Opvolger gezocht voor de A-20
Aangezien de gedachte was dat er voor de lichte aanvalsbommenwerper, de DB-7
(Douglas Bomber) of onder de bekendere naam, de A-20 (in RAF dienst Boston Mk I en Mk II,
later de Havoc Mk I genoemd, de laatste naam nam de USAAF over) een opvolger diende te komen,
werd onder leiding van Edward H. Heinemann bij Douglas een ontwerpteam samengesteld.
De A-20B Havoc
Gevechtservaringen hadden aangetoond dat de A-20 een
formidabel vliegtuig was, piloten vlogen er graag mee, het was wendbaar en snel, 510 km/u.
Maar het kon altijd beter, dacht men. Er werden vanaf het eerste begin drie varianten op de tekentafel
gezet, een bommenwerper, nachtjager en grondaanvaller.
Prototype XA-26, 41-19504 (let op de spinners)
A-26 Invader geboren
Op 10 juli, 1942 steeg het eerste bommenwerper prototype XA-26, 41-19504, voor het eerst op in handen
van testpiloot Ben Howard. Om veiligheidsreden was het staartnummer 'vals'; 42-19504, dat behoorde officieel
tot een Bell P-39Q, wat niet ongebruikelijk was in die jaren. Het toestel zou weinig meer veranderen aan de
buitenzijde, ten aanzien van het prototype. Opvallendste kenmerk waren de grote spinners aan de propellers van
het prototype die bij het productiemodel waren verdwenen.
De A-26B-15-DL, 41-39186 in 1944 van de 553rd BS, 386th BG
(deze hadden hun B-26 Marauders ingewisseld voor de A-26)
De eerste serie betrof de A-26B. Deze was uitgerust met zes (later acht) .50 kaliber Browning
machinegeweren in de neus. Verder hadden de A-26B's een koepel op en onder de romp
waarin ook een dubbele .50 was ondergebracht. De 'B' was zwaar bepantserd em kon tot een gewicht
van 1814 kg aan bommen mee nemen. Met haar topsnelheid van 571 km/u was het de snelste bommenwerper
uit het arsenaal van de USAAF. Er werden 1355 A-26B's gebouwd voor de productie stopte.
De volgende versie, de A-26C had een neus met vensterpanelen voor de bommenrichter.
Van de A-26C zouden 1091 geproduceerd worden.
Een A-26C met vensterpanelen
voor de bommenrichter
De Douglas Invader werd met spoed naar de oorlogsgebieden gezonden,
zelfs voor alle kleine manco's waren verholpen. De piloten vonden het instrumentarium
in de cockpit niet geweldig, er moest bijvoorbeeld ver gereikt worden voor de gashendels
en de stuurkolom was zwaar. Ook het zwakke neuswiel wilde het nog wel eens begeven in de
beginperiode van opereren. Bij een buiklanding, als de bemanning snel het toestel wilde verlaten,
vertikten de cockpitpanelen open te blijven staan. Piloten die van de A-20 kwamen, vonden vooral
het zicht verslechterd vanwege de grote motorgondels die alle zicht naar de zijkant belemmerden,
naar boven en voren was prima. De Invader wilde slecht loskomen van de startbaan,
maar als de A-26 eenmaal los was, dan was het toestel in haar element.
Een A-26C, ook deze
machine behoorde tot de 386th Bomb Group
In september 1944 kwam de Invader in dienst van het 533rd Bomb Squadron van de
386th Bomb Group. Met succes vloog ze missies over Frankrijk en Italië. Tijdens haar acties
in Europa werden tijdens 11.567 sorties, 18.054 ton aan bommen afgeworpen. Ook de eigen verdediging
tegenover vijandelijke jagers ging haar goed af. Als haar bewapening niet afdoende was, dan wist
het toestel wel door haar snelheid te ontkomen. Op 19 februari 1945 werd het vernietigen van een
Me 262 straaljager toegekend aan Major Myron L. Durkee van de 386th Bomb Group. Buiten zeven
bevestigde overwinningen over Europa gingen er ook 67 Invaders verloren door allerlei
oorzaken. Ook in de Stille Oceaan werd de A-26 met succes ingezet tegen Formosa, Okinawa en Japan.
Een A-26B van de 386th BG
laat haar bommen vallen
De Britten testten ook twee Invaders, maar vonden het geen verbetering ten opzichte van
hun eigen de Havilland Mosquito. Ook de piloten van de USAAF waren niet direct overtuigd van de
A-26 ten opzicht van de A-20. Zaten ze als alleenheerser in de cockpit van de A-20, in de A-26 zat
er naats hem, op een klapstoel, een navigator/boordwerktuigkundige, de zogenaamde
'You over there!'(YOT). Een commandant van de 5th Air Force verzocht zelfs de A-26 niet de A-20
te laten vervangen, maar dat werd afgewezen. Buiten de A-20, de B-26 Marauder, werden ook bij
verschillende eenheden de B-25 Mitchell vervangen.
Het instrumentarium van een A-26B
Een variant dat nog niet is aangehaald is het speciale A-26C nachtaanvals-verkenningsvliegtuig.
Hiervan werden slechts 50 gebouwd. Deze geheel zwart gespoten toestellen waren ontdaan van de
buikgeschutskoepel of beide koepels. Onder de romp in het voorste bommenruim was een
naviagtie/bombardement radar aangebracht. De A-26C was actief van 1946 tot 1955.
Eén van de vijftig A-26C nachtaanvalsvliegtuigen
Op 25 juni 1950 brak de oorlog uit tussen Noord- en Zuid-Korea. De A-26 Invader
die op de valreep de Tweede Wereldoorlog betrad, ging nu een nieuwe strijd aan onder de
naam B-26. In 1947 was de aanduiding veranderd, mede door de uitfasering van de Martin B-26
Marauder. De B-26B en 'C' werden met succes hoofdzakelijk ingezet tegen vijandelijke tanks
en vrachtwagenkonvooien. Hierbij werd vaak diep in vijandelijk gebied geopereerd. Ook werden
verscheidene luchtoverwinningen geboekt, waaronder MiG 15's. Een opvallende actie was op
14 september 1951 toen Captain John Walmsley, in B-26B (43-49770) een konvooi bestookte
en vervolgens een trein onder vuur nam. Nadat zijn munitie op was, bleef hij doelen aangeven
voor zijn vleugelman. De risico's die hij daar mee nam koste hem zijn leven toen zijn B-26B
werd neergeschoten door luchtafweer. Voor betoonde moed werd Walmsley de Medal of Honor toegekend.
De A-26B, 'The 7th Chadwick'
in Korea van Lt Col. Fortney, CO 13th BS
Bij de 67th Tactical Reconnaissance Wing in Korea opereerde de RB-26C. Deze ontbeerde
de rugkoepel en maakte fotoverkenningsvluchten. De bommissies in Korea werden gevoerd
door de 3rd, 17th, 47th en 452 Bomb Group.
De grootste buitenlands afnemer was Frankrijk met 180 stuks. De Franse Armée de l'Air
vloog met de B-26B, B-26C en de RB-26C tegen de Viet Minh tussen 1946 en 1954 om vervolgens
tussen 1956-'62 weer in actie te komen tijdens de Algerijnse Oorlog.
Een Franse B-26B Invader
Buiten de USAF en de Franse luchtmacht, vloog de Invader bij 19 andere naties,
voornamelijk Latijns Amerika, maar ook in Indonesië en in de Kongo. Opmerkelijk was dat tijdens
de Cubaanse kwestie, de invasie in de Varkensbaai op 17 april 1961, Invaders van Fidel
Castro vochten tegen Invaders van de, door de CIA gesteunde, Cubaanse ballingen.
Andere Invaders
De On Mark B-26K Counter Invader
In 1962 werden een aantal B-26B en RB-26's aan Zuid-Vietnam geleverd. Deze waren voorzien
van Zuidvietnamese herkenningstekens, maar gevlogen door Amerikaanse piloten. Door de overbelasting
op een vleugel van een Invader brak deze af, waarbij de bemanning omkwam. Hierdoor
werden de operaties in 1964 gestopt met de B-26 in Vietnam. De USAF gaf opdracht aan On
Mark Engineering Company om B-26 toestellen met weinig vlieguren aan te passen voor de bijzondere
omstandigheden in Zuidoost Azië. Deze produceerde nagenoeg een nieuwe versie, de B-26K.
In mei 1964 maakte de eerste, de YB-26K, haar eerste testvlucht. Er werden veertig B-26K's
geproduceerd onder de naam Counter Invader. Opvallend ten opzichte van de standaard
B-26, waren de tiptanks voor extra brandstof en de ontijzing strippen aan de voorzijde van de vleugel.
De On Mark B-26K Counter Invader, 64-17640,
te zien in het museum bij Ellsworth-AFB,South-Dakota
De US Navy had 98 JD-1(UB-26J)'s in dienst als doelsleep-vliegtuigen en raketten tester.
Hiervan waren 86 voor de RAF bestemde B-26's, maar toen deze daar van af zag werden deze
vervolgens doorgesluisd naar de Amerikaanse marine. De Navy gebruikte verder 52 stuks van
de JD-1D(DB-26J) als besturingsvliegtuig voor onbemande doelvliegtuigen.
JD-1D, 89075 (28) van de US Navy met een doelvliegtuigje
Buiten enkele experimenten met speciale A-26's zoals de XA-26D en de XA-26E, waar het
vooral om prestatie verbetering ging, was er ook de XA-26F, 44-34586, die voorzien was
van een General Electric I-16 (of J31) straalmotor in de achterromp. Om de 726 kg zwakke
motor te assisteren waren de R-2800 motoren gehandhaafd, maar uitgerust met vierbladige
Hamilton Standard propellers. Het toestel heeft enkele jaren gevlogen, maar heeft verder
tot niets geleid.
De XA-26F, 44-34586 met de straalmotor,
(let op de luchtinlaat op de romp)
Uitgefaseerde A-26 toestellen vonden hun weg na de oorlog in de particuliere sector.
Velen werden tot zakenvliegtuig omgebouwd door onder andere de firma's On Mark en Smith,
respectievelijk als de Marksman C en Marketeer en de Smith Super
en Super Tempo I/II. Andere types waar de zakenvliegtuig onder bekend werd waren
de Biscayne 26, LAS Super-26, Berry Silver-Sixty, Monarch-26. Een andere sector waar
de A/B-26 veelvuldig in te vinden is, is bij de bosbrandbestrijding als airtanker
(nog sporadisch). Dankzij deze sectoren zijn er nog steeds enkele vliegwaardige
Invaders bewaard gebleven.
Een A-26 (Airtanker 31) in dienst van de Canadese
bosbrandbestrijding
Wil men de A-26 als airtanker spectaculair in actie zien, bekijk eens de speelfilm
'Always' uit 1989 van Steven Spielberg. Deze vaak vergeten film is een must voor vliegfanaten.
Vanaf de opening, een Catalina maakt een waterlanding om water in te nemen, tot
de brandbestrijding op het einde en alles wat daar tussen zit is indrukwekkend.
Onvergetelijk is de scène waarin, met een 'deadstick', een A-26 binnenkomt met een
zeer 'koele' piloot (Richard Dreyfuss).
Onderstaande gegevens hebben betrekking op de A-26B Invader.
Fabrikant |
Douglas |
Ontwerper |
Edward Heinemann |
Gebruik |
bommenwerper/grondaanvaller/verkenner |
Motor |
2 x Pratt &
Whitney R-2800-27 Double Wasp |
Vermogen |
2000 pk |
Spanwijdte |
21,34 m |
Lengte |
15,24 m |
Hoogte |
5,64 m |
Vleugeloppervlakte |
50 m² |
Gewicht |
leeg |
10.365 kg |
Geladen |
15.900 kg |
Snelheid
max. |
570 km/u |
Klimvermogen |
384 m/min. |
Plafond |
6700 m |
Bereik |
2300 km |
Bewapening |
6 (later 8 in neus) x .50 inch Browning machinegeweren + 2 x in buik en rugkoepels, interne bommenlast van 2700 kg |
Bemanning |
3 |
Eerste
vlucht |
XA-26; 10 juli 1942 |
Aantal
gebouwd |
2599 in B/C versie (inclusief 3 prototypes) |
BRONNEN
Klik op 'Top 50' voor mijn
persoonlijke 'best of' militaire vliegtuigen lijst.
Terug
|