HET
NOORDOOSTEN VAN DE COTENTIN:
Op de komende pagina’s maken we een rondrit
in het noordoosten van de Cotentin. Hierbij volgen we in het begin de uitbraak naar het
noorden, naar Montebourg en Valognes vanuit de omgeving van Ste.Mère-Eglise. De gehele
tocht is ongeveer 150 kilometer en is te doen in een complete dag.
Op D-Day, 6 juni 1944, was het doel voor de Amerikanen op Utah Beach om een denkbeeldige
frontlijn in het noorden te hebben bereikt die liep vanaf Quinéville, Montebourg, Le Ham en
de oevers van de Merderet. Vanwege de chaos rond Ste.Mère-Eglise zou deze opdracht pas na
tien dagen zware strijd worden bereikt. Regimenten van de 82nd Airborne Division en de 4th
Infantry Division konden pas op 8 juni de eerste uitbraak richting het noorden aanvangen
vanuit de enclave Ste.Mère-Eglise.
Even ten noorden van Ste. Mère-Eglise, op de N 13,
werd deze Sturmgeschütz 40 op 7 juni uitgeschakeld met een 57mm kanon bediend door J. Atchley (die het DSC er
voor verdiende) (Atchley behoorde tot H Comp. 505th PIR, 82nd US Airborne Division)
Het 3rd Battalion, 505th PIR, 82nd Airborne Div. trok op rechts van de spoorlijn Carentan-Valognes
richting Magneville. 1st en 2nd Battalion, 4th Infantry Division startten respectievelijk rechts
en links rond Fresville. Om deze route globaal te maken met uw auto, verlaat U Ste.Mère-Eglise aan
de noordzijde, parallel aan de N 13. Na ongeveer 2 kilometer steekt u de snelweg N 13 over en ga
gelijk rechtsaf richting Fresville. De eerste noot die gekraakt moest worden was de Duitse verdediging
bij Neuville-au-Plain. In dit gebied lagen Duitse elementen van de 709- en de 243 infanterie divisions
plus onderdelen van het Sturm Bataljon AOK 7. Na drie aanvalspogingen konden de Duitsers
teruggedrongen worden uit Neuville-au-Plain. Hiertoe hadden de para’s steun gekregen van GI’s
van het 8th Regiment, 4th Infantry Division.
De Amerikaanse artillerie speelde
een zeer cruciale rol,..
Een M114 155 mm houwitser wordt in stelling gebracht
Op 9 juni werd de aanval verder voortgezet vanaf 06.30 uur. Na voorafgaand 45 minuten durende
artillerie bombardement trokken het 3rd en 2nd Battalion, 8th Regiment, 4th ID. tussen Fresville
en Grainville op richting Magneville. Het 1st Battalion, 8th Reg., rechts van Fresville, werd
vastgepind en kon lange tijd niet verder. De andere twee bataljons doorkruisen een weiland maar
bij een beekje lopen ook zij vast. Op links rukt het 2nd Battalion van 325 Glider Regiment, 82nd
Airborne Div. op.
Deze weten Le Ham te bereiken. Maar de ingegraven Duitsers ten oosten van dit dorp moeten eerst
aangepakt worden. Hiertoe leggen het 456th Field Artillery Battalion op 11 juni om 10.15uur een
barrage van een kwartier voor het 2nd Bat. onder een rookgordijn de aanval inzet. Maar de Duitsers
geven zich niet snel gewonnen en rond de middag moeten de para’s terug trekken. Maar tegen acht
uur in de avond weten de Amerikanen Le Ham in te nemen en hierbij de brug over de Merderet veilig
te stellen. Op 13 juni neemt het 359th Regiment, 90th Division de beveiliging over van de 82nd
Airborne Division.
Een 8 inch M1 Houwitser van een
Field Artillery Battalion wordt voortgetrokken door een
High Speed Tractor M4 richting Montebourg
Het 3rd Battalion 505th PIR bij Granville lag onderwijl op 9 juni constant onder zwaar Duits
vuur en kon niet uitbreken. Tegen de avond werd een twee uur durend artillerie bombardement gepland,
maar vanwege problemen met de aanvoer van de artillerie werd dit afgeblazen.
L en I Company, 3rd Battalion, 8th Reg. bereikten op 9 juni daadwerkelijk de oever van de beek,
maar het was te breed om over te steken. Maar I Comp. vond later een versmalling in de beek en
staken daar over. Ze leden verliezen maar wisten een gebied waar een grote hangaar stond in te
nemen en te consolideren in een boomgaard ten noorden daarvan. I. Comp. was daarmee geïsoleerd.
Maar hulp van L Company was onderweg en deze namen de hangaar in, maar konden daarna ook niet verder.
K Company, 3rd Battalion nam de rechterflank verdediging voor haar rekening.
De frontlijn (de witte lijn achter de spoorbaan)
op 11 juni 1944
Op 10 juni ging E Company op weg om de andere compagnieën te ondersteunen maar werden begroet
met Duitse granaten. De verliezen waren zwaar, 50 tot 60 man ging verloren plus alle mortieren en de
helft van de mitrailleurs. Aan het einde van de dag, rond 19.00 uur werden de Duitsers in
Magneville met hulp van twee pelotons Sherman tanks van Company A, 70 Tank Bat. omsingeld.
De Duitsers hadden dan wel 8,8cm kanonnen tot hun beschikking, maar moesten zich toch gewonnen geven
aan A Comp, 8th Reg. Er werden 100 Duitsers gevangen genomen en om 21.00 uur groeven de mannen
van A Comp zich in. 1st Battalion, 8th Reg. versterkten de rechterkant van Ecausseville om de
2nd en 3rd Battalion te beschermen.
Het zicht vanaf Le Ham richting
Cou d'argent
(een lastig gebied met verschillende beekjes en riviertjes)
Het
gebied rond Utah Beach en verder in de Cotentin wemelt van de monumenten. Rond ieder bocht kunt
u een gedenkteken verwachten, zoals bij een voormalig
vliegveld (Advanced Landing Ground) van de Geallieerde luchtmacht, of waar een soldaat is gesneuveld.
Onderstaand is zo'n plotselinge ontmoeting te zien.
Hier kwamen zeven 82nd Airborne paratroepers om het leven,
tevens de plek waar Sgt. William 'Bill' Tucker is bijgezet...
Ieder monument heeft een verhaal, zoals op deze plek, te vinden aan het landweggetje D214, vanaf Fresville en iets na Grainville
(ten noorden van St.-Mère-Église). Tijdens de gevechten om Grainville, op 8 juni 1944,
werden hier zeven paratroepers door Duits machinegeweer vuur
gedood. Allen behoorden tot I-Company, 505th PIR, 82nd Airborne Division. Het monument werd in 2004 onthuld. Op de zijkant
van het monument zit een aparte bronzen plaquette, waarop de naam William Tucker staat. William 'Bill' Tucker was
ten tijde een soldaat, maar later groepscommandant van I-Company, 505th PIR. Tucker ontmoette later de burgemeester
van Ste-Mère-Église, Alexandre Renaud en raakte bevriend met hem. Ieder jaar na de oorlog keerde Tucker terug naar Normandië. Hij was één van
de oprichters (82nd Airborne Division) C-47 Club 505th Veterans. Op 21 november 2008 overleed William 'Bill' Tucker. Zijn as werd, op zijn eigen
verzoek, bijgezet in Normandië, op de plek waar zeven van zijn kameraden omkwamen. De familie Tucker is nog steeds bevriend met de familie Renaud.
Aangekomen in Fresville gaat U naar Magneville. Hier gaat u linksaf,
over de spoorbaan, naar Le Ham, steeds de D 269 aanhouden. In Le Ham zelf is niets meer dat
aan de strijd herinnerd. Toch is het een dorpje dat de moeite waard is om te bezoeken.
Verschillende stroompjes, waaronder de Merderet, laten duidelijk zien hoe lastig dit terrein
is om te doorkruisen. Ook is de bosrand ten westen van Le Ham een duidelijke verdedigers
‘paradijs’. Een volgende obstakel dat later genomen moet worden.
De D 42 met de brug over
de Merderet even voorbij Le Ham
Keer terug richting Magneville. Als U de spoorbaan oversteekt
ga dan gelijk linksaf, over de D 510, naar Ecausseville. Als snel ziet u dan een grote hangaar opdoemen.
Dit is de hangaar waar het 8th Regiment, 4th Division zwaar om heeft gestreden.
De hangaar van
Ecausseville
De hangaar van de basis bij Ecausseville is één van de twee die hier ooit stonden. De basis
werd in 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog, ingericht door de Franse marine om luchtschepen in
te zetten om Geallieerde konvooien te beschermen tegen de Duitse duikboten. De eerste hangaar is
al lang geleden verdwenen, maar de tweede, die in 1919 gereed kwam, staat nog steeds. Sinds kort
is deze te bezoeken en men is druk bezig het in te richten als museum.
De hangaar van
Ecausseville na de inname door de Amerikanen
In de Tweede Wereldoorlog werd deze hangaar in gebruik genomen door de Duitse bezetter om er
materieel op te slaan dat onder andere gebruikt zou worden voor de bouw van de Atlantic Wal. Na
de landing door de Geallieerden op 6 juni, werd dit een doelwit voor de 4th Division als eerste
stap naar Montebourg. Op 10 juni, wanneer de hangaar in handen komt van het 8th Regiment, wordt
dit een uitvalsbasis richting Montebourg.
Als de omgeving veilig is gesteld wordt het terrein rond de hangaar een krijgsgevangenkamp om
Duitsers tijdelijk in onder te brengen en aan het werk te zetten. In de hangaar vindt ook het
onderhoud voor de Amerikaanse voertuigen onderdak. Monteurs van de 105th Battalion en
de 860th Ordnance Company hebben hier de ruimte om droog en windvrij te werken aan de
voertuigen. Tegenwoordig zijn nog duidelijke sporen in de vorm van cartoon figuren en
graffiti te zien op de muren.
Matthew Abbott uit Pennsylvania
had zijn plekje in 'bay no.7'
De gehele hangaar bestaat uit dunnen betonnen platen op een betonnen palenskelet van 150 meter lang,
32 meter hoog en 40 meter breed. Om de enorme deuren in bedwang te houden tegen de wind,
waren er contragewichten
aangebracht die weer op rails stonden om de deuren open te schuiven. Deze contragewichten hadden een
gewicht van dertig ton. Eén van deze gewichten is bewaard gebleven en is te vinden bij de toegang
tot de hangaar.
Eén van de bewaard gebleven
contragewichten van de deuren
In 1966 en 1967 werd een put gemaakt van vijf meter diep waarin de borgkabel voor een speciaal
luchtschip werd ondergebracht. Deze was bestemd voor de eerste proefnemingen aangaande een nucleaire
H-bom. Getuige onderstaande foto’s was dit luchtschip een grote jongen die maar net in de hangaar paste.
Boven, hoe een luchtschip maar
net in de hangaar paste
onder; de ruimte om de borgkabel in onder te brengen
Het museum is nog in opbouw, maar ook in deze staat heeft het iets unieks om te bezoeken.
Helaas zijn alle opschriften (nog) in het Frans. In april en mei is het geopend op maandag, woensdag,
donderdag en zondag van 14.00 tot 18.00 uur. In juni is het van de 1ste tot de 13de iedere
dag open van 10.00 tot 18.00 uur. Van 14 tot 30 juni alleen op zaterdag en zondag van 14.00
tot 18.00 uur. In juli en augustus iedere dag van 10.00 tot 19.00 uur. In september op maandag,
woensdag, donderdag en zondag van 14.00 tot 18.00 uur. In oktober alleen op zaterdag en zondag.
Het zijn een beetje vreemde openingstijden, dus wees daar bedacht op. De entree bedraagt
5 € en kinderen 2 € (tot acht jaar gratis). Heeft U een Normandië Pass dan krijgt u korting.
Vervolg Uw weg naar Ecausseville en dan via de D 420 door naar
Montebourg.
Voor dit vervolg naar Montebourg en naar Barfleur,
KLIK HIERONDER
|