DE TERUGSTOOTLOZE
VUURMOND
En andere draagbare anti-tank wapens
in de Tweede Wereldoorlog

VANUIT DE HAND
het anti-tank geschut wordt draagbaar

Toch zou de terugstootloze vuurmond het bekendst worden als het anti-tankwapen dat vanaf de schouder (Bazooka type) of door ondersteuning van de arm (Panzerfaust type) afgevuurd kon worden.

De Duitse infanterie bezat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog als anti-tank wapen de 3,7cm PAK 35/36 (Panzer Abwehr Kanone). Het voldeed uitstekend tijdens de Poolse veltocht van 1939, maar in de campagne van 1940, in Frankrijk, bleek dat het wapen al te licht was.

Een 3,7cm PAK 36 wordt wel erg beweegbaar ingezet

Op 21 mei, nabij Arras, liepen de Duitse troepen tegen de Mathilda tanks van de British Expeditionary Force (BEF) op. De 1st Tank Brigade van de 1st Armoured Divison viel de Duitse 7de Panzer Division van generaal Erwin Rommel aan. De defensieve Duitse anti-tankkanonnen 3,7cm PAK konden niet doordringen in het Britse pantser. De aanval van de Britten werd uiteindelijk afgeslagen door de inzet van veldartillerie en 88m Flak kanonnen.

Deze Britse Matilda was prooi van een 88mm Flak.
Moderne oorlogvoering vroeg om specifiek anti-tank geschut

Tijdens Operatie Barbarossa, de veldtocht tegen Rusland in 1941, werd evenwel de 3,7cm, aangevuld met enkele 5cm PAK 38, weer als standaard anti-tank wapen ingezet. Met de komst van de Russische T-34 tanks waren de standaard anti-tank wapens van de infanterie volkomen ontoereikend geworden en konden deze tanks alleen gestopt worden door 88mm kanonnen. Zoals in het voorwoordje al aangehaald, was de 88mm Flak een geducht wapen, maar een log wapen dat tijd vergde opgesteld te worden en afgebroken. Tijdens een snel terug trekken moest vaak dit geweldige wapen achter gelaten worden.

Het Pzb 39 anti-tank geweer

Er was behoefte aan een goed anti-tank wapen tegen de snel bewegende Geallieerde tanks. De Duitse infanterie had aan het begin van de oorlog de beschikking over anti-tank geweren. In 1938 was daarvoor de 7,92mm Pzb 38 Panzerbüchse ontwikkeld. Een andere variant, de Pzb 39 schoot een 13mm projectiel af dat met een hoge aanvangsnelheid pantser doorborend was. Nagenoeg ieder leger had soortgelijkende wapens die alleen zeer dun pantser konden doorboren en eigenlijk een nutteloos wapen bleek hoe verder de oorlog zich uitbreidde. De Geallieerden werkten aan anti-tank wapens die een geheel nieuwe uitschakeling van pantservoertuigen zou inluiden. Het van nabij afschieten van een holle lading. De Amerikanen ontwikkelden de Rocket Launcher M1A1 (raketwerper M1A1), de Bazooka. De naam was afgeleid naar een scherts muziekinstrument, een oude gaspijp, gemaakt door de Amerikaan Bob Burns.

Een Bazooka op de schouder van een schutter

Achter in een holle buis, van 1.37 cm lang, werd een M6 raket aangebracht die elektrisch ontstoken werd. Met het kaliber 2,36 inch (60mm) had het een directe pantser doorboring van 119mm. Achter in een holle buis werd een raket aangebracht die elektrisch ontstoken werd. De Bazooka werd voor het eerst geleverd aan Rusland onder de Lend-Lease overeenkomsten en aan de Amerikaanse troepen in Tunesië, in 1942. Generaal Eisenhower was geschokt dat dit dit nieuwe wapen zonder enige instructies bij de eenheden werd ondergberacht. Er werd dan ook geen enkele tank mee uitgeschakeld. Verdere verspreiding van de Bazooka werd opgeschort tot mei 1943. De M6 bleek een zeer onbetrouwbare raket, soms bleven ze steken tijdens afvuren, of explodeerden voortijdig. De raket werd verbeterd en kreeg de aanduiding M6A1. Gedurende de produktie werden de modellen aangepast en verbeterd. Ook de raket werd steeds beter. Waren de M6 en de M6A1 voozien van een punt, de M6A3 had een meer rondere kop. Hierdoor was ook onder een scherpe hoek een betere pentratie gegarandeerd tot een dikte van 89 to 102mm. Ook de staartvin kreeg een ronde ring voor betere vluchteigenschappen.

Boven een M6A1 raket, daaronder een M6A3C raket

Generaal George Patton zag de beperkingen van de Bazooka. De storingsgevoeligheid was hoog, en om er mee op tanks te jagen was een hachelijke onderneming. Patton raadde dan ook aan om alleen als laatste redmiddel, voor de infanterie onder de voet werd gelopen, de oprukkende tank te stoppen met de Bazooka. Het meest effectief was het wapen vanaf 30 meter, wat inhield dat de schutter vaak zich helemaal bloot moest geven aan de vijand. De Bazooka was een dodelijk wapen, niet alleen voor de vijand, maar ook voor de schutter. Het stond dan ook bekend als 'Medal of Honor work'.

Bij naoorlogse modellen werd het kaliber vergroot naar 3,5 inch. en kreeg de naam M20 'Super-Bazooka'. De 3,5 inch Bazooka kon onder een hoek van 30° een pantsering van 90mm doorboren.

Een Bazooka schutter bekijkt het resultaat, een uitgeschakelde Duitse Hetzer

De Britten kwamen met een andere voortstuwing om hun holle lading af te schieten. Deze ontwikkelden de PIAT (Projector Infantry Anti Tank) dat door middel van een sterke veer het projectiel afschoot. Het was een lastig te spannen wapen (leek eigenlijk het meest op de middeleeuwse kruisboog), maar had als voordeel dat er geen veilige zone achter het wapen nodig was, zoals bij de Bazooka. Nadeel was de zware terugstoot. Daarom valt de PIAT ook verdere buiten dit verhaal over de terugstootloze vuurmond.

De Projector Infantry Anti Tank, de PIAT

Buitgemaakte Bazooka’s en PIAT’s werden door de Duitse Heereswaffenamt getest. Deze prefereerden de kracht van de PIAT, maar vonden het wapen te zwaar, maar kon daarentegen wel door één man bediend worden. Onderzoek wees uit dat het beter was een eigen wapen te ontwikkelen dat op beide was geïnspireerd. Tijdens de campagne in Tunesië hadden de Duitsers verschillende Bazooka's buitgemaakt op de Amerikaanse troepen die niet wisten wat voor 'dingen' het waren, evenals een aantal buitgemaakt op de Russen.

Een Panzerschreck wordt aangelegd

En zo kon het gebeuren dat er een op een Bazooka gelijkende raketwerper werd ontwikkeld, de RP 43 (Raketenpanzerbüsche 43) 'Ofenrohr'. Met een kaliber van 88mm zag het vanaf 1943 actie op alle fronten, net als de opvolger de RP 54. Nadeel bleef dat twee man nodig waren om de 'Ofenrohr' (misschien beter bekend onder de naam Panzerschreck) te bedienen en de achterwaartse steekvlam vroeg om een veilige zone. Buitgemaakte Duitse versies bleken superieur aan de Amerikaanse, en Amerikanen schoten het liefst met de Panzerschreck op de Duitse tanks dan met de Bazooka. Van de Panzerschreck was er ook een versie op wielen, de zogenaamde Raketenwerfer 43 'Püppchen', dat dezelfde 88mm raket afschoot.

Een door de Amerikanen buitgemaakte Püppchen
Hieronder een bewaard exemplaar in de 'Bastogne Barracks'

Dr. Heinrich Langweiler van de firma Hugo Schneider AG te Leipzig hoorde van de grote verliezen aan het Russische front onder de Duitse infanterie vanwege de niet te stoppen T-34 tanks. Hij bouwde enkele prototypen van een kleine granaat (voorzien van holle lading) aan het uiteinde van een korte schietbuis. Er was geen richtmiddel en het diende uit de vrije hand afgeschoten te worden vanaf zeer korte afstand tot het doel. In december kwam Langweiler met een tweede versie, de Panzerfaust 30 (klein). De schietbuis diende onder de oksel gestoken te worden onder een kleine hoek omhoog. De effectieve dracht was ongeveer 30 meter tot het vijandelijke doelwit. De aanvangsnelheid van de holle lading was 30 meter per seconde. Het kon een pantser van 140mm doorboren bij een trefhoek van 30°.

De Panzerfaust 30 (klein)

De Panzerfaust 30 (grosz) bezat een projectielkaliber van 15cm (tegen de 10,5cm van de ‘klein’) en had onder de zelfde trefhoek als bovenstaand een pantserdoorborend vermogen van 200 tot 280mm. Proefnemingen in maart 1943 leidden tot 3000 van elk type als productieorder om deze aan het oostfront in te zetten. In oktober begon de massaproductie om 100.000 Panzerfaust 30 (klein) en 200.000 30 (grosz) afgeleverd per maand te krijgen (wat pas in april 1944 lukte).

De Panzerfaust 30 (grosz) gereed voor gebruik

Langweiler ontwikkelde verder de Panzerfaust 60 die een aanvangsnelheid had van 45 meter per seconde en een verbeterd afvuur mechanisme had dat een stuk veiliger bleek. De productie van dit wapen ging ten nadele van de Panzerfaust 30 (klein). In september 1944 kwam Langweiler met de Panzerfaust 100 die een in twee delen gescheiden delen ondergebrachte voorstuwing had. Door dit te doen was, zonder noemenswaardige drukverhoging in de schietbuis, een aanvangsnelheid van 60 meter per seconde haalbaar. Productie van de Panzerfaust 100 begon in november 1944.

Wachten tot de vijand dicht genoeg is genaderd,...
stalen zenuwen waren nodig voor de Panzerfaust schutter

In januari 1945 werd de Panzerfaust 150 geïntroduceerd die een aanvangsnelheid had van 82 meter per seconde. In april 1945 waren er 100.000 geproduceerd van dit type dat waarschijnlijk niet meer gebruikt is door reguliere troepen. Bij de Panzerfaust 150 was een schaalverdeling op het vizier aangebracht dat een verdeling had in 50, 100, 150 en 200 meter. Om het wapen te richten werd het vizier omhoog geklapt en werd de korrel op het projectiel in één lijn gebracht met het doel. Was bij vorige modellen na afvuren de buis een weggooi wapen, bij de 150 was een herladen mogelijk door de buis van 5 tot 10 slaghoedjes te voorzien. Verder was de holle lading met bijna tweemaal zoveel springstof terug gebracht. De lading van het 10,5mm projectiel bestond bij de 150 uit 862 gram Cycloniet/TNT in de verhouding 50/50.

De, latere, Panzerfaust 150 met holle lading
(de vier staartvinnen gingen pas open na het schot)

De holle lading is een gewicht en kostenbesparende oplossing voor een anti-tank wapen. Op de eigenlijke springlading is een holle kegel- of bolvormige ruimte aangebracht. Als het projectiel tegen een pantser kletste fungeerde de kegel als een soort van brandglas door haar explosieve lading op één punt te concentreren. Door de kegel te bekleden met een zacht metaal werd de uitwerking vergroot. Als de springlading een gat geboord had in het pantser spoten de metaaldelen het voertuig binnen haar vernietigende werk doende op de bemanning.

Hieronder; een huisvrouw krijgt instructie in het gebruik van de Panzerfaust

DE VERSCHILLEN IN ANTI-TANK RAKETWERPERS
GEBRUIKT IN DE TWEEDE WERELDOORLOG

RAKETWERPERS
PIAT
M1 BAZOOKA
PANZERSCHRECK
PANZERFAUST 60
GEWICHT
16 kg
6 kg
11 kg
6,5 kg
KALIBER
--
60mm
88mm
100mm
DRACHT
115 meter
160 meter
180 meter
75 meter
DOORDRINGBAARHEID
75mm
119mm
150-180mm
200mm
PRECISIE
57%
50%
--
75-80%

Op de volgende pagina aandacht de naoorlogse Carl Gustav
en een persoonlijk verhaal aangaande deze terugstootloze vuurmond

Klik op 'mij', hieronder
en u schiet er zo naar toe!