Een ansichtkaart van Montebourg,... voor de oorlog
Hieronder,... na de oorlog,...
VAN MONTEBOURG
NAAR BARFLEUR:
De inwoners van Montebourg gaven op 6 juni 1944 de Geallieerden twee dagen om hun stad
te bevrijden. Maar na twee dagen kwamen er geen Amerikaanse soldaten in de stad, maar
regende het zware granaten die vanaf oorlogsschepen, voor de kust van Utah Beach lagen, werden afgeschoten.
Sommige inwoners vluchtten de bocage in, anderen kropen in stevige kelders van het
gemeentehuis, het postkantoor, etc. Voor sommigen duurde het twaalf dagen eer ze weer
naar buiten durfden, en wat ze zagen zou hun netvlies nooit meer verlaten.
Franse bevolking
zwaait de 4th Division uit die richting Montebourg gaat
Op 19 juni werden eindelijk de laatste Duitsers Montebourg uitgejaagd. Maar de kostprijs
was heftig geweest,… meer dan 90% van de stad lag in puin. De Amerikanen wisten niet wat
ze zagen toen zo’n 150 burgers uit de kelders van de ruines kwamen.
Het verwoeste Montebourg
(het standbeeld van Place Jeanne d'Arc is nu verplaatst)
De Duitsers onderwijl, voornamelijk troepen van de 243 Division, deden geen serieuze
tegenaanvallen, maar probeerden zoveel mogelijk de opmars van de Amerikanen te vertragen.
Iets ten noorden van Valognes, in het chateau Chiffrevast, was het hoofdkwartier van
generaal Von Schlieben die het commando voerde over de 243- en 709 Divisions. Hem was de
verdediging van Cherbourg opgedragen. Er werd een verdedigingslijn aangelegd tussen St.
Vaast-la-Hougue in het oosten en Vauville in het westen. Maar voor 21.000 Duitsers was
deze lijn veel te breed om te verdediging. Naast de divisies van Von Schlieben waren er
ook nog de 77- en 91 Divisions van Hellmich, die meer aan de westzijde opereerde. Deze
vier divisies vormden de restanten van het Duitse 84ste Korps.
De kerk Saint-Jacques
is geheel herbouwd
Montebourg werd na de oorlog geheel herbouwd. Het stratenplan veranderde niet, maar
de huizen werden gemoderniseerd. Het standbeeld op Place Jeanne
d’Arc werd verplaatst meer naar het noorden van de stad in een klein parkje.
De kerk Saint-Jacques vertoond nog steeds de sporen van
granaatinslagen voor diegene die daar oog voor heeft.
Sporen van granaatscherven in de muren
van Saint-Jacques
We verlaten Montebourg via de D 42 naar Quinéville. In Quinéville is kleine museum te vinden, het Memorial World War II Museum aan de Avenue de la Plage 18.
- Memorial World War II Museum -
Tot en met 2016 droeg het de
naam Musée de la Liberté. Maar het museum is overgegaan in nieuwe handen en sinds 14 april 2017
'Memorial World War II Museum'. Was in het voormalige museum, gebouwd rondom een voormalige
observatiebunker, geen vuurwapen te bekennen en draaide voornamelijk om de bezetting door de Duitsers en
hoe de bevolking hiermee omging, nu is het een ander verhaal.
Het 'Memorial World War II Museum' in Quinéville
In de verschillende vitrines zijn Duitse en
Amerikaanse zaken tentoongesteld, waaronder verschillende types wapens. Het enige dat bewaard is gebleven uit het
voormalige museum is het 'straatje' waarin de dagelijkse beslommeringen worden uitgebeeld tijdens de bezetting.
Een groot deel van de tentoonstelling wordt ingenomen door grote modellen van voertuigen en fraai aangeklede poppetjes
in diorama's. Tevens is er een kleine bioscoop met leren stoelen! waarin een doorsnee documentaire draait. De kosten
voor 2017 zijn €7.00. Ik moet eerlijk bekennen dat het museum niet in de schaduw kan staan van bijvoorbeeld het
Utah Beach Museum of het Airborne Museum in Ste-Mere-Eglise, maar mocht u in deze omgeving zijn, breng er een bezoek aan.
Wees er wel op bedacht dat in 2017 de voertaal alleen Frans was, er is geen Engelse uitleg te vinden, ook al heeft het museum
een Engels klinkende naam: 'Memorial World War II Museum'. Het is het meest noordelijke museum
van Utah Beach, het volgende noordelijkste museum is in Cherbourg te vinden
('Musée de la Libération' in Fort du Roule).
Er is geen ruimte voor voertuigen, maar de grote modellen zijn van hoog niveau
Na het (eventuele) bezoek aan het 'Memorial World War II Museum' in Quinéville, ga noordoostwaarst via de D 421 richting Le Bourg de Lestre, op het kruispunt kort na dit dorp, gaat u rechtsaf de D 14 op
richting Aumeville Lestre en Quettehou en rechtsaf naar St. Vaast-la-Hougue (een rit van zo'n 10 km na Quinéville).
St. Vaast-la-Hougue wordt binnengereden via de D 1. Rij de stad door naar de kust. Aan het einde
kunt u rechts naar Fort de la Hougue dat gelegen is aan het einde van een landtong.
Op de muren van de citadel staat prominent een Duitse 'pilbox'
bunker. Keer via de zelfde weg terug. Enkele honderden meters vanaf het fort, richting het noorden,
ziet u rechts een stukje Atlantic Wall met twee geïntegreerde ronde bunkertjes voor mitrailleurs.
Vervolg uw route over de D 1, de kustweg naar Réville.
Een stukje slim gebruikte waterkering als
Atlantic Wall
(aan de horizon Fort de la Hougue)
Aan het einde van de baai, in Réville, linksaf de D 328 op naar La Pernelle. Op de top van de
heuvel voor u, ziet u een kerk tegen de achterliggende hemel afgetekend. Dit is uw volgende doel.
Om er te komen, blijft u de D 328 volgen, naar boven toe. Als u bijna boven bent aangekomen, ziet u aan de
rechterkant van de weg een parkeerplaats. Deze kunt u nemen, om vervolgens via de trappen
langs de replica van de grot van Lourdes, naar de top te wandelen. Maar u kunt ook nog een stukje doorrijden en
boven, achter het restaurant, parkeren.
De replica grot van Lourdes
bij La Pernelle
Op de hoogte boven La Pernelle was een belangrijk vuurgeleiding observatorium gevestigd. Vanaf deze hoogte
is de gehele oostzijde van de Cotentin prachtig te overzien. Twee batterijen werden aangestuurd vanuit deze
positie. La Pernelle Batterie 1, Wn 144 FCP, door de Duitsers ook wel La Pinoterie genoemd, lag iets ten noorden
van deze positie, bij de steengroeve. Het bestond uit zes 10,5cm kanonnen ondergebracht in twee
types geschutskazematten, de H 650 en de H 671. De geschutsopeningen waren noordoost gericht,
richting Barfleur en waren dus ongeschikt om ingezet te worden tijdens de Geallieerde landingen op Utah Beach.
Een geschutskazemat van
La Pinoterie in de steengroeve
Boven, op het uitzichtpunt, wordt dit punt gedomineerd door een kerkje. Daarvoor ligt een overduidelijke
herinnering aan de oorlog, een stalen observatiekoepel. Er is een kleine uitloop naar een uitzichtpunt. Deze
is gesitueerd boven op een vuurgeleiding/observatiebunker. Normaal valt het niet op, maar als men over de
rand van het muurtje kijkt, dan ziet men het beton uit de oorlog en de onmiskenbare vorm.
Het uitzicht vanaf La Pernelle,
van Barfleur tot St.Vaast-la-Hougue
Op de achtergrond staan mensen, zonder het te weten, op een observatiebunker
(een blik over de rand (hieronder) toont de onmiskenbare vorm)
De andere geschutsopstelling aangestuurd door deze observatiepost, was Wn 149, of La Pernelle Batterie II,
ook wel door de Duitsers Essen genoemd. Deze bestond uit drie 17cm kanonnen op open emplacementen. Er
zouden H 679 kazematten voor worden gebouwd, maar de invasie verhinderde deze bouw. Het schoot op 6 juni op de
invasievloot, maar het was verre van accuraat. De vuurgeleiding moest plaatsvinden vanaf de hoogte bij La Pernelle
of vanaf een vooruitgeschoven post, want de batterij had geen eigen vuurgeleiding. Eén van de kanonnen was op
6 juni 1944 in Cherbourg voor reparatie aan schade die eerder tijdens een bombardement was aangericht.
De andere kanonnen werden door de Duitsers onklaar gemaakt toen de Geallieerden hun posities naderden.
Toen de Amerikanen oprukten werden de, oorspronkelijke Russische kanonnen, die bij Carteret stonden naar
La Pernelle gebracht om de Amerikanen te vertragen.
Er zijn weinig sporen van terug te vinden, maar een zeer opvallende radarpost was gevestigd achter in het veld
op de hoogte van La Pernelle. het betrof hier de zogenaamde Funk-Sende-Anlage (FuSan) van het type 724/725 Bernhard.
De Bernhard stond op rails en een onderstel van vier goederenwagons die weer op een ronde, 30 meter in diameter,
betonnen ring stonden. Het 27 meter grote en 100 ton wegende gevaarte werd zo rondgedraaid en was bedoeld als navigatie
instrument voor bijvoorbeeld Ju88 bommenwerpers en de nachtjagers zoals de Do335. Deze toestellen hadden de
FuG 120a Bernadine aan boord om de signalen op te vangen.
La Pernelle,
Funk-Sende-Anlage (FuSan) van het type 724/725 Bernhard
Keer nu terug op de D 328 en daal weer af. Ga linksaf de D 902 op naar Barfleur.
Barfleur is één van de leukste havenstadjes in dit gebied. Opvallend is de ietwat plompe kerk
aan het einde bij de haven. Dat vond Paul Signac ook, en deze mocht hier graag schilderen, waaronder
het kerkje. In het straatje achter de kerk is het woonhuis te vinden waar Signac enige tijd verbleef.
Het schilderij
van Paul Signac van de kerk van Barfleur
Vanuit Barfleur is het een paar kilometer naar Gatteville-le-Phare,
in het noorden. Dit is tevens de uiterste oostpunt van de Cotentin. Deze 'punt' wordt gedomineerd
door een prachtige hoge vuurtoren.
Zoals te verwachten valt zijn hier bunkers en kazematten te vinden. Dit is Stp152, Batterie Gatteville.
In vier H 679 kazematten waren 15,5cm K420(f) kanonnen ondergebracht. Tevens waren er zes open emplacementen waarop ook
15,5cm K420(f) stonden. Verder waren er verschillende manschap- en munitiebunkers in dit complex ondergebracht.
Enkele H 679 kazematten hebben moderne
rolluiken in de schietgaten
Stp152 werd bediend door een eenheid van de Duitse 7./Heeresküstenartillerie-Regiment1261. Op 21 juni 1944 werd het
complex ingenomen door het 24th Cavalry Reconnaissance Squadron, een onderdeel van de 4th Cavalry Group.
Het gehele complex ligt op privé terreinen maar is goed benaderbaar.
Duidelijk kwam de aanval van achteraf,...
(hieronder de situatie tegenwoordig)
Eén van de open emplacementen met een 15,5 cm K420 (f)
(hieronder één van de zes emplacementen)
Gatteville-le-Phare ligt aan de Pointe de Barfleur. Hier staat op Raz de Barfleur één van de hoogste
vuurtorens van Frankrijk. U kunt hem niet missen, uit iedere hoek domineert hij de horizon.
De vuurtoren is 75 meter hoog, en om de top te bereiken moet men 365 treden beklimmen.
De klim gaat langs 52 ramen en via twaalf verdiepingen (juist, de dagen, de weken en maanden van een jaar). De bouw
van de vuurtoren duurde van 1829 tot 1835. De huidige lichtstraal heeft een bereik van 56 kilometer en moet de schepen
naar Le Havre leiden. Dat hier een vuurtoren nodig is moge duidelijk zijn als u de rotsige, maar prachtige kust ziet.
Menig schip is verloren gegaan in dit gebied.
We vervolgen nu onze tocht via de noordelijke kustweg, de D 116
KLIK HIERONDER OP RAZ DE BARFLEUR
|