Wittmann trekt Villers-Bocage binnen
Bij de nadering van de grens van Villers-Bocage zag
Wittmann drie M3A3 Stuart tanks van de
Reconnaissance Troop, 4th CLY. Binnen de kortste keren waren
deze ook uitgeschakeld. Het lichte 37mm kanon en dunne pantser was geen partij
voor de 8,8cm van de Tiger. De middelste van de drie
brandde geheel uit.
Boven; de eerste door Wittmann
uitgeschakelde Stuart, de Calamity Jane II, wordt
bekeken door een Duitse officier. Onder; Nogmaals de M3A3
Calamity Jane II, nu met schuilende Britse
militairen (Wat is het verhaal achter deze
foto?)
Hieronder de middelste
uitgeschakelde M3A3 Stuart
(rechts is de Half Track nog zichtbaar van de medical officer)
Rue Georges Clemenceau, Toen
(juni, 1944) en Nu (2008) (links staat de derde door
Wittmann uitgeschakelde M3A3 Stuart)
Wittmann stuurde de Tiger nu de Rue Georges Clemenceau in. Hij moet
zich gerealiseerd hebben dat dit een gevaarlijke manoeuvre was. Want vanuit de zijstraten
kon hij tegenvuur verwachten. De doelen lagen echter te gemakkelijk voorhanden om die te
laten schieten. Het volgende slachtoffer was een M5 Half Track van 4th CLY medical officer.
Iets verder daarachter stonden de voertuigen van Regimental Headquarters (RHQ) Troop van
4th CLY. De eerste was de Cromwell tank van Major A. Carr, (de Second-in-Command). Deze gaf
opdracht de tank te keren. De Cromwell stond echter bekend om zijn moeizaam achteruit rijden
en zo werd de tank van Carr het volgende slachtoffer voor Wittmann. De verbindingsofficier, Lt.
Charles Pearce, die in een Scout Car achter Carr stond, maakte gebruik van dit moment om de colonne
te verlaten en snel terug te rijden door Villers-Bocage om hulp te halen bij B Squadron. Hij had een
Sherman Firefly nodig.
De uitgeschakelde Cromwell
(T187692) van Lt. John Cloudsley-Thompson
Wittmann reed ondertussen rustig de hoofdstraat van Villers-Bocage binnen
en bleef ieder voertuig van het RHQ Troop bestoken. De volgende Cromwell was de tank van Lt. John
Cloudsley-Thompson. Na de treffer wist de bemanning, die niet gewond was, de tank te verlaten onder
zwaar machinegeweervuur. Ze wisten zich te verstoppen en later de Britse linie te bereiken.
De uitgeschakelde Cromwell
(T187608) van Sergeant-Major Gerald Holloway
Het volgende doel voor Wittmann was weer een Cromwell, ditmaal
de T187608 van 4th CLY's Regimental Sergeant-Major Holloway. Holloway had nog opdracht
gegeven om de Cromwell achter een bocht te zetten, maar de ontzettende trage achteruit
van de tank brak hem op.
De Cromwell T187572 van Captain Pat Dyas zou de volgende worden als hij zijn
tank niet op tijd in een tuintje had weten te draaien. De Tiger van Wittmann rammelde aan
hem voorbij zonder de Cromwell in de tuin op te merken. Helaas kon Dyas zijn kanon niet
afschieten op de zijkant van Wittmann’s tank, want de schutter van Dyas was na een plasstop
niet teruggekeerd in de Cromwell. Toen de Tiger eenmaal voorbij was zette Dyas de ‘achtervolging’ in.
Dyas hoopte de zwakke achterzijde te kunnen raken van Wittmann’s Tiger.
De uitgeschakelde Sherman OP van
Major Dennis Wells (let op het houten 'kanon' vóór de Sherman)
Maar Wittmann wachtte niet op de Cromwell van Dyas en zette zijn
rit en zijn weg van destructie voort. De volgende was een Sherman OP (Observation Post)
van de K Battery, 5th Royal Horse Artillery. Wittmann liet twee pantserdoorborende granaten afschieten op de Sherman.
De eerste sloeg vlak voor de tank in de grond, de tweede sloeg in de koepel.
De enige die aan boord was van deze onfortuinlijke Sherman, was de bestuurder, Charles
'Jock' Rae. Toen deze via het ontsnappingsluik in de vloer van de Sherman naar buiten kwam, werd hij onder de knie getroffen
door rondvliegende scherven. Rae wist te ontkomen en werd aan het begin van Villers-Bocage opgevangen door de CLY's.
Dit type Sherman kon zo wie zo geen verweer bieden.
Bij de Sherman OP was namelijk, om meer ruimte te krijgen in de koepel, het kanon verwijderd
en vervangen voor een houten ‘kanonsloop’. Op de foto hierboven is het houten 'kanon'
vóór de Sherman te zien.
De uitgeschakelde OP Cromwell
(T187749) van Captain Paddy Victory
Vlak achter de Sherman OP bevond zich in de zijstraat, Rue Curie,
de 5th RHA Cromwell OP (T187749) van Captain Paddy Victory. Hij probeerde nog een neutrale draai
op de plaats te maken, maar een steen uit het wegdek zette zich vast tussen de track en het aandrijfwiel.
Omdat de Cromwell geen kant meer uit kon was een enkel schot van Wittmann voldoende om deze in brand te schieten.
Wittmann zijn Tiger kwam
niet verder dan ter hoogte van het Hotel toen hij beschoten
werd door de Firefly van Lockwood
Na de vernietiging van de Sherman OP was de hoofdstraat Rue Pasteur tot
aan het eind bij Place Jean d’Arc verlaten. Omdat de straat afliep kon Wittmann slecht zien wat
aan de horizon op hem afkwam. Zo kon de Sherman Firefly van Sergeant Stan Lockwood, van B Squadron,
zich positioneren en de Tiger op de korrel nemen. Lockwood observeerde door de rook en stof hoe het
enorme kanon van de Tiger de OP tanks doorboorde. Hij liet schieten op het bijna onzichtbare doel,
de mondingvlam van de Tiger. Door de rook van zijn eigen geschut en de stoftroep in de hoofdstraat was
niet te zien of het schot raak was. Lockwood schoot nogmaals en dacht een treffer te zien aan de voorzijde.
Wittmann kreeg in de gaten dat er van verderop op hem werd geschoten
en was niet te overmoedig om zijn ‘ochtendwandeling’ verder voort te zetten. Hij liet
zijn kanon twee schoten op de Sherman Firefly van Lockwood afvuren en gaf opdracht aan zijn
chauffeur terug te keren. Door het stof en de rook kwam opeens een Cromwell tank aangerold.
Captain Pat Dyas deed een poging
om Wittmann te stoppen
Captain Dyas dacht de zwakke achterzijde van de Tiger ieder moment door de rook op
te zien doemen. Tot zijn grote schrik zag hij plots het kanon van de Tiger door het stof verschijnen.
Dyas wist, volgens eigen zeggen, nog twee granaten af te schieten die beide afketsten. Het Duitse 8,8cm
kanon bulderde slechts eenmaal en de treffer op de Cromwell deed Dyas uit de koepel lanceren. Wonder boven
wonder raakte Dyas slechts licht gewond en wist later B Squadron te bereiken om zich te laten behandelen
aan zijn verwondingen.
Twee
panzergrenadiers steken een sigaret op bij de Cromwell van
Dyas (daarachter staat de Cromwell van RSM Holloway)
Hierboven nogmaals de Cromwell 'T187572' van Captain Pat Dyas
Wittmann liet zijn Tiger langs de brandende Britse voertuigen manoeuvreren
en naderde het kruispunt naar Tilly-sur-Seulles. In de korte periode dat Wittmann in
Villers-Bocage aan het werk was geweest had Sergeant Bray van de A Company,
1st Rifle Brigade, met enkele mannen een 6-pounder anti-tank kanon weten op te stellen. Toen
de Tiger uit de rook kwam aangerold vuurde de bemanning de 6-pounder af. Het schot trof de stalen
tracks waardoor de Tiger tot stilstand kwam. Het anti-tank kanon was veel te licht om het pantser
van de Tiger te kunnen doorboren, maar voor Wittmann en zijn bemanning bleek het toch het einde van
de rit. Vóór Wittmann besloot zijn mobiele bunker te verlaten liet hij alle wapens die hij tot zijn
beschikking had een enorme chaos aan vuurkracht, rook en stof veroorzaken. Met alleen
hun persoonlijke wapen wist de bemanning even later de Tiger te verlaten en ontsnapten ze zonder een
schram uit Villers-Bocage.
Wittmann (midden) met links Josef 'Sepp' Dietrich
en rechts Hermann Weiser bij Villers-Bocage na de strijd.
In de korte tijd die Wittmann en de Tiger hadden huis gehouden in en rond Villers-Bocage was de score enorm:
Bij ‘Point 213’ : 1 Cromwell IV en een Sherman Firefly (A Squadron, 4th CLY).
Op de route D 675 naar Villers-Bocage: 8 Half-tracks, 4 Carriers, 2 6-pounder anti-tank kanonnen
(A Company, 1st Rifle Brigade).
Binnenrijden van Villers-Bocage: 3 M3A3 Stuart V, 1 Half-track, 4 Cromwell IV, 1 Scout Car,
1 Carrier (RHQ Troop en Reconnaissance Troop).
In het centrum van Villers-Bocage: 1 Sherman OP en 1 Cromwell OP (5th RHA)
Het toegangshek van Château d’Orbois,
hoofdkwartier van de Panzer Lehr Division
(van het kasteel is vanaf de weg nagenoeg niets te zien)
De voettocht van Wittmann en zijn metgezellen bracht hen bij het hoofdkwartier van de Panzer Lehr Division,
dat in Château d’Orbois was gevestigd, zo’n 6 kilometer ten noorden van Villers-Bocage. Na hier rapport te hebben
uitgebracht kreeg Wittmann een lift terug naar ‘Point 213’.
Toen Wittmann terugkeerde bij 'Point 213' bleek dat de andere twee Tigers, de ‘221’ van SS-Ustuf.
Georg Hantusch en de ‘233’ van SS-Oscha. Jürgen Brandt, ook niet stilgezeten hadden. Hun score was
beduidend lager, twee Cromwell tanks, maar er stonden nog eens zeven Cromwells en twee Sherman
Fireflies van A Company, 4th CLY, langs de weg op ‘Point 213’ die geen kant op konden. Haar
bemanningen hadden merendeels dekking gezocht in de greppels en in de struiken.
Naast de zeven reguliere Cromwells van de 4th CLY, was er ook een 5th RHA Cromwell OP (T187796) tank.
Van de 1st Rifle Brigade waren er maar een 10 tot 15 soldaten en een groepje officieren die in de Half
tracks opgehaald waren vlak voor Wittmann zijn aanval inzette. Zo stonden er dus op ‘Point 213’ ook drie
Half tracks en drie Scout Cars waaronder die van de commandant van de 4th CLY, Lt-Col Lord Cranley.
Cranley ging in overleg met Major Wright, commandant van A Company, wat de beste opties waren.
Ze konden weinig anders doen dan de aanwezige tanks goed positioneren om dekking te geven aan de
aanwezige troepen. Verder moesten ze maar hopen dat er snel hulp zou komen van de 131st Infantry Brigade.
De eerste infanterie die op ‘Point 213’ arriveerde waren echter geen Britse infanteristen, maar Duitse
pantzergrenadiers van de Schwere SS-Panzer Abteilung 101. De Britten, ver in de minderheid, werden vervolgens
in een snelle actie overrompeld. Rond 11.00 uur werd er geen radiosignaal meer ontvangen van A Squadron vanaf
‘Point 213’. De meeste tanks en voertuigen waren onbeschadigd in Duitse handen gevallen.
Bij ‘Point 213’ was ondertussen ook de 1. Kompanie, Schwere SS-Panzer Abteilung 101 onder commando van
SS-Hauptsturmführer Rolf Möbius aangekomen met acht gevechtsklare Tiger tanks. Hiermee zouden de Duitsers
Villers-Bocage binnentrekken om de laatste Britse verzetshaarden op te ruimen.
Een deel van de Panzer Lehr Division onder commando van Gen.-Lt. Bayerlein was ondertussen bezig zich te
verplaatsen naar Villers-Bocage. Major Helmut Ritgen had 15 PzKpfw IV bij elkaar weten te sprokkelen.
Toen deze eenheid Villers-Bocage vanuit het noorden en noordwesten naderden, werden ze opgevangen door
anti-tank geschut. Panzer Lehr en de 1./s.SS-Pz.Abt. 101 trokken respectievelijk vanuit het noorden en
noordoosten op, ondersteund door panzergrenadiers en Waffen-SS. Vanuit het zuiden kwamen ook nog
voertuigen van 2. Panzer Division Villers-Bocage binnen.
Duitse tanks uitgeschakeld in Villers-Bocage
De straatgevechten die middag leverden voor de Britten zes Tigers op en (waarschijnlijk)
drie PzKpfw IV. Rond 16.00 uur hadden de Britten Villers-Bocage nog steeds deels in handen.
Maar de mortieren en artillerie granaten die de Duitsers de stad in schoten dreven de Britse
troepen langzaamaan naar het westen. Bij het treinstation werd A Company overlopen en een
compleet peloton werd gevangen genomen. Ook het hoofdkwartier van de 1st/7th Queen’s raakte
omsingeld.
Brigadier Hinde besloot dat de 22nd Armoured Brigade zich terug moest trekken uit Villers-Bocage
naar een overzichtelijkere positie dan in de nauwe straten van de stad. Onder een rookgordijn
en artilleriebeschieting door de K Battery, 5th Royal Horse Artillery, trokken de Britse troepen
zich uit de stad terug op de zogenaamde ‘Eiland Positie’, enkele kilometers ten westen van Villers-Bocage.
De verliezen waren ernstig voor de 7th Armoured Division. Aan manschappen waren er 378 gedood,
gewond of gevangen genomen. Naast de manschappen die uitgeschakeld waren tijdens de gevechten om
Villers-Bocage, ging ook zeer veel materiaal verloren. De 22nd Armoured Brigade verloor 20 Cromwell
tanks, 4 Sherman Fireflies en 3 M3A3 Stuart tanks. Verder gingen 28 andere voertuigen verloren,
zoals Half tracks, Universal Carriers, Scout cars ed. van verkenningseenheden.
Keer terug naar de biografie over Michael Wittmann KLIK HIER
BACK
|