Boeing B-52
Stratofortress

In 1946 werd een nieuwe bommenwerper door Boeing ontwikkeld die in eerste instantie met turboprops uitgerust zou worden, dit vanwege het lage brandstofgebruik ten opzichte van de eerste straalmotoren. Nadeel was wel het meer complexe onderhoud van de turboprops. Eind 1948 kwam Pratt & Whitney met de J57 turbojet wat een enorme sprong voorwaarts was. Het gehele concept voor de op stapel staande B-52 werd herzien. Concurrent Convair was ook bezig aan haar bommenwerper, de B-60, uit te rusten met turbojets. Dit was een goedkoper alternatief, maar miste de capaciteiten die de B-52 bezat.

Het eerste prototype van de B-52, de YB-52.

Toen de B-52 eindelijk gepresenteerd werd in 1952, bleek ze maar liefst acht motoren te hebben die, onder een pijlvleugel, in vier gekoppelde gondels waren ondergebracht. Op 15 april 1952 maakte de YB-52 haar eerste testvlucht. Het volgende prototype, de XB-52, vloog voor het eerst op 2 oktober 1952. Beide toestellen hadden de piloten in tandempositie. In de productiemodellen, de B-52A, waarvan de eerste op 5 augustus 1954 vloog, was de cockpit aangepast en zaten de piloten naast elkaar.

De schrijver op 'de bok' van een B-52 in het SAC Museum, Nebraska

Het moet een enorme indrukwekkende gebeurtenis zijn geweest om deze bommenwerper voor het eerst te zien. Het enorme acht wiel-landingsgestel is onder de romp aangebracht in twee eenheden die zo verstelt kunnen worden dat deze paralel aan de landingsbaan sturen, dit om de zijwindgevoeligheid op te vangen die door het enorme kielvlak (12,40 m hoog!) kan worden gecreëerd. Als de vleugels zwaar waren van de brandstof bogen deze diep door. Om dit op te vangen waren er intrekbare hulpwieltjes aan de buitenste vleugelpanelen geplaatst. Het starten en opstijgen ging met een enorm kabaal en vooral heel veel rookontwikkeling gepaard. Ook de landing was meer dan indrukwekkend, met die enorme landingsflaps, zo groot als staldeuren.

RB-52B-15-BO Stratofortress 52-8711 was de eerste operationele B-52B
bij de 93rd Bombardment Wing (Heavy) at Castle Air Force Base
(de foto boven van 52-8711, is uit 1965, March Air Force Base)

Op 29 juni 1955 kwam de B-52B in dienst bij de 93rd Bombardment Wing (Heavy) van de USAF Strategic Air Command op Castle Air Force Base, Californië. Op deze dag landde de B-52B Stratofortress 52-8711 op deze basis.

De productie kwam dan wel tot een halt op 22 juni 1962, nadat er in totaal 744 B-52’s waren gebouwd, maar de moderniseringen op de oude toestellen gaat tot op de dag vandaag door.
Om een idee te geven van de ontwikkeling in wapenlast binnen 15 jaar, heb ik hieronder een vergelijk geplaatst van de vorige bommenwerpers ontwikkeld door Boeing:

1940: Boeing B-17 Flying Fortress: ca. 5.800 kg bommen
1945: Boeing B-29 Superfortress: ca. 9.000 kg bommen
1955: Boeing B-52 Stratofortress: ca 31.500 kg bommen

De cockpit van een B-52B

De bemanning van de B-52B bestond uit zes man, twee vliegers, een waarnemer/bommenwerper, een navigator, een Electronic Warfare Officer en een staartschutter. De laatste bediende een radar-geleid 20mm dubbelloops kanon. Met de komst van de B-52C werd de brandstofcapaciteit opgevoerd met een extra 13.500 liter in grote uitwendige tanks. Van de B-52B werden er 50 geleverd en van de B-52C werden 32.

De cockpit van een B-52H
(vergelijk deze met de cockpit van de B-52B, hierboven)

Met de komst van de B-52D, werd het kanon in de staart vervangen door de MD-9 vierling .50 inch mitrailleur opstelling. De B-52D kon 108 HE (High Explosive) bommen meenemen, waarvan er 24 onder de vleugels hingen en 84 in het bommenruim (Big Belly), of vier atoombommen. Van de B-52D werden er 170 geproduceerd.

B-52D, 55-067 bewaard in het Pima Air Museum, Arizona

De B-52 werd uitvoerig ingezet voor vluchten over Vietnam. Hier werden de ‘carpet bombing’ missies uitgevoerd op de zogenaamde Ho Chi Minh route om de Vietcong tegen te houden. Later werd Noord Vietnam een belangrijk doel, waar de zwakke kant van de B-52 naar voren kwam, ze was gevoelig voor de Vietnamese SAM raketten. De bommenwerpers werden dan ook voorzien van veel ECM apparatuur om deze aanvallen te storen.

De bommen voor een enkele reis naar Vietnam, B-52 basis U-Tapao, 1972
(Foto: Ken Hackman)

Hieronder een lijst van de B-52 bommenwerpers die verloren zijn gegaan tijdens missies voor 'Linebacker II'. De lijst is niet compleet, want veel toestellen kwamen zwaar beschadigd terug en werden dan gesloopt. In totoaal zouden 31 B-52 bommenwerpers verloren gaan in de oorlog in Vietnam. Van de 61 bemanningsleden zouden 33 krijgsgevangen worden genomen en na de oorlog weer uitgeleverd worden, 28 kwamen er om.

56-0584, 26-12-'72 Kinh No, Noord-Vietnam (crashed U-Tapao)
56-0599, 27-12-'72 nabij Hanoi
56-0605, 27-12-'72 nabij Trung Quan, Noord-Vietnam (SAM hit)
56-0608, 19-12-'72 over Hanoi (SAM hit)
56-0622, 20-12-'72 nabij Yen Vien, Noord-Vietnam (SAM hit)
55-0050, 22-12-'72 Bach Mai, Noord-Vietnam (SAM hit)
55-0056, 14-01-'73 Vinh, Noord-Vietnam (crashed in Zuid-Vietnam)
55-0061, 22-12-'72 nabij Bach Mai, Noord-Vietnam (SAM hit)
56-0669, 21-12-'72 Hanoi (crashed in Laos; SAM hit)
56-0674, 26-12-'72 nabij Giap Nhi, Noord-Vietnam (SAM hit)
57-6481, 20-12-'72 nabij Yen Vien, Noord-Vietnam
57-6496, 20-12-'72 Yen Vien, Noord-Vietnam (SAM hit)
58-0169, 21-12-'72 Kinh No, Noord-Vietnam (SAM hit)
58-0198, 21-12-'72 nabij Kinh No, Noord-Vietnam (SAM hit)
58-0201, 18-12-'72 nabij Yen Vien, Noord-Vietnam (SAM hit)
58-0246, 19-12-'72 nr Kinh No, Noord-Vietnam

B-52D, 56-0608 'Rose 1' in het Hun Tiep meer, Hanoi

B-52D, 56-0608, 'Rose 1' welke op 19 december 1972 werd neergehaald door een SAM raket, stortte neer in het kleine meertje Hun Tiep, midden in Hanoi. Van de zeskoppige bemanning werden er vier krijgsgevangen genomen, de twee anderen verloren het leven. De restanten van 'Rose 1' liggen daar nog steeds tot op de dag van vandaag als herinnering aan die afschuwelijke oorlog.

Master Sergeant Louis E. LeBlanc van B-52, 55-0050
werd krijgsgevangen gemaakt op 22 december 1972

Staartschutter A1C Albert E. Moore in B-52D, 55-083 'Diamond Lil' schoot op 24 december 1972 een MiG-21 neer. Moore werd hiermee de laatste bommenwerper schutter die een vijandelijk toestel wist af te schieten.

De B-52E (100 gebouwd) kreeg een nieuw navigatie-en wapensysteem, terwijl de B-52F (89 gebouwd) hulpkrachtbronnen rechtstreeks van de assen kreeg van de hoofdmotoren.

Met de komst van de B-52G verscheen een nagenoeg nieuwe uitvoering. Het kielvlak was ingekort, de brandstofcapaciteit in de vleugels was vergroot (waardoor de uitwendige tanks kleiner werden) en de cockpit werd opnieuw ingericht om de staartschutter op die plek onder te brengen. Ook werden de vleugelkarakteristieken aangepast om de roll van het toestel verbeteren.

Hound Dog kruisraket onder de vleugel van een B-52

Onder de vleugels werden ophangpunten bevestigd voor de Hound Dog kruisraketten (in de jaren 80 werden deze posities aangepast voor de SRAM (Short Range Attack Missile) of ALCM (Air Launched Cruise Missile) raketten. In een aangepast bommenruim konden acht kruisraketten opgehangen worden aan een roterend afvuurmechanisme. Uit de Boeing fabriek te Witchita liepen 193 stuks van de band.

De enorme hoge staart met de op afstand bediende vierling .50.

De B-52D en F’s werden omgebouwd om alleen de normale HE te kunnen vervoeren. Na het stopzetten van het B-70 Valkyrie project, die de B-52 moest vervangen, werd de B-52H voorgesteld door Boeing aan de Amerikaanse luchtmacht. Dit toestel was uitgerust met acht nieuwe Pratt & Whitney TF33-1 turbofans die meer dan 1500 kg per stuk aan stuwdruk extra leverden dan de J57-43 van de B-52G. In de staart werd een T-171 20mm snelvuurkanon aangebracht.

De onder de neus aangebrachte EVS en FLIR (links) en de LLTV (rechts)
(In gesloten (links) en opengedraaide positie (rechts)

Ook verschenen nu uitstulpingen onder de neus waarin de EVS (AN/ASQ-151 Electro-Optical Viewing System) en FLIR (Raytheon AN/AAQ-6 Forward Infrared Looking Radar) aan stuurboord zijde was ondergebracht. In de bakboord koepel onder de neus was de Northrop Grumman AN/AVQ-22 low-light-level television camera (LLTV) aangebracht. Dit was het laatste type dat gebouwd werd (102 stuks). In september 2006 werd begonnen met het testen van een synthetische brandstof en JP-8 kerosine vanwege dat de USAF efficiënter met brandstof wilde omgang, en omdat met niet alleen afhankelijk wilde zijn van geïmporteerde brandstof. In augustus 2007 werd het certificaat verleend om ook synthetische brandstof te gebruiken.

Op de volgende pagina vliegt de
B-52 onverschrokken verder,...