Maten onder
elkaar
Achteraan: Herman van Houten, Ben
Rouwhorst, Jan Boeier, Sjaak van de Wal Voorste rij: Jan
Visser, Huub Heinemans, Dirk Meinders en Pieter
Jutte
Tot slot wil ik nog even een paar mannen noemen die mijn
diensttijd er soms makkelijker op maakten, en dan weer
moeilijker. Had Jager Kikkert (toevallig was ook de bijnaam
van de Jagers; ‘De Kikkers’) de langste haren, Jan Aelrichs (uit Gouda?) was
zeker nummer twee in lengte van haar,… hij droeg ook nog eens
een volle baard. Jan had iets met de rockband Genesis en Frank
Zappa en was ‘gestudeerd’. Jan draaide onopvallend mee in het
geheel. Ik nam wel eens, als ik ging ontbijten, uit de eetzaal
boterhammen voor hem mee,… belegd met een plak kaas en vervolgens met aardbeienjam
bestreken.
Een soldaat uit de 'jaren 70', Jan Aelrichs altijd lachen door
zijn baard
(Jan is helaas overleden in 2003)
Tijdens het dollen onder elkaar rolde ik eens de brandslang
uit in de gang en trok op naar de kamer. Jan deed de deur op
een kier met in zijn hand een boek uit mijn kast. Met de
woorden; ‘die heb ik al uit, Jan’,… draaide ik de kraan open
en spoot Jan met boek en al de kamer door. Daarna moesten we
menig bed verschonen vanwege de wateroverlast. Op de laatste
dag gingen we naar de kapper. Want Jan liet zijn haar eraf
knippen. Ik nam de foto’s. Een kolonel in de salon werd razend
op deze vertoning,… het was Jan zijn kleine protest.
Ben Rouwhorst had schik om mijn
accent (ik om het zijne)
En dan was daar Ben Rouwhorst uit Limburg. Ben zat in een
andere groep van het 3de peloton. Hij deed iets met foto’s
bewerken in het burgerleven. Regelmatig kwam Ben even onze
kamer binnen en ging dan voor mijn kast staan en blikte op de
foto van mijn vriendin,… ‘even naar jou Corry kijken’. Met Ben
was het vaak schik hebben, zeker als hij een biertje had
genoten. Er waren nog een paar Limburgers in ons bataljon en
als die samen ‘hokten’, dan was er geen begrijpen aan. Vooral
als de paar uit Kerkrade in conclave gingen, het was een eigen
codetaal. Ben mocht graag lachen om mijn West-Fries accent.
Dan moest ik hem vertellen dat we naar de ‘skietbaan’ gingen
om te gaan ‘skieten’. Om er achteraan te voegen; ‘beter dan
‘skapen skeren in de skuur’, Ben!’
Ben Rouwhorst (links) terug van
het carnaval (nog aardig in de olie) (Rechts staat Jan
Visser)
Mijn TLV maat was Jan Visser. Jammer dat hij vaak afwezig
moest zijn vanwege huiselijke problemen. Vaak werd Jan uit het
veld gehaald door zijn vader. Toen ik eens met Jan Aelrichs
ontsnapt was uit het bivak om ergens iets te gaan eten (en
even naar huis te bellen), kwam Jan Visser binnen met een
sergeant-majoor. Jager Aelrichs werd betrapt en naar het bivak
gestuurd met de woorden dat HIJ er nog wel meer van zou horen.
Ik ontsnapte via een zijdeur omdat ik juist aan de telefoon
was die in een gangetje hing. Het dreigement aan Jan Aelrichs dat
hij er wel meer van zou horen, bleek achteraf loos alarm, en er werd nooit meer iets over vernomen.
Jan Visser was fan van ‘Smoky’ waar wij ‘rockers’
vaak lacherig over deden. Jan had ook last van afgrijselijke
zweetvoeten. In de pubtent die wij deelden zat ik dan met een
gasmasker op als Jan zijn kisten uit trok. Hij verdomde om het
buiten te doen. Ondanks dat hij een 'onbetrouwbaar' soldaat was,
kon ik het goed met hem vinden.
Jan Visser in Duitsland tijdens
Oefening Inter-Action (enkele uren later werd Jan weer
afgevoerd)
Uit Elst kwam Willem Hermsen. Hij woonde zo dichtbij dat
hij vaak thuis sliep. Wim mocht graag even buurten, want ik
was in het gelukkige bezit van een cassetteradio. Veel Deep
Purple en Black Sabbath bandjes dreunden door kamer 13. Samen
mochten we elkaar graag opgeven om wachtdiensten te draaien.
Zo duwden we elkaar in de nacht in Nekaf jeeps (we hadden geen
sleutel) over het parkeerterrein. Wim is de enige Jager (naast
Jan Boeier) die ik 25 jaar later jaren later weer eens
tegenkwam op mijn werk in het Zuiderzeemuseum.
Willem Hermsen
(let op het rode stof onder de jachthoorn op de baret, we zijn hier nog 'bol')
Degene die ik wel met enige regelmaat zie, is Jan Boeier.
Deze is woonachtig in Andijk, waar ik ook woon. Jan was in het
gelukkige bezit van een oranje Volkswagen Kever. Dit schepte
het voordeel dat ik heel vaak met hem kon meerijden. Eén keer
ging dit mis, toen Jan zich ziek moest melden en ik de trein
moest nemen. Jan zette zijn achterwiel eens ovaal tegen de
onverlichte rotonde in aanbouw bij Lelystad. Hobbelend dacht
Jan wel te kunnen doorrijden, maar het stuiteren hielden we
niet lang vol en wisselden toch maar de band.
Jan Boeier, Kenneth Gietel en Sjaak van de Wal
(tijdens oefening Inter-Action in Duitsland)
Ron Coppejans kwam uit Waddinxveen. Ron was de scherpschutter van de groep en
handig met zijn FAL (die hij enigszins had aangepast). Tevens
mocht hij mij graag helpen in het veld. Vooral vanwege dat we
vaak tijdens het reveille werden vergeten (hier was goed over nagedacht, onze 'schuilhut' hadden we extra goed gecamoufleerd). Wij lagen met de TLV altijd buiten het bivak vanwege dat de TLV een grote explosieve kracht naar achteren had. We hoorden de jongens dan blazend en mopperend voor de ochtendloop het bos ingaan, en wij draaiden ons dan nog even om.
In onze schuilhut wordt Ron Coppejans net wakker,...
Om de vijand tegen te werken stak Ron eens de tankbaan over
en deed zijn behoefte in de hei van Ermelo. We probeerden een
beeld voor ogen te krijgen toen in het ochtendgloren de
‘vijand’ tot de aanval overging,… of er één in deze booby-trap
is getrapt,… we zullen het nooit weten. In Duitsland werden we
krijgsgevangen gemaakt en smeet Ron nog snel even een
Thunderflash in een tank (zonder verdere gevolgen). Tijdens
een herhaling enkele jaren later, bij het Korps Mobiele
Colonnes, was Ron één van de weinigen van de 'oude hap' die ik
terug mocht zien (zie lager op deze pagina).
Ontberingen tijdens mijn
eerste bivak in januari 1977
Ik mocht nooit een bevordering tegemoet zien. Ik had een
kijker verloren in Duitsland, ik was uitermate slecht in sport
en was ziek tijdens onze beurt om de kernraketten te bewaken.
Verder deed ik gewoon mee en ook mijn best, want je deed het
met z’n allen. Soms deed ik wat meer, zoals het tekenen van de
tank van de maand, of mij opgeven voor piketwacht (gratis naar
de film). Ook sociaal droeg ik mijn steentje bij. Een andere
jongen ging er bijna aan onderdoor dat hij maar geen rode
streep kreeg (hij had altijd zo zijn best gedaan). Hij had met
iemand gesproken die huurlingen zocht om in Afrika te vechten.
Ik heb toen een gesprek aangevraagd met sergeant Jonk, omdat
ik voorzag dat deze aardige zachte jongen geen killer was en
het slachtoffer zou worden van zijn teleurstelling. Wat ik me
ervan kan herinneren, is dat hij alsnog zijn rode streep in
ontvangst mocht nemen.
Niet alleen lag de vijand onder vuur, ook onderling konden we soms elkaar wel schieten, zoals hier met sneeuwballen,...
Maar dat is waarschijnlijk ook een onderdeel van 'onder dienst zijn', het omgaan met teleurstellingen, en dan bedoel ik niet alleen de kou, dat valt onder ontberingen. Maar de teleurstelling in je collega's, je maten,... Het was niet altijd 'dikke vrienden'. Er werd enorm gestolen, en je moest daarop bedacht zijn. Ik had een scheerapparaat op batterij aangeschaft, want scheren in het veld onder het vriespunt was met een mes een pijnlijke gebeurtenis. Ik heb er één keer gebruik van kunnen maken, want het werd al snel uit mijn kast gestolen. Tijdens een nachtoefening kreeg ik zware steken bij mijn nieren, waarop ik naar het ziekenhuisje van kazerne De Wittenberg werd overgebracht. Gelukkig was het niets ernstigs en keerde de volgende dag in de middag terug op de Oranje Kazerne, waar ik moest constateren dat mijn ransel en pukkel nagnoeg leeggestolen op mijn bed lagen. Het ingediende rapport werd met 'RR' (Rekening Rijk) afgetekend, en met de opmerking van sergeant Jonk, 'Van je maten moet je het maar hebben',... Ook de vrijwillige aanbieding om als timmerman te helpen om in de kelder een bar te bouwen, eindigde in een deceptie. Van mijn meegebrachte gereedschap werd de helft geroofd, en niks 'RR'.
- Epiloog -
Op 24 februari 1978 zwaaide ik af en werd weer timmerman. Mijn
baas vond het beter dat ik 'achter de muur' ging. Dit
betekende dat ik mee ging werken aan de opbouw van het
'Buitenmuseum', behorende bij het Zuiderzeemuseum, in Enkhuizen.
Ron Coppejans (rechts) was de enige kamergenoot
die ik (links) tijdens de herhaling in februari 1983
terug zou zien
In stille hoop dat men mij na mijn diensttijd zou vergeten, bleek ijdele hoop. Ik kreeg een
herhalingoproep om mij voor veertien dagen in februari 1983 te melden bij het Korps Mobiele Colonnes (KMC),
op Crailo bij Hilversum. Met tegenzin heb ik mij daar gemeld.
De antieke voertuigen van het Korps Mobiele Colonnes
Het bleek dat wij één van de laatste teruggeroepenen
waren die bij dit onderdeel zouden dienen. Het KMC zou kort na ons worden opgeheven. Dit was geen wonder,...
Dit militaire brandweerkorps, dat ingezet zou moeten worden bij ernstige calamiteiten, liep op haar laatste benen.
De voertuigen waren geheel versleten, de brandpompen waren af, en de brandslangen waren onbetrouwbaar (menig klapte
uitelkaar tijdens oefenen). Na deze veertien dagen verloren moeite was het echt gedaan. Enkele jaren later kon ik mijn
plunjebaal voorgoed inleveren,...
Spectaculaire vuren moesten worden gedoofd,...
(tegen deze tijd was mijn vuur voor de herhaling zeker gedoofd)
- Nawoord -
In 2008 waren we in Saumur, Frankrijk. Daar in het
Tankmuseum staat een YP408. Deze staat open zodat een ieder erin
kan kruipen. Zo ook ik. Het rook nog precies als 'toen', zodat ik
mezelf direct terug kon verplaatsen naar 1977. We zouden nog enkele malen Saumur bezoeken, en ieder keer even de YP aandoen (de foto lager is uit 2014).
2008, de YP408 in Saumur,
Frankrijk
Ook zag ik het kleine luikje in de achterdeur. Dit bracht even
een rilling terug. Om het luikje te openen moest men aan een
canvaskoord trekken, waarop het luikje open viel. Maar al
doende leerden we dat een stevige klap op de beugel hetzelfde
effect had. Tijdens het denderen over een tankbaan gaf ik even
een klap op de beugel,… maar vergat mijn pink weg te halen.
Deze kwam knel tussen het scharnier en de deur. Mijn
schreeuwende brul moet menigeen de stuipen op het lijf hebben
gejaagd. De YP kwam hotsende tot stilstand, maar toen was ik
al buiten en wist niet waar ik het zoeken moest. Er kwam al
snel een hospik, maar die wist niet meer te bedenken dat wat
water erover. Mijn nagel was compleet als een hoedje los van
de vinger. De zaak werd wat dicht gebonden en de oefening ging
verder.
Het vermaledijde
luikje dat bijna mijn pink koste,...
Ik bleef ook in het veld om de oefening af te ronden, ondanks de gierende pijn in mijn
pink met een vooruitzicht op minstens een slapeloze nacht. Enkele weken later (de nagel was er toen al af en de ergste
pijn weg), kwam ik de bewuste hospik tegen. Hij bekende erg
geschrokken te zijn en vreesde dat de pink verbrijzeld was,
maar had dit niet hardop tegen een officier durven zeggen. Ik
kon hem wel aanvliegen om zulk dom gedrag.
1977, Harry Bezemer achter het stuur,...
ik geef een commando!
(Harry is overleden in 1980)
Tot zover een korte bloemlezing van mijn diensttijd. Er heeft zich veel meer afgespeeld,… maar zolang
bepaalde figuren nog in leven zijn, blijven die zaken achter gesloten deuren. De Minister van Defensie Ter
Beek heeft de dienstplicht opgeschort na de ‘val van de muur’. Nederland heeft nu een beroepsleger vol
met mensen die voor hun roeping hebben gekozen en waarvoor ik diep respect heb. Ik kijk terug met
gemengde gevoelens naar mijn veertien maanden ‘onder de wapenen’. Had ik het niet meegemaakt, dan
had ik niets gemist, maar nu ik het meegemaakt heb, ben ik blij dat ik het niet gemist heb.
Het heeft mij geleerd om respect te hebben en dat alle mensen gelijk zijn als ze terug gebracht
worden tot dezelfde graad in het zelfde uniform. Ik heb geleerd iemand te helpen, en dat je
ongevraagd hulp krijgt van een ander. Ik heb gelachen en gehuild (het eerste gelukkig meer dan
het laatste) om mijn eigen falen. Maar wat vooral bovenaan prijkt is het dagelijkse avontuur,
niet weten wat je te wachten staat. Was ik ‘toen’ beslist geen voorstander van de dienstplicht,
nu kijk ik daar anders tegen aan. Ik zie de maatschappij verharden, het respect is weg (wanneer
hoor je nog dat er iemand met U wordt aangesproken?). Iets in groepsverband opbouwen gebeurd weinig meer,
in groepsverband de zaak verwoesten, daar zijn we goed in geworden. Dienstplicht heeft mij niet slechter gemaakt,
maar heeft mijn leven verrijkt, al was het alleen maar dat ik buiten mijn eigen kleine wereldje opeens met
anderen (vreemden) iets moest opbouwen en tot een goed einde zien te brengen.
Pieter Jutte, 2014 (update 2022)
Even poseren in de YP408,... (Klik voor een blik aan de binnenzijde)
Nostalgie
Naar aanleiding van bovenstaande pagina's wist Frank Oosterboer mij te vinden. Hij is één van de twee
schrijvers, naast Michiel Hegener, van het zeer lezenswaardige boek 'Handboek Voor De Dienstplichtige Soldaat B.D.'.
Ook ik mocht mijn bescheiden 'avonturen' aan de schrijvers vertellen, welke hier en daar, samen met enkele foto's
uit mijn collectie, door het boek 'zweven'.
Niet alleen ben ik zeer verguld met mijn aanwezigheid, naast een kleine zestig andere geinterviewden, ook is
er een woord van dank naar Frank Oosterboer, vanwege dat hij bij machte was sommige van mijn verkleurde
foto's, negatieven en dia's weer tot 'leven' te wekken. Enkele van deze 'opgepimpte' foto's zijn ook terug te vinden op
de voorgaande pagina's. Op 5 november 2012 was de boekpresentatie in de Prins Mauritskazerne te Ede. Het eerste
exemplaar werd overhandigd aan lt-gen. Hans Couzy B.D. welke nog enkele woorden sprak ten aanzien van
de 'opgeschorte' dienstplicht en zijn zorgen aangaande het huidige defensiebeleid. Dit boek mag in geen enkele
boekenkast ontbreken van de ongeveer anderhalf miljoen voormalige (buiten)dienstplichtigen!
VOOR BESTELLEN: KLIK OP HET BOEK

Een boek van gehele andere orde, door haar 'hap-snap' indeling, is het in mei 2011 verschenen bladerboek
'Die Goeie Ouwe Diensttijd'. De schrijvers, Jack Botermans en Wim van Grinsven, hebben een boek
geschreven dat ook in geen enkele boekenkast van de voormalige
dientplichtige militair mag ontbreken. Een ieder die ooit verplicht 'onder de wapenen' is geweest zal zich herkennen in de
teksten vol van anekdotes en terug in de tijd worden meegevoerd via de afbeeldingen naar
'Die Goeie Ouwe Diensttijd'. Ik maak graag reclame voor dit boek, niet alleen vanwege de nostalgie
die mij aanspreekt (en U), ook het feit dat ik zelf een kleine bijdrage mocht leveren, is op zich al een reden om
het aan te schaffen.
VOOR BESTELLEN: KLIK OP HET BOEK

|