TOUR DE SLAGVELDEN
VAN NORMANDIË
'DE ZAK VAN FALAISE'

Op de vorige pagina bezochten we 'Hill 140' en over de strijd tijdens Operation Totalize waarbij het pesroonlijke verhaal over Lance Corporal E.L. Massey. Als u de route vervolgd over de D 313, westwaarts, komt u ui in Grainville-Langannerie waar ten noorden van dit stadje de Poolse begraafplaats is te vinden.

De Poolse begraafplaats van
Grainville-Langannerie

Veel Poolse gesneuvelden die in de Zak van Falaise vochten, vonden hun laatste rustplaats op deze begraafplaats. Het is een indrukwekkende begraafplaats met 650 graven. Hiervan zijn 81 graven met Poolse soldaten die sneuvelden op andere delen of tijdens andere periodes in Frankrijk, zoals in 1940.

U komt binnen via een fraai hekwerk waar de insignes van de Poolse huzaren van de 1st Polish Armoured Division op zijn aangebracht. Direct links van de ingang is een klein gebouwdje waar het register is te vinden van de omgekomen Polen.

De Federatie voor Franse Veteranen onderhoudt de begraafplaats, en dat moet gezegd, tijdens ons bezoek in september 2023 zag het er zeer verzorgd uit. Deze begraafplaats werd in 1946 ingericht. Aan het einde van het terrein staat een enorm V-vormig object, ontworpen door Charles Gianferrari en Jacques Bertoux, welke in 1954 werd onthuld. Boven op dit monument staat of hangt een aluminium Poolse adelaar in een fraaie vormgeving die een Poolse strijder beschermt en over de begraafplaats uitkijkt.

De gestileerde Poolse adelaar beschermt de strijder,...

De Canadeze begraafplaats van
Bretteville-sur-Laize

Een andere begraafplaats, met Canadese slachtoffers, ligt iets noordelijker. Verlaat Grainville en ga noordwest richting Urville via de D 131. In Urville, de eerste weg rechts en neem de afslag naar Haut-Mesnil en door naar Cintheaux over de D 167. Parallel aan de snelweg, iets ten noorden van Cintheaux ligt de Canadese begraafplaats van Bretteville (terwijl het niet eens in Bretteville ligt!). Op deze begraafplaats liggen 2957 militairen begraven waarvan de meeste Canadees (van 87 is de identiteit niet bekend).

Canadese begraafplaats, Bretteville-Cintheaux.

RICHTING SAINT-PIERRE-SUR-DIVES

In Cintheaux linksaf en de snelweg over naar St. Sylvain richting St. Pierre-sur-Dives, via de D 183. Drie kilometer na St. Sylvain verschijnt vlak voor de kruising met de D 91 aan de linkerzijde een rechtlijnige rij overwoekerd verwoest beton. Het lijkt mij iets wat wel met de oorlog te maken kan hebben gehad,… maar wat? Een afgebroken radar opstelling? Voor afbeeldingen van de betonresten, klik op de fotopagina. Aan de kop van de betonresten is een klein monument geplaatst ter nagedachtenis aan drie omgekomen bemanningsleden van een B-26 Marauder. De Marauder 'Hitch Hiker' van de 9th Air Force, 391st Bomb Group, 573rd Bomb Squadron, kwam hier neer op 28 juli 1944. Tijdens de missie naar Grosley-sur-Risle,Normandië, 'Hitch Hiker' werd in het midden getroffen door 8.8cm FlaK. Drie mannen wisten per parachute te ontsnappen, drie anderen, welke vermeld zijn op de plaquette kwamen om het leven).

De onfortuinlijke bemanning van 'Hitch Hiker'
(met linksachter de vreemde berg betonresten)
Klik op de foto voor een vergroting

Op de plaquette wordt het volgende vermeld:
In memory of the aviators of the B-26 "Hitch Hiker",
fallen here for the freedom of France on July 28, 1944.
1st Lieutenant Robert F. Lemmon
Technical Sergeant William S. Rollings
Staff Sergeant John R. Culshaw

Voorste rij v.l.n.r.; S./Sgt. John R. Culshaw (flight engineer, top-turret gunner),
T./Sgt. William S. Rollings (radio operator, waist gunner)
S./Sgt. John W. Sweren (tail gunner)
achterste rij: 1st Lt. Robert F. Lemmon, Jr. (bombardier)
1st Lt. Robert H. Clark (pilot)
1st Lt. George Lee Parker (co-pilot).
Matching Green AB, mei 1944, rechts de B-26 'Hitch Hiker

Vervolg uw weg via de D 183 naar St. Pierre-sur-Dives (op kaarten ook aangegeven als 'commune' St. Pierre-en-Auge). Het kleine stadje St. Pierre-sur-Dives is een zeer leuk plaatsje om daar even het centrum van te bezoeken. Waarbij de grootste blikvanger, de Halle aux Grains, nabij het centrum is te vinden. Deze imposante hal werd gebouwd op initiatief van de monniken van de abdij gebouwd tussen de 11e en 16e eeuw, en behoort tot de juwelen van het Normandische middeleeuwse erfgoed.

De Halle aux Grains in St. Pierre-sur-Dives

De hal uit die tijd is één van de grootste van Frankrijk dankzij zijn lengte van 70 meter en breedte van 20 meter. De hal wordt nog steeds voor commerciële doeleinden gebruikt, zoals de authentieke maandagochtendmarkt en verschillende beursen en jaarmarkten erin te organiseren. De beroemde antiekbeurs van St.Pierre-sur-Dives wordt ieder jaar in deze hal in september gehouden. De hal werd beschadigd door de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog, maar werd in 1949 gerestaureerd met de middeleeuwse bouwtechnieken.

Het impossante houten binnenwerk van de Halle aux Grains

RICHTING LIVAROT EN VIMOUTIERS

Verlaat St. Pierre-sur-Dives en neem de D 4 oostwaarts via Hiéville naar Livarot. U rijdt nu ongeveer de route die Generalfeldmarschall Rommel reed naar Livarot op maandag 17 juli, 1944. Kort voor Rommel in zijn stafwagen Livarot zou bereiken, sloegen ze binnendoor naar rechts af, om niet op te vallen voor de geallieerde jachtvliegtuigen.

DE UITSCHAKELING VAN
VELDMAARSCHALK ERWIN ROMMEL

Generalfeldmarschall Erwin Rommel

Voor jachtvliegtuig piloten van de geallieeerde luchtmacht was het een 'business as usual' op maandag 17 juli 1944. Uitkijken naar Duitse troepen en deze beschieten en bombarderen. Iedere dag sinds de invasie van Normandië waren al duizenden voertuigen op de Franse wegen vernietigd. Die middag vertrok Generalfeldmarschall Erwin Rommel rond de klok van vier uur in zijn Horch stafwagen het hoofkwartier van SS Oberstgruppenfurher Josef Dietrich, Commandant van het 1ste SS Panzer Corps, in Pierre-sur-Dives om naar zijn eigen hoofdkwartier, van Legergroep B, in La Roche-Guyon te gaan.

Generalfeldmarschall Erwin Rommel in zijn stafwagen

Naast Generaal veldmaarschalk Erwin Rommel zit Majoor Neuhaus. Rommel zit achter de chauffeur, Oberfeldwebel Karl Daniel. Op een klapstoel vóór Neuhaus zit Hauptmann Hellmuth Lang, en deze speurt de lucht af naar vijandelijke jagers. Feldwebel Hulker (of Holker of Holke afhankelijk van de bronnen) zit naast de chauffeur.

Hoe de route normaal zou lopen is niet bekend, maar eerst via de D 4 naar Livarot en dan of de D 4 aanhouden naar Orbec of naar Vimoutiers en vervolgens de route nemen naar Évreux en verder. Rommel had haast, overal braken de Geallieerden nu door. Door de constante aanvallen van de vliegtuigen waren de wegen regelmatig geblokkeerd door brandende wrakken. Nabij Livarot was juist een aanval door Geallieerde jagers geweest, en Rommel gaf opdracht een zijweg naar rechts te nemen om de weg naar Vimoutiers weer op te pikken.

In paars de route die Rommel gevolgd zou kunnen hebben
(Michelin kaart, 1947)

Er is veel gespeculeerd over welke afslag naar rechts de wagen heeft genomen. Wij hebben enkele wegen genomen die ervoor in aanmerking kwamen. In achtnemende dat sommige routes in de oorlogen waarschijnlijk niet verhard waren en veel tijd vergden om weer op de goede weg te geraken, bleven er twee over. Hauptman Lang verklaarde dat vanwege de uitgeschakelde voertuigen op de weg naar Livarot moesten ze binnendoor afsnijden. Wat een route zou zijn geweest, is rechtaf in Boissey de D 154 op naar St. Georges-en-Auge. Daaraan gekomen weer oostwaarts over de D 250 weer naar de D 4 welke weer wordt genomen op enkele kilometers vóór Livarot. Maar vlak voor Livarot stonden weer voertuigen in brand, en werd besloten om de D 38 te nemen zuidwaarts, welke na een kilometer de D 155 wordt. Op de T-splitsing, na enkele kilometers op deze weg, werd de D 110 naar links genomen, om een kilometer verder rechtaf te slaan de D 579 (toen nog de N 179 genoemd) naar Vimoutiers. Al dit omrijden kostte Rommel zeker een dik uur langer dan gepland.

Een kilometer op de D 579 wilde het toeval dat Rommel met zijn stafwagen door Sainte-Foy-de-Montgommery reed (sinds 2016 opgenomen in Val-de-Vie). Zou Rommel toen niet even gedacht hebben aan zijn aartsrivaal, veldmaarschalk Berhard Montgomery? Het heeft trouwens niets met 'Monty' te maken, de naam van het stadje zou komen van Monte Gomeri en Monte Gomerico uit ± 1035 jaar na Christus.

Squadron Leader J.J. Le Roux, DFC, commandant 602 Squadron
(op 19 September 1944 raakte Le Roux vermist tijdens een missie)

Ondanks het gevaar van jachtvliegers vervolgde de stafwagen de weg naar Vimoutiers over de N 179 (de tegenwoordige D 579). Op dat moment vlogen acht Spitfires van het 602 Squadron in de buurt. Twee Spitfires bogen af toen ze de stafwagen zagen rijden. Squadron Leader J.J. Le Roux, DFC (met 23½ neergeschoten vijandelijk toestellen achter zijn naam), nam de stafwagen onder vuur. Met enorme dreunen sloegen de projectielen in de stafwagen. Chauffeur Daniel raakte zwaar gewond toen een 20mm granaat een arm afrukte. De wagen kon niet meer onder controle gehouden worden door chauffeur. Deze schoot de berm in, raakte een boom en sloeg over de kop. Rommel werd bewusteloos uit de wagen geslingerd en lag midden op de weg. Rommel was zwaar gewond geraakt, hij had een nek vol splinters, een schedelbreuk waardoor zijn hersenen zichtbaar waren, een gebroken kaakbeen en twee slaapfracturen.

Het poortwachtershuisje aan de D 579 richting Vimoutiers
waar aan de overzijde de auto van Rommel tot stilstand kwam

De plaats is nog steeds te vinden waar de stafwagen de bomen in vloog. Volg dus de route D 579 Livarot naar Vimoutiers. Even voorbij Ste-Foy-de-Montgommery verschijnt aan de rechterkant van de weg het, zogenaamde, poortwachterhuis van het landgoed Usine Laniel. Direct daar aan de overkant van de weg raakte de stafwagen in de berm. Majoor Neuhaus leek met blauwe plekken ervan af te komen, toen een projectiel op zijn pistoolholster uiteen spat. Maar tien dagen later bleek hij toch gewond te zijn geraakt onder aan zijn rug waar een breuk werd geconstateerd.

Uiterst links crashte de stafwagen en Rommel werd midden op de weg gevonden
(Kijkende richting Vimoutiers)

Feldwebel Hulker wist een half uur later een Duitse vrachtwagen te stoppen, en door Alain Roudeix, een lokale inwoner van Vimoutiers, werd aangeraden naar Livarot te gaan, omdat het ziekenhuisje van Vimoutiers buiten gebruik was door een bombardement. Rommel werd het Sint-Joseph Hospice in Livarot, aan de 8 rue Racine, binnengedragen en op een grote tafel neergelegd.

Sint-Joseph Hospice in Livarot, voor de oorlog en tegenwoordig,...

Burgemeester van Livarot, en tevens apotheker, Marcel Lescène werd gesommeerd eerste hulp te verrichten. Hij spoot twee injecties met etherische kamfer in het lichaam van Rommel. De ampullen werden in de zak van een Duitse officier gestoken om later te onderzoeken wat er in gezeten heeft. Lescène heeft al die tijd niet geweten dat hij de beroemde veldmaarschalk Rommel behandelde. Aangezien voor het leven van Rommel werd gevreesd werd besloten hem direct naar Bernay te brengen, 40 km naar het oosten. Hier werden de ernstige verwondingen voor het eerst echt behandeld. Daniel, de chauffeur, was ook mee vervoerd, maar zijn verwondingen waren zo ernstig dat hij die nacht overleed.

De tafel, waarop Rommel eerste hulp ontving, is nu in het Caen Memorial
(foto: Le Pays d'Auge)

De tafel waar Rommel eerste hulp ontving is bewaard gebleven en is sinds 2020 opgenomen in de collectie van het Caen Memorial. Sinds 2015 zit er een koperen plaquette op de tafelrand waarop vermeld staat dat Rommel erop heeft gelegen voor eerste hulp.

Pas op 23 juli durfde men het aan Rommel verder te verplaatsen, verder van het front af. Vroeg in de ochtend vertrok de ambulance uit Bernay met Rommel naar het ziekenhuis van Vésinet. Pas op 3 augustus werd officieel medegedeeld dat Rommel het slachtoffer was geworden van een ‘auto-ongeluk’. Rommel was hier zeer verbolgen over aangezien er geen gewag werd gemaakt dat het ongeluk door een beschieting kwam van vijandelijke vliegtuigen. Vijf dagen na de officiele medeling over Rommel zijn verwondingen keerde hij terug naar zijn woning in Herrlingen, iets ten westen van Ulm in Duitsland.

18 oktober 1944, de staatsbegrafenis van Erwin Rommel

Maar daarmee waren de avonturen van Rommel nog lang niet voorbij. Op 20 juli 1944, drie dagen na de beschieting op Rommel, was er de beruchte moordaanslag op Adolf Hitler. Uit het onderzoek naar de daders en handlangers was ook de naam van Rommel opgedoken. Hitler zelf wist hoe belangrijk Rommel voor Duitsland was en het moreel, dat hij opdracht gaf geen rechtzaak tegen Rommel te ondernemen maar hem zelfmoord op te dragen. Op 14 oktober kwamen twee Duitse officieren naar zijn huis en brachten hem het nieuws. Na afscheid genomen te hebben van zijn vrouw en zoon Manfred, vertrok Rommel met de officieren naar een afgelegen plek enkele kilometers van zijn huis en brak daar een cyanide ampul in zijn mond. In de pers verscheen dat Rommel aan zijn oude verwondingen was overleden in samenhang met een hartaanval. Er werd door Hitler een dag van rouw afgekondigd en Rommel kreeg een staatsbegrafenis.

Het graf van Erwin Rommel in 2023 in Blaustein (Herrlingen)

Er is enige contradictie over wie nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het beschieten van Rommel. Naast J.J. Le Roux van het 602 Squadron is er ook de claim van Charley Fox, een Canadese piloot van RCAF 412 Squadron. Verder was er Richard Rohmer van 430 Squadron die aanspraak maakte op het beschieten van Rommel. Ook een piloot van 411 Squadron en een Amerikaanse Thunderbolt piloot claimden op Rommel geschoten te hebben.

Vervolg uw route naar Vimoutiers en de Tiger Tank: