VICKERS WELLINGTON
EEN DODELIJKE CRASH IN ANDIJK
EN EEN VICTORIA CROSS

'1000 Bomber Raids'

Arthur 'Bomber' Harris, de luchtmaarschalk van RAF Bomber Command, had een plan, mede als propaganda, om de Duitsers te tonen waartoe de RAF in staat was, een bombardementsvloot van 1000 bommenwerpers naar Duitsland te sturen. De eerste van zo’n '1000 Bomber Raid' werd uitgevoerd in de nacht van 30 op 31 mei 1942. Om zoveel mogelijk vliegtuigen bijeen te brengen, werden trainingseenheden (Operational Training Units, OTU) toegevoegd en werd aan Coastal Command ook gevraagd vliegtuigen beschikbaar te stellen. Maar de Royal Navy verbood op het laatste moment de inzet van de vliegtuigen van Coastal Command, want deze vond het uit oogpunt van een propaganda stunt, te zwak, en zette hun vliegtuigen liever in tegen het gevaar vanuit zee, de U-Boten. Maar Harris begon op de bodem van zijn bijna lege vat te schrapen naar meer eigen trainingseenheden, en wist zo 1047 bommenwerpers bijeen te krijgen. Voor Operation 'Millennium' was als hoofddoel Keulen aangewezen. Er werd in de nacht van 31 mei door 868 bommenwerpers een totaal aan 1455 ton bommen geworpen op Keulen (15 andere bommenwerpers gooiden hun bommen op andere doelen). Tijdens deze raid keerden 43 RAF toestellen niet meer terug op hun basis.

Totaal aantal vliegtuigen: 602 Wellingtons, 131 Halifaxes, 88 Stirlings, 79 Hampdens, 73 Lancasters, 46 Manchesters, 28 Whitleys = 1,047 bommenwerpers, welke onderverdeeld waren vanuit de volgende Groepen:

  • 1 Group - 156 Wellingtons
  • 3 Group - 134 Wellingtons, 88 Stirlings = 222 toestellen
  • 4 Group - 131 Halifaxes, 9 Wellingtons, 7 Whitleys = 147 toestellen
  • 5 Group - 73 Lancasters, 46 Manchesters, 34 Hampdens = 153 toestellen
  • 91 (OTU) Group - 236 Wellingtons, 21 Whitleys = 257 toestellen
  • 92 (OTU) Group - 63 Wellingtons, 45 Hampdens = 108 toestellen
  • Flying Training Command - 4 Wellingtons

    Een Wellington Mk.Ic wordt gereed gemaakt voor een missie

    In de nacht van 1 op 2 juni 1942 volgde de tweede '1000 Bomber Raid', deze maal op Essen. Vanwege, onder andere, de weersomstandigheden (geen maan) in de Roer vallei, konden de 956 bommenwerpers weinig schade aanbrengen. In de nacht van 25 op 26 juni 1942 volgde de derde '1000 Bomber Raid'. Ditmaal kon Harris gebruik maken van RAF Coastal Command haar vliegtuigen, 102 Hudsons en Wellingtons. Van de 1067 bommenwerpers wisten 696 er van het doelwit, Bremen, te bereiken. Op deze vlucht gingen 48 toestellen verloren. Vooral de OTU’s van 91st Group werd zwaar getroffen, 23 van de 198 Whitleys en Wellingtons van deze groep gingen verloren. Net als bij de vorige twee '1000 Bomber Raids', waren de Wellington bommenwerpers het meest vertegenwoordigd, bij de derde raid waren dat er 472 stuks. Geen wonder dat hier ook de meest slachtoffers onder vielen. Eén van deze Wellingtons stortte neer in Andijk, de woonplaats van uw ‘reporter’.

    Monument aan de Hoekweg, Andijk, voor de bemanning van Wellington Mk.Ic, T2612

    Wellington Mk Ic, T2612, 'HB-H'

    De N 18 OTU RAF No.300 'Masovian' Polish Air Force was ook ingedeeld om de derde '1000 Bomber Raid' compleet te maken. Deze eenheid opereerde vanaf RAF Bramcote, nabij Rugby, Engeland. Het doelwit van deze avond en nacht was Bremen voor het Poolse squadron. Vastgesnoerd in hun Wellington bommenwerpers denderden de vliegers op 25 juni 1942 vanaf 22.50 uur (Britse tijd) over de startbaan. Onder hen was de Wellington Mk Ic, T2612, met als codeletters 'HB-H' op de donkere romp aangebracht in donkerrode letters. Slechts door een dun doek beschermde romp, zaten de mannen kwetsbaar in hun cocon.

    Wellington Mk.Ic, T2612 van het Poolse 300 Squadron

    De 22 jarige piloot Plt.Off Maksymilian Niemxzyk verzocht aan de navigator, Flt.Off Zygmunt Wieczorek (34), de koers naar Bremen. Het was hemelsbreed een 700 kilometer, en met een kruissnelheid van rond de 350 km/u zou de met bommen beladen Wellington twee uur nodig hebben om Bremen te bereiken. Vanuit een westelijke richting komende, zou een rugwindje voor een vlotte vlucht hebben gezorgd (het was in deze periode een koele tijd, wind uit het noorwesten, met af en toe een buitje). Rond de klok van 02.00 uur (Duitse tijd) bereikte de luchtarmada Bremen, welke schuil ging onder een wolkendek. Hier en daar waren wat gaten, en hier probeerden de bommenwerpers hun doelwit te vinden. Ook het 300 Squadron liet haar bommen vallen rond Bremen en keerde terug richting het westen.

    - OPGEWACHT -

    De Duitse radar had in de eerste jaren van de oorlog een grote sprong voorwaarts gemaakt. Was de Luftwaffe in het begin van de nachtjacht nog aangewezen op de zoeklichten waarin een bommenwerper werd gevangen, waarna een nachtjager deze trachtte te vernietigen, met de komst van steeds meer radar, konden de zoeklichten en FLAK batterijen uit de bezette gebieden naar de Duitse steden worden overgebracht. Met het Freya radar systeem werd de nachtelijk hemel afgezocht. Als er een doelwit gevonden werd, werd deze doorgegeven aan de Wurzburg-Riese radar die het doelwit vanaf zo’n 30 kilometer afstand bleef volgen en deze gegevens doorgaf aan de nachtjager.

    Luftwaffe luchtleiding voor de nachtjagers in vol bedrijf

    In het begin van de nachtjacht, moest de Duitse piloot op aanwijzingen vanaf de radarpost op de grond, en zijn ogen vertrouwen. In de laatste kilometers naar het doel, keek de piloot uit naar de oplichtende motoruitlaten van de Britse bommenwerper. Maar in de winter van 1941/1942 werden steeds meer nachtjagers uitgerust met de Lichtenstein B/C, zodat een doelwit in de donkere nacht ook op een scherm in het vliegtuig zichtbaar werd. Tevens kwam er een centrale vluchtleiding in een enorme bunker bij Schaarsbergen (nabij Arnhem). De gehele procedure van observeren, onderscheppen, en het aansturen van de nachtjager kreeg de aanduiding ‘Himmelbett’.

    Terwijl de bommenwerpers probeerden zo snel mogelijk weer naar hun basis te komen, waren de eerste nachtjagers opgestegen. Ook nachtjagers van de Luftwaffe basis (Fliegerhorst) bij Leeuwarden in Friesland. Hier was het II./NJG2 gestationeerd welke met de Messerschmitt Bf-110F opereerde. Verschillende Duitse piloten van deze groep hadden al verscheidene slachtoffers gemaakt en waren ware helden in de Duitse propaganda. Deze nacht, 26 juni 1942, crashten 28 van de 48 bommenwerpers binnen de Nederlandse grens. Er zouden minstens 17 slachtoffers worden gemaakt door nachtjagers van Leeuwarden (zes door andere nachtjagers van andere eenheden). De eerste bommenwerper, een Short Stirling van 18 Squadron, viel om 00.39 uur in de Wieringermeer door toedoen van OBlt. Ludwich Becker.

    De Dornier Do 215B-5 'R4 + DC' van Hptm. Helmut Lent

    Wellington Mk Ic, T2612 werd waarschijnlijk rond 02.30 uur opgepikt door de radar in sector 'Löwe' (Groningen-Friesland). Het is niet 100% zeker welke Duitse nachtjager op deze Wellington werd afgestuurd. In het boek 'Wespennest Leeuwarden' (deel 1), van Ab A. Jansen, wordt met een vraagteken dit toegeschreven aan Hptm. Lent. Helmut Lent, een 24 jarige luchtaas met reeds 45 neergeschoten vliegtuigen, was sinds 1 July 1941 commandant van II Gruppe/Nachtjagdgeschwader 2 (II./NJG2) op Fliegerhorst Leeuwarden. In ieder geval was Hptm. Lent in de lucht met zijn Dornier Do 215B-5, met de codeletters 'R4 + DC'. Terwijl Lent van de sector 'Löwe' in de sector 'Hering' binnenvloog pikte zijn radar Wellington T2612 op. Om 02.37 uur opende Lent het vuur op een Wellington waarvan hij noteerde dat het de letter 'H' voerde. Alleen gaf hij als locatie op dat het bij 'Enkhuisen' (sic) was.

    De smeulende restanten van Wellington Mk Ic, T2612

    Na het aanschieten van Wellington T2612 daalde het getroffen toestel in zuid-zuidwestelijke richting met hoge snelheid op Andijk aan. Op zo'n 50 meter hoogte denderde het over de hoge dijk, maar er was geen houden aan, en nabij het kruispunt Hoekweg-Kleingouw sloeg het tegen de grond in een aardappelveld van Simon Vriend, waarbij een deel van de vleugel honderden meters wordt weggeslingerd in oostelijke richting naar de Kleingouw. De restanten van de Wellington vlogen in brand en klein kaliber munitie knalde in het vuur. De gehele Poolse bemanning was om het leven gekomen tijdens de crash.

    Van L n. R: Maksymilian Niemczyk, Zygmunt Wieczorek, Stanislaw Wolski,
    Aleksander Rozdzynski, Wlozimierz Jerzy Mikos

    In de ochtend kwamen de Duitsers het wrak inspecteren en trachtten het te bergen, maar diepgelegen stukken liet men liggen. De stoffelijke resten van de omgekomen bemanning werden wel geborgen en afgevoerd en in Bergen begraven. Het zou tot begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw duren voor het complete restant van 'T2612' werd verwijderd.

    De omgekomen bemanning:
    Pilot Officer Maksymilian Niemczyk,
    Navigator Flyong Officer Zygmunt Wieczorek,
    Bomrichter Sergeant Stanislaw Wolski,
    Radiotelegrafist Dergeant Aleksander Rozdzynski,
    Staartschutter Wlozimierz Jerzy Mikos

    Terwijl Wellington 'T2612' door het vuur werd verteerd, kreeg Hptm. Lent een nieuw doelwit aangewezen, en hij zette zijn speurtocht zuidelijker verder naar een Whitley bommenwerper. Deze Whitley Mk V, BD266, van RAF 24 OTU, werd neergeschoten 02.56 uur nabij Noordwijk in Zuid-Holland.

    Helmut Lent (13-06-1918 / 07-10-1944)

    Uiteindelijk zou Oberst Helmut Lent omkomen nadat hij zijn Ju 88 G-6 (W.Nr. 751081) 'D5 + AA' op 5 oktober 1944 aan de grond moet zetten vanwege een motor die uitviel. Op Paderborn raakte hij een hoogspanningskabel en crashte waarbij zijn bemanning omkwam. Twee dagen later stierf Lent aan zijn opgelopen verwondingen. Helmut Lent scoorde 110 overwinningen, waarvan 103 als nachtjager, waaronder minstens 25 Wellington bommenwerpers, 59 viermotorige bommenwerpers en één Mosquito.

    Het monument aan de Hoekweg voor
    de omgekomen bemanning van Wellington 'T2612'

    Op vrijdag 25 juni 2010 werd op de crashplek van Wellington 'T2612' een monument onthuld ter nagedachtenis aan de omgekomen Poolse bemanning. Niet alleen Burgemeester en Wethouders van Andijk waren bij de plechtigheid aanwezig, ook nabestaanden en hoge Poolse officieren van de Poolse luchtmacht. Voor dit artikel is dank verschuldigd aan Gerrit van Keulen (APB) en Pieter Mantel die toch wel de stuwende kracht zijn geweest om tot dit monument te komen aan de Hoekweg in Andijk.


    Het Victoria Cross, en Sergeant James Allen Ward

    Slechts één Victoria Cross (de hoogste Britse militaire onderscheiding), werd uitgereikt aan een bemanningslid van een Wellington. Als tweede piloot vloog op 7 juli 1941 Sergeant Jimmy Ward mee op een missie naar Munster. Nadat de bommen waren gedropt, keerde Wellington L7818, 'AA-V' van 75 (NZ) Squadron op huis aan, maar een Duitse Bf 110 jager nam de Wellington onder vuur. De stuurboordvleugel raakte in brand. Door de gaten in de vleugel, ontsnapte brandstof welke het vuur voedde. Eén van de vliegers sloeg een gat in de romp, en zo probeerde men het vuur te doven met een brandblusser, maar het vuur was net buiten bereik van de blusser. Men gooide zelfs uit de thermosflessen koffie naar het vuur. Onderwijl was de Nederlandse kust bereikt. En nu kreeg Ward het idee om via de astrodome naar buiten te klimmen, om het vuur te doven. Ward wilde zijn parachute afdoen om zich beter te kunnen bewegen, maar zijn lotgenoten verboden het hem. Zichzelf vastknopende met een stuk touw van een reddingsbootje (een 'Dinghy') en gewapend met een stuk canvas waarmee de cockpit werd afgedekt, kroop Ward door de astro-dome naar buiten. Hij schopte door het doek van de romp voor houvast en kroop verder over de vleugel naar het vuur.

    Een goed beeld van de astro-dome waardoor Jimmy Ward naar buiten kroop

    Ward sloeg op en neer in de vliegende storm over de vleugel, het was de zwaarste storm waarin hij ooit geweest was. In het gat waar de meeste brandstof uitlekte, stopte Ward het stuk canvas. De wind rukte aan de stof, maar Ward probeerde het canvas in het gat te houden. Maar uiteindelijk moest hij het opgeven, toen de storm grip kreeg en het canvas uit zijn handen rukte, en kroop Ward weer met veel moeite terug in de Wellington. Boven de Engelse kust laaide het vuur plots weer op, en sloeg de schrik weer om het hart van de mannen. Maar het was van korte duur, en het vuur doofde even later weer. De piloot besloot snel te landen op RAF Feltwell, in Norfolk basis dan hun eigen. Dankzij Ward zijn actie was er tijd gerekt, genoeg zodat de Wellington L7818 een veilige landing kon maken. Niet lang daarna werd de jonge Nieuw-Zeelandse vlieger van 75 (NZ) Squadron voorgedragen voor het VC. James Ward zou uiteindelijk omkomen tijdens een missie op 15 en 16 september in 1941.

    Op de volgende pagina aandacht voor de verdere ontwikkeling van de Wellington
    Klik hiervoor op onderstaande Wellington GR Mk XI, HZ258.

    GA TERUG