De Havilland Mosquito
In actie

Aanval op Kleykamp, Den Haag

In Nederland werden door verschillende verzetsgroepen bevolkingregisters overvallen. Hierbij werden de gegevens vaak vernietigd of meegnomen om vervalst te worden zodat deze gebruikt konden worden door ondergedoken mensen of door het verzet zelf. Maar van alle uitgegeven persoonsbewijzen werd in het gebouw Kunstzaal Kleykamp een kopie bewaard. Hiermee kon dus een vergelijking worden gemaakt als een vervalst persoonsbewijs werd gevonden. Ook bevatte Kleykamp veel Gestapo-documenten over het Nederlandse verzet. Op 31 december 1943 werd aan de RAF het verzoek gedaan om Kleykamp te bombarderen.

De Kunstzaal Kleykamp in Den Haag

Op 11 april 1944 werd Kleykamp het doelwit voor Mosquito's van het 613 Squadron. Dit vijf verdiepingen hoge gebouw was makkelijk te herkennen, aangezien dit het enige witte gebouw was aan het Garnegieplein, dichtgelegen bij het Vredespaleis. De zes Mosquito’s werden aangevoerd door luitenant-kolonel R.N. Bateson, DFC in FB. Mk IV, LR355. Bateson gooide als eerste zijn HE-bommen met een vertraging van 30 seconden letterlijk de deur binnen. Het volgende paar gooide brandbommen om het ronddwarrelende papier in brand te steken. Het laatste paar gooide extra HE- en brandbommen. Er was ook een Nederlandse vlieger tijdens de aanval, Robert S. Cohen, maar helaas kwamen de bommen niet los van zijn Mosquito. Ondanks deze tegenvaller ontving Cohen het DFC. Op 22 juli 1944 kwam Cohen om het leven toen zijn toestel nabij Chartres werd neergeschoten.

De Kunstzaal Kleykamp het doelwit van 613 Squadron

Boven de Noordzee werden de Mosquito’s opgewacht door Spitfires die als escorte dienden. Alle toestellen keerden veilig terug. Er waren 61 burgerslachtoffers en 85 gewonden gevallen (sommige bronnen vermelden 59 doden). Men zou kunnen denken dat er alleen maar NSBers onder de slachtoffers waren, maar dat waren maar een handjevol. De meeste waren 'gewone' Nederlanders die werkzaam waren (voor de Duitsers) in Kleykamp. Volgens ooggetuigen in het TV programma 'Andere Tijden', dat aandacht aan deze actie bestede, waren in Kleykamp zelfs ook verzetsmensen actief om papieren ter plekke te vervalsen.

De RAF leiding beschreef de actie later als ’waarschijnlijk het meest briljante staaltje van precisie-bombardement vanaf geringe hoogte van de gehele oorlog’.

De aanval op Kunstzaal Kleykamp in Den Haag
inspireerde Ian Wyllie tot dit schilderij

Op 31 oktober 1944 werd een soortgelijke actie herhaalt met 25 Mosquito’s van het 21, 464 en 487 Squadron die een aanval pleegden op het Gestapo hoofdkwartier te Aarhus in Denemarken. Het verzet in Denemarken werd door de geallieerden zeer serieus genomen en deze waren dan ook graag bereid om aan verzoeken van hen te voldoen. De Gestapo voerde een waar schrikbewind uit in Denemarken en zeer veel waren opgepakt en werden gefolterd tot bekentenissen.

Het Gestapo hoofdkwartier te Aarhus zonder hart

Dankzij de inzet van de Mosquito werd binnen elf minuten het gebouw verwoest
en werd het hoofd van de Jutlandse Gestapo, Zchwitziegel gedood,
plus 200 van zijn medewerkers.

Operation Carthage

De precisie waarmee de Mosquito opereerde bleek dus uitstekend geschikt voor aanvallen op gebouwen in bebouwing. Op 21 maart 1945 werd 2nd TAF weer aangewezen om de Gestapo in Kopenhagen, wederom in Denemarken, een slag toe te brengen. Nu was het Shell-hus in Kopenhagen het doel. Met 20 Mosquito’s (en 28 Mustangs van 126 Squadron) werd de aanval ingezet onder de naam Operation Carthage. Helaas crasht uit de eerste golf de Mosquito ZS977 van W/Cdr. P.A. Kleboe en navigator F/O. K. Hall na het raken van een hoge mast. Het toestel raakt het dak van een appartement waarop de bommen losgerukt worden en ontploffen, 12 burger komen om. Het toestel, YH-T, crasht in een garage waar de vliegers omkomen. De rest van de eerste golf gooien hun bommen op het doel, het Shell gebouw, waarbij 7 gevangen omkomen. De tweede en derde golf raakt in de war door de verschillende brand in de stad. Helaas gooien verschillende hun bommen op het gebouw naast de neergestorte Mosquito van Kleboe en treffen de Frans Katholieke Jeanne d’ Arc School, wat resulteert in 86 doden onder de kinderen en 16 volwassen, ook vallen er 67 gewonden onder de kinderen en 35 onder de volwassen.

Een Mosquito, linksonder, giert door de straten van Kopenhagen

Na de aanval stortte de Mk VI, NT123, EG-Z van F/Lt. Pattison en Sgt. Pygram in zee na getroffen te zijn door Flak over Kopenhagen. Met een brandende linkermotor trachtten ze Zweden te bereiken, maar dat bleek te ver, beide vliegers komen om. Ook Mosquito SZ999, SB-P, van F/O. Dawson en navigator F/O. Murray stort in zee na getroffen te zijn door Flak, ook zij komen om. Een derde Mosquito bemanning komt aan haar einde in zee. Als de formatie naar het westen keert wordt de RS609, SB-V van F/O Palmer en H. Becker getroffen. Van alle in zee gestorte bemanningen kon alleen Becker geborgen worden en pas in 2000 positief geïdentificeerd worden.

De Mosquito PR. Mk IV, DZ383 die de filmbeelden maakte over Kopenhagen
(foto uit 1943 toen het toestel geheel blauw was. In 1945 was ze in camouflage
patroon en voorzien van een vraagteken als rompcodering, zie hieronder)

Twee Mustangs gingen verloren. F/Lt. Drew kwam daarbij om. Van de andere Mustang wist de vlieger P/O. Hamilton zich na een buiklanding uit de voeten te maken, maar werd toch gepakt en krijgsgevangen gemaakt.
Het Shell-hus was zwaar getroffen en zeker 50 Duitsers en 50 Denen, die voor de Gestapo werkten, kwamen om. Ondanks het verlies van 9 bemanningsleden, de dood van 133 Denen werd de RAF door het verzet bedankt. Want verschillende verzetsmensen konden gered worden, maar nog belangrijker was de vernietiging van de documenten die de Gestapo had aangelegd. Toeval wilde dat enkele kasten met documenten gespaard waren, waarin precies stond welke Deen gecollaboreerd had met de Gestapo, wat van groot belang bleek na de oorlog.

Dit monument herinnert Kopenhagen aan Operation Carthage
waarbij zoveel onschuldige kinderen het leven lieten

De laatste aanval op de Deense Gestapo werd uitgevoerd op 17 april 1945 door vijf Mosquito’s en acht Mustangs van de 2nd TAF. Ditmaal was het Gestapo hoofdkwartier in Odense op het Deense schiereiland Fünen het doel. Ook dit gebouw werd zwaar getroffen. 18 dagen later werd de bevrijding van Denemarken uitgeroepen.

De inzet als snelle laagvliegende bommenwerper en jager was onmiskenbaar bewezen door de Mosquito. De ruimte ontbreekt om elke actie hier te verwoorden, maar de bovenstaande zijn illustratief voor de meeste missies.

Het is hoger al even aangehaald, de Nederlander Robert S. Cohen die betrokken was als Mosquito vlieger bij de aanval op Kleykamp in Den Haag. Een andere Nederlander had na de aanval een ontmoeting met Cohen. Deze Nederlander Erik Hazelhoff Roelfzema, was op zoek naar een squadron om zijn diensten als piloot aan te bieden.

Erik Hazelhoff Roelfzema
(Soldaat van Oranje)

Erik Hazelhoff-Roelfzema, Engelandvaarder en later wereldberoemd geworden als de ‘Soldaat van Oranje’ had al een mensenleven achter de rug voor en in de Tweede Wereldoorlog. Erik Hazelhoff Roelfzema werd op 3 april 1917 geboren in Soerabaja, op Java. In de jaren dertig keerde het gezin terug naar Nederland waarop Erik student werd in Leiden. In zijn eerste studiejaar, 1938 gaat hij naar de Verenigde Staten en schreef er een boek over (Rendez-vous in San Francisco) om vervolgens in 1939 naar Finland te gaan om de oorlog tegen Rusland te verslaan. Over deze episode zal hij het boek ‘Het Smeulende Vuur’ schrijven dat in 1941 verscheen.

Toen Duitsland in mei 1940 Nederland binnenviel werd het verzetshart van Erik opgestookt. Vanwege het studenten protest, na de arrestatie van professor Cleveringa, werd in november 1940 de universiteit gesloten. Erik schreef in februari 1941 het ‘Leids Manifest’ waarin de Leidse studenten zich uitspreken tegen de bezetter. Erik draaide in april 1941 voor een week de gevangenis van Scheveningen in. Hierop dook hij onder in Amsterdam waar hij zijn doctoraalexamen deed in juni. Erik Hazelhoff Roelfzema werd daarna een zogenaamde ‘Engelandvaarder’ door op het Zwitserse vrachtschip St-Cergue aan te monsteren, waarop ook Bob van der Stok en Peter Tazelaar zich bevonden. Vanuit Engeland smokkelde Erik radioapparatuur naar Nederland. Voor zijn werk ontving Hazelhoff in 1942 uit handen van koningin Wilhelmina de Militaire Willemsorde.

Erik Hazelhoff Roelfzema

Na zijn ondergrondse werk was het tijd voor een nieuwe uitdaging, vliegenier worden bij de RAF. Prins Bernhard nam Erik mee in een Tiger Moth voor een eerste gevoel voor vliegen. De prins sprak zo bevlogen over de Spitfire, dat Hazelhoff zich zelf al rollende door de lucht zich op Duitse jagers storten,... Met wat gesjoemel tijdens de keuring, Hazelhoff was kippig en met een gebroken brillenglas tussen de vingers blufte hij zich door de ogen test, werd hij goedgekeurd voor de Royal Air Force en vertrok naar Canada voor de vliegeniers opleiding.
Na een opleiding in Canada kwam Hazelhoff bij toeval Cohen tegen en vroeg hem hoe hij bij een Mosquito squadron was gekomen. Cohen vertelde hem dat hij gewoon bij verschillende squadrons was langs gegaan en gevraagd of ze nog een piloot nodig hadden, zo simpel was het geweest, volgens Cohen. En zo ging Hazelhoff Roelfzema, samen met zijn vriendin Midge, dagelijks naar de pub Sherperd’s op zoek naar een geschikte squadron leader die regelmatig de pub aandeden. Tot op een dag Wing Commander Hamish Mahaddie (*) in de pub aanwezig was en Midge en Erik besloten op hem af te stappen. Midge legde uit dat Erik naarstig op zoek was naar een squadron die van zijn diensten gebruik kon maken. Erik had zijn twijfels, want Mahaddie was de man achter de Path Finder Force(PFF), waar alleen de beste vliegers voor in aanmerking kwamen. De PFF markeerde, door middel van fakkels, in de nacht de doelen voor de zware bommenwerpers. Erik had gedacht dat hij op jachtvliegtuigen wilde vliegen, niet op bommenwerpers die meerdere motoren hadden. Maar Mahaddie was niet op zoek naar ervaren vliegers, maar exceptionele vliegers. Midge zou toen geroepen hebben, ‘marvelous!’ dan is Erik geweldig geschikt voor de PFF. Mahaddie besloot de Nederlander aan te nemen, ondanks dat Hazelhoff aangaf dat hij geen tweemotorige toestellen had gevlogen. En zo begon de Engelandvaarder aan het oefenen met Oxfords, Ansons en de Blenheim om uiteindelijk in de Mosquito te stappen. In 30 vlieguren veroverde Erik het predicaat ‘boven het gemiddelde’, meer dan voldoende voor Mahaddie.

Hamish Mahaddie op de set van Battle of Britain

(*) Hamish Mahaddie zou na de oorlog belangrijk worden voor de huidige zogenaamde 'Warbird-scene'. Mahaddie werd betrokken bij de speelfilm The Dam Busters (1955) waar hij de Lancasters voor regelde. Ook voor de film 633 Squadron regelde hij 11 Mosquito's en bemanningen. Na de opnames behield hij Mosquito RS712 voor zichzelf en vloog er tot 1972 mee voor hij het toestel verkocht (zie verder deze pagina's). Zijn grootste werk verzette Mahaddie voor Battle of Britain (1969) om Spitfires, Hurricanes en Spaanse Heinkel He 111/C.A.S.A. 2.111's en HA 1112 M1L 'Buchon's' bij elkaar te zoeken. Later was hij betrokken bij TV series Pathfinders, de film The Heroes of Telemark (1965) en Patton (1970) Ook voor A Bridge Too Far uit 1977 werd Mahaddie aangetrokken. En om het cirkeltje rond te maken,... hij verzorgde ook voor Soldaat van Oranje zijn expertise, over een episode waarin de echte Hazelhoff Roelfzema nu door Rutger Hauer werd vertolkt (zie lager).

Is de 'C.O.' (met de grote snor) Squadron Leader Johnny Day?

Op 5 september 1944 meldde Hazelhoff Roelfzema zich bij RAF Upwood bij het No. 139 (Jamaica) Squadron. Hij was juist op tijd om een vlucht Mosquito's terug te zien keren op de basis, waar hij een vlieger uit een toestel zag klauteren en die steunende op een stok hem vervolgens voorbij liep. Ze wisselden even een blik, en met de onmiskenbare grote snor realiseerde Erik later dat het Squadron Leader Johnny Hemsworth Day was geweest. Op 6 september, de volgende dag, ondernam Erik zijn eerste missie in Mosquito B. Mk XVI, XD-Q. Als navigator kreeg hij F/O Ray Snelling DFC mee die Hazelhoff naar Hamburg leidde. Ze vonden weinig opostitie tijdens de vlucht, maar bij terugkomst bleken er toch 17 gaten van afweervuur in het toestel te zitten. Snelling zou acht of negen vluchten met Erik Hazelhoff Roelfzema ondernemen.

Mosquito B. Mk XVI, XD-Q, 139 Squadron (serienummer op het kielvlak is fictief)

In de pub Blue Boar in Cambridge liep hij tegen zijn oude vriend en een oud lyceum genoot Ben Vlielander Hein aan. Deze bood aan dat hij als navigator graag naast Hazelhoff Roelfzema wilde plaatsnemen. Vlielander Hein was afkomstig van de Marine Luchtvaartdienst en had als rang luitenant ter zee tweede klasse. En zo vertrokken beide heren op 12 oktober 1944 in de vertrouwde Q-Queenie naar Berlijn. Boven het doel werden de markeerders uitgeworpen die als een kerstboom met verlichting traag naar beneden zakte.

Erik begon zich af te vragen of ze wel goed zaten, nergens anders zag hij markeerders in de lucht hangen. Hij vroeg aan Ben of deze zeker wist dat het Berlijn was,... Deze ontstak in woede en smeet de kaarten van zich af,... 'Als jij twijfeld aan mijn navigeren, dan bekijk je het verder maar,...' Hazelhoff keek verbaasd naar zijn navigator, en, waarschijnlijk door het intense nachtvliegen, was het voor de piloot ook de maat vol.

Links: Ben Vlielander Hein

Hij liet de stuurknuppel los, en liet de Mosquito vanaf 38.000 voet (11.500 meter) in een duikvlucht gaan. Met kwade koppen keken de heren hoe de hoogtemeter snel terugliep. Toen de Mosquito door de hoogte van 18.000 voet (5.500 meter) dook raapte Vlielander Hein zijn kaarten weer bijelkaar, en met de opmerking; 'Nou, vooruit maar weer' trok Hazelhoff de kist weer recht op 15.000 voet (4.500 meter). Het bleek dat ze boven Magdenburg zaten, en de Flak knalde rond het vliegtuig. De stuurboordmotor werd getroffen waarop brand ontstond. Snel zette Erik de propeller in vaanstand, stopte de brandstof toevoer en sloot het contact af. Omdat alle vermogen nu op de bakboordmotor kwam, trimde hij tevens het toestel uit. Het brandblus systeem werd door een knop in werking gesteld, maar leek weinig effect te hebben. Ben kraakte over de microfoon of hij 'de slagroomknop'al had ingedrukt? Erik keek hem aan, 'je bedoelt de brandblusser?... tuurlijk,... laat mij nu maar vliegen, en hou jij je bij het navigeren.' Vanaf dat moment waren de taken verdeeld en werd er nooit meer over gesproken.

Op een maximale hoogte van 12.000 voet (3.600 meter) vlogen ze in rechte lijn terug naar Engeland. De elektrische spanning, en daardoor ook de radio, liet het afweten, en bij het licht van het zaklampje van Vlielander Hein kon Hazelhoff Roelfzema zijn instrumentenpaneel aflezen. Het leek of al het Duitse geschut het op hen gemunt had. Over de reeds bevrijde gebieden waren ze ook niet veilig, Brits en Amerikaans geschut probeerde hen ook te verschalken, en over de Noordzee deed ook de Royal Navy een gelukkig vruchteloze poging.

Een voorbeeld van een uitgeschakelde motor en de propeller in vaanstand
(in dit geval de bakboordmotor, bij Hazelhoff Roelfzema betrof het de stuurboordmotor)

Tijdens de de-briefing bleek dat de ongerustheid van Hazelhoff of zijn navigator hen wel boven Berlijn had gebracht, ongegrond, Q-Queenie was de enige Mosquito van het 139 Squadron dat boven het juiste doel was geweest.
Erik Hazelhoff Roelfzema zal in totaal 72 missies ondernemen. Bovenstaande is een klein stukje uit het boek 'Soldaat van Oranje, 40/45' dat Hazelhoff Roelfzema dat in 1971 verschijnt. Ondanks deze indrukwekkende periode voor Hazelhoff Roelfzema besteedt hij slechts 25 van de 256 pagina's in het boek aan zijn vliegeniers carrière. Het boek zou model staan voor de speelfilm 'Soldaat van Oranje' uit 1977. Aangezien een speelfilm iets anders is dan een boek, men moet nu eenmaal bochten af snijden om een verhaal binnen enkele uren begrijpelijk te laten zien, kwam er nogal wat kritiek na de première, omdat men vond dat Erik (een rol van Rutger Hauer) nogal erg heldhaftig was geweest. Er werden onderdelen die door anderen in het echt waren uitgevoerd nu vertolkt werden door met name Jeroen Krabbé (die een combinatie speelde van Peter Tazelaar, Chris Krediet en Ernst de Jonge. Met name het ontbreken van de figuur Peter Tazelaar, werd door insiders als zeer miskend beoordeeld. Hazelhoff Roelfzema die weinig aan het scenario van de film kon veranderen, heeft later daar wel stelling in genomen, door Peter Tazelaar in interviews te benoemen; 'Ik was niet de enige Soldaat van Oranje. Chris Krediet en Peter Tazelaar hadden minstens zoveel recht op die eretitel. Vooral de doldrieste moed van Peter grensde aan het ongelooflijke. Peter was een held, een groot mens. Hij kende geen angst, gevaar gaf hem vleugels.’

Adjudanten van de koningin, Peter Tazelaar, Rie Stokvis en Hazelhoff Roelfzema
(foto: Willem van de Poll, 2 mei 1945 Breda)

Omdat de speelfilm 'Soldaat van Oranje', geregisserd door Paul Verhoeven, verschillende verhaalijnen en karakters combineren kregen de acteurs andere namen dan ze in werkelijk hadden. Erik Hazelhoff Roelfzema kreeg de naam Erik Lanshof, en Jeroen Krabbé heette Guus LeJeune. Ook Peter Faber (Willem Oostgaarde) was geconstrueerd uit verschillende personen, zoals Toon Buitendijk, Sjakie en Ben Vlielander Hein. Faber speelt een volkse jongen naast de 'gestudeerde' personages, en dat levert leuke scènes op. Vooral na de ontsnapping uit Nederland en als 'Engelandvaarders' op de thee bij Koningin Wilhelmina is Faber de 'scène-steler' met zijn overdreven '...Majesteit,... UWE, UWE Majesteit!'

Peter Faber (Willen Oostgaarde) en Rutger Hauer (Erik Lanshof)
(uit de film Soldaat van Oranje)

Ondanks dat maar 25 pagina's besteed worden aan Hazelhoff zijn tijd bij de PFF, was het een deel wat niet uit de film gelaten kon worden. Hazelhoff schrijft over het Kerstfeest van 1944 wat op de basis werd gehouden. Terwijl er volop gedanst en gezongen werd, hadden Erik en Ben een missie te vliegen. Ze slopen min of meer weg van het feest, vlogen naar Duitsland, bezorgden hun explosieve post en keerden terug naar de basis om weer vervolgens deel te nemen aan het feest. En dit deel zit dus ook in de film Soldaat van Oranje.

T. Mk 3, RR299, trad op in Mosquito Squadron en Soldaat van Oranje

Voor de vliegscènes was de filmploeg in Engeland neergestreken om opnames te maken van een vliegwaardige Mosquito, de T. Mk 3, RR299 (G-ASKH). Dit toestel had ook opgetreden in de speelfilm Mosquito Squadron waarover verder op deze pagina's meer. Helaas zou de RR299, op dat moment de enige vliegwaardige Mosquito in de wereld, op 21 juli 1996 nabij het vliegveld Manchester Barton neerstorten nadat er plotseling een motorstoring optrad. Hierbij kwam de piloot Kevin Moorhouse en boorwerktuigkundige Steve Watson om het leven.

Op de volgende pagina aandacht voor enkele speelfilms waarin
de Mosquito een belangrijke rol vertolkte.

Klik op onderstaande illustratie.

GA TERUG