De DC-3 PH-ALP 'Pelikaan' van KLM,
in dienst tussen 1937 en 1940.
Verkocht op 2 juni 1940 aan KNILM en ontving de codering PK-AFV
In Bandung krijgt Pieter Cramerus te horen dat hij naar een
vliegschool in Australië kan vertrekken. Dit kan met de
DC-3 PK-AFV ’Pelikaan’ van de KNILM (Koninklijke
Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij).
Dit was een voormalig KLM toestel, de PH-ALP.
De DC-3 zal
gevlogen worden door, wellicht de beroemdste KLM piloot van
dat moment, Iwan Smirnoff (Ivan Vasilyevich Smirnov was een
Russiche aas uit de Eerste Wereldoorlog met 12 overwinningen
op zijn naam, die in Nederland zijn naam had aangepast tot
Iwan Smirnoff). In 1933 werd zijn naam definitief bijgeschreven in de
geschiedenisboeken toen gezagvoerder Smirnoff in recordtijd met de
Fokker F.XVIII, PH-AIP (toevallig ook 'Pelikaan' geheten) naar Batavia vloog.
Samen met tweede vlieger Piet Soer, Marconist C.H. van Breukering
en Boordwerktuigkundige J. Grosfeld vertrok het toestel op 18 december 1933
om op 22 december te arriveren. De terugvlucht was zelfs iets sneller,
en op 30 december 1933 stonden er 20.000 mensen op Schiphol te bemanning op te wachten.
Kerstvlucht 1933: Smirnoff (links) met zijn bemanning, Soer, Grosfeld en Breukering
En nu was Smirnoff werderom in Neerlands Indië. Smirnoff had al verschillende
evacuatievluchten uitgevoerd en voor hem was het een
zogenaamde ‘milk-run’. Naast Smirnoff zelf, zijn er nog 3
bemanningsleden, co-piloot Johan Hoffman, Boordwerktuigkundige
(BWK) Joop Blauw en radiotelegrafist Jo Muller. Verder zijn er
8 passagiers aan boord; naast Pieter Cramerus zijn dat
luchtmachtpiloot Daan Hendriksz, marinevlieger Dick Brinkman,
marinevlieger Heinrick Gerrits, KNILM leerling BWK Hendrick
van Romondt, sergeant vlieger Leon Vanderburg en als laatste
nog aan boord gekomen Maria van Tuyn en haar 1 jaar oude
zoontje Johannes. Haar man, een BWK van de luchtmacht is al in
Australie en wacht op het vliegveld van Broome. Om gewicht te
besparen waren er geen stoelen in de evacuatie kisten,
iedereen zat op de houten vloer. Naast de passagiers kreeg
Smirnoff ook nog een pakketje in zijn handen gedrukt door
stationschef Wisse met de mededeling er erg zuinig op te zijn,
bij aankomst in Australië zou iemand van de Australische Bank
het komen op halen. En zo vertrok, vanaf Andir bij Bandung, de
’Pelikaan’ rond 01.15 uur op 3 maart 1942, in een
hevige tropische regenbui met zware windstoten.
De route van de DC-3 PK-AFV
’Pelikaan’
In de ochtend, na zeven uur vliegen, als de DC-3
Broome nadert, krijgt de radiotelegrafist, John 'Jo' Muller,
te horen dat de landingsbaan 'all clear’ is.
Als de DC-3 op zo’n 80 kilometer van Broome is,
zien ze daarboven dikke rookwolken hangen. Er blijkt juist een
aanval geweest te zijn op Broome door negen Japanse Zero’s en
een Mitsubishi C5M2 commando-verkenner van 3e AG, afkomstig
vanaf Koepang, Timor. In de baai van Broome, Roebuck Bay,
liggen verschillende Nederlandse vliegboten
met evacués uit
Nederlands-Indië. De slachting is enorm en 51 mensen komen om,
waarvan verschillende nooit worden teruggevonden. Niet alleen
Nederlandse vliegtuigen worden slachtoffer van de Zero's, ook
andere Geallieerde toestellen in de baai en op het vliegveld van Broome gaan in
vlammen op. Een B-24 Liberator, juist vertrokken vanaf Broome,
stort in zee na een aanval van een Zero, slechts één zal de
crash overleven.
Eén Zero wordt op een spectaculaire wijze neergehaald door
de Nederlander Guus 'Gus' Winckel. Voor meer over de tragedie
van Broome en Winckel zijn daad: 'KLIK HIER'
Slechts negen A6M2 Model 21 Zero
jagers van de 3e AG waren verantwoordelijk voor de
slachting onder toestellen in de baai en het vliegveld van
Broome. Ook het neerschieten van de DC-3 PK-AFV
'Pelikaan' kwam voor hun rekening.
Drie Zero’s die dekking moesten geven aan de zes
aanvallende toestellen, zien in de DC-3 een makkelijke prooi
en beginnen hun aanval vanaf bakboord. De kogels ratelen door
de dunne aluminium huid en verwonden Smirnoff aan de arm en
heup. Smirnoff weet desondanks het toestel in een duikvlucht
te gooien achternagezeten door de Zero’s. Achterin de cabine
wordt Maria van Tuyn getroffen en raakt zwaar gewond. Sergeant
Leon Vanderburg grijpt haar kind, Johannes, en zoekt dekking
achter een lege brandstof tank. Hij probeert het kind met zijn
lichaam te beschermen maar wordt in zijn dij en heup getroffen
en het kind in z’n voetje. Een andere passagier, Daan
Hendrikz, is ook geraakt en buiten bewustzijn.
De bakboord motor wordt in brand geschoten en de bemanning
vreest dat de brandstoftanks snel door de vlammen bereikt zal
worden. Smirnoff besluit, uit angst voor een ontploffing, het
toestel zo snel mogelijk aan de grond te zetten. De beste
optie is een landing op het strand van Carnot Bay. Het
landingsgestel wordt op 60 meter hoogte neergelaten. Met een
klap slaat het stuurboordwiel kapot, wellicht aangeschoten
door Japanse kogels, en de machine zwiept naar rechts door de
branding en de brandende motor wordt zo geblust.
De 'Pelikaan' na de noodlanding en Ivan Vasilyevich
Smirnov (Iwan Smirnoff)
Terwijl iedereen uit de gestrande DC-3 probeert te komen,
openen de Zero’s wederom het vuur op het toestel. De
boordwerktuigkundige J.F.M. 'Joop' Blaauw wordt getroffen in
beide knieën als hij de deur opent van het vliegtuig. De
meeste passagiers en bemanning proberen te schuilen onder het
gestrande wrak of rennen naar de duinen. Nadat de Zero’s
richting Timor zijn vertrokken zendt Jo Muller via de radio
een SOS uit.
(www.poederbach.com 2012©)
In de duinen wordt een tent gebouwd van parachutes.
Onderwijl tracht Hendrick van Romondt, de post, het logboek en
andere zaken veilig te stellen, waaronder het 'kostbare'
pakketje. Tijdens het verlaten van de DC-3, wordt Van Romondt
getroffen door een golf en gaat het ‘mysterieuze’ pakketje in
de zee verloren. Smirnoff stuurt twee man, waaronder Cramerus, om te kijken of er
drinkwater in de buurt is te vinden, maar deze keren zonder
water terug. Maria Van Tuyn en Joop Blaauw overlijden die
avond aan hun verwondingen. Daan Hendriks overlijdt in de
ochtend van 4 maart. Die ochtend stuurt Smirnoff vier mannen,
Van Romondt, John 'Jo' Muller,
sergeant G.D. Dick Brinkman en luitenant Pieter Cramerus,
richting Broome. Cramerus, die gewond was aan zijn
schouder en hoofd verzet zijn pijn en gaat op pad met de
mannen, op zoek naar hulp. Al vrij snel raken de vier mannen opgesplitst tot twee man.
Het is een zware tocht, mede door gebrek aan drinkwater. Hierdoor raken de mannen gedesoriënteerd en
verdwalen in de wildernis. De
uitputting nabij worden de mannen na vier dagen gevonden en
opgevangen door een Aborignal die hen water en kangoeroevlees te
eten geeft. Cramerus is danig verbrand door de zon. Na het
oversteken van een kreek bleken zijn kleren en zijn schoenen verloren gegaan.
De Aboriginal stelt voor om de nacht door te brengen in de 'bush', en de volgende dag verder te trekken
naar Beagle Bay Mission.
Een andere Aboriginal, die het aangeschoten vliegtuig op het strand had zien neerkomen
na het luchtgevecht, was toen al naar Beagle Bay Mission gesneld om
dit te melden. Direct werd daar vandaan een reddingsploeg
samengesteld.
Nog een opname van de onfortuinlijke DC-3 PK-AFV
’Pelikaan’ (Let op de camouflage van het
toestel)
Op 6 maart worden vanuit twee RAAF Wirraways voedsel en
ingeblikte melk gedropt met het bericht dat een reddingsploeg
hen diezelfde avond nog zal bereiken. Om 03.00 uur op 7 maart
arriveert de reddingsploeg. Helaas komen deze te laat voor de
12 maanden oude baby Johannes Van Tuyn, deze is dan 3 dagen na
zijn eerste verjaardag overleden. In de ochtend verlaat de
gehele groep de plek van de crash om de 40 kilometer naar
Beagle Bay Mission te voet af te leggen. Twee dagen later
wordt iedereen daar vandaan per truck naar Broome gebracht.
(www.poederbach.com 2012©)
Als Smirnoff enige tijd later in Melbourne is, wordt hij
bezocht door de politie en iemand van The Commonwealth Bank.
Ze vragen hem naar het pakketje dat hem in vertrouwen was
gegeven. Hier krijgt hij te horen dat er voor honderdduizenden
dollars aan diamanten in verpakt zaten. Smirnoff kan niet meer
vertellen dan wat hij meegemaakt heeft en dat hij van een
eventuele waardevolle inhoud niets afweet. Maar daarmee is de
kous niet af.
'Diamond' Jack Palmer (derde van links)
De strandjutter Jack Palmer voer naar de locatie van het
wrak van de DC-3 en begon daar bruikbare zaken weg te halen.
Men gaat er van uit dat Palmer het pakketje heeft gevonden en
volgens verhalen heeft hij zijn buit gedeeld met vrienden en
Aboriginals. Een dikke maand later, in april 1942 meldt Palmer
zich bij de legerpost in Broome om zich te laten inschrijven
voor het leger. Hier geeft hij, in een zoutstrooier, een
aantal diamanten terug aan Major Clifford Gibson. De diamanten
gaan naar Perth en Palmer wordt gedwongen om de plek te wijzen
waar hij de zaak heeft gevonden. Ter plekke wordt niets meer
gevonden en worden alleen wat onderdelen van de DC-3
weggehaald. Palmer en zijn helpers komen in mei 1943 voor de
rechter, maar worden allen vrijgesproken. In latere jaren
worden hier en daar nog diamanten gevonden, maar het merendeel
blijft zoek. De honderdduizenden dollars (de waarde van toen)
aan ontbrekende diamanten zijn nu miljoenen waard.
PIETER CRAMERUS NAAR DE VERENIGDE
STATEN
Pieter Cramerus vertrok met de SS Mariposa en arriveert op 3 mei 1942 in San
Fransisco
De gehele 'diamanten' affaire gaat aan Pieter Cramerus
voorbij. In april 1942 vertrekt Cramerus vanuit Australië naar
San Fransisco, de Verenigde Staten met de SS Mariposa.
De SS Mariposa was tot december 1941 een luxe cruisschip
dat omgebouwd was tot een troepen transportschip. De
eindbestemming is Jackson, Mississippi, waar hij zijn
vliegopleiding voort zal zetten bij de Royal Netherlands
Military Flying School. Aan boord van de SS Mariposa is ook
Cornelis ‘Cees’ Kooy, welke later, net als Cramerus, bij het
322 Squadron zal dienen (meer daarover op de volgende pagina).
Hoe het Pieter Cramerus verder
verging: KLIK HIERONDER
GA TERUG
|