Hawker Hurricane
'Ten Strijde!'

De RAF gaat de oorlog in met de Hurricane

Toen in september 1939 de oorlog uitbrak had de RAF 497 Mk I’s in haar arsenaal waarmee 18 squadrons waren uitgerust. Op 15 september gingen de squadrons; No.1, 73, 85 en 87 als onderdeel van de British Expeditionary Force naar Frankrijk. Tijdens verkenningsvluchten in deze ’Phoney War’ (Schijnoorlog) langs de Duitse grens kwam het soms tot korte gevechten met Duitse vliegtuigen. Op 30 oktober, 1939 schoot een Hurricane van het No. 1 Squadron een Dornier Do 17 neer nabij Toul, waarmee de eerste Hurricane overwinning een feit was voor de RAF.

Een Hurricane Mk I van het No.501 Squadron op Betheniville, Frankrijk

In januari 1940 werden de RAF squadrons gereorganiseerd als de British Air Forces in Frankrijk. Toen de Duitsers op 10 mei van dat jaar het westen binnenvielen werden snel nog drie squadrons, het No. 3, 79 en 504, naar Frankrijk gestuurd. Wat de Britse luchtmacht officieren vooral vreesden was dat er zoveel Hurricanes verloren zouden gaan in Frankrijk dat de verdediging van het thuisfront wel eens in gevaar kon komen. En het leek er op dat hun vrees niet ongegrond was. De Blitzkrieg knalde als een zweep over het westen van Europa. Er gingen in korte tijd 72 Hurricanes verloren en er werden 120 beschadigd. In totaal gingen 200 kisten verloren aangezien de beschadigde toestellen ook achter moesten blijven.

Een Hurricane van No.84 Squadron tijdens de 'Slag om Engeland'

Dankzij de enorme inzet van de fabrieken wisten deze zoveel Hurricanes te produceren dat er 28 squadrons uitgerust waren voor de Slag om Engeland zou los barsten op 10 juli 1940. Er waren negen Hurricane squadrons meer dan Spitfire squadrons. Al moet wel bezegd worden dat drie Hurricane squadrons gedeeltelijk uitgerust waren en vier andere Hurricane squadrons van de 28 zich aan het hergroeperen waren na het verlies van hun Hurricanes en uitrusting in Frankrijk. Samen met 19 Spitfire squadrons en 10 ander squadrons uitgerust met jagers zoals de Defiant stonden de Hurricanes gereed om de Luftwaffe op te vangen. De Hurricanes zouden de bommenwerpers trachten te onderscheppen terwijl de Spitfires de Duitse jagers zouden tegenhouden. Eén van deze piloten was Robert Roland Stanford Tuck, een Spitfire piloot van het eerste uur.

Sqn.Ldr. Stanford Tuck DSO DFC (met snor) en zijn piloten van 257 Squadron

Vóór en tijdens de Slag om Engeland had Tuck al ruim 20 overwinningen achter zijn naam staan, plus een gedeelde overwinning, allen met de Spitfire toen hij bij het 92 Squadron zat. Maar op 11 september 1940 werd Tuck als Squadron Leader bij het 257 Squadron geplaatst dat met Hurricanes opereerde. Dit squadron had veel verliezen geleden en de piloten hadden een zeer laag moraal. Het eerst wat Tuck deed was oefenen en andere tactieken aanleren. Tuck had eerst zelf grote moeite met het overstappen (zeg maar een terugstap) op de loggere Hurricane, maar ontdekte dat het een goed toestel was. Ondanks dat de Hurricane in snelheid en bewapening de mindere was, kon de training en ervaring van de piloot een Duitse Me 109 geducht tegenstand geven. De Hurricane kon aardig wat treffers incasseren en menig toestel kwam zwaar gehavend terug om na reparatie weer de strijd aan te gaan. De Duitse tweemotorige jager de Messerschmitt Me 110 was een gemakkelijke prooi, net als de Ju 87 Stuka voor de Hurricane. Bommenwerperformaties bleven kort in het gelid als een zwerm Britse jagers zich op hen stortte. Heinkels He 111, Dorniers en Junkers bommenwerpers die uit de formatie wegbraken hadden weinig kans op een terugkeer naar hun basis op de vaste wal van Europa. Eerder dan gepland kon Tuck zijn herboren squadron aanbieden om in de strijd terug te gaan. Op 15 september maakte Tuck zijn eerste overwinning bij het 257 Squadron door een Me 110 neer te schieten.

In de Hurricane, Squadron Leader Stanford Tuck DSO DFC, CO van 257 Squadron

Waren er in juli, toen de Slag om Engeland begon, 527 Hurricanes operationeel, in augustus waren het er, ondanks de geleden verliezen, 709 stuks die in de strijd geworpen konden worden (ter vergelijking; in juli waren er 321 Spitfires operationeel en in augustus 372). Aan het einde van de Slag om Engeland hadden de Hurricanes 57% van de neergeschoten Duitse toestellen voor hun rekening genomen. Ondanks dat de Hurricane vooral de tragere bommenwerpers van de Luftwaffe aanvielen, kwamen ze ook met regelmaat in gevecht met de Me 109 jagers. Hiervan werden er in een rechtstreeks duel 272 Me 109 neergeschoten door de Hurricane, tegen een verlies van ’slechts’ 153 Hurricanes.

Flt Lt. James Nicholson, de enige piloot van Fighter Command die
het Victoria Cross mocht ontvangen

Op 16 augustus, 1940, werd het enige Victoria Cross verdiend door een piloot van Fighter Command. Op deze dag raakte de Hurricane van Flt Lt. James Nicholson getroffen en in brand door een aanval van een Me 109. Ondanks de brand aan boord wist Nicholson een Me 110 neer te schieten voordat hij uit zijn kist stapte. Met brandwonden landde de onfortuinlijke piloot om in handen te vallen van een groep vrijwillige amateur ’soldaten’ die hem zwaar onderhanden namen omdat ze hem voor een Duitser aanzagen. Nicholson genas van zijn verwondingen en keerde terug bij de RAF voor een post in India in 1942 als CO bij het No.27 Squadron dat met Beaufighters vloog. Op 2 mei 1945 vloog Nicholson mee met een RAF B-24 Liberator van No.335 Squadron toen het toestel in brand vloog en neerstortte in de Golf van Bengalen. Het lichaam werd nooit gevonden. Al met al, aan het einde van de daglicht operaties door de luftwaffe tijdens de Slag om Engeland was het één groot vliegtuigkerkhof met 2648 Britse- en Duitse vliegtuigen vernietigd.

Neergehaalde Duitse toestellen na een hete zomer van 1940.

Niet alleen werd er in de zomer van 1940 over Engeland met de Hurricane gevochten, in het Midden-Oosten vloog de Mk I van het No. 274 Squadron tegen de Italiaanse Regia Aeronautica. Ook het 261 Squadron, in augustus 1940 op Malta gevormd, zette zich in tegen de Italianen. Om de Hurricanes te beschermen tegen het stof en zand in deze tropische regionen werd er een stoffilter onder de neus geplaatst. Deze Volkes filter bleek een behoud voor de motor al was er een kleine terugval in de prestaties.

Deze Hurricane Mk I heeft het Volkes filter en deed dienst bij het RAAF 451 Sqn.
(Gloster produceerde 400 Mk I's en die hierboven is daar één van)

Hurricane Mk IIA, Series 1 en 2

De eerste grote verbetering aan het basismodel van de Hurricane was het plaatsten van de Merlin XX met 1280 pk. Om de grotere motor in de Hurricane te plaatsen werd de romp aan de voorzijde met 17,5 cm verlengd. Op 11 juni 1940 koos het Mk II prototype, de ex-Mk I P3236, voor het eerst het luchtruim. Het was de snelste Hurricane die ooit zou vliegen, 556 km/u. Het was de bedoeling om de Mk II met twaalf .303 machinegeweren te geven, maar door het tekort ervan, werd ook de Mk II met acht machinegeweren uitgerust. Net als met de Mk I werd No. 111 Squadron wederom als eerste uitgerust met de Mk II, vanaf september 1940.

Hurricane Mk IIA, Z2963 wordt geëvalueerd in de VS bij NACA

De Hurricane Mk IIA, Series 2 was uitgerust met een versterkte romp zodat er een mogelijkheid gemaakt was om afwerpbare brandstoftanks of bommen mee te nemen.
Er werd een Hurricane IIA (Z2963) naar de U.S. National Advisory Committee for Aeronautics (NACA) op Langley Research Center, Virginia, in de Verenigde Staten gestuurd. Hier werden testen uitgevoerd op stabiliteit en de vlucht karakteristieken in november 1941.

Hurricane Mk IIB Hurribomber

De stevige vleugel en versterkte romp droeg bij aan de ontwikkeling van de Mk IIB en de daaruit voortvloeiende Hurribomber. Droeg de Mk IIB eerst 250 ponders onder de vleugel, aan het eind van 1941 was het mogelijk 500 ponder bommen mee te nemen en was de toevoeging Hurribomber gerechtvaardigd. Alternatief was het mogelijk deze ophangpunten ook te gebruiken voor lange-afstand brandstoftanks.

Mk IIB uitgerust met ophangpunten voor bommen

De zogenaamde Mk IIB Hurribomber met haar twaalf machinegeweren was al in gebruik bij de RAF aan het eind van 1940, maar het zou tot de herfst van 1941 duren voor deze pas echt eerst actie zag. Op 30 oktober 1941 vielen twee Mk IIB’s van het 607 Squadron een transformatorstation aan nabij Tingry, Frankrijk. De volgende dag vlogen 8 Hurribombers van het Canadese 402 Squadron het Kanaal over naar Berck-sur-Mer om het vliegveld aldaar te bestoken met 250 ponders.

Mk IIB Hurribomber, BE485 van het 402 Squadron (AE-W).

Gewoonlijk vlogen de toestellen in paren op lage hoogte het Kanaal over om voor de kust te stijgen tot een hoogte van 2000 meter. Nabij het doel stegen de Hurribombers tot 6000 meter om daarna in duikvlucht haar lading af te leveren. Was het doel in rechte lijn aan te vliegen, dan werd dit op zeer lage hoogte aangevlogen waarna in een scherpe optrekbeweging de bom los gelaten werd. Door dit ’zwiep’ momentum had een bom vaak genoeg kracht om door een muur van een gebouw te slaan. Later werden de groepen groter en was er ook regelmatig een jager escorte aanwezig.

Ter bescherming van de noordelijke Russische havens kwamen op
1 september 1941 Hurricanes van de 151 Wing naar Vaenga

In augustus 1941 werd de 151 Fighter Wing, bestaande uit het No. 81 en 134 Squadron, verscheept naar Vaenga, bij Moermansk in Rusland. In eerste instantie ter bescherming van de noordelijke havens, maar ook voor Sovjet piloten en grondpersoneel te scholen om met de Hurricane vertrouwd te raken. Deze Hurricane Mk IIB’s waren uitgerust met tropenfilters wat een vreemd gezicht was in de besneeuwde velden van de Sovjet Unie. In november vertrok 151 Wing weer met achterlating van alle Hurribombers voor het Rode Leger. Buiten deze Mk IIB’s zouden de Russen in totaal 2776 Hurricanes ontvangen waarvan de meeste de Mk II variant waren.

Een Mk IIB van het 134 Squadron met tropenfilter in de Russische sneeuw!

De laatste grote missie voor de Hurricane Mk IIB was de Dieppe Raid op 18 augustus 1942. Daglicht operaties werden daarna overgenomen door andere type toestellen, zoals de Mosquito.

Hurricane Mk IIC

Om een Hurricane meer vuurkracht te geven in haar rol als dag- en nachtjager, werden er door Hawker voorstellen gedaan om de Hurricane uit te rusten met 20mm kanonnen. Nadeel was dat er weinig kanonnen voorhanden waren. Tevens was het Air Ministry eind jaren 30 niet overtuigd dat een eenmotorige jager geschikt was voor kanonbewapening. Er ging wel een contract naar Westland om de tweemotorige Whirlwind met kanonnen uit te rusten. Hawker testte wel verder door onder de vleugels van Mk I, L1750 (DZ-Z) een Zwitsers 20mm Oerlikon kanon te hangen.

Een Hurricane Mk I, L1750 met 20mm Oerlikon kanonnen

De eerste vlucht met de Oerlikon kanonnen werd gemaakt op 24 mei 1939 waarna verschillende testen gedaan werden door de A&AEE en het operationele 151 Squadron. Bij het 151 Squadron, waar het de registratie DZ-Z kreeg, vloog F/L Roddick L "Dick" Smith de exeperimentele jager, en was er erg over te spreken, ondanks de 20 mijl per uur snelheid die het verloor.
Hawker bouwde vervolgens een dubbele Hispano-Suizo kanon in de vleugels van de Mk I, P2640 en maakte daarmee vanaf 7 juni 1940 testvluchten. Er was hier ook wat verlies in prestaties, maar de potentie van het kanon werd al snel bewezen.

Een Hurricane Mk IIC met Hispano-Suizo kanonnen in april 1943

Door een verhoogde productie van Hispano kanonnen in de UK konden meerdere toestellen omgebouwd worden. Het verlies in prestaties werd opgelost met de verbeterde Merlin XX motor. Na vier prototypes werd de Mk IIC in productie genomen, waarvan er uiteindelijk 4711 gebouwd werden. Het was de meest geproduceerde variant waarvan verschillende Mk IIA en Mk IIB's werden omgebouwd tot de Mk IIC.

Het Volkes filter onder de 'The MacRobert Fighter - Sir Alasdair' Mk IIC, HL844
(Dit was een presentatie Hurricane van 94 Squadron)

Vanaf juni 1941 kwam de Mk IIC actie bij het No. 87 Squadron dat vooral bij nacht opereerde tegen binnendringende Duitse toestellen (zie foto hieronder). Vanwege de nachtvluchten werden zogenaamde 'glare shields' aangebracht. Deze plaatjes zaten aan de zijkant tussen de cockpitkap en de motor uitlaten en moesten de piloot tegen 'uitlaatvlam-verblinding' behoeden. In totaal zouden 87 squadrons wereldwijd met de Hurricane Mk IIB en C opereren, waarvan 25 squadrons over zee.

CO Dennis Smallwood van het No. 87 Squadron in Hurricane Mk IIC, BE500

Wing Commander Robert Stanford Tuck had zich sterk gemaakt voor de Hurricane met 20mm kanonnen, ondanks dat ouderwets denkende officieren het ondingen vonden en zweerden bij de 0.303 machinegeweren. Tuck had in testfases met de Mk IIC geoefend en was erg enthousiast. 'Zijn' 257 Squadron was dan ook één van de eerste squadrons die ermee werd uitgerust. Van de zeven bevestigde overwinningen met de Hurricane waren er vier met de IIC. Maar op 28 januari 1942 ging het mis. Tuck vloog met een Spitfire Mk V toen tijdens een grondaanval, nabij Boulogne in Frankrijk, zijn toestel door luchtafweer getroffen werd. Na de noodlanding werd Tuck gevangen genomen en naar zijn Duitse opponent gebracht, Adolf Galland voor een diner. Op dat moment stond de score voor Tuck op 29 bevestigde overwinningen plus 8 waarschijnlijke, waarvan 7 'kills' met de Hurricane, 4 waarschijnlijke en 2 beschadigde vijandelijke toestellen. Tuck verdween naar een krijgsgevangenkamp. Tuck verdiend een eigen pagina met al zijn avonturen, en ik raad dan ook graag het boek 'Fly for your Life' van Larry Forrester aan.

Klik op de Hurricanes van RCAF 402 Sqn.
en 'scramble' naar de volgende pagina,...

GA TERUG