Begin 1945 droeg de Wehrmacht het kamp van Bergen-Belsen in zijn geheel over aan de SS waar vanaf 1 december 1944 Josef Kramer de scepter zwaaide.
- Josef Kramer -
Links: 1937, een jonge trotse SS-Untersturmführer Josef Karmer
Rechts: 1945, Kramer gevangen genomen, een SS'er zonder mededogen,...
Josef Kramer, geboren op 10 november 1906 in München, begon zijn carrière als
SS bewaker in 1934 in het concentratiekamp Dachau. Na een korte aanstelling in Esterwegen
(Frühe Konzentrationslager) keerde hij kort terug in Dachau en werd vanaf 1937
tewerk gesteld als adjudant van de kampcommandant van Sachsenhausen, een functie die
hij hield van 1938 tot 1940 in Mauthausen. Zijn volgende standplaats werd Auschwitz,
waar hij adjudant werd, tussen mei en eind oktober 1940, onder Rudolf Höss. Het volgende
half jaar keerde Kramer terug in Dachau, gepromoveerd tot Lagerführer.
In april 1941 arriveerde Kramer in KL Natzweiler-Struthof, als ondercommandant
(Schutzhaftlagerführer), maar in juli 1942 volgde zijn promotie tot kampcommandant
(Lagerkommandant).
Drie monsters op een rij, Josef Mengele, Rudolph
Höss en Josef Kramer
Na Natzweiler keerde Kramer in mei 1944 terug naar Auschwitz waar Rudolf Höss nog
steeds de kampcommandant was. Tot november 1944 was Kramer Lagercommandant van het
in de buurt gelegen vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II) waar het
grootste deel van de 430.000 gedeporteerde Hongaarse Joden werden vergast en gecremeerd.
Kramer was betrokken bij het selecteren van de gedeporteerden om de gezonde en
arbeidsbekwame mensen eruit te halen na aankomst, de rest werd direct afgevoerd voor
vernietiging. Kramer was hard voor de gedeporteerden en deelde met alle gemak klappen
uit, en niet alleen aan gedeporteerden, hij was ook hard voor het kamppersoneel
(meewerken, of gearresteerd worden).
Duizenden doden lagen
verspreid in Bergen-Belsen in april 1945
Op 1 december 1944 werd SS-Hauptstürmführer,
Kramer kampcommandant van een deel van het het beruchte Bergen-Belsen. Was het kamp in de beginjaren
nog een kamp waar ook Joodse gedeporteerden een redelijke bestaan hadden (Bergen-Belsen
was een zogenaamd Aufenthaltslager, een kamp waar gedeporteerden uitgewisseld
konden worden voor geïnterneerde Duitsers in het buitenland), maar met het verstrijken van de jaren, ging het steeds sneller achteruit.
Het Joodse zelfbestuur werd door Kramer opgeheven, en er werden Kapo’s aangesteld als
bewakers van mede-gevangen. Er werden harde straffen uitgedeeld voor kleine
overtredingen.
Kramer wacht in Bergen-Belsen
op transport, de aanklacht, het vonnis en de dood
Maar echt dramatisch werd het na januari 1945 toen er steeds meer
gevangenen in het kamp werden geplaatst die uit andere kampen kwamen die onder
voet werden gelopen door de Geallieerden in het westen en het Russische Rode
leger vanuit het oosten.
Stierven begin februari 1945 nog dagelijks tussen de 60 en 70 mensen aan tyfus en andere ziektes, begin
maart was dit opgelopen tot 250-300 per dag en de doden stapelden zich op,...
Toen de Britten, op 15 april 1945, het kamp bereikten gaf Kramer zich over en
leidde de geschokte bevrijders rond over het kamp. Overal lagen lijken, er was
geen tijd en kracht meer geweest om deze op te ruimen. Er was aan het sterftecijfer
geen houden meer aan. Waar nog leven in zat, die lagen tussen de lijken of scharrelden ertussen rond,
wachtende op hun eigen sterven.
In totaal zouden dus minstens 70.000 mensen het leven laten in Bergen-Belsen, een kamp zonder gaskamer,...
maar vol met ontberingen en ziektes,...
Vanwege de gepubliceerde foto’s
in de wereldpers kreeg Kramer al snel de bijnaam ‘Het Beest van Belsen’.
Hieronder is Kramer samen met Irma Grese te zien onder arrest in Celle. Irma Grese begon haar werk als SS-Helferin in Ravensbruck. Na haar opleiding tot SS-Aufseherin kwam ze op 19 jarige leeftijd in Auschwitz-Birkennau terecht. Toen ze gepromoveerd was tot SS-Oberaufseherin was ze met regelmaat aanwezig bij medische experimenten die SS artsen uitvoerden op gevangenen. Hier ontstond ook het gerucht dat ze een verhouding zou hebben gehad met de SS-arts Josef Mengele. Volgens getuigenissen zou Grese seksueel misbruik uitvoeren op zowel mannelijke als vrouwelijke gevangenen. In maart 1945 kwam Grese terecht in Bergen-Belsen waar ze de titel SS-Kommandoführerin ontving. In de aanklacht tijdens het proces stond ondermeer; 'In Bergen-Belsen zette ze haar gewelddadige werk voort. Haar specialiteit was het loslaten van afgerichte honden op weerloze mensen'. Meer over het proces, zie lager.
SS-Kommandoführerin Irma Grese en Josef Kramer in Celle
Nadat Kramer was opgepakt door de Britten en gevangen gezet in Celle, begon zijn proces, met
43 ander kamp personeel van Bergen-Belsen, op 17 september 1945 in Lüneburg,
welke tot 17 november zou duren. Het betrof hoofdzakelijk de misdaden die
gepleegd waren in Auschwitz-Birkenau en Bergen-Belsen. Hierbij kwam ook de
vergassingen in KL Natzweiler-Struthof, uitgevoerd door Josef Kramer persoonlijk, ter sprake waarbij Kramer de
gruwelijke details zonder enige emotie uitlegde.
Voor meer daarover, klik hieronder op:
Gaskamer KL Natzweiler-Struthof
Kramer werd op 17 november 1945 ter dood veroordeeld. Op 13 december 1945
werd in Hamelen (Nedersaksen) het vonnis uitgevoerd en werd Josef Kramer opgehangen
door de Engelse beul Albert Pierrepoint.
De bevrijding komt naderbij,...
Om de druk van het kamp Bergen-Belsen af te nemen, en de nadering van de Geallieerden, besloot de SS om ongeveer 6,700 gevangenen in drie trein transporten te proppen en af te voeren, met als eindbestemming voor alle drie, waarschijnlijk, het getto van Theresienstadt om daar vergast te worden. Eén trein zou daadwerkelijk aangekomen zijn op de eindbestemming.
De trein welke door de Amerikanen bij Farsleben werd aangetroffen
Een andere trein, met 2,500 gevangenen aan boord waaronder 400 uit het Sterkamp, werd gevonden door het Amerikaanse leger nabij Farsleben op 13 april 1945. De derde trein, welke later als 'Het Verloren Transport' bekend werd, met voornamelijk Nederlandse Joden, kwam zelfs voor drie dagen tot stilstand in Berlijn. Op 22 april zette de trein zich weer in beweging naar het zuiden. De volgende dag, 23 april, vonden Russische troepen bij Tröbitz de trein zonder enige Duitse bewaking. De Russen brachten de overlevenden uit de trein, 400 waren onderweg gestorven, naar Tröbitz. Ondergebracht in een school en kerk en huizen van het stadje bleken zeer veel aan tyfus te lijden, welke ook oversloeg op de Russen. De sterfte liep op en de Russen verplaatsten de nog niet door tyfus getroffen mensen meer naar het zuiden, naar Risa.
Maar terwijl een deel gevangenen uit Bergen-Belsen was vertrokken, bracht de SS ook weer nieuwe evacués naar Bergen-Belsen. Hiervan vonden 15,000 onderdak in de nabij gelegen barakken van de Wehrmacht. Hieronder is te zien hoe een Kapo (Funktionshäftlinge) in elkaar wordt geslagen door woedende gevangenen. Een Kapo was een gevangene die privileges ontving door andere gevangenen onder de duim te houden.
Gevangenen in de barakken van de Wehrmacht uiten hun woede op een Kapo (Funktionshäftlinge) na de bevrijding
Terwijl de Britse troepen in de buurt van Bergen-Belsen kwamen, begonnen gesprekken tussen de Wehrmacht en het Britse leger over een staakt het vuren. En dan eindelijk, op 15 april 1945, kwamen de Britten zonder een schot te lossen bij het kamp aan, waar ze de schok van hun leven kregen. Zeker 53,000 uitgemergelde gevangenen stonden, nou ja, de meeste lagen, hen apathisch op te wachten. Voor velen kwam de bevrijding te laat en in de dagen en weken erna stierven nog zeker, tot juni 1945, 14,000 'bevrijde' gevangenen ondanks de directe hulp door de Britten.
SS bewaaksters, goed doorvoed, gevangen genomen in Bergen-Belsen
Tussen april 1943 en april 1945 waren minstens 480 SS bewakers te werk gesteld in Bergen-Belsen, waarvan 45 vrouwen. Kort voor de bevrijding van Bergen-Belsen werden door de SS zoveel mogelijk administratie papieren verbrand om hun misdaden te verbergen,... De achtergebleven en opgepakte SS'rs in en rond het kamp, zowel de mannen als vrouwen, werden aan het werk gezet massagraven te delven en de lijken erin te plaatsen.
De SS-bewaaksters worden aan het werk gezet,... lijken ruimen,...
Op de gruwelijke camerabeelden in de dagen na de bevrijding gemaakt, ziet men de terreinen vol voddenbalen liggen in de buurt van de barakken. En opeens beweegt zo'n hoopje kleren, en dan blijkt dat daar nog een in 'leven' zijnde gevangene tussen de doden te liggen. In enorme kuilen, uitgegraven door bulldozers, verdwijnen de scharminkelige karkassen op grote hopen om vervolgens door de bulldozers overdekt te worden met de uitgegraven grond. Er zijn zoveel lijken in het kamp dat bulldozers ook ingezet worden om, deze ooit keurige mensen en nu naakte gratenpakhuizen, deze bij tientallen tegelijk de kuilen inschuift.
Britse officieren bij het eerste massagraf
Uiteindelijk werden er veertien massagraven ingericht. In de jaren erna werden nog meerdere, tijdens de oorlog gemaakte, massagraven gevonden. Op de filmbeelden die de Britten maakten drogen soldaten, die al van alles hebben meegemaakt, hun tranen. Een Britse kolonel spreekt in de camera met woede van wat hij hier aantrof en er nu nog meer van doordrongen ass waarom hij ten strijde trok,…
Het zelfde massagraf als hierboven,... één van de veertien welke is aangegeven
“The most horrible, frightful place”
Uit een verslag van een Britse medische officier opgemaakt op 18 april 1945, drie dagen na de bevrijding van Bergen-Belsen:
‘Er waren 28,000 vrouwen en 11,000 mannen in twee secties en ongeveer 500 kinderen. In deze ellende werden dagelijks zo’n vijf kinderen geboren waar geen verzorging voor was,… Bewakers hadden nog kort voor de bevrijding gevangenen doodgeschoten die getracht hadden aardappelen te vergaren uit een opslag,…’
‘Er was een heuvel van 70 meter lang, en 25 meter breed van naakte vrouwen, waar kinderen naar stonden te kijken,… In de afvoergoten langs de paden lagen rottende doden, hun hoofden rustende op de stoepranden,…’
‘Gevangenis ‘doktors’ vertelden over kannibalisme in het kamp, lever, nieren en hart werden uit de lijken gesneden voor consumptie,…' (een schatting van 200 gevallen)
‘De eerste nacht moesten tanks het voedsel bewaken, (het was levensgevaarlijk om de gevangenen in één keer voedsel te verstrekken, de darmen zouden dat nooit kunnen verwerken, met sterfte tot gevolg,..), eerste prioriteit was schoon drinkwater en (het juiste) voedsel,…’
‘In een opslag vonden we een grote hoeveelheid Rode Kruis pakketten, verstuurd voor Joodse gevangenen, maar nooit uitgedeeld,…
‘De volgende dag (16 april) maakte ik een rit door het kamp in een Jeep met de kampcommandant (Josef Kramer). Het was de typische Duitse bruut, een wrede, sadistische grof gevormde Nazi,… Hij was schaamteloos,…’
Met onbloot bovenlijf, wordt Josef Kramer door zijn kamp gereden (over Kramer gebogen is Sergeant George Robinson, is tweede van links de medische officier?)
Vanwege dat de barakken vol luizen met tyfus zitten, besloot kolonel Bird deze met vlammenwerpers af te branden. De laatste barak werd op 21 mei met een kleine ceremonie in brand geschoten, terwijl in een vlaggenmast de Britse vlag werd gehesen. Tien geweren gaven een saluutschot om de doden te herdenken,...
De barakken van Bergen-Belsen worden slachtoffer van de vlammenwerpers
Al eerder is op deze pagina’s aandacht besteed aan de kampcommandant Josef Kramer. Maar hij was niet de enige die ter verantwoording werd geroepen tijdens het proces welke van 17 september tot 17 november 1945 werd gehouden in Lüneburg. Naast Kramer werden 15 andere SS mannen, 16 vrouwelijke SS bewakers en 12 voormalige Kapo’s voor de rechters gesleept. Naast de ter dood veroordeelde Josef Kramer werden ook 10 anderen ter dood veroordeeld, waaronder de SS hoofdbewaakster (Kommandoführerin) Irma Grese, Elisabeth Volkenrath, Hertha Ehlert (omgezet naar 15 jaar), Johanna Bormann en Dr. Fritz Klein welke op 13 december 1945 werden uitgevoerd door beul Albert Pierrepoint.
Van de overgebleven 19 werd één tot levenslang veroordeeld, maar alsnog geëxecuteerd vanwege een andere misdaad. Achtien werden veroordeeld tot periodes van één tot 15 jaar, maar zaten vaak veel korter vast. Veertien werden vrijgesproken.
Tijdens het proces: Josef Kramer (1), Fritz Klein (2), en Peter Weingartner (3)
Hertha Ehlert (8), Irma Grese (9) en Ilse Lothe (10)
Zoals hoger op deze pagina beschreven stond dus ook Irma Grese terecht tijdens het Bergen-Belsen proces. Ondanks dat de verdediging, de (Britse) advocaat Cranfield, aanvoerde dat, 'het nazisme verantwoordelijk was voor de daden van de SS, niet de SS'ers zelf', werd Grese op 22 jarige leeftijd ter dood veroordeeld. Grese, die de bijnaam 'De blonde Engel des Doods' kreeg, vroeg daarna gratie aan bij Maarschalk Bernard Montgomery, die dit terstond afwees. Op 13 december 1945 werd Irma Grese, net als Josef Kramer, opgehangen in Hamelen.
Van het oorspronkelijke kamp Bergen-Belsen is nagenoeg niets overgebleven. De duizenden slachtoffers liggen onder grote terpen van massagraven. Hier en daar zijn wat funderingen zichtbaar en herdenkingsstenen staan of liggen in het gras. Toch raad ik u aan om een wandeling over deze dodenakkers te maken en vervolgens naar het Documentatie Centrum te gaan,...
Voor een wandeling door Bergen-Belsen, klik op het Documentatie Centrum hieronder
|