1. Het Kleine Kamp, 2. Het Grote Kamp, 3. Appél-plaats,
4. Crematorium, 5. SS Kazerne, 6. Steengroeve,
7. SS Garages, 8. Fabrieken, 9. Station, 10. 'Caracho-weg'
De hedendaagse bezoeker aan Buchenwald parkeert zijn auto voor de gerestaureerde gebouwen van de
voormalige SS kazerne. Hierin is een ontvangstruimte ondergebracht alsmede een boekwinkel. Volgt men
de aangegeven route, dan komt men ongeveer halverwege uit op de 'Caracho-weg'. Met een bedrukt gevoel,
want in je lijf voel je dat het hier beslist niet pluis was en nog steeds is, ga je linksaf naar het
beruchte poortgebouw.
Deze beruchte foto hing in 2012 aan een gevel
van een gebouw van de voormalige SS kazerne,... een akelige plek,...
Eenmaal de poort door kijkt men over een leeg laag dal waarin alleen nog fundamenten zichtbaar zijn van de
houten barakkken die hier eens stonden. Rechtsachter zijn in de verte nog enkele stenen gebouwen te zien
en als men naar rechts verder draait ziet men het gebouw met de sinistere schoorsteen tegen het dak,…
het crematorium. Voor het in 1940 tot stand kwam, was op die plek een tentenkamp waarin Joden uit Wenen
en Polen waren ondergebracht onder erbarmelijke omstandigheden.
Het crematorium gezien vanaf de buitenkant, staande bij het dierentuintje
Voor men het crematorium betreedt, bezoekt men eerst de zogenaamde ‘Pferdestall’ (paardenstal).
Van de originele paardenstal, welke buiten het gevangenkamp ligt, is nu nog slechts het fundament te vinden en
heeft deels een reconstructie in het bijgebouw van het crematorium gekregen.
De paardenstal was
de plek waar Russische krijgsgevangenen werden doodgeschoten. In augustus 1941 was de SS in Sachsenhausen
concentratiekamp begonnen met het systematisch executeren van de Russen in speciale voorzieningen daarvoor.
Voor de buitenwereld leek het een administratiegebouw, waar men de gevangenen kon onderzoeken, inschrijven, etc.
Maar in het echt was het een moordmachine, waarbij de gevangen door een gleuf in de muur in de nek werd geschoten.
Ook in Buchenwald werd zo’n ‘faciliteit’ ingericht, in de niet meer gebruikte ‘paardenstal’. In Buchenwald kreeg
het de officiële naam ‘Genickschussanlage’ (nekschot faciliteit). Voor de voormalige paardenstal in gebruik werd
genomen, werden executies vanaf september 1941 uitgevoerd ten oosten van de Deutsche Ausrüstungswerke. Korte tijd
later werd de ‘speciale faciliteit’ in gebruik genomen.
Links de 'lengte-opmeter' voor het slachtoffer, en de ruimte
voor de nek-schutter
Russische krijgsgevangenen werden binnengeleid door een lange gang waarin schetterende Duitse marsmuziek
eventuele 'rare' geluiden moest overstemmen. Halverwege links in de gang werd dan een 'doktersbezoek'
afgelegd. Zonder er verder iets bij te denken ging de 'Russische krijgsgevangenen werden binnengeleid door een lange gang waarin schetterende Duitse marsmuziek eventuele 'rare' geluiden moest overstemmen. Halverwege links in de gang werd dan een 'doktersbezoek'
afgelegd. Zonder er verder iets bij te denken ging de 'patiënt' dan op verzoek van de 'arts' tegen de wand
staan waar de lengte van hem zou worden opgenomen. In een kast aan de andere kant van de wand ging dan een
luikje open waardoor het nekschot werd gegeven. De gevangene stond op een houten rasterwerk, zodat het eventuele bloed
snel weggespoten kon worden. Een kampgevangene kreeg de opdracht om het lijk vervolgens
in een grote bak te dumpen. Als de bak vol dreigde te raken, werd deze door de gevangenen naar het crematorium
gebracht.' dan op verzoek van de 'arts' tegen de wand
staan waar de lengte van hem zou worden opgenomen. In een kast aan de andere kant van de wand ging dan een
luikje open waardoor het nekschot werd gegegeven. De gevangene stond op een houten rasterwerk, zodat het eventuele bloed
snel weggespoten kon worden. Een kampgevangene kreeg de opdracht om het lijk vervolgens
in een grote bak te dumpen. Als de bak vol dreigde te raken, werd deze door de gevangenen naar het crematorium
gebracht.
De bak waarin de lijken werden afgevoerd bestaat nog steeds,...
De vloer van de 'spreekkamer' was van een houten rasterwerk voorzien, over een betegelde vloer,
waardoor het bloed wegliep en de zaak gemakkelijk schoongespoten kon worden.
In Buchenwald werden tot in 1943 krijgsgevangenen geëxecuteerd,
al was de toestroom na de zomer van 1942 fors teruggelopen. Vanwege de terugloop werd de ‘Genickschussanlage’ na
1942 niet meer gebruikt, maar werden de gevangen opgehangen in de kelder van het crematorium. Schattingen lopen
uiteen, maar tussen de 7000 en 8500 executies zouden zijn uitgevoerd (een gevangene die de executieorders moest
bij houden verklaarde dat er 8475 omgebracht zijn).
De binnenplaats van het crematorium direct na de bevrijding
(op de achtergrond het dierentuintje)
Executies werden uit het zicht van de gevangenen gedaan. In september 1944 werd een Pool opgehangen op de
appèl-plaats in aanwezigheid van de gevangenen als waarschuwing. De meeste executies met de kogel vonden plaatst
op de schietbaan van de Deutsche Ausrüstungswerke, de binnenplaats van het crematorium en soms in de hondenkennel
van het commando hoofdkwartier. Een andere plek waar zeker 1100 mannen en vrouwen zijn vermoord, was de kelder
onder het crematorium. Aan de muur hingen tegen het plafond 48 haken waaraan een korte strop werd gehangen. Het
slachtoffer werd door verstikking daarna omgebracht. Na een half uur verklaarde de kamparts de dood en werd het
lijk weggehaald, en kon de volgende opgehangen worden.
Amerikaanse soldaten krijgen uitleg in de kelder hoe gevangenen hier
werden opgehangen (let op de knuppel die erbij hangt)
In het najaar van 1944 werden 34 geheim agenten van de
Geallieerden (Fransen, Belgen, Engelsen en Canadezen) in de kelder opgehangen. Ook had Buchenwald de beschikking
over ‘mobiele’ galgen. Als er in sub-kampen ‘gestraft’ moest worden, werden de galgen overgebracht en opgebouwd.
Vooral veel Polen werden slachtoffer van de ‘Speciale Behandeling’ (Sonderbehandlung) als deze betrapt werden in
bijvoorbeeld omgang met Duitse vrouwen.
Poolse gevangenen zijn opgehangen aan de 'mobiele' galg van Buchenwald
Als men de binnenplaats van het crematorium betreedt, wordt men niet gewaarschuwd voor wat men hier te zien krijgt.
Voor men de ruimte binnengaat waar de beruchte ovens staan, zou men zo maar even de trap kunnen afdalen naar de kelder
onder het crematorium. Wat zich hier aan gruwelen hebben afgespeeld, valt niet te bevatten. In deze kille kelder hangen als
stille getuigen nog steeds de vleeshaken aan de muren waaraan gevangenen werden opgehangen. Wie deze kelder betrad als
slachtoffer kon er van uit gaan nooit meer het daglicht te zullen aanschouwen.
Toen,...Senator A. Barkley van de onderzoekcommissie aanschouwt de gruwelen
Nu,... De bewuste hoek van het crematorium is nu met bloemen afgedekt.
(rechts is de trap naar de folterkelder te zien)
Met een zwaar hart is het dan weer de trap op, langs de gruwelplek van bovenstaande foto, om door een houten deur
de ruimte te betreden waar de ovens staan. Mochten er nu nog zijn die de holocaust niet geloven, hier wordt men met de
koude feiten geconfronteerd.
Drie van de zes ovens,... Toen en Nu
In de crematoriumruimte zijn zes ovens geplaatst in twee blokken van een opvallende lichte baksteen die
deze plek onwerkelijk doet overkomen. De huidige bakstenen ovens zijn omlijst met zwart geverfde strips. Alles
geeft een vals toonbeeld van schoonheid. Toen deze plek ontdekt werd door de Geallieerden lagen de ovens vol met
half verkoolde menselijke skeletten. Tussen de twee ovenbakken is een altaar ingericht dat er spontaan uitziet en
daardoor juist aangrijpender wordt.
In het kamp van Buchenwald waren ook 353 geestelijk- en lichamelijk gehandicapte gevangenen aanwezig,
van de 7203 gevangenen die in het kamp verbleven op 15 juli 1940. Deze mensen waren voor de Duitsers van
generlei nut, en werden als een lastpost gezien. De nieuwe tewerkstelling officier Grimm (alleen die naam al),
drong er begin 1941 op aan ‘deze uitvreters’ verplaatst moesten worden naar Dachau concentratiekamp. In de zomer
van 1941 werd met deze operatie begonnen.
Dit werd mede mogelijk gemaakt door de invoering van het zogenaamde ‘euthanasie programma’ waarbij alle
‘imbecielen en kreupelen’ uitgeroeid moesten worden. Buchenwalds kampcommandant Koch had geheime orders ontvangen
van Himmler, onder de codenaam ’14 f 13’, dat hier ook alle Joden onder vielen.
Links: Kampcommandant van Buchenwald; Karl-Otto Koch, Midden: Dr. Hans Eisele,
vermoorde met injecties
en voerde medische experimenten uit op gevangenen, Rechts: SS-Hauptsturmführer en kamparts Waldemar Hoven
experimenteerde naar vaccins op gevangenen.
Half juni 1941 kwamen er een aantal
‘euthanasie experts’ om de eerste slachtoffers aan te wijzen. Op 13 en 14 juli werden groepen van respectievelijk 94
en 93 gevangenen afgevoerd naar Sonnenstein om daar vergast te worden. In maart 1942 werden 468 Joden afgevoerd uit
Buchenwald om vergast te worden in Bernburg (in oktober 1942 werden 405 Joden naar Auschwitz overgebracht om te worden
vergast, 234 bleven in Buchenwald achter omdat deze tewerkgesteld waren bij de wapenfabriek 'Gustloff-Werk II').
Daar tussendoor had Koch ook orders ontvangen om gevangenen op te nemen
met tuberculose, asociale en andere ‘ongeschikte’ gevangenen en deze onder ‘speciale behandeling’ te stellen
(een SS en Gestapo term welke executeren inhield zonder formaliteiten). Op 6 juli 1941 arriveerden 1000 ‘patienten’
uit Dachau en op 12 juli 1941 nog eens 1008 zieken in Buchenwald. Aangekomen in Buchenwald werden de tuberculose
patienten (waarvan de meeste alleen maar in slechte levensomstandigheden verkeerden) er direct uitgehaald en apart
gezet om later met een hexobarbitaal injectie te worden omgebracht.
Aangesteld als kampcommandant van Buchenwald, op 19 januari 1942,
hier staande in het midden; Hermann Pister (foto genomen in het kamp Hinzert)
Kampcommandant Koch had de reputatie de meest brute kampcommandant van allemaal te zijn. Koch was
vanaf de bouw al betrokken bij alles wat in Buchenwald zich afspeelde, en hij was enorm corrupt. Deze
aantijgingen leidde uiteindelijk ertoe dat hij overgeplaatst werd naar Lublin. Hier richtte hij, samen met
zijn ondergeschikte schorem dat meegekomen was uit Buchenwald, het concentratie- en vernietigingskamp Majdanek
op. Maar de corruptie schandalen achtervolgden Koch, en nadat Himmler hem had laten vallen, werd Koch na een
proces in Buchenwald in april 1945, een week voor de Geallieerden er aankwamen, geëxecuteerd.
De fraaie inktpot van Pister is te zien in het museumdeel van Buchenwald
Koch zijn opvolger in Buchenwald werd Hermann Pister, de voormalige commandant van ‘SS Spezial Lager Hinzert’,
die van een 'grote rotzooi' in het kamp een goed lopend 'commercieel' kamp maakte.
Na de gruwelen van het crematorium vervolgt u uw tocht noordwaarts richting de stenen gebouwen aldaar.
De meeste gebouwen zijn door de Russen neergehaald, maar enkele zijn in deze hoek bewaard gebleven.
Voor de verdere ontwikkeling van Buchenwald, klik hieronder
|