McDonnell Douglas F-4
Phantom II

Het Phantom II 'Spook' ontworpen door Anthony Wong

Naar aanleiding van de kracht en de dodelijke schrik die de Phantom zou aanjagen bij de vijandelijke tegenstanders, ontwierp een technische artiest van McDonnell Douglas, Anthony Wong, een cartoon figuurtje dat de bijnaam 'Spook' kreeg. Het werd een populaire 'spookje' dat in verschillende vormen werd uitgevoerd, meestal in combinatie met de eenheidaanduidingen, op emblemen welke op het vliegersuniform werd aangebracht.

Ook werd de Phantom met verschillende bijnamen aangeduid. De meeste waren trouwens niet erg flatteus, zoals: 'Rhino' (Neushoorn), 'Flying Anvil' (Vliegend Aambeeld), 'Flying Footlocker' (lastig te omschrijven, maar denk aan een 'Vliegende Voorraadkist'), 'Lead Sled' (Loden Slede), met een variatie daarop: 'Big Iron Sled' (Grote IJzeren Slede), 'Double Ugly' (Dubbel Lelijk), 'Old Smokey' (Oude Roker, de Phantom motoren konden heel wat rook produceren), 'Flying Brick' (Vliegende Baksteen) en de 'St Louis Slugger' (ook lastig te vertalen, maar komt ongeveer neer op: 'afschieten' bij masturberen). De leukste is waarschijnlijk 'World’s Leading Distributor of MiG Parts' (Wereld leider in het verspreiden van MiG onderdelen).

DE WERELD WIL DE PHANTOM

Een Phantom F-4E van de Royal Australian Air Force

Verscheidene landen kregen belangstelling voor de F-4 Phantom II. Hieronder is een staatje te vinden van de landen die overgingen tot de aanschaf van dit toestel.

F-4 Phantom II bij strijdkrachten buiten de Verenigde Staten:

  • Australië – 24 F-4E (van september 1970 tot juni 1973)*
  • Egypte – 45 F4E
  • Duitsland – 88 RF-4E / 175 F-4F
  • Griekenland – 121 F-4E (combi van F-4E en RF-4e’s)
  • Iran – 32 F-4D / 177 F-4E / 16 RF-4E
  • Israel - 274 F-4E / 12 RF-4E (later aangepast tot Kurnass 2000)
  • Japan – 140 F-4EJ / 14 RF-4EJ
  • Zuid-Korea - 92 F-4D / 103 F-4E / 18 RF-4C **
  • Spanje – 40 F-4C / 18 RF-4C
  • Turkije – 233 F-4E (combi van F-4E en RF-4e’s)
  • Verenigd Koninkrijk 15 F-4J(UK) / 50 F-4K / 116 F-4M

    *Australië is het land dat het kortst met de F-4 (24 geleased) heeft gevlogen. Het was een intrim toestel tot de General Dynamics F-111 geleverd zou worden. Australië vloog met F-4E-43-MC's van september 1970 tot juni 1973.
    ** Zuid-Korea vloog in eerste instantie met 18 ex-USAF RF-4C's, later werden extra toegevoegd. De laatste vlucht met de RF-4C was op 28 februari 2014 met de RF-4C, 68-0574 (Korea had ook de oudst vliegende RF-4C in dienst, de 64-1001).

    De RN en de RAF
    kiezen voor de F-4

    Ook Groot-Brittannië kreeg belangstelling voor deze enorme vechtjas na het afgelasten van de Hawker Siddeley P.1154 welke zowel voor de Royal Navy (RN) als de Royal Air Force (RAF) bestemd was. Maar er moest dus wel een vervanger komen voor de Sea Vixen van de RN. De Britse Navy kocht als eerste buitenlandse mogendheid, de Phantom aan. De Britse versie was in principe een F-4J aangepast voor de Britse wensen. Er was door de Amerikanen een voorstel neergelegd voor de F-4(HL) waarbij rekening was gehouden om Rolls-Royce RB-168-27R in te bouwen, maar deze werd niet verder ontwikkeld. De F-4J was een doorontwikkelde F-4B en bezat dan ook geen kanon in de neus. De vleugelwortels kregen uitstulpingen om de grotere wielen in onder te brengen. De F-4J werd aangedreven door de General Electric J79-GE-10. Van de F-4J werden 522 gebouwd. De F-4J zag actie tijdens de oorlog in Vietnam, in Operation Rolling Thunder en Operation Linebacker. Maar de Britten hadden een hele andere uitvoering van de F-4J voor ogen.

    Een Royal Navy Phantom F-4K van 892 Squadron gereed voor lancering,...

    De Britse versie van de Phantom, de F-4K, FG. Mk 1 kreeg als grootste aanpassing de installatie van de Rolls-Royce Spey 203 turbofan motoren. Om de grote Phantom onder te kunnen brengen op de kleinere, ten opzichte van de Amerikaanse, vliegdekschepen, werd de radarrandome inklapbaar gemaakt. Er waren hogere verwachtingen van de RR Spey dan voor de J79. Deze werden waar gemaakt ten opzichte van het verbruik (15% verder bereik) en betere acceleratie bij lancering, klim en laag opereren. Maar de maximale snelheid van Mach 2.1 liep terug naar Mach 1.9.

    Een Royal Navy Phantom F-4K van 892 Squadron landt op de HMS Ark Royal

    De eerste FG. Mk 1, YF-4K, XT595 (de 1449ste F-4) vloog op 27 juni 1966. De eerste Phantom (XT859) voor de Britse marine werd afgeleverd op 29 april 1968, de laatste (XV592) op 21 november 1969. Van de FG.Mk 1 werden, naast 2 prototypes, 50 stuks gebouwd.

    Vanaf 1975, werd bij de RN FG. Mk. 1 (en ook bij de RAF uitvoering FG. Mk 2) de Marconi ARI 18228 radar warning receiver (radar alarmering ontvanger) aangebracht, welke een opvallend opvallend kenmerk werd in de vorm van een rechthoekige 'doos' boven op het kielvlak (zie foto hieronder).

    Buiten de landbases, zoals Yeovilton en Leuchars, was ook het vliegdeksschip HMS Ark Royal uitgerust met de Phantom. Op 27 november 1978 was de laatste lancering vanaf de HMS Ark Royal (de 010) en ging de RN over op kleinere schepen waarvanaf de Harrier opereerde. Tijdens het gebruik door de Navy verloor deze zeven toestellen. Phantoms die uit de RN werden afgestoten werden later overgedaan aan de RAF.

    Een RAF Phantom FGR. 2 van 43 Squadron schaduwt een Russische Tu-95 'Bear'

    Ook de RAF nam de Phantom af, in dit geval de F-4M, door de RAF als FGR. Mk 2 aangeduid. Eigenlijk was er weinig verschil met de marine versie. Eén van de grootste verschillen was dat de voorpoot van het landinggestel een stuk korter was, omdat de RAF uitvoering niet vanaf vliegdekschepen opereerde. De eerste vlucht van de RAF FGR. Mk 2, de YF-4M, XT852 (de 1950ste Phantom) werd op 17 februari 1967 gemaakt. De eerste order van 200 werd terug gebracht tot uiteindelijk 118 stuks (waaronder de twee prototypes). Daar waar de marine uitvoering FG. Mk 1 geen 'gunpod' kon voeren, was dit bij de FG. Mk 2 wel mogelijk. De AIM-7 Sparrow raket werd ook door de Britten onder de Phantom gebruikt, tot men in 1979 overging tot een eigen ontwikkelde midden-afstand raket, de Sky Flash.

    Een RAF F-4K FG. Mk 2 Phantom gaat door de bocht
    (onder de romp Sky Flash raketten, centraal de SUU-23 'gunpod'
    en onder de vleugels AIM-9L Sidewinders)

    De RAF Phantoms werden onder andere in 1982 gestationeerd op de Falkland eilanden nadat deze heroverd waren op Argentinië. Vanwege de korte baan op Port Stanley, werden op de landingsbaan vangkabels gebruikt om de F-4M's af te remmen. Om de gaten te compenseren van de toestellen die op de Falklands waren gestationeerd, werden 15 ex-USN/USMC F-4J's aangeschaft. Normaal zouden deze FGR.Mk 3's genoemd worden, maar kregen alleen een toevoeging F-4J(UK). Dit kwam mede door dat de machines nagenoeg niet werden aangepast. Deze behielden hun J79 motoren en nagenoeg hun gehele Amerikaanse avionica.

    Ex-RN F4-K van 42 Squadron

    De RAF opereerde met de Phantom bij 16 squadrons. Hiervan werd No.23 Squadron later omgezet tot de No.1435 Flight. Tevens was er de 228 Operational Training Unit. Waren de RAF squadrons die uitgerust waren met de Phantom bedoelt als aanvalseenheden, de enige uitzondering hierop was No.43, welke als enige tot de luchtverdediging was toegevoegd. De RAF verloor bij ongelukken, 32 Mk 2's en één F-4J(UK). De laatste Phantom in Britse dienst werd in 1993 uitgefaseerd.

    RAF Phantom van 228 Operational Conversion Unit op Leeuwarden, 9 juni 1990

    (WEST)DUITSLAND

    West-Duitsland (zoals het toen nog heette), kreeg haar eerste RF-4E's vanaf 1971. Vanwege de kosten werden 52 F-104 ingeruild voor 42 RF-4's, maar dit bleek een misrekening. De F-4 had een tweede man nodig achterin, de zogenaamde KBO (Kampfbeobachter, 'gevechts-observator'), en het toestel bleek complexer, dus liep het aantal manschappen op van 1650 voor de Starfighter, naar 1929 voor de Phantom. De Phantoms voor Duitsland werden vanuit Amerika overgevlogen in US Air Force kentekens welke na aankomst werden aangepast naar Luftwaffe. De eerste RF-4E kwam op 19 januari 1971 aan op Ramstein. Uiteindelijk zou Duitsland 88 RF-4E's aanschaffen.

    Duitse RF-4E Phantom van Aufklärungsgeschwader 51 'Immelmann'

    Toen duidelijk werd dat Panavia Tornado niet ontwikkeld werd als jachtvliegtuig/onderschepper, maar als aanvalsvliegtuig, en de Starfighter in 1975 uitgefaseerd zou worden, werd besloten het aantal van 800 bestelde Tornado's terug te brengen tot 420. Om dit nieuw ontstane gat te vullen werd rondgekeken naar verschillende vliegtuigen, waaronder Lockheed CL-1200 Lancer, de Dassault Mirage F1 en de toekomstige F-18 Hornet, en naar de F-4E Phantom. De Bundestag gaf in augustus 1971 toestemming voor de aankoop van 175 F-4E's. Aangezien de Duitsers bepaalde wensen hadden, werd voor hen de F-4F ontwikkeld. Er zou minder ruimte zijn voor brandstof, de AIM-7 Sparrow aanpassingen verviel voor het toestel, de slats aan de voorzijde van de vleugels vervielen ook, en de motor, een J79-GE-17A zou in Duitsland gebouwd worden. De eerste Duitse F-4F vloog op 18 maart 1973, maar officieel was de ‘roll-out’ op 24 mei.

    De cockpit van een RF-4E Phantom (klik op de foto voor een vergroting)
    (te vinden in het Luftfahrt und Technik Museum, Wernigerode, Duitsland)

    Op 5 september 1973 arriveerde de eerste F-4F (3704) in Duitsland. Combat-ready was de F-4F vloot vanaf mei 1976, twee jaar nadat de laatste operationele Starfighter vlucht op 30 juni 1974 was gemaakt door JG 74 ‘Mölders’. In de jaren daarna werden de Duitse Phantoms steeds gemoderniseerd om ze up-to-date te houden. Tussen 1980 en 1983 werden wapencomputers gedigitaliseerd, verbeterde cockpit-instrumentarium, ECM en All-Weather systemen.

    Een Duitse F-4F Phantom van Jagdgeschwader 71 'Richthofen'

    Tweemaal moest de F-4F een operationeel gat opvullen, de eerste keer vanwege de verlate levering van de Tornado en de tweede maal werd de ge-upgrade F-4F ICE (Improved Combat Efficiency) langer gebruikt met de verlate levering van de Eurofighter Typhoon. De ICE bevatte aanpassingen om de AIM-120 AMRAAM (Advanced Medium-Range Air-to-Air Missile) te gebruiken in samenhang met de APG-65 radar en andere digitale air data computer. Begin jaren negentig van de vorige eeuw waren nog vier eenheden uitgerust met de F-4F ICE, JG 71, JG 72, JG 74 en JG 73. De laatste nam een aparte positie in op de Preschen basis, daar een squadron (Staffel) F-4F ICE’s enige tijd opereerde naast een squadron MiG-29 Fulcrums (van het voormalige Oost-Duitsland). Probleem voor de F-4F ICE was dat er geen AIM-120 werden geleverd, de ontwikkeling en productie van de raket nam meer tijd in beslag, terwijl wel zeker nog 40 F-4F’s aangepast moesten worden (70 waren reeds aangepast). De upgrade kosten voor de F-4F’s rezen de pan uit, zodat de aanschaf van de AIM-120 steeds werd opgeschort.

    AIM-120 AMRAAM

    Tussen 1991 en 1996 werden 110 Phantoms uit Duitse dienst genomen. In 2005 was er eindelijk fonds genoeg om 96 AIM-120 aan te schaffen met een optie voor 288. De tegenvallers noopten bijna uit te kijken naar ‘gatenvullers’ zoals extra MiG-29’s, F-15 Eagles of F-16’s, zelfs dacht men aan een simpelere uitvoering van de Typhoon. Door het gebrek aan de AIM-120’s bleven de MiG-29 langer in dienst dan gepland. De laatste F-4F ICE’s vliegen nog bij JG 71 'Richthofen'en worden naar alle waarschijnlijkheid in 2013 vervangen door de Eurofighter Typhoon.

    De baas, James S. McDonnell bij de 5000ste Phantom op 24 juli 1978.
    Deze Phantom, een F-4E-65-MC, ging naar Turkije

    TURKIJE

    In de jaren zeventig van de vorige eeuw nam Turkije de NATO opdracht heel serieus (de Soviet-Unie bestond nog), en bestelde ook de Phantom. In 1973 kwamen de eerste 40 F-4E's naar Turkije. In 1977 werden wederom 32 nieuwe F-4E's besteld plus 8 RF-4E's. In 1982, 1984, 1986, en 1987 werden oude USAF F-4E's afgenomen. In totaal zouden de Turken 233 Phantoms afnemen.

    Een Turkse F-4E gereed voor een nieuwe trainingsmissie

    Op 22 juni 2012 werd een Turkse RF-4E, welke gestationeerd was bij de 173rd Wing op de Erhaç luchtmachtbasis in Malatya neergeschoten door het Syrische leger toen het juist binnen de grenzen vloog van dat land. De Turkse Phantom zou een testvlucht aan het maken zijn om de Turkse radar te testen tussen Turkije en Cyprus. De vliegers Gökhan Ertan en Hasan Hüsey kwamen om het leven. Sinds 2012 verkeert Syrië in een burgeroorlog, en zijn er regelmatig incidenten rond de grens van Syrië met Turkije waarbij een schermutseling tussen de twee landen niet ondenkbaar is. Dankzij de terughoudendheid van de Turkse regering had het incident met de neergehaalde Phantom makkelijk kunnen escaleren.

    Een Turkse RF-4E, een zelfde type werd neergehaald op 22-6-2012 door Syrië

    Op 24 februari 2015 crashten twee Turkse RF-4E's waarbij de vier vliegers omkwamen. Binnen veertien dagen was het weer raak, op 5 maart crashte ditmaal een F-4E 2020. Het plan was om aan het einde van 2015 de RF-4E's met pensioen te sturen, maar vanwege de ongelukken werden de acht foto-verkenners per direct aan de grond gehouden. Een modernisering van 54 Turkse F-4E's werd vanaf 1997 ter hand genomen. Hiervan werden 26 gemoderniseerd door Israel en de andere 28 in Turkije zelf. De gemoderniseerde Phantoms kregen de aanduiding F-4E/2020 Terminators, waarvan de eerste werd geleverd in 2000.

    Een Turkse F-4E/2020 Terminator

    Na de crash op 5 maart 2015 vlogen er nog 47 F-4E/2020 in Turkije. Vanwege dat de F-4E/2020 ook in Israel was gemoderniseerd, begon men te twijfelen aan de Israelische opknapbeurt. Turkije staat onderhand niet op vriendelijke voet met Israel en men wil eigenlijk wel af van de Terminators (ook omdat er stemmen opgaan dat het een samenzwering vanuit Israel zou zijn). Maar de optie tot aankoop van de F-35 Lighting II wordt door de Verenigde Staten tegengehouden, en de overgebleven F-4E/2020's, die in 2020 uitgefaseerd zouden worden, blijven vooralsnog de grensen van Turkije bewaken.

    Klik hieronder voor meer Phantoms,...

    GA TERUG