DUIKBOOTBASIS
LA ROCHELLE
STILLE GETUIGEN IN BETON

In oktober 1941 arriveerden de eerste U-Boten uit Kiel in La Pallice. Dit waren boten van 3. U Flottille. Er zouden vanuit La Pallice enkele U-Boot azen opereren, zoals Kapitänleutnant (kortweg ‘Herr Kaleun’ genoemd door de bemanning van een U-Boot) Peter-Erich Cremer (U-333), Kptltn. Heinz Franke (U-262), Kptltn. Siegfried von Forstner (U-402) en Kptltn. Heinz-Otto Schultze (U-432).

Kapitänleutnant Peter-Erich Cremer

Om aan te geven wat voor enorme afstanden een U-Boot maakte en hoelang men soms onderweg was, licht ik één patrouille van de U-333, een type VIIC, onder commando van Peter-Erich ‘Ali’ Cremer er even tussen uit. Op de tweede reis met de U-333 vanuit La Pallice, tussen 30 maart en 26 mei 1942, wist deze duikboot drie schepen tot zinken te brengen en één te beschadigen. Op 6 mei voer de U-333 ter hoogte van de Miami, Florida, direct onder de kust van de Verenigde Staten. Hier ontdekte de bemanning het onder Nederlandse vlag varende koopvaardijschip de Amazone. Om 09.35 uur werd het schip van 1294 ton aangeschoten met een torpedo aan de bakboordzijde en zonk binnen twee minuten. Van de 25 man aan boord kwamen er 14 om het leven en konden 11 overlevenden worden gered door de USS PC-484, een duikbootjager.

Het Nederlandse koopvaardijschip de Amazon in betere tijden

De U-333 mocht dan succesvol zijn in het tot zinken brengen van vijandelijke schepen, dit ging niet zonder slag of stoot. Op 6 oktober 1942 werd de boot dicht op de huid gezeten door het Britse marineschip de HMS Crocus. Naast enkele gewonden, waaronder Cremer, verloren drie man het leven tijdens dit gevecht. Na de ontsnapping nam het WO (Wachoffizier) Kptlt. Lorenz Kasch over van de U-107. De dokter van U-459 kwam aan boord om de gewonden te helpen. De U-333 kon op eigen kracht naar La Pallice terugkeren. Cremer moest drie maanden in het ziekenhuis blijven.

De U-333 zwaar beschadigd door de HMS Crocus

Peter-Erich Cremer wist met de U-333, dat als logo drie visjes op de toren droeg (zie foto hieronder), tijdens negen patrouilles acht schepen te treffen, waarvan zes zonken (totaal 26,873 ton) en twee beschadigd raakten (9,252 ton). De U-333 werd op 31 juli 1944 door dieptebommen van de HMS Starling tot zinken gebracht waarbij alle 45 opvarenden omkwamen, waaronder de commandant van dat moment, Kptltn. Hans Fiedler

De U-333 komt weer beschadigd thuis, nu met een gebroken periscoop
(op 18 november 1943 werd ze geramd door het Britse fregat HMS Exe)

Hoewel de Geallieerden overal Europa bevrijdden, zou de bevrijding van ‘Festung La Rochelle’ en daarmee de inname van de duikbootbasis, pas geschieden op 8 mei 1945. La Rochelle was in een vesting veranderd onder bevel van Vizeadmiral Ernst Schirlitz. Maar voor de Geallieerden La Pallice overnamen, was 3. U Flottille allang vertrokken uit deze haven naar Noorwegen. Dit was ook versneld vanwege de aanhoudende bombardementen. Na de Duitse overgave werd nog de U-Boot, een VIIC, U-766 aangetroffen in één van de dokken. Deze zou tot 1963 nog dienst doen als 09 Laubie in de Franse Marine.

De camouflage op de U-Bootbunker in La Pallice
Hieronder: vaag is nog de belettering waar te nemen

Niet alleen was de U-Bootbunker een doelwit voor de Geallieerde bommenwerpers. Eén van de bekendste doelwitten was het slagschip de Scharnhorst. Deze was speciaal overgebracht uit Brest vanwege de kwetsbaarheid in die haven waar dit schip, samen met het zusterschip Gneisenau en de Prinz Eugen regelmatig bezocht werden door bommenwerpers.

Boven; de Scharnhorst aan de buitenpier bij La Pallice
Hieronder zoals het onveranderd er nu nog steeds ligt

Op 21 juli 1941 was de Scharnhorst uit Brest vertrokken en dacht veiliger te zijn in La Pallice. Maar op 24 juli verschenen Geallieerde bommenwerpers en wisten het schip vijf maal te treffen waardoor het vier maanden in reparatie moest. Na deze reparatie werd het schip teruggehaald naar Brest. Hitler persoonlijk wilde de Scharnhorst, Gneisenau en de Prinz Eugen zo spoedig mogelijk naar Duitsland hebben vanwege een invasiedreiging door de Britten in Noorwegen. Met een gewaagde operatie (Ceberus) bij daglicht door het Kanaal moest dit in februari 1942 plaatsvinden.

Voor meer over Operatie Cerberus
KLIK HIER

Rond de U-Boot bunker liggen nog enkele goed bewaarde andere bunkers. Aan de noordzijde van het complex liggen twee opvallend zware bunkers. De eerste, direct tegenover de ‘toren’, op zo’n honderd meter, ligt de E-Bunker. Hierin was de hoofdtransformator ondergebracht.

De E-Bunker

Ongeveer 100 meter ten westen van de E-Bunker, ligt de zware Befehlsbunker. Direct daarachter ligt trouwens de Boulevard met de oude kade trappen, welke te zien zijn rechts op de foto hieronder, met aan weerzijden daarvan de nu afgesloten toegangswegen.

De Befehlsbunker

Iedere haven waar Duitsers gebruik van maakten waren beschermd door een verscheidenheid aan luchtverdedigingswapens en lange afstandsgeschut tegen vijandelijke schepen. De bescherming van de complexen in de haven van La Pallice waren daarop geen uitzondering. Rond de U-Boot dokken is weinig terug te vinden van deze bescherming. Des te meer is bewaard gebleven aan de zuid en westkust van het voor de kust liggende eiland île de Ré.

Op de volgende pagina gaan we een tolbrug over
en bezoeken het eiland île de Ré
(KLIK HIERONDER)