- JAN JUTTE -
Een voortdurende speurtocht,...

- EMDEN -

De speurtocht door de 'International Tracking Service' in Bad Arolson, Duitsland had als resultaat opgeleverd dat men daar gevonden had dat Jan Jutte te werk was gesteld in Emden, zoals onderstaand brieffragment toont;

(Jan Jutte) was verzekerd bij de Hamburger Handels Maatschappij tussen 30 juni
1943 en een onbekend punt in de tijd, arbeider bij: 'Fritzen & Sohn', Emden....

Dus onze speurtocht ging verder terug in de tijd. De rit van Hamburg naar Emden nam enige uren in beslag, en wat zouden we daar nog kunnen aantreffen? Emden ligt aan de Eems, en is de meest westelijke havenstad van Duitsland. Het is de grootste stad van de regio Oost-Friesland en heeft bijna 50.000 inwoners. Tijdens de oorlog is de stad regelmatig doelwit geweest van Geallieerde bombardementen, en zouden daar nog sporen van terug te vinden zijn, of was de stad geheel herbouwd? Ik had wel even gesnuffeld naar wat er eventueel voor sporen te vinden waren, en dat bleken zogenaamde Luftschutzbunkers te zijn. Ik had een adres van zo'n gevaarte, en dat was dan ook onze eerste stop. Deze bleek in een moderne woonwijk en geheel ingebouwd in een cultureel centrum.

We gingen maar eens in het havengebied kijken, wie weet zagen we iets van 'Fritzen & Sohn', want er zou nog een bedrijf onder deze naam opereren. Nübel en Fritzen richtten in 1919 de’Emder Dampfer Compagnie Nübel & Fritzen AG’ op. Maar het bedrijf faalde in haar opzet vanwege voornamelijk dat beide eigenaren ideeën hadden die niet met elkaar strookten. Nübel dacht meer in ‘hout-bouw’ en Fritzen wilde liever in ijzer en staal denken. Hierop richtte Fritzen zijn eigen bedrijf op ‘Johs. Fritzen & Sohn’ (links is de bedrijfsvlag afgebeeld). Het bedrijf bleef bestaan vanaf 1923 tot 1979 (Nübel bleef ook in bedrijf als ‘Emder Dampfer Compagnie’). Het bedrijf van Fritzen floreerde en groeide, en kocht in 1929 ‘W.Kunstmann’ (Stettin) op en opende een kantoor een Berlijn. De rederijwerf was tijdens de Tweede Wereldoorlog in bedrijf, en had vanwege de grote drukte, verscheidene buitenlandse werknemers in dienst, waaronder dus Jan Jutte (een oud-buurman wist mij te vertellen dat vader Jutte een keer beschoten was geweest door een (Engels?) vliegtuig toen hij aan boord van één van de schepen was, en dit had grote indruk op hem gemaakt, want hij was zijn leven niet zeker op dat moment).


Aan het einde van de oorlog had de rederij Johs. Fritzen & Sohn geen schepen meer, deze waren ingeleverd, of gezonken. Het bedrijf probeerde het hoofd boven water te houden met handel en wandel in klein ijzerwaren. In 1948 was er voldoende geld om weer een schip aan te kopen, en groeide daarna als nooit tevoren. In 1955 werd een kantoor geopend in New York. In 1964 werd ‘Fritzen & Sohn’ overgenomen door ‘Thyssen-Bornemisza’, en was in bedrijf tot 1979. De oorspronkelijke rederij van Fritzen & Sohn bestaat niet meer, dit bedrijf staat nu bekend als 'Emder Schlepp Betrieb'.

We reden wat rond in Emden, en parkeerden onze auto nabij een enorme Luftschutzbunker, een bunker welke bestemd was voor de bevolking van Emden om in te schuilen bij een bombardement. Een bord op de gevel vertelde dat het nu een museum was, ‘Das Bunker Museum’. Ik nam wat foto’s van het hoge gevaarte, en moest even aan de kant stappen toen een jonge man aan kwam peddelen op zijn fiets. Hij zette de fiets tegen de bunker, en opende het ijzeren hek. Waarschijnlijk zag hij onze onderzoekende blikken en nodigde ons even binnen (het museum was nog gesloten, want het seizoen was nog niet begonnen). De jonge man stelde zich voor als Marten Klose, en vond het geen bezwaar als we even rondkeken in de tentoonstellingruimtes. We vertelden hem in het kort wat ons naar Emden had gebracht. Martin was gelijk belangstellend, want hij deed graag onderzoek naar deze episode van Emden.

Vanwege de gunstige ligging, werd Emden uiteraard ook door de Kriegsmarine gebruikt. De werven bouwden er tussen 1941 en 1944 30 U-Boten (onderzeeërs), waarvan 26 van het Type VIIC (U-331 tot U-350 en U-1101 tot 1106). Ook liepen er vier van het Type VIIC/41 (U-1107 tot 1110) van stapel. Hier werden ook enkele U-Boten uitgerust met een rubber ommanteling om de sonarsignalen te absorberen van de Geallieerde schepen. In augustus 1940 confisceerde de Kriegsmarine alle schepen, ook de haringvloot van Emden, om deze aan te passen voor de invasie op Groot Brittannië (de later afgeblazen Operatie Seelöwe).

Emden wordt vanwege de belangrijke haven met de werven en het spoornetwerk, in de oorlog 104 keer aangedaan door Geallieerde bommenwerpers. Het zwaarste bombardement welke Emden onderging werd op 6 september 1944 uitgevoerd door 181 bommenwerpers van No. 6 (Royal Canadian Air Force) Group en 8th (Pathfinder) Group. Als de aanvalsmacht op zo'n 50 kilometer van Terschelling aan komt vliegen, wordt het luchtalarm om 18.09 uur in bedrijf gesteld.

Emden nagenoeg verwoest,....

Binnen 18 minuten worden door 105 Halifax-en 76 Lancaster bommenwerpers 15.000 brisant-en brandbommen afgeworpen. In de 35 schuilbunkers verwachtten de inwoners van Emden dat hun historische stad geheel verwoest zou worden. Het was ook de koele opdracht aan de Canadese bemanningen: ‘Target 'Herring' (Emden) – destroy town'. Tijdens dit bombardement wordt dit doel voor 78% bereikt en komen 47 mensen om het leven (waaronder 6 dwangarbeiders). Naast de 3400 verwoeste en 1000 beschadigde woningen, is wellicht het meest schokkende voor de bevolking dat het gemeentehuis is verwoest in dit bombardement. Ieder bombardement had het weten te ontsnappen, maar deze verwoesting was voor vele inwoners de genadeklap, de oude binnenstad en het stadhuis in puin werkte traumatisch op velen.

Op 8 september 1944 nam een fotoverkenner van de RAF deze foto van Emden
(De gele pijl wijst naar het noorden)

Emden bleek na de oorlog één van de zwaarst getroffen steden, waarbij 409 mensen het leven lieten. Ook kwamen talrijke dwangarbeiders en Arbeidseinzats arbeiders om tijdens de bombardementen. In Emden waren er 6400 arbeiders te werk gestald, waarvan 3565 Nederlanders, 1131 Fransen, 750 Italianen, 653 Sovjetburgers, 145 Belgen, 114 Joegoslaven en 41 uit Polen.

De grootste Luftschutzbunker werd gebouwd aan de Emsmauerstraße

Om enige bescherming aan de bevolking van Emden te geven, werden er vanaf 1 november 1940, 35 Luftschutzbunkers en 141 schuilplaatsen tegen rondvliegende scherven gebouwd. Vanwege de drasse grond was het noodzakelijk de bunkers boven de grond te bouwen, (slechts drie bunkers werden als kelder ingericht). Op 14 juni 1941 was de eerste bunker, aan de Lienbahnstraße, gereed. In deze bunker konden 450 mensen schuilen. De grootste Luftschutzbunker werd gebouwd aan de Emsmauerstraße, waarin 1186 mensen een plek konden vinden. In deze bunker was ook de ruimte gevestigd voor de Burgemeester Renken nadat het stadhuis verwoest was. In totaal betaalde het Duitse Rijk 20 miljoen Mark voor de bouw van de bunkers in Emden. Zover bekend is geen enkele bunker zwaar beschadigd door bombardementen. Wel waren er vijf doden te betreuren bij een in aanbouw zijnde bunker in het stadsdeel Port Arthur/Transvaal, maar 145 mensen overleefden deze aanval op 23 juni 1942.

Het Bunkermuseum aan de Holzsägerstraße, Emden

- BUNKERMUSEUM EMDEN -

In maart 1994 werd een aanzet gegeven om van de oude Luftschutzbunker aan de Holzsägerstraße een museum te maken. De opening ervan zou samenvallen met de 50 jarige herdenking van het bombardement van 6 september 1944. De bunker waar het museum in is gevestigd, werd opgeleverd op 14 april 1942. Voor de bouw was bijna 3000 kubieke meter gewapend beton gebruikt. De buitenwanden hebben een dikte van 1.40 meter. De 18.35 meter hoge toren heeft een lengte van 14.06 meter en is 13,70 meter breed. In de toren zijn zes verdiepingen, met 28 kamers, en een kelder aangebracht. Er waren 276 bedden in geplaatst, en 84 mensen konden een zitplaats vinden om te schuilen. In de kelder was het ventilatiesysteem en de generator te vinden.

Twee van de 28 kamers in het Bunkermuseum

Tijdens de opening op 6 september 1994 kwamen er 5000 mensen de tentoonstelling bezichtigen. In de maanden daarna werd het museum verder aangepakt en uitgebreid met tentoonstellingen, dit werd mede mogelijk gemaakt dankzij hulp van verschillende particulieren en sponsors. Belangrijke hulp kwam ook van de Hogeschool Ostfriesland, de burgers van Borssum, en van de Osterburg school. Officieel werd het museum vervolgens geopend op 6 mei 1995, op de 50ste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hierbij waren verschillende Canadezen en vliegers aanwezig van squadrons welke Emden hadden gebombardeerd.

Het raadhuis van Emden voor en na het bombardement

Het raadhuis van Emden tijdens de herbouw
(zie bovenaan deze pagina hoe het er tegenwoordig uitziet)

En zo liepen wij op zaterdagavond op 20 april 2013 door de enorme bunker. Verbazingwekkend wat men in de tentoonstellingen allemaal laat zien. Natuurlijk veel over hoe de bevolking van Emden hoe die de oorlog beleefden onder de bombardementen, over de brandbestrijding, de Duitse propaganda, en het leed dat de mensen moesten ondergaan. En dan niet alleen de bevolking ook andere groepen. Van 21 oktober tot 22 december 1944 was bij Emden een satelliet kamp ingericht van het van concentratiekamp Neuengamme. In de twee maanden dat het kamp actief was, stierven er 188 gevangen. Naast aandacht voor deze zwarte periodes, is er ook aandacht in de tentoonstelling over de buitenlanders die hier werkten. Natuurlijk gaven we de ogen goed de kost of we op fotootjes mijn vader zouden herkennen, of dat we zijn naam zagen in de lijsten die achter het glas hingen. Helaas vonden we nergens zijn naam terug.

Hieronder zijn enkele adressen van interessante bunkers
die bewaard zijn gebleven in Emden.

1. Luftschutzbunker, Lienbahnstraße
2. Luftschutzbunker, Am Heiling Muhlenstraße
3. Luftschutzbunker, Katergang
4. Luftschutzbunker, Bahnhofsplatz
5. Luftschutzbunker, Nesserlander Straße Nord
6. Luftschutzbunker, Emsmauerstraße
7. Museumbunker, Holzsägerstraße
8. Luftschutzbunker, Nordertorstraße/Bollerkstraße
9. Luftschutzbunker, Hermann Rösing Straße
10. Hochbunker, Hamhuser Straße

Marten Klose, de vriendelijke beheerder van de Bunker, zei ons toe eens wat dieper wat in deze zaak te kruipen, want misschien dat hij nog wat kon vinden. Ik zou hem als hulp daarin een kopie van het Persoonsbewijs van mijn vader sturen. Ondanks dat we geen verdere tastbare zaken van mijn vader hadden gevonden, was het een meer dan geslaagde reis geweest. Niet alleen was Denemarken geslaagd geweest, maar Hamburg en Emden waren de kers op de taart geweest.

Voor hun hulp ben ik 'International Tracking Service' in Bad Arolson heel dankbaar, en ook Martin Klose verdient een pluim, dat hij zich ging inzetten of hij nog wat kon vinden (helaas zonder verdere resultaten bleek achteraf). Het was al meer dan geweldig dat wij buiten sluitingstijd even een blik mochten werpen in het Bunkermuseum.

- NA DE OORLOG -

'Op de Bon',... De distributie kaart van moeder Hiltje, uit 1945

Terwijl mijn vader nog in Duitsland 'zoek' was, probeerden de mensen uit zijn naaste omgeving in Friesland de naoorlogse draad weer op te pakken. Omdat men maar niets vernam van Jan Jutte, vermoedde iedereen dat hij niet meer terug zou komen. De blijdschap en opluchting was dan ook enorm toen dan eindelijk de verloren zoon weer in Friesland opdook. Hij nam zijn werk als smid weer ter hand, en daarmee was de oorlog voor hem afgedaan. Deze leefde natuurlijk nog wel enige tijd verder, want de wederopbouw vergde dat de broekriem aangetrokken bleef. Veel artikelen bleven nog lang gerantsoeneerd en alleen op de bon verkrijgbaar.

Vader Jutte heeft rust gevonden,...
(in de spiegel is Wietske te zien, die op tafel ligt)

Na terugkeer in Nederland werd de verkering met Hiltje Eekerk weer nieuw leven ingeblazen, en over de oorlog werd met geen woord gerept door mijn vader, behalve dan de zin, dat 'het heel erg was geweest'. Op zaterdag 30 augustus 1947 trouwden Jan (23) en Hiltje (21) in Baarderadeel. Op 12 februari 1948 wordt dochter Ymkje geboren, gevolgd door Wietske op 13 februari 1949. In 1956 wordt ik, Pieter, daar nog aan toegevoegd.