Begin jaren zestig was men in Engeland bezig met de ontwikkeling van een geweldig vliegtuig
dat een enorme potentie bezat voor de toekomst, de TSR.2. Helaas mocht het nooit verder ontwikkeld worden
dan enkele prototypes. De kosten rezen de pan uit en de politiek greep in. Onderwijl zocht de NAVO een manier
om de standaardisatie in betere banen te leiden. Engeland, Duitsland en Italië vonden elkaar
om een Multi-Role Combat Aircraft (MRCA) te ontwikkelen. Om alles te stroomlijnen werd in München Panavia
GmbH opgericht om de drie luchtvaartproducenten Bae, MBB en Aeritalia te begeleiden.
Het eerste prototype P01, D-9591 (de latere 98 + 04)
Het uitgangspunt voor het nieuw te bouwen vliegtuig was een zeer veelzijdige, een diep penetrerende bommenwerper
(een IDS, Interdiction/Strike), aanval over zee en verkenning en in een later stadium als een ADV, (Air Defence Variant),
een vliegtuig als onderscheppingjager en luchtverdediger.
Het overzichtelijke kantoor van een Tornado GR.1
Wilde de NAVO graag een standaard in bewapening, met de Tornado lukte dat niet echt. Ieder land wilde toch zijn eigen
voorkeur aan de machine kunnen hangen. De ophangpunten van de Tornado’s in de verschillende landen zijn dan ook
verschillend. De binnenzijde is meer gestroomlijnd. Bij de IDS versie zijn bij alle Tornado’s twee IWKA-Mauser 27mm
kanonnen aangebracht (bij de ADV is er één aangebracht). Verder is de elektronica zo veel mogelijk gelijk gelaten, alleen
de radio en IFF apparatuur verschild per natie. Voor de motor werd een combinatie gevonden in de firma’s MTU (40%),
Rolls-Royce (40%) en FIAT (20%). Deze combinatie leverde de Turbo Union RB.199-34R.
Uitgerust met luchtremmen naast het
kielvlak en met straalomkeerders remmen deze de Tornado binnen 370 meter af na de landing (zonder deze luchtremmen is de afstand 762 m).
De luchtrem en de RB.199-34R met de straalomkeerders dicht en open
De productie onderdelen werden verdeeld over de drie landen. Groot-Brittannië leverde de voorzijde van de romp en het
staartgedeelte. Duitsland fabriceerde de tussenromp en Italië bouwde de vleugels.
De eerste Tornado die vloog was de Duitse P01, D-9591. Op 14 augustus 1974 koos deze voor het eerst het luchtruim.
Gevolgd op 30 oktober 1974 door de Britse Tornado, die ook wel de 'Tonka' wordt genoemd, de P02, XX946. De Italiaanse machine, de P05, X-586 ging op 5 december 1975 de lucht in.
Het Italiaanse prototype P05, X-586
Opvallend kenmerk van de Tornado is natuurlijk de verstelling van de vleugel. Samen met de terreinradar en een
automatische vluchtbesturing raast de Tornado op een hoogte van 75 m op haar doel af. Voor het goed manoeuvreren bij
subsone snelheden staan de vleugels naar voren. Om snel weg te komen met hoge snelheid bewegen de vleugels naar achteren.
Het Britse Tornado prototype '03' tijdens de 1978 Farnborough Air Show
De RAF IDS GR.1 Tornado’s konden twee Hunting JP233 containers onder de romp meenemen. Per houder bevatte het 30 SG 357
kleine bommen die, aan parachutes neergelaten, gaten moesten slaan in start/landingsbanen. Verder bevatte een houder 215 HB
875 mijnen die de herstelploegen moesten hinderen in hun reparatiewerk. Om de aanval precies te kunnen uitvoeren was aan de
onderzijde van de voorromp een Ferranti LRMTS aangebracht. Na de aanval werden de lege containers afgeworpen. Het spreekt
voor zich dat deze missies op lage hoogte extreem gevaarlijk waren voor toestel en bemanning. Luchtafweer van de vijand
werd en wordt gehinderd door allerlei tegenmaatregelen, zoals stoorzenders, anti-radarsneeuw en fakkels
Een RAF Tornado met een JP233, werpt SG 357 af,...
Ook de Duitse Tornado’s konden start/landingsbaan vernietigers dragen in de vorm van de 4600 kg zware MBB-Diehl MW-1
container. In 112 buizen konden verschillende soorten kleine bommen vervoert worden die via de zijkanten afgeschoten werden.
Een Tornado met de Duitse versie van de JP233, de MBB-Diehl MW-1
Tegenwoordig worden de JP233 en de MBB-Diehl MW-1 niet meer gebruikt vanwege het verbod
op het inzetten van mijnen.
De Tornado’s van de Duitse Marine
moesten vooral in actie komen tegen schepen en hebben daartoe de beschikking over twee MBB AS-34
Kormoran raketten onder de romp aangevuld en twee aan de binnenste vleugel ophangpunten,
met stoorapparatuur in pylonen aan de buitenste ophangpunten.
Een Marineflieger IDS Tornado landt op RAF Mildenhal
(let op de straalomkeerders om het toestel af te remmen)
Na de val van 'De Muur' en het einde van de
koude oorlog werd de eerste Marineflieger Tornado Wing opgeheven op 1 januari 1994. De tweede en laatste
Marineflieger Tornado Wing werd opgeheven in 2005 en de toestellen en taken doorgegeven aan de Luftwaffe.
De Duitse luchtmacht ontving 322 IDS Tornado’s waaronder 50 trainers en 112 toestellen voor
de marine. Verder nam Duitsland 35 ECR
Tornado’s af, waarmee het totaal voor dat land op 357 kwam.
Een GR.Mk IB met Sea Eagle raketten centraal onder de romp
De RAF verkenner versie, de GR.Mk 1A was voorzien van een 4000 infra-red linescan video systeem
onder de neus van de Tornado.
Er werden 14 nieuw gebouwd en 16 stuks uit conversie van de Mk 1.
De GR.Mk 1B werd uitgerust met Sea Eagle raketten tegen oppervlakte schepen.
Italië was goed voor 99 IDS en 16 latere ECR conversies daarvan. De Italiaanse Tornado’s
zijn voornamelijk uitgerust met de Duitse wapens. In december 2011 had Italië nog 62 IDS en 16 ECR
toestellen in haar inventaris.
De ECR Tornado
Terwijl de Britse luchtmacht een ADV Tornado ontwikkelde (zie lager) als defensieve jager,
bouwde Duitsland samen met
Italië de ECR, de Electronic Combat Reconnaissance versie. Eigenlijk was dit de ultieme
Multi-Role Combat Aircraft zoals
de Tornado oorspronkelijk bedoeld was.
Een Duitse ECR Tornado met de HARM onder de romp en AIM-9 Sidewinders onder de vleugels
De ECR is uitgerust met onder andere de AGM-88 High speed Anti-Radiation Missile (HARM). De ECR Tornado kan zes
taken vervullen; 1. Defensieve aanvalsbommenwerper, 2. Tegenaanval als luchtjager, 3. Slagveld aanvalsbommenwerper, 4.
Nabije steun grondaanvaller, 5. Fotoverkenner en 6. Defensieve onderschepper.
De ECR Tornado’s hebben de RB.199 Mk 105
motor die 4400 kg aan stuwdruk geeft. De twee 27mm Mauser kanonnen zijn uit de romp verdwenen bij de ECR.
De Tornado tijdens Desert Storm
Bij deze GR.1 is de JP233 onder de romp duidelijk zichtbaar
De grote vuurdoop voor de Tornado kwam tijdens de eerste Golfoorlog in 1991. Onder de naam 'Operation Granby' werd No.15 Squadron gestationeerd op Tabuk Air Base in Saoedië-Arabië. De Tornado werd direct ingezet om de start
en landingsbanen van de Irakese luchtmacht uit te schakelen. Hiervoor werd niet alleen de JP233 ingezet, maar ook
clusterbommen. Tijdens deze lage acties gingen zes Tornado’s verloren, waarvan vier binnen de eerste vijf dagen.
Hierbij kwamen vijf piloten om en werden zeven gevangen genomen.
John Peters en John Nichol in Irakese handen
Twee overlevenden, piloot John Peters en navigator
John Nichol werden als propaganda getoond op de Irakese TV, nadat zij op 17 januari waren
neergehaald, gevangen genomen en gefolderd. Na hun vrijlating in mei 1991 keerden ze terug naar het Verenigde Koninkrijk. Een jaar later verscheen een boek van hun hand, 'Tornado Down'.
Terug uit Irak op 25 mei 1991; Nichol en Peters op RAF Mildenhal voor 'Mig Eater'
Britse Tornado’s voerden in totaal zo'n 2500 vluchten uit waarbij 4250 bommen werden afgeworpen
en 950 raketten afgeschoten. Met de 1000 ponder Paveway II werden vooral bunkers en vliegtuighangaars aangevallen.
Hierbij werd het doel door een andere Tornado of een Buccaneer aangestraald waarna de Paveway op het doel aanvloog.
Detail van bovenstaande Tornado GR.1, ZA447 'Mig Eater'
Een No.15 Squadron Tornado GR.1, de ZA447/EA vloog 40 missies. Tijdens een missie tegen een vliegveld in Irak, schoot de ZA447 een, wat toen gedacht werd, MiG-29 uit de lucht. Op de neus werd de naam 'Mig Eater' aangebracht. Pas later werd duidelijk dat het een Mirage F.1 was geweest.
KLIK HIERONDER VOOR DE JAGERVERSIE,...
DE ADV TORNADO F.3
GA TERUG
|