CONVAIR B-58
- Hustler -

De schrijver bij de B-58, 61-2080, in het Pima Museum, Arizona

In 1952 was er onder de codenaam ‘Hustler’ een programma in onderzoek naar een supersone nucleaire bommenwerper. Ondanks bedenkingen van het Strategic Air Command (SAC) naar het werkelijke nut van een supersone aanvalsbommenwerper, kreeg Convair van de USAF op 12 februari, 1958, om een basisconcept te maken van de XB-58 en de XRB-58. Het moest een toestel worden met een 60 graden delta vleugel en voorzien van vier General Electric J79 turbojet motoren. In 1954 gaf de Commander in Chief van SAC, General Curtis LeMay, aan dat de B-58 niet thuis hoorde in het arsenaal van SAC en dat hij liever een conventionele bommenwerper had voor de SAC haar intercontinentale rol. LeMay was verder wel benieuwd naar de ontwikkeling en het onderzoek naar het gebruik van de B-58. Want de B-47 vloot diende een vervanger te hebben.

Prototype XB-58, 55-0660

In juli, 1956, werd het eerste prototype gepresenteerd van de XB-58, 55-0660 en werd officieel de naam Hustler aan het toestel verbonden. Op 11 november van dat jaar, maakte het prototype haar eerste vlucht vanaf Carswell AFB, Texas. De XB-58 ging op 30 december voor het eerst door de geluidsbarrière, en bereikte een snelheid van Mach 1.17. De Amerikaanse luchtmacht besloot tot de aanschaf van 290 B-58 bommenwerpers ondergebracht in 5 Wings.

De achtien wielen komen los als het protoype, de XB-58, 55-0660 opstijgt

In het voorjaar van 1959 werd de eerste officiële Hustler, de 59-2428, afgeleverd. Er waren toen al 30 voorgangers geproduceerd voor het testen en aanpassen van de B-58. Maar er hing al een zwaard boven het B-58 programma. Op 14 juli, 1959, besloot het Pentagon dat de gevraagde budgetten te groot waren voor de SAC. In december gaf SAC in een herziene planning aan dat het genoegen kon nemen met 148 Hustlers (inclusief de 30 voorgeproduceerde toestellen) ondergebracht in 3 Wings. De 118 operationele machines zouden totaal 3 miljard dollar gaan kosten. Hiermee kwam elke B-58 op een prijs dat haar gewicht letterlijk in goud waard was.

De schietstoel als ontsnappingscapsule, links open, rechts gesloten.

Er waren drie bemanningsleden aan boord van de B-58. Deze zaten in aparte cockpits in tandem. Iedere vlieger zat in een schietstoel dat een systeem van lamellen had en als een beschermende huls over hem heen schoot ter bescherming. Mocht er zich een storing voordoen, of iets wat een waarschuwing verdiende aan het adres van de vliegers, dan was er een nieuwe vinding aan boord, de zacht sprekende, waarschuwende, stem van een Northrop secretaresse, welke met 50 storingspunten verbonden was.

Vanuit de XB-58, 55-0661 wordt een proef gedaan met een schietstoel

Het testen van de schietstoelen zou tegenwoordig tot grote consternatie leiden onder dierenactivisten. Om geen mensen als levende testpersonen in te zetten tijdens het wegschieten van de schietstoelen, werden voor een korte tijd, in 1962, beren gebruikt. Deze werden, onder zware verdoving, ingesnoerd en afgeschoten. Er zouden geen beren zijn omgekomen tijdens deze testen, maar buiten de traumatische shock voor de beren, hadden veel beren last van gebroken botten of ander letsel.

Op dit filmbeeldje wordt een beer onderzocht na een schietstoellanding,...

Buiten de piloot en de navigator, op de tweede stoel, was er een ‘defensive systems operator’ aan boord voor het bedienen van het staartkanon en om tegenmaatregelen te nemen tegen vijandelijkheden van buiten af. Onder de romp was een enorme pod aangebracht. Deze grote gestroomlijnde bak kon bommen, en/of brandstof, camera’s en andere apparatuur bevatten.

Een B-58 onder constructie

Vanaf 1 juli 1959 werd B-58, 55-0662 aangepast om als testvliegtuig te fungeren voor een nieuwe straalmotor, de General Electric J93 turbojet. Deze motor was ontwikkeld voor de toekomstige North American XB-70A Valkyrie bommenwerper en de North American XF-108 Rapier onderschepper (de laatste zou nooit gebouwd worden). Op de plek van de enorme pod werd de houder voor een J93-GE-3 aangebracht en het toestel werd als NB-58A afgeleverd bij het testcentrum van General Electric op Edwards AFB, waar de motor werd ingebracht. De NB-58A vloog met de J93 Mach 2 waarbij de eigen vier J97 niet gebruikt werden. Na het testen werde NB58-A, 55-0662 omgebouwd tot een TB-58A en als 'schaduw' (Chase-plane) gebruikt tijdens het testen van de XB-70. In 1977 is de 55-0662 uiteindelijk gesloopt.

NB-58A, 55-0662 met de J93-GE-3 onder de romp

Het was de bedoeling dat de B-58 en de B-47 diep in de Sovjet Unie zouden moeten opereren. De dreiging dat Rusland bestookt zou worden door vliegtuigen die tweemaal de snelheid van het geluid vlogen, zou de Sovjet Unie dwingen een onderschepper te ontwikkelen die de Hustler kon stoppen. Zolang die er nog niet waren, was de B-58 een bommenwerper die grote schade kon aanrichten. Maar drie Wings werden niet gerealiseerd en SAC zou het met twee moeten doen. De eerste Wing, de 43rd, werd in januari 1960 aangewezen dat toen nog op Davis-Monthan was gestationeerd (later werd het 305th Wing toegevoegd. De 43rd Wing kwam naar Carswell AFB in maart van dat jaar.

B-58, 59-2442 met het kanon in de staart en de pod onder de romp

Vijf maanden later, in juni 1960, tijdens de bom-competitie tegen zes B-47 en zes B-52 bommenwerpers, op Bergstrom AFB, bleken de twee ingezette B-58 de grote winnaars. Helaas vanwege enkele kleine storingen aan een B-58’s verloren ze toch punten in het eindklassement. Een record dat waarschijnlijk nog steeds staat, is een ‘scramble’. De B-58 was rollende binnen twee minuten en 10 seconden (2 minuten sneller dan er voor alle toestellen stond).

B-58, 61-2080, in het Pima Museum, Arizona

Op 10 mei, 1961 werd een eerste record geschreven met de B-58. Met de 59-2451 van het 43rd Wing werd een traject van 1073 km gevlogen met een gemiddelde snelheid van 2000 km/u in 30 minuten en 40 seconden. Hiermee won de B-58 de prestigieuze ‘Bleriot Trophy’. Op 26 mei, 1960 vloog de 59-2451, 'The Firefly' in recordtijd van New York naar de Luchtshow van Parijs (3 uur, 19 minuten, 58 seconden). De bemanning, Major W. Payne, Capt. W. Polhelmus en Capt. R. Wagener mocht de MacKay and Harmon Trophy in ontvangst nemen.

B-58, 59-2451 'The Firefly' op Le Bourget, 1961

De terugvlucht met de 59-2451 vanaf Le Bourget werd op 3 juni ondernomen door de winnaars van de 'Bleriot Trophy' enkele weken daarvoor, Maj. E. Murphy, Maj. E. Moses en Lt. D. Dickerson. Op slechts zeven kilometer afstand van Parijs crashte 59-2451 en kwam de gehele bemanning om.

B-58, 59-2458 recordvlieger van Los Angeles naar New York (v.v.)

Een ander record werd op 5 maart 1962 gevlogen door 59-2458 'Cowtown Hustler' van 43rd Wing. Capt. R. Sowers, Capt. R. MacDonald en Cpt. J. Walton vlogen die dag van Los Angeles naar New York in 2 uur en 56.8 seconden. De terugvlucht nam 2 uur en 15 minuten en 48.6 seconden in beslag. In totaal deed de B-58 er 4 uur, 41 minuten en 11.3 seconden over (het oude record stond op 6 uur en 46 minuten op naam van een RF-101C Voodoo). De bemanning mocht de MacKay- en Bendix Trophy in ontvangst nemen.

B-58, 61-2059 'Greased Lightning' in het SAC Museum, Nebraska.

Het laatste record met de B-58, de 61-2059 van 305th Wing, werd gevlogen tussen Tokyo en Londen. De bemanning, Maj. S. Kubesch, Maj. J. Barrett en Capt. G. Williamson vloog in ‘Greased Lightning’ op 16 oktober, 1963 de afstand van 8,028 mijl in 8 uur, 35 minuten en 20 seconden.

B-58, 61-2080, in het Pima Museum, Arizona

Ondanks al zijn prestaties, bleef de B-58 in de ogen van SAC een leuk hebbeding, maar was haar nut discutabel. De actieradius van de B-58 bleef een probleem bij diepe penetratie in vijandelijk gebied. Ook de ontwikkeling van maatregelen tegen de snelle B-58 door de Sovjet Unie bezorgde de SAC hoofdpijn en de hoge onderhoudskosten deden de B-58 langzaamaan de das om. Ook door de druk op het toestel zelf, de slijtage door de hoge snelheden, zag het er naar uit dat het vliegtuig eind jaren zestig ‘op’ zou zijn. De gestaag oplopende ongelukken met de B-58 baarde de Luchtmacht ook zorgen.

Hustlers wachten op de slopershamer bij AMARC, Davis-Monthan, Arizona

Klik voor 'copyright-disclaimer'

Op 27 oktober, 1969 werd de beslissing genomen om bezuinigingen door te voeren bij de USAF. De B-58 werd op 31 januari, 1970 slachtoffer toen besloten werd haar beide Wings non-actief te maken. De ontwikkeling van de F-111 en de toekomstige B-1 zouden de taken moeten overnemen van de B-58 Hustler. De B-58's werden verzameld en opgeslagen bij AMARC, Davis-Monthan. Acht zijn bewaard gebleven in musea, en de rest zijn in later jaren gesloopt. Eén van de acht bewaard gebleven B-58's is YB-58A-CF, 55-0665 'Snoopy I' welke als schietschijf dienst heeft gedaan op Edwards AFB.

Een roemloos einde voor B-58, 55-0665, een skelet in de woestijn

Klik voor 'copyright-disclaimer'

Hieronder de locaties waar nog compleet bewaard gebleven B-58 Hustlers zijn te vinden:

YB-58, 55-0663 (conv. tot TB-58), Grissom Air Park, Peru, Indianna.

YB-58, 55-0666 (conv. tot TB-58), Rantoul, Illinois, Octave Chanute Aerospace Museum (als 61-2059).

YN-58, 55-0668 (conv. tot TB-58), Jacksonville, Arkansas, Little Rock AFB. (als Wild Child II'' en 'Peeping Tom'.)

B-58A, 59-2437, San Antonio, Texas, Kelly AFB (als 'Firefly II' en 'Rigley’s Baby').

B-58A, 59-2458, Dayton, Ohio, USAF Museum ('Cowtown Hustler').

B-58A, 61-2059, Ashland, Nebraska, SAC Museum ('Can Do'' en 'Greased Lightning').

B-58A, 61-2080, Tucson, Arizona, Pima Air Museum (laatst geleverde Hustler).

De B-58 'Rocket Sled'

Een aparte vermelding van een Hustler 'onderdeel' dat bewaard is gebleven, is het testtoestel op rails dat, onder hoge snelheid, een schietstoel test kon maken. In het Mighty 8th Airforce Museum in Shreveport, Louisiana, is dit testbed te vinden. Het onderdeel is geleend van het USAF Museum, Dayton, Ohio. Volgens een bordje zou het geconstrueerd zijn uit de B-58, 44-83884, maar dat is onzinnig, '44' waren contractnummers uit 1944 en de Hustler is uit de jaren 50 van de vorige eeuw (44-83884 behoort trouwens toe aan een B-17 Flying Fortress).

Het werkstation van de piloot,...

Fabrikant Convair
Ontwerper  
Gebruik Strategische supersone nucleaire en conventionele bommenwerper
Motor 4 x General Electric J79-GE-1 turbojets.
Vermogen 7057 kg met naverbrander per motor
Spanwijdte 17,32 m
Lengte 29,49m
Hoogte 9,58 m
Vleugeloppervlakte 470 m²
Klimvermogen  
Gewicht leeg 25.201 kg Geladen 73.935 kg
Snelheid max. 2125 km/u op 19.248 m hoogte Geladen 1850 km
Plafond 19.248 m (record hoogte; 26.017 m)
Bereik 2816 km, met inflight refueling; 8975 km
Bewapening 20mm Vulcan kanon in de staart, nucleaire of conventionele bommen in een grote romppod of onder de vleugels.
Bemanning 3
Eerste vlucht 11 november 1956
Aantal gebouwd 148

BRONNEN

Klik hieronder om naar de homepage te gaan

OF GA TERUG