Concentratiekamp
- BUCHENWALD -
--------------------------

1. Het Kleine Kamp, 2. Het Grote Kamp, 3. Appél-plaats,
4. Crematorium, 5. SS Kazerne, 6. Steengroeve,
7. SS Garages, 8. Fabrieken, 9. Station, 10. 'Caracho-weg'

Met de komst van een nieuwe kampcommandant, Hermann Pister, was het niet zo dat de omstandigheden in het kamp verbeterden. Tijdens de aanleg van de spoorlijn tussen Weimar en de fabriek 'Gustloff-Werk II' bij Buchenwald zouden verscheidene gevangenen het leven laten. Het eerste jaar dat Pister de scepter zwaaide stierf één op de drie gevangene in Buchenwald.

Wapenfabriek 'Gustloff-Werk II' (nummer 8 op bovenstaande luchtopname)

Naast de bouw van de spoorlijn werd er ook aan de noordkant van het kamp een uitbreiding aangebracht van twee rijen extra barakken om gevangenen in onder te brengen. Dit kamp zou bekend worden als 'het Kleine Kamp'. Nieuwe gevangenen voor dit kamp werden eerst door een, ook nieuwe gebouwde, desinfectie station geleid.

Het desinfectie station, nu een ruimte met, door gevangenen gemaakte, kunst

In het desinfectie station moesten de nieuwe gevangenen nun kleding en verdere meegebrachte eigendommen afgeven. Vervolgens werden de hoofden geschoren en moest men baden in een desinfecterende oplossing om daarna naakt opgejaagd te worden naar het depot waar men de beruchte gestreepte ‘pyjama’ ontving. Vanuit het desinfectie station is het mogelijk om naar een kleine overdekte binnenplaats te gaan waarin centraal een op een kluis gelijkend gebouw staat, welke voorzien is van enorme deuren. In dit gebouw werden de eigendommen van de gevangenen ‘ontsmet’ door deze te vergassen.

Het 'gas-hok' waar de eigendommen van de gevangenen werden 'ontsmet'

In het enorme gebouw links van het desinfectie station werden de goederen en kleding van de gevangenen opgeslagen en kreeg de gevangene zijn kampuniform, de gestreepte ‘pyjama’ uitgereikt. Hier verloor men iedere identiteit, buiten het gekleurde embleem ‘wat men was’, politieke, Joodse, homoseksueel etc. welke op het uniform gedragen diende te worden. In 1995 werd in dit gebouw de ongelooflijk indrukwekkende tentoonstelling ingericht.

Een in het geheim gemaakte foto van de (nu verdwenen) gevangenen wasserette
met daarachter het goederen depot,... Toen en Nu

Van de begane grond via de eerste verdieping van het depot loopt men van de ene misselijk makende vitrine naar de volgende schokkende afbeelding of artefact. Wil men Buchenwald in al haar horror ondergaan, dan moet men deze tentoonstelling bezoeken.

Een detail van het kunstwerk "Roll Call'
gemaakt door voormalige Buchenwald gevangene Józef Szajna

Naast de vitrines vol met afschuwelijke martelwerktuigen, foto’s van uitgemergelde gevangenen, statistieken, kille documenten, is er ook ruimte ter bezinning. Onder andere een door de voormalige Auschwitz en Buchenwald gevangene, de Hongaar, Józef Szajna gemaakte collage van portretten van Buchenwald gevangenen moet het Appèl (‘Roll Call’) voorstellen.

Een fraai schaakspel gesneden door een gevangene

Maar wat de meeste mensen het meest zal aanspreken zijn de vitrines waarin de zaken liggen opgeslagen die voor dagelijks gebruik in het kamp te vinden waren. Gebruiksvoorwerpen als etensbakjes, kommen, delen van de beruchte ‘pyjama’s’, een stukje kinderspeelgoed, afgetrapte schoenen etc. Maar ook door gevangenen vervaardigde schaakspellen, siervoorwerpen,… en zelfs een in elkaar geknutselde radio! Ook is er ruimte in de vitrines voor de dood die in de kampen de ronde deed. Urnen waarin de as van de vermoorde gevangenen werd gedaan, met de deksel waarop hun dag van geboren, ‘overlijden’ en cremeren. Het in urnen doen van de as werd natuurlijk later niet meer gedaan toen Buchenwald haar eigen crematorium in gebruik nam en er meerdere lijken tegelijk werden verbrand.

Een deksel van een urn,....

Het meest schokkende blijven toch de vitrines waarin de knuppels, boeien en andere martelwerktuigen liggen. Ook de uitgestalde 'medische' instrumenten en de resultaten ervan (gruwel foto's) laten niets tot de verbeelding over. Het is niet te bevatten hoe de ene mens de andere mens, of wat daar nog van over was, bleek vel over been, in lompen gehuld, geen zicht op een toekomst, zo mensonterend kunnen tiranniseren.
Hieronder zijn de knuppels te zien waarmee gevangenen meedogenloos werden geslagen. Er is tevens een foto te zien in deze vitrine van Rudolf Opitz. Opitz was een Duitse fotograaf en chemicus, en tegenstander van het nationaalsocialisme. Hij werd gearresteerd in augustus 1935 en na 17 maanden voorarrest veroordeeld tot twee jaar gevangeschap en kwam uiteindelijk in Buchenwald terecht. Hier maakte hij stiekem foto's met het doel om deze naar buiten te laten smokkelen om te tonen wat zich daar afspeelde. Kort voor zijn vrijlating werd een negatief bij Opitz gevonden waarop een executie stond. Onder verzwaard arrest werd hij drie dagen lang aan een stoomkachel vastgebonden en op 7 augustus 1939 werd hij dood geslagen door hoofdcipier Martin Sommer (zie ook lager). Als doodsoorzaak werd in het dossier opgenomen; 'zelfmoord door ophanging'.

Een 'gebruiksvoorwerp' van een kampbewaker,....

In Buchenwald werd de ‘code van discipline’ en straf gehanteerd. Dit hield in dat de gevangene voor het minste of geringste werd ‘afgestraft’. De lichtste straf die een gevangene kon krijgen was voor onbepaalde tijd, soms uren, in de houding staan voor SS kampbewakers. Schoppen en slaan, met of zonder knuppels of bullenpees, was een ‘normale’ gang van zake in het kamp. Een gevreesde straf was het zogenaamde ‘boom-hangen’. De gevangene moest een stapeltje stenen tegen een boom zetten, er op gaan staan, waarna zijn armen achter de bomen aaneen werden gebonden. De gebonden handen werden dan zo hoog mogelijk getrokken achter de boom en vastgezet, vervolgens werd het stapeltje stenen weggeschopt. De verschrikkelijke pijn deed de gevangene na enige tijd het bewustzijn verliezen. Als de gevangene dan later bijkwam lag hij op de grond en werd dan geschopt en geslagen, om er achter te komen dat zijn armen en handen voor langere tijd onbeweegbaar waren.

SS Hauptscharführer Martin Sommer, de 'Beul van Buchenwald' overziet zijn 'werk'
(bovenstaande foto zou een na-gemaakte sitiuatie zijn welke in 1958 geschoten is door een
Oost-Duitse DEFA film maatschappij en zou daarom uit een tentoonstelling in Dachau verwijderd zijn)

Een straf werd gegeven naar maatstaf van de gevangene. Een Jood kreeg meer straf dan bijvoorbeeld een politieke gevangene. Werd een ‘gewone’ gevangene alleen gestraft, had een Joodse gevangene iets uitgevreten, dan werd de gehele arbeidersploeg van Joden aangepakt door extra te laten werken op de schaarse vrije uren die een Joodse arbeider kreeg. Ook was het normaal, vooral onder kampcommandant Koch, om de al magere rantsoenen verder in te boeten als er een vermoeden bestond dat er uit de groentetuin gestolen was.

De ranselbok met rechts een demonstratie door gevangenen gegeven aan
(v.l.n.r.) de generaals Patton, Bradley en Supreme Commander Eisenhower

Een diefstal, van bijvoorbeeld brood, leidde meestal tot een afranseling op een speciaal daarvoor geconstrueerde bok. Van zo'n 'bok' is een replica te vinden in de tentoonstelling. Een afranseling werd meestal gegeven bij het avondappèl waarbij alle gevangenen in de houding stonden op de appèlplaats. Er was een protocol hoeveel slagen een gevangene ‘had verdiend’, lopende van 5 tot 25 slagen, maar deze werd meestal met voeten getreden. Eén van de beruchtste beulen is hierboven al even genoemd (hij sloeg Rudolf Opitz dood) was de ‘Bunker-baas’ Martin Sommer. Sommer sloeg snoeihard met een zweep op de naakte billen tot de wonden zo diep waren en het bloed bij de benen neer liep, dat de genezing zeker weken nodig had voor het slachtoffer weer kon zitten. Werd in het eerste half jaar van 1938 nog keurig bijgehouden wie en waarvoor er gestraft werd op de bok (maar liefst 241 gevangenen!), daarna werd het niet meer genoteerd.

Het 'Bunker' gedeelte in het poortgebouw van Buchenwald

De afgeranselde werd vervolgens toegevoegd aan de zogenaamde ‘criminele compagnie’, net als de volhardende tegenwerker van het regime van het kamp en de meeste homosexuelen die daar ook in zaten. Gemiddeld zaten er 400 gevangenen in de ‘criminele compagnie’. Er was ook nog een zogenaamde ‘K Compagnie’ waarin zo’n 190 ‘saboteurs tegen de oorlog’ zaten. Al deze gevangenen kregen een speciale behandeling, nog minder te eten, ontvingen geen geld, mochten slechts eens in de drie maanden een briefje schrijven naar huis, werkten in de steengroeve en tuinen onder de meest erbarmelijke omstandigheden waarbij de uiteindelijke dood voor de meeste de enige uitweg uit het lijden was.

Dwangarbeid in Buchenwald,...

Een slachtoffer van Martin Sommer zijn beestachtige karakter was ook de predikant Paul Schneider. Hij was een grote tegenstander van het nationaalsocialisme. Hij werd verschillende keren gearresteerd, voor hij in 1937 in Buchenwald werd opgesloten. Toen hij zijn pet weigerde af te zetten op Hitler zijn verjaardag, 20 april 1938, werd hij ter plekke op de appèlplaats afgeranseld. In de bunker gesmeten kwam hij in handen van Sommer. Ondanks zijn pijn door folteringen droeg hij, om steun aan medegevangenen te geven, bijbelteksten met luide stem uit zijn cel op. Hij zou een jaar in eenzame opsluiting verblijven en als een kapotgeslagen wrak opgenomen worden in de ziekenboeg. Nadat hij hier weer op krachten was gekomen kreeg hij op 18 juli 1939 een dodelijke injectie van kamparts Erwin Ding-Schuler. Zijn vrouw kon het lichaam komen halen, maar de verzegelde kist werd tot de ter aarde bestelling bewaakt, de sporen van de martelingen en moord mochten niet gezien worden. De cel van Paul Schneider is tot op heden een plek van bezinning gebleven,...

Paul Robert Schneider en zijn cel,... een bedevaartsoord,...

De allerzwaarste straf die een gevangene kon krijgen was dus in handen vallen van Martin Sommer. Deze SS’er was een afschuwelijke sadist die met grote overgave zijn opdracht uitvoerde,… het kwellen en ombrengen van gevangenen. Sommer, zoals al eerder aangegeven, zwaaide de scepter over het gevangeniscomplex in de toegangspoort, de zogenaamde ‘Bunker’. Een veroordeelde in de ‘Bunker’ kon daar ondergebracht worden tussen de 3 en 42 dagen, naarmate men ergens van verdacht werd. In een cel van de ‘Bunker’ mocht de gevangene gedurende de dag niet zitten, alleen staan. Voor de nacht was er geen bed, laat staan een stoel of kruk, alleen de kale betonnen vloer. Het rantsoen voor de dag was wat water en brood. Het brutale sadisme waarmee Sommer met ‘zijn’ gevangenen omging vielen op bij de SS en Himmler gaf opdracht aan SS rechter Dr. Georg Konrad Morgen onderzoek hiernaar te plegen.

Links: SS Hauptscharführer Martin Sommer

In april 1944 verscheen een rapport over Sommer zijn gedrag. Hierin stond onder meer dat Sommer met grote toewijding, trots en passie zijn werk als beul en executeur aan de dag legde. Hij (Sommer) ging er prat op dat hij de meest beruchte en gehate persoon in geheel Buchenwald was. Sommer bood zelfs eens 20 Reichsmark aan, aan SS Hauptsturmführer Dr. Hoven om giftige middelen aan hem te verschaffen om deze in gevangenen te spuiten. Het SS rapport maakt melding dat het onderzoek uit de mond van Sommer had opgetekend, dat Sommer gemiddeld 1000 zweepslagen per dag! uitdeelde om een ‘bekentenis’ te krijgen, of iemand ‘gewoon’ te straffen. Sommer liet in de morgen, rond 05.00 uur, de gevangenen in de lange gang van de ‘Bunker’, om deze kniebuigingen en huppelen te laten uitvoeren. Een gevangene die dan ineenzakte van vermoeidheid werd doodgeschopt door Sommer. Als een gevangene betrapt werd op naar buiten kijken, dan werd deze door Sommer doodgeslagen of met een dodelijke injectie vermoord,… soms zat er gif in de injectie, maar ook vaak slechts lucht.

Sommer werd door SS rechter Morgen veroordeeld tot een strafbattaljon en naar het oostfront gestuurd. Tijdens een explosie van een tank verloor Sommer zijn linkerbeen en zijn rechterarm en viel in handen van het Rode Leger als krijgsgevangene en later, in 1950, verhoogt naar oorlogsmisdadiger. In 1955 kwam Sommer vrij en keerde terug naar West-Duitsland waar hij trouwde, een kind verwekte, en een gehandicapten pensioen aanvroeg. In 1957 werd Sommer voor de rechter gesleept om zich te verantwoorden voor 101 omgekomen concentratie kamp gevangenen. Uiteindelijk zou Sommer voor 25 doden verantwoordelijk worden gehouden en levenslang krijgen. Op 7 juni 1988 overleed de beul van Buchenwald,…

Voor de verdere ontwikkeling
van Buchenwald, klik hieronder