Concentratiekamp
- BUCHENWALD -
--------------------------

De toegangspoort van Concentratiekamp Buchenwald

VOORWOORD
'Het Kwaad Schiet Wortel'

Het eerste concentratiekamp werd begin maart 1933 ingericht, op initiatief van de regering van Thüringen, onder leiding van Nazi Gauleiter Fritz Sauckel, bij het dorp Nohra, een paar kilometer ten westen van Weimar. Tevens werd in diezelfde maand een permanent kamp door de SS ingericht in Dachau, nabij München. De meeste kampen die in deze periode werden ingericht bestonden soms maar korte tijd, dit kwam mede doordat het niet geheel altijd duidelijk was wat hun doel in de toekomst zou kunnen worden. De kampen werden opgericht om vooral personen die een direct gevaar vormden voor de publieke veiligheid, in ‘preventieve bewaring’ te stellen. Personen die tegen het opkomende regime protesteerden werden opgesloten, ook illegale praktijken, zoals verzet door arbeiders, werden door de dreiging van de kampen de kop ingedrukt. Ook nadat de ‘rust’ door de kampen was opgetreden, besloot Hitler de kampen niet van de hand te doen, in tegendeel, de nieuw opgerichte geheime staatspolitie, de Gestapo, kreeg meer vrijheid om vijanden van de staat op te blijven sporen.

Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich

In juni 1936 begon de leider van de Schutzstaffel (SS), Heinrich Himmler samen met de leider van de Sicherheitsdienst (SD), Reinhard Heydrich te werken aan een plan om de politie samen met de SS te laten samenwerken. De reorganisatie zag het ontstaan van een nieuwe politiedienst, de Ordnungspolizei (Orpo) onder leiding van Kurt Daluege en de Geheime Staatspolizei (Gestapo) onder Heydrich. Het machtsblok werd gestructureerd met aan de basis de SS, ooit de paramilitaire afdeling van de NSDAP, voortgekomen uit de lijfwacht van Hitler, en daarbij een nieuw type concentratiekamp. De SS afdeling voor de concentratiekampen kregen de afschrikwekkende naam ‘SS Totenkopf’ eskader. In de loop van 1936-’37 werden de kleine kampen afgebouwd en werden er grotere, naar het model van Dachau, geconstrueerd. In 1936 werd Sachsenhausen concentratiekamp geopend door de SS, ter vervanging van Oranienburg nabij Berlijn. In 1937 werd gestart met de bouw van het Buchenwald concentratiekamp.

Kurt Daluege, Fritz Sauckel en Theodor Eicke

Het kamp bij Nohra bestond slechts korte tijd en werd vervangen voor een kamp bij Bad Sulza, ten oosten van Weimar. Op 1 april 1936 werd het overgedragen aan de SS en waarin tussen de 130 en 160 gevangen zaten tot 1937, toen het werd aangewezen voor sluiting vanwege het stopzetten van de subsidies. Op 20 mei 1936 ontmoette de inspecteur van de concentratiekampen, de leider van SS ‘Totenkopf’ eskader Theodor Eicke, Reichsstatthalter Fritz Sauckel van Thüringen die als initiatiefnemer van de kampen rond Weimar graag een groot kamp wilde hebben. Hiertoe werd een plan bedacht om het concentratiekamp in kasteel Lichtenburg te verplaatsen naar Prettin en het Tweede SS “Totenkopf’ bataljon over te plaatsen naar Thüringen. Himmler ging akkoord met het idee en Sauckel kreeg de leiding tot de bouw van een modern concentratiekamp waarin drieduizend gevangen konden worden ondergebracht.

Hoe Buchenwald ten opzicht van Weimar ligt

Er gingen vier maanden voorbij, voor het Thuringse ministerie het hoofd van het politiedepartement voor het gebied van Thuringen, Hellmuth Gommelich, de opdracht kreeg een geschikte locatie te vinden. Op 27 oktober 1936 schreef Eicke gefrustreerd zijn plannen voor een kamp waarin tussen de drie-en zesduizend gevangen ruimte moesten vinden, en dat er een gebied gevonden moest worden van tenminste zestig hectares. Er werd door Eicke en Gommelich ten noorden van Weimar naar een gebied gezocht van 75 hectaren voor het kamp met in het achterhoofd een werkterrein voor de gevangen om ‘agrarisch’ werk te verrichten. Uiteindelijk viel de keus op een gebied dat bekend stond als Ettersberg, welke ooit de jachtgronden van de graven van Saxony-Weimar waren, waar schrijvers en artiesten hun opwachting maakten bij de Gravin Anna Amalia en later populair werd bij dagjesmensen.

De bouw van Buchenwald vangt aan,...

In Buchenwald zou dus ‘K.L. Ettersberg’ (K.L. = Konzentrationslager) verijzen, en daar wrong gelijk een schoen. De ‘NS Culturele Commune’ kwam in opstand tegen de naam vanwege dat de naam synoniem stond voor haar klassieke geschiedenis. Op 24 juli 1937 ontving Himmler over de kwestie een brief van Eicke die als voorstel het kamp ‘K.L Hochwald, Post Weimar’ te noemen. Himmler had begrip voor het protest, en op 27 juli kon kampcommandant Karl Koch aan Gommelich berichten dat het kamp nu officieel ‘K.L. Buchenwald, Post Weimar’ zou gaan heten.

Buchenwald aan het einde van de oorlog,
boven de barakken, onder de SS onderkomens (in hoefijzervorm)

De SS begon met de bouw van enkele barakken aan de noordzijde van de heuvel, de Ettersberg. Op 15 juli 1937 kwamen de eerste 149 gevangenen aan vanuit Sachsenhausen K.Z. en werd daadwerkelijk begonnen met de bouw van het kamp. In de weken die volgenden kwamen meer gevangenen vanuit te sluiten kampen Sachsenburg en Lichtenburg. Bij aankomst werden de gevangenen ontdaan van hun naam en kregen een nummer. Hun kleren werden omgeruild voor de gestreepte ‘pyjama’ en voorzien van een merkteken waarin te herkennen was ‘wat hun misdaad’ was,… politieke gevangene, asocialen, Joden, communisten, etc. Dat de omstandigheden toen al zwaar waren en er gevangenen overleden, blijkt uit een schrijven van de burgemeester van Weimar, op 29 juli 1937, als deze een verzoek honoreert van de kamp commandant om overleden gevangenen voor de somma van 20 RM te cremeren.

Hoe de kentekens te 'lezen' van de gevangenen
(klik op de illustratie voor een vergroting)

De bouw van het kamp gebeurde onder supervisie van de architect van Sachsenhausen, Robert Riedl. Opgejaagd door de SS bewakers werden de gevangenen gedwongen om van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat bomen te kappen, riolering en stroomdraden aan te leggen, en wegen en paden te creëren. De weg van Weimar naar het kamp werd ook door de gevangenen aangelegd, met materiaal uit de nabijgelegen groeve. Dit onmenselijke zware werk bezorgde de weg naar Weimar de bijnaam, ‘Blutstrasse’. Bestonden de onderkomens voor de gevangenen uit eenvoudige barakken, buiten het kamp werd een garnizoen stad opgebouwd met alle gemakken voorzien, met zelfs een casino. Hier moeste een compleet SS regiment haar onderkomen in vinden, waarmee Buchenwald ook één van de belangrijkste SS divisie opleidingscentra zou worden. In het voorjaar van 1945 was dit het laatste hoofdkwartier van de bewapende SS.

De beruchte 'Caracho-weg', Toen en Nu

Op 14 augustus 1937 wordt de eerste dode opgetekend onder de gevangenen, de 23 jarige Hermann Kempeck heeft zichzelf opgehangen. Aan het einde van het jaar, zijn er 2561 gevangenen in het kamp en zijn er dan 53 omgekomen welke in Weimar zijn gecremeerd. Vanaf het stationnetje liep een driehonderd meter lange weg naar de hoofdingang van het kamp. Deze ‘route‘ stond bekend als ‘Caracho-weg’ (Spaans voor ‘hoge snelheid’), een weg waar de nieuw gearriveerde gevangene regelmatig werden opgejaagd, geslagen en door de kamphonden aangevallen. Rechts van deze weg was in een parkje een dierentuintje aangelegd door de kampcommandant Koch als ontspanning voor de SS.

Het poortgebouw vanuit het kamp gezien,...
En opeens liep daar iemand in een rode jas, en een associatie
met de film Schindlers List drong zich op,...
de herinnering aan het meisje in het rode jasje,...

In de twee vleugels van het poortgebouw waren de kantoren van Departement III van het commando hoofdkwartier ondergebracht en de cellen van de ‘Bunker’ om gevangen in vast te zetten. In de toegangspoort waren in ijzer de woorden ‘Jedem das Seine’ aangebracht. De inscriptie voor ‘ieder het zijne’ was in 1938 goedgekeurd door de kampinspectie. Anders dan bijvoorbeeld in Auschwitz, waar de woorden ‘Arbeid macht Frei’ bij binnenkomst zijn te lezen, zijn de woorden ‘Jedem das Seine’ in Buchenwald vanuit de binnenzijde te lezen, iets waar gevangenen steeds mee werden geconfronteerd. Vanaf 2014 zijn de originele kleuren van de poort, wit, met rode belettering, weer aangebracht.

Het motto van Buchenwald,...

Buchenwald licht in een soort van kom, waardoor men vanaf het balkon van het poortgebouw het gehele terrein kon overzien. In begin 1938 was een hekwerk van drie kilometer om het kamp gelegd. Het hek was ruim drie meter hoog welke gekoppeld was door 22 stenen wachttorens, stond onder stroom met 380 volt! Binnen dit hek liep een strook van zo'n 10 meter breed (de zogenaamde 'neutrale zone') waarin tevens struikeldraden waren gespannen, en wie zich daarin waagde werd neergeschoten.

De afrastering en één van de bewaard gebleven wachttorens,...

De barakken voor de gevangen werden dicht opeen gebouwd in negen rijen, welke werden genummerd lopende van oost naar west. Waren er eerst nog zes rijen houten opslagbarakken van de SS, in 1938-39 werden vijftien stenen gebouwen neergezet welke toen de uiterste noordrand van het kamp zouden vormen. In het noordwesten werd nog een ziekenhuis neergezet. Maar het meest gruwelijke gebouw werd in 1940 gebouwd,… het crematorium.

Voor de verdere ontwikkeling van
Buchenwald, klik hieronder op de luchtfoto