- COLDITZ -
Oflag IVC
Een 'slot' voor krijgsgevangen?

Britse 'Home-Run',...

De Colditz gevangenen kaart van Airey Neave
(met de aantekening van de mislukte poging op 28 augustus 1941)

1941 was dus voor het Britse contingent aan gevangenen een deceptie wat ontsnappingen aan ging. Waren de Britten meer op het 'uittunnelen' gefocust, ook zij hadden geprobeerd, net als de Nederlanders, als Duitser verkleed weg te komen. Er was een beveiligingssysteem bedacht aan koperen penningen welke genummerd waren. Een bewaker kreeg bij het betreden van de gevangenen afdeling een penning mee vanuit het wachtlokaal, en leverde deze bij verlaten weer in. Eén penning ontbrak op een gegeven moment, Nr.26. Deze werd op 28 augustus 1941 ingeleverd door een Duitse korporaal die door de poort wilde vertrekken vanaf de gevangenenafdeling (poort 4).

1e luitenant Airey Neave,... en rechts als Duitse korporaal,...

Toen de korporaal niet naar het wachtlokaal ging, maar linksaf sloeg richting de Duitse Kommandantur, keek de wacht welke penning hij gekregen had, en welk nummer het betrof, het was Nr.26. De Duitse wacht keek nog eens naar de korporaal. Onder de lampen verkleurde de stof van de korporaal zijn uniform lichtgroen inplaats van veldgrijs. Er was wel een decorverf, uit de toneelzaal, opgesmeerd, maar dit bleek niet afdoende. Snel werd de 'korporaal' vastgenomen door de gealameerde bewaking. De 'Duitse' soldaat bleek 1e luitenant Airey Neave te zijn. Er dreigde even doodstraf, niet zo zeer omdat Neave zich uit gaf als Duits soldaat, maar meer als belediging van de Duitse Wehrmacht, vanwege de slechte uitbeelding van het uniform. Neave werd veroordeeld tot een maand isolatiecel.

Boven: rechts de isolatiecel met, boven de poort, onder het dak het doel, de gang
Onder: Op de 3de verdieping de toneelzaal, de toegang tot de gang boven de poort

Niet alleen speelden de Duitsers onbewust de nodige zaken in handen van de gevangenen, zoals de bovengenoemde decorverf, en kleding die voor de toneelvoorstellingen werden gebruikt,... ook de lokatie van de uitvoeringen kwam in beeld. Terwijl kapitein Pat Reid, de ontsnappingsofficier, weer eens in eenzame opsluiting zat, viel hem op dat de toneelzaal, waarop hij uitkeek vanuit zijn cel, op de derde verdieping van de zogenaamde Saalhaus, aansloot op het dakje waaronder een gang liep die richting het wachtlokaal liep.

Een onbekend toneelstuk uitgevoerd door gevangen officieren

Zou vanuit de toneelzaal een mogelijkheid liggen? Zou iemand gewoon vanuit die gang naar het wachtlokaal kunnen komen, en zonder penning daar de deur uitlopen en naar poort 3 en verder weg wandelen? Nadat Reid weer terug was, maakte hij zijn idee kenbaar. Er werd een Kerstvoorstelling gepland door de gevangenen in het toneelzaaltje. Terwijl men daar repeteerde, werd er onder het podium gewerkt aan een gat door de vloer, naar de vliering en dan door het plafond, welke uit kwam in het gangetje boven de poort.

Het stuk valse plafond welke het gat afdekte is bewaard gebleven in het museum

Toen Reid de ontsnappingsmogelijkheid via het gangetje en het wachtlokaal had uitgeknobbeld, was er het volgende probleem, hoe ongezien door nog drie poorten te komen. Een deel van de oplossing kwam van 1e luitenant Airey Neave. Deze had eenzame opsluiting gekregen in de politiegevangenis in het stadje Colditz, nadat hij zich had uitgegeven als Duitse korporaal. Onderweg daarna toe, had hij bij het verlaten van de voorlaatste poort (2) aan de linkerzijde een hekje gezien. Deze was als afsnijdmogelijkheid in gebruik voor personeel en vrouwen van Duitsers die in dat deel van de Kommantur zaten. Besloten werd deze route te nemen. Daar de Nederlanders leveranciers waren van op Duits gelijkende uniformen, mochten bij de eerste poging, naast twee Britten, ook twee Nederlanders mee.

Lopende vanaf het wachtlokaal naar poort Nr. 3 en naar poort Nr. 2
(Inzet is het luik in het plafond van het gangetje,
welke in het linkerdeel rechtsboven was)

Op 5 januari 1942 was het zover. 1e luitenant Airey Neave en 2e luitenant Abraham Pierre Tonny Luteijn lieten zich, via de vliering, door het plafond zakken en togen door het gangetje. Ze daalden voorzichtig de stenen wenteltrap af en passeerden de Duitse officierenmess welke ook gebruikt werd als casino. Vervolgens langs de verdieping van de wacht verblijven, en toen door de deur naar buiten, langs de deur naar het wachtlokaal. Er lag een laagje sneeuw, welke de stappen van deze 'Duitse' officieren maskeerde. De wachten op hun route zagen de twee als officieren die een bezoek hadden gebracht aan de officieren in het casino en lieten hen ongemoeid gaan, door poort 3 en poort 2.

Poort 2, met het hekje in de muur, welke na de ontsnapping werd dichtgemaakt

Direct na poort 2, namen de vluchtende mannen het hekje en daalden af naar de voet van de heuvel waar het kasteel op stond. In mannen ontsnapten via het park door daar ook over de muur te klimmen. Diezelfde avond ontsnapten op dezelfde wijze de luitenants Herman Donkers en J. Hyde-Thompson. De ontsnapte mannen verkleedden zich in burgerkleding gemaakt uit uniformen, en togen op weg als elektriciens uit Nederland. Haalden Neave en Luteijn de Zwitserse grens, Donkers en Hyde-Thompson werden bij Ulm gepakt voor ze de grens hadden bereikt. Maar, ondanks deze tegenslag, de eerste Britse 'Home-Run' was een feit!

Door de grote poort (2), door de muur en via de terrassen kwamen ze weg,...
de 1st lt. Airey Neave (inzet links) en 2e lt. A.P. Tonny Luteijn (rechts).
(Hiermee voorkwamen ze de laatste controle bij poort 1, links buiten beeld)

Luteijn zou via Suriname naar Australië gaan. Airey Neave zou zijn eigen boeken schrijven over zijn tijd in de oorlog en Colditz ('They Have Their Exits' uit 1953, en 'Saturday at M.I.9' uit 1969). Na de oorlog ging Neave de politiek in en werd assistent onder Premier Thatcher, een Tory Spokesman en bekleedde de functie Shadow Secretary of State for Nothern Ireland.

Premier Thatscher met Airey Neave

Op 30 maart 1979 werd Neave vermoord door een Noord-Ierse verzetsploeg (The Irish National Liberation Army (INLA)). Er ontplofte een bom onder zijn auto toen hij de parkeergarage van Palace of Westminster verliet, welke zijn beide benen afrukten. Kort nadat hij uit zijn Vauxhall Cavalier was bevrijd, overleed deze oud Colditz gevangene, deze keer kon hij niet ontsnappen. Airey Neave DSO, OBE, MC werd 63 jaar. In 2019 werd weer onderzoek gedaan naar een eventuele dader, Harry 'Basher' Flynn die op Majorca de The Celts Well Irish Pub runde en ooit de positie bekleedde van Irish National Liberation Army chief of staff (maar sindsdien is het stil geworden rond deze zaak).

Boek geschreven door Neave en rechts zijn auto na de moordaanslag

De langste tunnel,...

Op 13 januari 1942 ontdekten de Duitsers de vluchtweg via de toneelzaal. Al langere tijd wisten de Duitsers dat er gegraven werd, want de verdiepingvloeren kraakten onder het gewicht van puin dat daar gestort was. Ze waren dus eigenlijk op zoek naar een tunnel en ontdekten de route onder het podium bij toeval tijdens dat onderzoek. Maar deze vluchtweg was niet verantwoordelijk voor de bergen puin die gevonden was. De enige plek die nog niet onderzocht was de klokkentoren van de kapel. Hier waren de toegangsdeuren van dichtgemetseld na 18 maart 1941 toen de Fransen daar aan het graven waren,... Het zou toch niet?

De klokkentoren en de Kapel waaronder de Franse tunnel liep, 'Toen en Nu'

Al acht maanden waren de Fransen aan het tunnelen vanuit de klokkentoren, onder de kapel door richting de oostelijke muur, richting het park. Veiligheidsofficier Eggers zond op 15 januari 1942 Oberstabsfeldwebel Gephard naar de nok van de klokkentoren en met een lamp naar de bodem te schijnen. Een jongen werd aan touwen neergelaten door de smalle ruimte waar de touwen hingen die de klokken bedienden. Plots hoorde Gehard de jongen roepen dat er mensen onderin de toren waren. Terwijl de jongen omhooggehezen werd, vluchtten de betrapte Franse officieren door een dunne muur te doorbreken.

Onderzoek gaf aan dat er vanuit de bodem van de toren een tunnel naar de kapel was gegraven, welke onder de vloer ervan uitkwam. Schuin onder de vloer was een kruipruimte gemaakt, waarbij de balken waren doorgezaagd. Vervolgens waren de gravers zes meter naar beneden gegaan, en vervolgens schuin naar links afgebogen, en het laatste stuk weer een eindje naar beneden, en naar rechts om naar buiten te breken. Er was ongeveer nog 10 meter te gaan. De Duitsers ondekten dat er zelfs elektrisch licht in de tunnel was. Deze ontdekking van hun tunnel was een zwaar verlies voor de Fransen.

De elektrische lamp uit de Franse tunnel ligt in het museum

Nederlanders in de uitbouw,...

Ondanks de pech, liet men de moed niet zakken. De pogingen weg te komen gingen gestaag door. Een tunnel door een dik pak sneeuw op het dak van de gevangenafdeling liep ook uit op een deceptie, ontdekt door de Duitsers. Ook de poging van de Nederlanders om via een uitbouw aan de oostzijde van de gevangenafdeling te ontsnappen werd verijdeld. Op de uitbouw was een balkonnetje (maar geen deur om het te betreden, en de Nederlanders vermoedden dat die uitbouw geen steunbeer was, maar een holle uitbouw.

De holle uitbouw (waarop vroeger een balkonnetje zat)

De Nederlanders begonnen op hun afdeling, op de tweede verdieping, in het toilet de zaak te onderzoeken. Een korte route was achter de toiletpot, maar deze optie was al eerder door de Duitsers gevonden, en deze plekken werden met regelmaat onderzocht. Er was een urinoir waarvan het spatscherm verwijderd kon worden en dan kon men daarachter hakken door de muur. Een korte tunnel door de massieve muur kwam uit in dezelfde holle ruimte achter het toilet, en vandaar uit moesten ze schuin naar beneden om in de holle uitbouw te komen. Dan was het afdalen via een touwladder, naar de rotsige bodem, waar een tunnel naar buiten gehakt moest worden.

Bovenaanzicht van de tunnelactiviteiten om in de holle uitbouw te komen
(de stippellijn rechts is de begane grond naar de kleine aanbouw)

Terwijl men druk doende was met het hakken aan de bodem van de uitbouw, braken de Duitsers door een muur heen welke op de begane grond was. Toen ze de ruimte inspecteerden, vonden ze 1e luitenant KNIL Gerrit Dames en cadet-vaandrig Jacques Hageman welke werden veroordeeld tot een maand detentie. Tevens werd in de holle ruimte de dummy 'Moritz' gevonden, en nagemaakte Duitse uniformen en burgerkleren.

De verzameling gevonden atributen groeide gestaag,
links dummy 'Moritz', met 'Duitse' pet, stukken uniform en een touwladder

Het is mogelijk om de ruimte te bewonderen waar de Nederlanders werden betrapt. Ga hiertoe door de deur van de 'Prominenten' en loop door de gang naar het einde, en ga de deur door aldaar. Men komt nu in een kleine hal die rechtsaf buigt. De ruimte loopt dood, en heeft daar een klein raampje (op de buitenfoto hoger, ziet U dit raampje in de kleine aanbouw links van de uitbouw). Links in de muur zit een groot gat. Hier kan men in de uitbouw kijken. Wat gelijk opvalt zijn de klimbeugels. Deze zijn waarschijnlijk later aangebracht om de ruimte te kunnen inspecteren, want toen de Nederlanders werden betrapt hing er een touwladder in, om naar de de bodem af te kunnen dalen.

Zijaanzicht van de aanbouw, met een blauw ruitje, het punt van 'B'etrapt
(rechts, door het gat 'B' een blik in de ruimte van de aanbouw)

Zes lopen zo naar buiten

Het appèl op 9 september 1942 welke om 08.00 uur zou worden gehouden, begon met een hoop gedonder. Er bleken veel gevangen officieren in bed te blijven, 'geveld door ziekte'. Om een uur of negen kwam er een bericht bij Eggers binnen dat een vrouw uit Commichau, die onderweg was naar de markt in Colditz, twee kisten met Poolse uniformen had gevonden. Bij een eerste telling bleken er tien te kort, vervolgens waren er nog 'maar' zes zoek, en later bleken twee Britse officieren tussen de Hollanders te staan, en zo bleef het verwarrend voor de Duitsers. Tijdens het onderzoek door veiligheidofficier Eggers, vond men een korporaal die eigenlijk 10 maanden eerder overgeplaatst zou zijn naar een ander krijgsgevangenenkamp, en al die tijd onder de valse naam luitenant Keillar in Colditz verbleef.

Voor de kapel werden de gevangenen geteld,... duidelijk een lastige bezigheid

Maar uiteindelijk bleken er dus daadwerkelijk zes officieren te ontbreken onder de gevangenen. 1e Luitenant Herman Donkers en de Britse luitenant ter zee 2e klas Geoffrey Wardle werden diezelfde dag opgepakt. De volgende dag werden 1e luitenant Ted Beets (KNIL) en 1e luitenant 'Lulu' Lawton teruggevonden. Maar twee zouden niet meer gevonden worden, kapitein-vlieger Fl.Lt. 'Bill' Fowler en de Nederlandse luitenant ter zee 1e klas Damiaen van Doorninck, beide zouden Zwitserland bereiken. Het bleek dat ze een gewaagd idee hadden gehad dat goed was uitgepakt. Achter de klokkentoren, links van de kapel, lag het kantoor van Oberstabsfeldwebel Gephard (welke de bijnaam 'Mussolsini' had, vanwege zijn uiterlijke overeenkomst). Pat Reid en 1e luitenant Derek Gill hadden, nadat Gephard vertrokken was naar huis, onder zijn bureau enkele planken weg gehaald. Onder de vloer vond men de aansluiting met het, iets lager gelegen, kledingmagazijn. Hier vanuit werden regelmatig goederen vervoerd naar de stad, heen en weer, door Poolse werklui.

Voor fotografisch bewijs werd de ontsnapping door de Duitsers 'na-gespeeld'
(deze keer zijn de vier kistendragers daadwerkelijk Polen)

De zes aangewezen gevangenen hezen zich op 9 september in hun kleding, vier in Poolse pakken en twee in Duitse uniformen. Doorninck, die Duits sprak, was de 'Duitse' onderofficier die eventueel het woord zou voeren, mochten ze aangehouden worden. Ze hadden twee kisten (die in kleine delen uiteen konden worden genomen, en door het gemaakte gat pasten in het kledingmagazijn) waarin hun kledij zat voor de verdere vlucht. Zonder problemen kwamen de zes mannen langs alle wachtposten, waarvan sommigen de poort al openden toen ze aan kwamen lopen. Doorninck en Fowler trokken in 87 uur door Duitsland om Zwitserland te bereiken.

klik hieronder,...
en ontsnap naar de volgende pagina,...