WAT IS WAAR?
Hoe lastig is de waarheid te schrijven

De Sherman tank bij Wibrin, in België, spreekt niet de waarheid,...

U bent (waarschijnlijk) op deze pagina gekomen door op een ‘plaatje’ te klikken dat de binnenzijde van een tank toont (of via de pagina over de slachting bij Baugnez,... Wat is Waar?). Deze, bovenstaande, tank, een Sherman, staat in Wibrin, in de Ardennen. Op de aangeklikte foto staan verschillende fouten, het is geen M4A3, maar een M4 laat model, verder staat als datum 16 januari 1942? als begindatum van het Ardennen Offensief (16 december 1944). Wat is waar?

De binnenzijde van de Sherman tank bij Wibrin

Van de honderden pagina’s die ik gemaakt heb voor www.strijdbewijs.nl blijken enkele pagina’s steeds weer de gemoederen bezig te houden; de moord bij Baugnez op Amerikaanse soldaten, tijdens het Ardennen Offensief in 1944 en, tijdens dit offensief opererende, Kampfgruppe Peiper, en ook de vermoorde burgers van het Franse stadje Oradour-sur-Glane. Er zijn over deze gevallen zoveel boeken, verslagen en rapporten verschenen dat het bijna ondoenlijk is om een gulden middenweg te bewandelen,… ‘wie heeft er gelijk?’ Veel commentaar komt er van lezers die iets hebben gelezen dat andere ‘bewijzen’ tegenspreekt.

Is dit een Amerikaanse tank?
Neen, een als M10 vermomde Duitse PzKpfw V Panther

Ik probeer zoveel het mogelijk oppervlakkig te houden en vaak niet al te diep op detail in te gaan, want je schrijft snel een aanname inplaats van een feit. Bij Baugnez zijn wel vrij veel opsommingen als feiten gebruikt. Toch laat ik hier en daar ruimte tot speculeren omdat het onduidelijk is hoe sommige zaken zich echt hebben afgespeeld. Ik was er niet bij. Toch, als ik sommige lezers mag geloven, die de moeite namen en nemen om mij daarover te mailen (en daarvoor mijn dank), waren die wel (waarschijnlijk) aanwezig, want ze trekken sommige zaken in twijfel. En als men dan met ‘bewijs’ komt, van ‘getuigen en veteranen’ dan blijkt ook dat vaak voor verschillende uitleg vatbaar. Het is onderhand bewezen dat getuigenverklaringen, zelfs van zeer betrouwbare getuigen zoals veteranen die er echt bij waren, vaak toch in twijfel moeten worden getrokken. Een getuige bij een indringend voorval weet, zelfs als hij binnen enkele minuten wordt gehoord, vaak te weinig details om een dader exact te beschrijven, of het voorval of een omgeving te beschrijven. Getuigen die na dagen of weken worden gehoord hebben meestal gesproken met anderen over het voorval en met die feedback is een ander beeld ontstaan van het incident. Het rapport dat van dat verhoor is opgemaakt is niet meer betrouwbaar. Wat het meest betrouwbaar is, is tastbaar bewijs. In het geval van Baugnez waren dat 84 gedode, met meerdere schotwonden of door zwaar geschutsvuur verminkte, onbewapende Amerikaanse militairen. Samen met getuigenverklaringen van mannen die het hadden overleefd en de daders is een zo goed mogelijke reconstructie gemaakt. Door de naoorlogse onderzoekers bleek later dat het wemelde van de fouten en verzonnen feiten, zoveel dat straffen die uitgedeeld waren moesten worden herzien. Het bleek dat sommige zaken door hardhandig ondervragen als bekentenissen waren verkregen. Wat wel bleef staan en waar niemand aan kon tornen waren de 84 doden. Naar eer en geweten heb ik getracht het kaf van het koren te scheiden, maar dat vinden sommige lezers niet voldoende. Die willen of kunnen niet geloven dat de Duitse soldaten deze misdaden begaan hebben,…’want er zijn enkele ‘zeer’ goede boeken de ‘laatste tijd’ verschenen die hele ander feiten tonen,…’

Tegenwoordig is er veel sneller aan informatie te komen, zeker in deze snelle digitale tijd. En ik kan me voorstellen dat er opeens rapporten opduiken die eerst niet voorhanden waren. Ook de vele veteranen die hun verhaal op schrift hebben gesteld, soms 40 of 50 jaar na dato, worden gebruikt door de hedendaagse onderzoeker en als waarheid aangehaald,… ‘want een veteraan,… die was erbij en als getuige zal die niet liegen,..’

links: Major Dick Winters; veteranen weten het soms ook niet meer exact

En dat zal die veteraan ook beslist niet willen en verteld naar eer en geweten 'zijn' verhaal, daar ben ik van overtuigd. Naar eer en geweten verhaalt hij de horror die hij heeft doorstaan. Hij weet zelfs na al die jaren nog precies wat deze en gene zeiden, wat er besproken werd, op welke dag en zelfs het uur en waar hij zich bevond,… en dan niet globaal, neen, in detail. Voor de lezer is het een vorm om zich een voorstelling te maken van de situatie, maar heeft met feiten meestal weinig van doen. Het suggereert alleen dat de schrijver een geweldig geheugen zou hebben. Ik wijs als voorbeeld op een passage uit het boek van schrijver Larry Alexander; ‘Biggest Brother’ (over het leven van Major Dick Winters, beroemd gemaakt door de TV serie 'Band of Brothers' naar het gelijknamige boek van Stephen Ambrose over de 506th PIR). Jaren na de oorlog was Winters met medestrijder Lipton in Frankrijk en ze kregen ontzettende ruzie omdat ze beiden niet wilden toegeven waar de exacte plaats was waar Lipton gewond raakte. Voor de veteraan is het van een ander belang, dan voor de geschiedschrijver. De veteraan wil zijn gelijk hebben, hij was erbij, en zijn woord moet voldoende zijn. Maar voor de geschiedschrijver is het een ander verhaal. Deze noteert een incident om gelezen te worden door het nageslacht en het moet als waarheid bewezen zijn, anders kan het geschiedvervalsing zijn. Een geschiedschrijver heeft niet genoeg aan de verklaring van Winters en Lipton, want ze hebben alle twee een andere voorstelling van zaken, terwijl ze alle twee op het zelfde moment getuige waren. Hij kan op zoek gaan naar andere getuigen, maar wat blijkt, de ene getuige is beïnvloed door Winters, de andere door Lipton en weer een ander heeft een totaal ander verhaal. Wat de geschiedschrijver nodig heeft is tastbaar bewijs. Hij gaat op onderzoek ter plekke, maar het gehele gebied blijkt veranderd, en noch Winters, noch Lipton wees (waarschijnlijk) de juiste plek aan.

David Webster in Nederland, september 1944, en zijn boek (aanrader)

Nu zijn de twee hierboven aangehaalde boeken minstens 50 jaar na de oorlog geschreven, en bestaan voor het grootste deel uit herinneringen van de mannen die erbij betrokken waren. Ambrose haalt aan hoe belangrijk het boek 'Parachute Infantry' van David Kenyon Webster was, een paratrooper bij het 506th PIR, dat geschreven werd in de jaren vijftig, vrij kort na de oorlog. In grote lijnen zijn de feiten gelijk, maar in detail zijn er grote verschillen, zoals betrokken namen (en waren het wel 'Brothers'?, ja, vooral 'drinkebroeders'). In de TV serie 'Band of Brothers' moesten feiten van gebeurtenissen aangepast, samengevoegd, of niet gebruikt worden, waardoor een vertekend beeld gemaakt werd van de 'Band of Brothers'. En dan hecht ik meer geloof aan het boek van Webster dan van Ambrose,... Ik raad het boek van Webster dan ook terdege aan zodat u een eigen oordeel kunt vormen over hoe een 'gewone' soldaat het ervaarde. Wat dus niet gebeurd is, maar wel als 'feit' in de TV serie 'Band of Brothers' zit, is een scène waarin Webster zijn pistool trekt tegen een plaatselijke bakker in Buchloe, nadat de paratroopers een werkkamp ontdekt hebben. Dit kan als 'waar feit' voort gaan leven. Is het in de TV serie een complete aflevering ('Why We Fight'), in het boek van Ambrose beslaat het slechts één pagina,...
Nu kan de geschiedschrijver twee dingen doen met alle informatie die hij tot zijn beschikking heeft; Als het van zo’n groot belang is dat de situatie voor het nageslacht bewaard moet blijven, dan noteert hij alle feiten, hoe marginaal die ook zijn,… en maakt zelf een oordeel. Of hij houdt het oppervlakkig en laat de lezer zijn of haar eigen oordeel vormen. De eerste vorm lijkt de beste, maar geeft altijd aanleiding tot meer vragen, want hoe meer men aan bewijs aanvoert, hoe meer vragen dit altijd oproept. Houdt men de grotere lijnen aan, dan blijven er wel gaten, maar dat zijn altijd die gaten die van marginaal belang zijn en de geschiedenis ook niet aantast.

Duitse propaganda in Nederland, bleek ondanks de grote leugen helaas effectief

Ik ben bevooroordeeld, dat geef ik toe. Ik ben opgegroeid met de boeken, documentaires en de films uit de jaren zestig en zeventig. Er was een scheiding tussen goed (de Geallieerden) en slecht (de Duitsers). Nu, ruim zestig jaar na de oorlog, zien we de geschiedenis anders dan 60 jaar geleden. Onderhand zijn we weer goede buren en spreken liever onderling niet over die duistere periode. Maar we mogen ons hoofd niet in het zand steken. Het blijft een feit dat de Nazi’s een verderfelijke dictatuur voor ogen hadden; één Europa onder één leider. Om de doelstelling van de Nazi’s te bereiken moesten wel even alle buurlanden bezet en onder de knoet gebracht worden, om vervolgens de ‘verderfelijke’ bevolkingsgroepen op transport te zetten. Om het één en ander te bewerkstelligen werd het enorme Duitse leger ingezet. De 'keurtroepen' was de Waffen-SS. In bezette landen werd er geronseld onder collaborateurs om ook dienst te nemen in het Duitse leger (bijvoorbeeld in Nederland waren dat er rond de 22.000 waarvan 7000 omkwamen aan het Oostfront). Vaak bleek dat juist deze niet Duitse SSers het fanatiekst hun eigen land ‘verdedigden’ tegen de Geallieerden. Een goed voorbeeld in deze zijn de uit Elzas afkomstige Franse SSers (zie Oradour-sur-Glane en dan de derde pagina). De toelatingseisen voor de SS waren streng, vooral in het begin. De naam SS alleen al moest afschrikken. En dat deed het ook, want hun reputatie vloog hen vooruit en achtervolgde hen door de gehele oorlog heen. In Rusland hielden de SS eenheden vreselijk huis. Toen de Geallieerden Europa binnentrokken werd de angst voor de SS en hun Panzer Divisions als de grootste dreiging gezien. Anders dan de reguliere Wehrmacht, vochten de SSers met enorme inzet en leken de dood niet te vrezen en voerden en volgden de orders zonder mankeren uit. De SS eenheden maakten altijd aanspraak op het beste materieel waarmee ze hun reputatie op peil hielden. Gezagsgetrouw, en niet alleen voor Hitler, ook na de capitulatie in mei 1945 bleken ze orders van de Geallieerden moeiteloos op te volgen. Nadat een compagnie SS soldaten zich bij Berchtesgaden had overgegeven werden ze als (bewapende) bewakers ingezet rond een voormalig krijgsgevangenen kamp waar nu reguliere Duitse soldaten waren opgesloten.

Massamoord op burgers door de SS
in Stavelot tijdens het Ardennen Offensief

Tijdens het Ardennen Offensief was er een SS eenheid actief onder commando van Jochen Peiper. Deze charismatische Duitse militair sprak tot de verbeelding. Zijn manschappen schuwden moord en doodslag niet. Mijn pagina over de route die Kampfgruppe Peiper volgde tijdens het Ardennen Offensief, en het bloedbad bij Baugnez aanrichtten, zal niet de waarheid vormen zoals die zich afspeelde ten tijde. In grote lijnen schets ik de opmars met aandacht voor de aparte punten van interessse voor de hedendaagse bezoeker. Sinds deze pagina’s draaien op internet, 2002, blijkt steeds weer dat ik het ‘helemaal fout’ heb. Sommige lezers wijzen me op fouten, dan was Peiper daar en niet hier, en later weer andersom. En allemaal halen ze andere boeken aan. Anderen roepen alleen maar dat het ‘niet klopt’ en laten het daarbij, en daar kan ik helemaal niets mee, maar maken mij onzeker of ik nog wel met deze episode uit de geschiedenis moet doorgaan. Peiper en zijn trawanten van horror blijken, in boeken die de laatste jaren verschijnen, meer als ‘gewone’ soldaten afgebeeld, dan de smeerlappen die ze gewoon waren. Peiper was natuurlijk op de hoogte met wat zijn mannen (al dan niet in zijn opdracht) uitvraten tijdens hun tocht naar de Maas. Misschien heeft hij niet alles geweten, maar dat hij zijn moorddadige troepen niet in de hand had tijdens het offensief is meer dan genoeg bewezen. Toch, mag ik dat van sommige lezers niet langer uitdragen of er zelfs over denken.

Propaganda zorgt voor mythevorming,... bv. door de Duitse pers met de 'Signal'
Links de Nederlandse 'Signaal', rechts de Portugese editie

De mythe van Kampfgruppe Peiper mag niet doorbroken worden. Maar de lezer mag er niet aan voorbijgaan dat Peiper behoorde tot een regime dat zomaar buurlanden bezette. De Duitse bezetter was in het najaar van 1944 eindelijk België uitgejaagd door een Geallieerde macht dat uit jongens bestond waarvan de meeste niet eens wisten waar België lag. Wat ook een feit was, veel Amerikaanse jongens waren van Duitse afkomst (kijk maar eens wat voor namen ze droegen, zelfs Eisenhower klinkt niet echt Engels) en nu moesten ze oprukken naar hun voormalige Heimat en onderwijl Duitse jongens afschieten. Dit moet voor sommigen heel verwarrend zijn geweest. Maar als je als Amerikaanse soldaat je maat verliest door Duits geweld, dan heb je er geen moeite mee om ten strijde te trekken. Sommige jongens vochten al vanaf 6 juni 1944 op het vasteland van Europa, en als je dan eindelijk die Duitsers België uit hebt gejaagd en het loopt tegen Kerst, dan krijg je al iets van vrede in je lijf. En die vrede heb je nodig, want je bent moe, moe van al die strijd, zoals tijdens de slachting in het Hürtgenwald, en de aanblik van al die doden, huilende gewonden en de niet te bevatten verwoestingen van cultuur. En dan is het 16 december,… de hel breekt los en daar komt die Duitse buurman weer de grens over. Ondanks je scherpte, je was niet voorbereid en de slachting is wederom enorm onder je kameraden. De koude en de ellende is niet te beschrijven en dan hoor je dat er een SS Kampfgruppe in de Ardennen opereert dat er geen moeite mee heeft om onbewapende, overgegeven Amerikanen zonder enige vorm van proces dood te schieten. In het geruchten circuit lopen de vermoorde Amerikanen op van honderd tot honderden, zoniet duizenden. Ook is er een 'club' Duitsers dat zich als Amerikanen uit geeft, en je wordt steeds kwader, maar ook onzekerder. Je vertrouwt niemand meer. Na de eerste schrik wordt de woede omgezet in een harder optreden dan je als soldaat tot dan hebt gedaan. Wie zou het wel pikken als hij dezelfde inbreker weer in zijn huis zou tegenkomen. De wisselwerking tussen de twee legers was de hele strijd bikkelhard. De Amerikanen hielden de Duitsers voor de Maas tegen en men wist de indringer wederom de grens over te krijgen. Aan beide zijden waren misdaden begaan,… Amerikanen schoten vaak onnodig Duitse soldaten dood (maar wat moesten die ook in België?).

Dresden na de bombardementen en in 2014, een fraaie stad met een zwart randje

Maar de Duitse SS spanden de kroon. Deze zagen er geen probleem in om, naast de Amerikaanse soldaten, burgers dood te schieten (het waren ‘allemaal collaborateurs van de Amerikanen’). En nu verschijnen er boeken die het allemaal weerleggen. ‘De SS werd ook maar gestuurd’ is zo’n veelgehoorde dooddoener. De Geallieerden doodden ook vele Duitsers die zich al hadden overgegeven. En dan die terreur bombardementen op Duitse steden,… schandalig,… er gemakshalve maar aan voorbij gaan dat Rotterdam zomaar werd gebombardeerd (en zelfs Den Helder na de capitulatie). Veel Britse steden werden gebombardeerd, Rusland onderhanden genomen, Warschau plat gegooid, dreigen met het verwoesten van Parijs,… de lijst is eindeloos. Toch de vuurstormen in Dresden en Hamburg worden als misdaden beschouwd. Voor Dresden valt wel iets te zeggen. Nadat ik daar geweest ben, in Dresden, kijk ik iets anders tegen dit toch wel zinloos verwoesten aan. Dresden is nu weer een prachtige stad, maar de zwart beroete gevels zullen nooit meer uitgewist worden. Het is nu een waarschuwing dat oorlog diepe sporen nalaat welke nog eeuwen zichtbaar blijven. Vaak komt het kritiek op de Geallieerde bombardementen van dezelfden die ook niet kunnen geloven dat er zes (6) miljoen Joden zijn omgebracht, en miljoenen politieke gevangen, homosexuelen, zigeuners, en goede burgers die zich verzetten tegen een Duitse bezetter, kortom, een ieder die niet deugde in de ogen van de Nazi.

Ik kan heel goed tegen kritiek, maar niet tegen zomaar ‘iets’ roepen. Ik kan me niet vereenzelvigen met diegene die blind is voor de misdaden die de Nazi’s over Europa en Noord Afrika uitstortten. Kinderen van nu hebben nooit de angst gekend voor de spijkerlaarzen die bij nacht door de straten klosten. In bezette landen waren het meest ‘gewone’ Wehrmacht soldaten, de meeste gedwongen om daar te zijn. Maar daarnaast had je ook de Waffen-SS, SD en Gestapo. En niet te vergeten de heulers met de vijand, zoals de NSB of de WA in Nederland die graag hun landgenoten verraadden.

Propagandakrant van de Nederlandse SS

Het beluisteren van een radio was verboden en, kranten gevuld door de bezettende macht. Alles wat er verscheen was propaganda. De ondergrondse liet krantjes verschijnen waar men de waarheid in probeerde te verkondigen. De gevechtsrapporten zijn vet aangezet uit die tijd, want men hield van overdrijven. De Duitse Luftwaffe schoot zoveel Engelse toestellen neer, zoveel hadden de Britten niet eens, en dat was tijdens de Slag om Engeland voor de Britten niet anders,… één Spitfire schoot een Heinkel neer die vervolgens door drie anderen ook werd geclaimd. Iedere Duitse tank was een ‘Tiger’, zelfs als bewezen was dat ze niet op die plek nog konden zijn. In deze tijd was alles ‘valsheid in geschrifte’,… maar nu, ruim zestig jaar na dato, komt toch de echte ‘waarheid’ boven water. Men kan zich niet beroepen op de geschriften van die tijd omdat ze ‘gekleurd’ zijn. Direct na de oorlog werden getuigen gehoord die herinneringen moesten ophalen van een jaar of langer daarvoor. Het was niet een doorsnee werkdag voor een soldaat en burger, het waren dagen, weken, zo niet maanden van intense beleving. Ook deze rapporten moeten met enige argwaan bekeken worden. Maar, nu zijn er dan de veteranen en burgers die zich ‘echt’ durven uitspreken van wat zich toen afspeelde. Ook met deze bekentenissen heb ik moeite. Er zijn enkele geschriften waar ik niet aan twijfel, zoals het dagboek van Anne Frank. Eerlijke woorden in eenvoudige taal door gewone mensen die beschrijven wat ze zien en hoe hun gevoelens daaronder zijn. Ook de rapporten van het verzet die voor de Geallieerden werden opgemaakt, getuigen van eerlijkheid, niks geen overdrijven, de naakte waarheid. Films uit die periode moeten ook meest als propaganda bekeken worden, dus van generlei waarde. Foto’s stiekem genomen door het verzet bevatten geen geënsceneerde voorstellingen. Luchtfoto’s genomen door fotoverkenners kunnen nooit alles tonen, maar proberen het wel.

Door de Geallieerden gefotografeerd, Auschwitz in bedrijf
maar men wist niet dat hier duizenden mensen per dag werden vernietigd,...

Het is dus lastig de fictie van feit te onderscheiden. Wat ook niet echt helpt zijn de 'documentaires' op TV kanalen als History Channel welke soms documentaires toont waarin het niet erg nauw genomen wordt met de waarheid. Beelden geschoten rond Poteau tijdens het 'Ardennen Offensief' worden rustig ook gebruikt voor de gevechten in Normandië of voor Operatie 'Barbarossa', de inval in Rusland! In dit soort 'documentaires' wordt het ook niet nauw genomen wat voor vliegtuigen er getoont worden, want zullen ze denken bij History Channel, niemand die het verschil ziet tussen een Spitfire of een Hurricane, een B-17 of een Lancaster bommenwerper,... Ook ik ben nu een bron, dat realiseer ik mij terdege. En ik probeer daar naar te handelen. Ik vind het ook niet zo’n probleem als ik niet als bron genoemd word, zoals bijvoorbeeld in het geval van het (deels) gebruik van mijn tekst in het in een artikel over het bloedbad bij Baugnez, dat in het Reformatorisch Dagblad verscheen. Ik schreef dit stuk terwijl ik maar één bron had (het magazine, After the Battle, Nr.4). Onderwijl is de tekst door mij uitgebreid, zijn 'fouten' aangepast en is daarmee het artikel op de site (hopelijk) ook verbeterd.

Lange tijd is gedacht dat dit een foto was met
SS-Standartenführer Jochen Peiper (links) (ook in 'After the Battle', Nr.4).
Later bleek het om de verkenningseenheid van de 1 SS Panzer Division te gaan
(Dit werd in Nr.25 van 'After the Battle' recht gezet)
Helaas duikt deze foto met het verkeerde onderschrift nog vaak op

Ik ben van na de oorlog en moet het doen wat een ander me vertelt, via boeken, musea, tv of anderzijds. Anderzijds kan zijn onderzoek in het veld. Dus, men kan mij vinden in Nederland, België, Frankrijk, Italië en Duitsland. En geloof me maar, de Duitsers, ik kan er goed mee worden. Maar ondanks alles, het houdt ook in dat ik niet de wijsheid in pacht heb. Een voorbeeld van hoe geschiedenis de waarheid geweld aandoet, zelfs nu nog in deze tijd dat alles toch naar waarheid is onderzocht, is onderstaande plaquette in het Bastogne War Museum welke in 2014 geopend is. Zo'n fout kan een eigen leven gaan leiden welke weer tot discussies leidt.

Een plaquette in het nieuwe Bastogne War Museum:
Deze paratroepers wijzen, volgens de beschrijving, op een verkeersbord in Périers,...
... maar het is in Carentan (staat zelfs onder de hand van de linkse troeper)
Ook de datums op de beschrijving zijn verschillend, is het 27 juni, of 27 juli 1944?
(De foto is genomen kort na 12 juni 1944 toen Carentan werd ingenomen)

Dus, ik heb de wijsheid ook niet in pacht, maar ik probeer zo eerlijk mogelijk mijn ‘wetenschap’ te delen met mijn bezoekers. Dat die dus wel eens aan discussie onderhevig is zal duidelijk zijn. Ik sta ook open voor kritiek. Maar deze heb ik het liefst gefundeerd, op een normale volwassen manier. Ik ben niet uit op alleen maar pluimen (al zijn die wel de oorzaak ervan dat ik enthousiast doorga),… maar wil ook graag leren. Mocht u het met iets niet eens zijn, of twijfelen aan mijn woorden, laat het weten hoe u er over denkt. Heeft u onomstotelijk bewijs, deel het met mij, want ik wil mijn lezers niets onthouden. De geschiedenis verdient het.

Tot slot,...

Vanwege de propaganda die gevoerd werd in de Tweede Wereldoorlog, aan beide kanten, kan daar dus ook een sluimerend gevaar zitten van vertekende waarheid, en (meestal) pure leugen en fantasie, ook ingegeven door 'geheimhouding' (sensorship). Van Duitsland weten we hoe de propaganda machine werkte, maar ook de Verenigde Staten maakte zich daar aan 'schuldig'. David Webster verwoordde het in een brief aan zijn ouders in december 1944: 'The Government, always the first to condemn optimism, still does not print pictures of dead American soldiers, of burning British tanks - a common sight in Holland - or of bombers going down in flames, the victims of fiercest antiaircraft fire these pilots claim they've ever seen. I think our whole propaganda machine is rotten through. I wonder if the civilians at home realize, for instance, what an airborne operation in Germany will mean? It means trench foot and frostbite; it means ground so hard the shells go off quicker with more damaging effect and foxholes cannot dug. It means more tanks and artillery than in Normandy and Holland. It means civilian snipers and boy cutthroats. I can see no glamour or glory in such an affair, but that's all the newspapers in the States will feature, that and the heroes. War is the nastiest business on earth; apparently our government considers that truth a military secret,...'

Pieter Jutte, 2015 (aangepast 2021)

TERUG NAAR DE VORIGE PAGINA,...