gezorgd dat de havenfaciliteiten merendeels waren vernietigd. Op 22 augustus arriveerde de U-65 als eerste U-Boot in Brest voor enkele reparaties. Na vijf dagen vertrok deze onderzeeër weer. Op 15 september 1940 werd de haven weer operationeel verklaard en begonnen de voorbereidingen om de haven aan te passen voor U-Boot flottieljes.

De duikbootbasis van Brest zou onderdak bieden aan twee flottieljes U-boten. 1. U (Weddigen) Flottille arriveerde vanuit Kiel in juni 1941 in Brest. In 1935, toen het werd opgericht, stond het vier maanden onder commando van Kpt. z. S Karl Dönitz (de latere admiraal). In Brest stond het onder commando van Korvettenkapitän Hans Cohausz. De eerste U-Boot die in Brest arriveerde van 1. U Flottille, op 27 juni 1941, was de U-204 (een VIIC). De eerste U-Boot die daadwerkelijk van een overdekt dok gebruik maakte was de U-372 die in september 1941 binnen liep.

Fris geschoren is deze bemanning van de U-203 gereed om Brest te verlaten

Van februari 1942 tot juli 1942 was het 1. U Flottille in Brest onder commando van Kptltn. Heinz Buchholz. Vervolgens nam Korvettenkapitän Werner Winter het bevel over, tot Brest viel in 1944 en hij krijgsgevangen werd genomen door de Geallieerden. Winter was verantwoordelijk voor 15 tot zinken gebrachte schepen (totaal 79,302 ton) toen hij nog, tot 1942, vanuit Lorient opereerde. Winter overleed op 9 september 1972 in Kiel.

(L); Korvkpt. Werner Winter, (R); Korvkpt. Heinrich Lehmann-Willenbrock

In november 1941 werd 9. U Flottille opgericht in Brest. Het 9. U Flottille stond eerst onder commando van Kptltn. Juergen Oesten en vervolgens onder onder commando van Korvettenkapitän Hans Cohausz. In mei 1942 werd het commando overgedragen aan Korvettenkapitän Heinrich Lehmann-Willenbrock. Deze laatste was verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van 24 schepen met een totaal gewicht aan 170,237 BRT. Zijn strijd met de U-96 vanuit Lorient zou later verfilmt worden in Das Boot.

De U-604, in het midden, is juist de haven van Brest binnengelopen
(Deze boot werd op 11 augustus 1943 tot zinken gebracht)

Op 1 augustus 1944 kwam het bevel van General George Patton,… ‘Take Brest’. Diegene aan wie het geadresseerd was, was Major-General Leonard T. Gerow, bevelhebber van het VIII Armycorps, onderdeel van de Third Army. Dit was makkelijker gezegd dan gedaan.

Een bidprentje voor de omgekomen Georg Ring op 17 september 1944 in Brest
Met dank aan Maurice Laarman en www.werkgroep-kriegsmarine.nl/

De Geallieerden wisten dat juist dit soort havensteden ware vestingen waren. Maar de aanval werd ingezet en met grote doorzetting en 10.000 man aan doden en gewonden aan Amerikaanse zijde, viel Brest op 18 september in Geallieerde handen. De volgende dag werd het schiereiland Crozon gezuiverd, waar de Duitse commandant Generalleutnant Berhard-Hermann Ramcke zich op terug getrokken had.

Korvettenkapitän Heinrich Lehmann-Willenbrock wist op 2 september 1944, ruim twee weken voor de Geallieerden Brest innamen, te ontsnappen in U-256 naar Bergen, Noorwegen, waar hij arriveerde op 18 oktober. In Bergen werd 9. U Flottille ontbonden en Lehmann-Willenbrock kreeg daar het bevel over 11. U Flottille. Lehmann-Willenbrock overleefde de oorlog (hij overleed op 18 april 1986).

Dit is dok nummer 4 zoals dat er tegenwoordig bij ligt.
Dit is het dok waarin U-415 werd gevonden
(Deze unieke foto: Peter D'Hondt)

Toen de basis in september 1944 in Geallieerde handen viel, bleek in Dok 4 nog een duikboot te liggen. Dit was de U-415 die op 14 juli 1944 op een mijn was gelopen die voor de duikbootbunker lag. De U-415 werd niet verder gerepareerd en later werd besloten deze duikboot te verschroten.

Boven de zuidwestelijke toegangsdeur werd later een MG-geschutsbunker gebouwd
(van de Duitse tekst boven de deur (DURCH KAMPF, ZUM SIEG) is niets meer te zien)

Rond de haven van Brest waren enorme batterijen met luchtafweergeschut. Ook de toegang tot het havengebied was beschermd door grote bunkers met verdragend geschut. Het geschut is niet meer aanwezig, maar er zijn nog voldoende sporen te vinden van de verdediging rond Brest.

Een Regelbau H 671 bij Fort Du Minou

Eén van de mooist gelegen kazematten complexen is te vinden iets ten oosten van Toulbroc’h, zo’n 6 kilometer ten westen van de U-Bootbunker van Brest. Om dit complex te bereiken kan men het beste de D 789 op gaan en de afslag ‘Route Du Minou’ nemen. Deze leidt rechtsreeks naar het complex.

De vuurtoren bij het Fort Du Minou

De kazematten liggen op een steenworp afstand van het oude fort Minou dat dateert van 1697. De huidige vuurtoren, die op een klif in zee staat, werd actief in 1848. Iets ten westen van het fort is de inham te vinden waar ooit één van de eerste trans-Atlantische onderwater telegraafkabels de zee inging.

De kleine vuurgeleidingsbunker

Twee Regelbau H 671 kazematten en een kleine vuurgeleidingsbunker (die tegen één van de H 671 kazematten aan ligt), liggen achter het fort in de klif en zijn goed bereikbaar. In het fort zelf is ook een grote commando bunker te zien. Helaas dat wij er waren was het fort gesloten, zodat we deze niet van dichtbij konden bekijken.

Links is de zware commando bunker te zien in het Fort Du Minou

En zo liggen er verschillende bunkers en kazematten in dit gebied. Veel zijn overwoekerd of zijn nog op grondgebied van de Franse defensie en daardoor onbereikbaar. Een voorbeeld van een onbereikbare kazemat is hieronder te zien. Deze ligt met enkele soortgenoten een paar kilometer naar het westen.

Brest vandaag

Tot op de dag van vandaag maakt de Franse marine gebruik van de U-Boot bunkers. Ook liggen hier de Franse Kernonderzeeërs, maar niet in de oude Duitse bunkers, want die zijn daarvoor veel te klein. Maar, zo kan het gebeuren dat er soms interessante zaken voorbijkomen in deze haven. In de zomer van 2008 was juist het vliegdekschip Clemenceau uit India teruggekeerd.

Het vliegdekschip Clemenceau in de haven van Brest

Het zou daar gesloopt worden, maar vanwege de hoge concentratie aan asbest, zo’n 700 ton, werd dit geweigerd, evenals door Egypte. Uiteindelijk werd een bedrijf, Abel, gevonden in Hartlepool, Engeland. Deze wilden het 32700 ton metende schip wel slopen. Voor 10 miljoen werd de opdracht aangenomen waarop de Clemenceau in 2009 vertrok voor haar laatste reis.

Een zeer opvallende verschijning die men in de haven van Brest kan tegen komen is de Franse BEM (Bâtiment d'Essais et de Mesures) Monge. Dit schip is één van de weinigen in de wereld dat gebruikt wordt voor telecommunicatie, ruimte onderzoek en geheime inlichtingenontvangst.

De BEM (Bâtiment d'Essais et de Mesures) Monge nadert Brest

De Monge is een klasse apart met al haar schotels aan dek. Het schip is speciaal wit geschilderd om de zon te reflecteren zodat de schotels vervormen of oververhit raken. De grootste schotel (die de naam ‘Normandie’ heeft gekregen) meet maar liefst 14,4 meter in doorsnee en is daarmee de grootste aan boord van een schip.

Op de volgende pagina meer aandacht voor Brest,
en dan met name de beruchte ontsnapping door het kanaal
van Duitse oorlogsbodems tijdens operatie Cerberus
(KLIK HIERONDER OP DE POSTZEGEL)