Foute Nederlanders,...
Opgegroeid met de boeken, documentaires en de films uit de
jaren zestig en zeventig, zag ik maar één ding; Er was een scheiding tussen goed (Geallieerden)
en slecht (Duitsers).
Nu, zeventig jaar na de oorlog, zien we de geschiedenis anders dan 70 jaar geleden. Onderhand zijn
we weer goede buren en spreken liever onderling niet, of bedekt, over die duistere periode. Maar we mogen ons hoofd
niet in het zand steken. Het blijft een feit dat de Nazi’s een verderfelijke dictatuur voor ogen hadden;
één Europa onder één leider. Om de doelstelling van de Nazi’s te bereiken moesten wel 'even' alle
buurlanden bezet en onder de knoet gebracht worden, om vervolgens de ‘verderfelijke’ bevolkingsgroepen
op transport te zetten. Om het één en ander te bewerkstelligen werd het enorme Duitse leger ingezet.
De 'keurtroepen' was de Waffen-SS, de Schutzstaffel.
Duitse propaganda in Nederland,...
bleek helaas effectief,...
In bezette landen werd er geronseld onder collaborateurs om
ook dienst te nemen in het Duitse leger. In Nederland traden er zo'n 22.000 toe aan het Duitse leger,
waarvan 7000 zouden omkomen, en dan met name aan het Oostfront.
De toelatingseisen voor
de SS waren streng, vooral in het begin. De naam SS alleen al moest afschrikken. En dat deed het
ook, want hun reputatie vloog hen vooruit en achtervolgde hen door de gehele oorlog heen. In Rusland
hielden de SS eenheden vreselijk huis.
De eerste 550 vrijwilligers (waarvan de helft NSB'er)
voor het Oostfront met generaal Hendrik Alexander Seyffardt. Deze groep vertrok op 26 juli 1941 naar
een opleidingskamp in Polen
(Foto: ANP)
Dat men door naïviteit zich toen aansloot bij het Duitse leger was en is niet nieuw, dat
gebeurde door de eeuwen heen al, zoals bij het Romeinse leger, en nog steeds kan een
‘buitenlander’ zich aansluiten bij het Franse Vreemdelingen Legioen ('huurling' worden is iets anders,
hun overtuiging is het geld dat het geeft). Gevoed door
onvrede, propaganda, goede vooruitzichten, strijden tegen het Bolsjewisme etc.,
sloten verscheidene Nederlanders zich aan bij het Duitse leger, en de SS. Deze keuze was niet
zozeer tegen andere landgenoten gericht, maar voelde voor deze mannen als een roeping. Maar
achteraf waren ze alleen goed genoeg als kanonvoer aan het Oostfront waar ze werden begraven.
Vandaar dat er maar weinigen liggen op Ysselsteyn. Eén van de weinigen is Wilhelmus Theodorus
Jacobus Peeters, geboren te Heerlen op 17-12-1925, was ingedeeld bij 34. SS Grenadier Division,
SS Freiwillige Grenadier Brigade und SS Grenadier Regiment I Landstorm Nederland. Waarschijnlijk
door zijn leeftijd naïef en onbezonnen toegetreden, deserteerde SS-Unterscharführer
Peeters, maar werd opgepakt en ter dood veroordeeld, welke werd uitgevoerd op 24 april 1945.
Jacobus Peeters ligt begraven in
Vak: CK, Rij 4, Graf 89.
Onwennig in het nieuwe uniform, maar nog steeds overtuigd
de goede beslissing genomen te hebben,...?
Ondanks zijn foute keuze om voor het Duitse leger te kiezen, heeft Albert Bakker (15-7-1923, Joure)
het geprobeerd het ‘goed te maken’.
Als SS-Grenadier van 7. Komp. II Bat. Regiment 84, probeerde Bakker, samen met Aaldert Bremer,
Hendrik van Santen en Barend Snoeck hun Gruppenführer te vermoorden. Het plan was dat men
zich daarna zou overgeven aan de Engelsen. Maar van je collega’s moet je het hebben, een andere
grenadier verraadde het plan, en Bakker werd opgepakt en, samen met zijn drie handlangers,
gefusilleerd in Wageningen op 9 maart 1945. Bakker werd oneervol begraven in Wageningen, maar
herbegraven in 1977 op Ysselsteyn.
Albert Bakker ligt begraven in
Vak: CA, Rij 7, Graf 163.
Top verrader, Anton Mussert (met hoed),
oprichter en leider van de NSB opgepakt
Gelijk met de bevrijding van Nederland, begonnen ook de vergeldingen. Zwarthandelaren, NSB-ers, landwachters en
leden van de Waffen-SS etc., werden opgepakt en in interneringskampen opgeborgen. Tussen de
120.000 en de 175.000 (de schattingen lopen ver uiteen, Dr. Lou de Jong hanteerde het aantal
van 150.000)verdwenen achter de deur en het prikkeldraad, van onder andere het voormalige
Duitse kamp Vught, Westerbork en de gevangenis van Scheveningen. In Scheveningen zaten onder
andere Anton Mussert, oprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland
(NSB), en door sympathisanten tussen 1942 tot mei 1945 gezien als de leider van Nederland en
Meinoud M. Rost van Tonningen voorman van het Nederlandse nationaalsocialisme die collaboreerde
met de Duitse bezetter.
Anton Mussert zijn bureaustoel is
nu te vinden in het Oorlogsmuseum te Overloon
De vernederingen die deze landverraders moesten ondergaan werd op
6 juni 1945 Van Tonningen teveel, deze sprong over een leuning van de eerste verdieping,
stortte op een harde vloer, en overleed aan zijn verwondingen (zijn lichaam werd in een massagraf begraven,
op de algemene begraafplaats in Den Haag).
Ligt Rost van Tonningen niet op Ysselsteyn, zijn zwager, Willem Johannes ‘Wim’ Heubel ligt er wel.
Heubel was de broer van Florentine Rost van Tonningen-Heubel (‘De Zwarte Weduwe’ die tot haar
dood haar man bleef verdedigen) ligt er wel. Heubel zette samen met Henk Feldmeijer de
lijfwacht groep op rond Anton Mussert, de Mussert Garde. Tijdens de gevechten rond Elst,
op 28 april 1945, tegen Canadezen, sneuvelde SS-Hauptsturmführer Heubel (34).
Links: SS-sturmmann Gerardus Mooyman
Dat Nederlandse SS’ers zich niet slechts als kanonvoer te laten opdienen voor het Rode leger,
bewees SS-Sturmmann Gerardus Leonardus Mooyman. Deze jonge (20 jaar) SS’er wist aan het Oostfront
in één dag 13 Russische tanks uit te schakelen. Hiervoor mocht hij het Eiserne Kreuz ontvangen.
Als dank voor bewezen diensten aan de vijand, werd Mooyman na de oorlog 6 jaar gevangen gezet in Marum.
Het heeft geen nut te zoeken naar het graf van Mooyman, deze ligt niet op Ysselsteyn.
Op de Veluwe, op het terrein van het militaire schietterrein ‘De Harskamp’, werden meer dan
4000 voormalige Nederlandse SS’ers opgesloten. En zo waren er door heel Nederland grote en
kleine interneringskampen waar Nederlanders, die voor de verkeerde kant hadden gekozen, waren
opgesloten. Van Kamp Vught zijn enkele overleden Nederlanders overgebracht naar Ysselsteyn,
waaronder een man van 80 en een baby van 1 dag oud.
Niet alleen liggen er militairen op Ysselsteyn begraven. Ook zogenaamde ‘foute’ Nederlanders.
Dat ik ‘foute’ tussen aanhalingstekens schrijf komt omdat ik de titel ‘fout’ in dit verband te
mild vind. Dat men sympathie op kan brengen voor een bezettende macht in het land dat je je
Moederland noemt, is en blijft iets onbegrijpelijks. Dat men uit angst voor represailles, het
oppakken van familie en dergelijke, zich aanmeldt voor de Arbeitseinsatz, daar kan ik begrip voor
opbrengen, want niet iedereen is een ‘held’. Dappere landgenoten verstopten onderduikers,
deden illegale praktijken ondergronds, zoals krantjes drukken en verspreidden, wapendroppingen
opvangen, overvallen plegen op distributiekantoren, etc. Daartegenover stonden ‘Nederlanders’
die er juist niet voor terug deinsden om de Duitse bezetter te helpen om juist het Verzet
in Nederland te ondermijnen en aan te geven.
Eén van deze figuren ligt begraven op Ysselsteyn, wat op mij als schandalig overkomt.
Het betreft hier Jannes Luitje Keijer. Keijer werd in Groningen geboren op 3 mei 1895.
Als lid van de Germaanse SS was onderluitenant Keijer aangesteld als de opvolger van de,
vermoorde Anne Jannes Elsinga, Chef Bijzondere Recherche te Groningen. Keijer nam ‘NSB’er’
Cor Stolwijk in vertrouwen dat hij sporen van ondergedoken militairen had ontdekt, allen
rond Bedum. Maar Stolwijk was in werkelijkheid een spion, en gaf de informatie door aan het
Verzet. Het Verzet vond dat Keijer te gevaarlijk werd, en deze moest geliquideerd worden.
Op zaterdagavond 22 april 1944 stonden de verzetsmannen Michael Henrich en Willem te Lindert
bij het station te wachten op Keijer. Als deze, na zijn laatste bezoek aan Stolwijk, bij het
station komt, wordt hij door beide mannen neergeschoten. Ondanks dat Keijer naar het ziekenhuis
in Groningen werd gebracht, overlijdt hij daar aan zijn verwondingen, 10 kogels in de buikstreek.
De begrafenis van Jannes Keijer,...
(draait de man in de regenjas expres zijn rug naar koets,..?)
Na de aanslag op Keijer werden door de bezetter direct represailles, op 24 en 25 april,
uitgevoerd. Het eerste slachtoffer is de aannemer J.W. Formsma uit Bedum die door de
SD werd vermoord. Vervolgens werden tijdens een razzia’s, door zo’n 1000 militairen op 25
april, geleid door Hauptsturmführer Friedrich Bellmer, door de SD (Sicherheitsdienst),
Feldgendarmerie en de Grüne Polizei,honderden mannen opgepakt. Verder werden
in Zuidwolde, Kees Bos, Jan Reinder Visser, Jan Kornelis Dwarshuis en Klaas Havinga doodgeschoten.
Na selectie werden 148 jonge kerels gearresteerd. De keuze werd gemaakt op mannen tussen de 18
en 25 jaar uit de dorpen Winsum, Middelstum, Bedum en Zuidwolde. Toch zaten tussen de 148
aangehouden mannen ook die niet uit de genoemde dorpen kwamen, maar toevallig passagier waren
in een bus op doortocht. Meindert Jager, ondergebraht in Hotel Til in Winsum, was één van
deze passagiers, die gewezen werd op een kamer waar hij zich moest melden, maar De Jager
nam een verkeerde deur en stapte naar buiten en vluchte naar huis. Onderwijl schoot de SD
in Middelstum de onderwijzer Hendrik Heys dood in de deuropening, waarschijnlijk uit
frustratie omdat het beoogde slachtoffer, de Huizinger dominee H.L. Lieve, niet thuis was.
Afgevoerd naar Groningen, werden acht mannen na telling vrijgelaten, maar de overige 140 werden
op transport gezet naar Kamp Amersfoort, en vandaar in juli 1944 door naar Duitsland voor dwangarbeid.
De daders van de de aanslag op Keijer, Henrich en Te Lindert ontsprongen de dans en werden nooit gepakt.
Tweeëntwintig van de opgepakte kerels zouden niet meer terugkeren.
In Bedum is een plaquette aan het voormalige hotel Krijthe aangebracht ter nagedachtenis aan deze mannen.
Men kan achteraf vraagtekens plaatsen bij de aanslag door het Verzet op Keijer, vanwege de
vreselijke represailles die door de Duitsers werden uitgevoerd, maar dat een man als Keijer
begraven ligt op Ysselsteyn is mij een raadsel (mede hierdoor, geef ik geen plaatsbepaling
van het graf van Keijer).
(Bron: http://groningergijzelaars.nl/doc/1/over-de-razzia)
Wiedergutmachung,...?
Links: Karl-Heinz Rosch
Tot slot van deze kleine bloemlezing aan begraven slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog,
te Ysselsteyn, het graf van Karl-Heinz Rosch. Rosch was op 3 oktober 1944, 18 jaar geworden,
en zal dit klein gevierd hebben met vijf andere jonge soldaten die ingekwartierd waren in de
boerderij van Kilsdonk in Goirle. Deze kleine eenheid had de verantwoordelijkheid voor een
kanon nabij deze boerderij. Op 6 oktober, drie dagen na zijn verjaardag, sloegen plots
mortiergranaten rond de boerderij en het Duitse kanon. Terwijl de anderen richting het kanon
renden, rende Karl Heinz Rosch, zelf een ongewenst kind, op twee spelende kinderen af, Jan
en Toos Van Kilsdonk, pikte ze op en rende naar de wachtende moeder in de deuropening van
de boerderij, waar hij ze overhandigde. Karl-Heinz wilde zich daarna snel voegen bij zijn
kameraden, en rende weer terug. Terwijl hij zijn neergegooide geweer oppakte, om zijn
handen vrij te hebben om de kinderen onder zijn armen te nemen, plofte een mortier zo
dicht op de jonge Rosch, dat zijn lichaam uit elkaar werd gereten. De resten werden bij
de boerderij begraven, tot het werd herbegraven op Ysselsteyn
(Vak: BF, Rij: 10, Graf: 238).
Op 4 november 2008 werd een standbeeldje onthuld in een tuin op de hoek van de Dorpstraat
en de Beatrixstraat in Riel. Dit bracht hier en daar onrust onder de bevolking,
want Karl-Heinz Rosch was afgebeeld in uniform en met de ‘stahlhelm’ op het hoofd.
Velen vonden het ongepast, en de gemeente wilde er dan ook geen grond of ruimte voor
afstaan, zodoende dat het nu op privé terrein staat.
Om terug te keren naar de
index van Strijdbewijs:
KLIK HIERONDER
|