Op de komende pagina worden nog enkele landen eruit gelicht die opvallende gebruiker zijn of waren
met de Phantom. Verder is er aandacht voor de in Nederland gestationeerde Phantoms en hoe deze
grote machine als demonstratie toestel dienst deed. Maar eerst de Phantoms van Israel,...
Phantoms voor
Israel
Aangezien Israel in een constante strijd om haar bestaan is gewikkeld, zijn de juiste gegevens
over de defensie van dat land slechts bij benadering te achterhalen. Maar vast staat dat op 5 september 1969 Israel de
eerste vier F-4E van de 44 toestellen aankocht, plus zes RF-4E's. De eerste toestellen gingen
naar het nieuw opgerichte 201 Squadron 'Ahat'. De Israëlische Luchtmacht ontving in totaal 206 F-4E's en 18 RF-4E's.
De F-4E '141' schoot op 6 oktober 1973 een Egyptische SU-7 en een AS-5 ASM uit de lucht (de foto is van april 1973)
Israel zette de Phantom gelijk in
tegen Egypte en Syrië. In oktober en december 1969 werden SAM verdedigingswerken
aangevallen waarbij systematisch het
luchtverdedigingsnetwerk vernietigd werd. Eén van de meest opvallende missies was
op 5 november 1969 toen twee F-4E's boven Cairo door de geluidsbarrière gingen
en een zogenaamde 'Boom-flight' uitvoerde. Maar niet alles ging vlekkeloos.
Op 2 april 1970 ging een F-4E verloren toen deze door een Egyptische MiG-21 werd neergehaald. De bemanning werd gevangen genomen. Eerder die maand was al een andere F-4E neergestort vanwege mechanische problemen, maar die bemanning kon met de schietstoel boven Israel het toestel verlaten.
Israëlische F-4E's gereed voor een missie tijdens de Jom Kipoer oorlog
Op 7 augustus 1970 werd een wapenstilstand overeengekomen waarbij
een einde aan de schermutselingen tussen Egypte en Syrië moest komen. Maar incidenten bleven zich opvolgen,
zoals het neerschieten van twee Syrische Su-7's boven de hoogte van Golan, op 9 september 1972, en
vier MiG-21's op 8 januari 1973 in dezelfde omgeving. Op 21 februari werd een Lybische Boeing 727, van
de Lybian Arab Airlines door twee F-4E's neergeschoten toen deze weigerde hen te volgen naar Refidim.
Er kwamen 105 mensen om het leven (als door een wonder overleefden 5 dit incident).
Een Israëlische F-4E van 107 Sqn. krijgt een schoonmaakbeurt na een missie
tijdens de Jom Kipoer oorlog in oktober 1973
Israël was dan wel vol lof over de F-4 maar het verloor
ook F-4's. Voor de Jom Kipoer oorlog begon had Israel al 8 F-4E's verloren.
tegen 11 overwinningen op MiG's. Toen de Jom Kipoer losbarste in oktober 1973, liepen de verliezen aardig op.
Alleen al de SAM-raketten namen 22 Phantoms voor hun rekening. In totaal zou Israël toegeven 55 Phantoms te
hebben verloren tijdens het gebruik in gevechten (buiten
de vredesverliezen). Om de verliezen op te vangen werden 36 F-4E's
overgenomen van de USAF, waarbij de toestellen vaak hun Amerikaanse camouflage behielden en alleen de
Israëlische kentekens er provisorisch overheen geschilderd werden.
201 (Ahat) Squadron behaalde 7 overwinningen met deze F-4E
In 1980 werd een voorstel gedaan om de overgebleven F-4's
op te waarderen (8 miljoen dollar per stuk). Het liefst had
men de F-18 Hornet aangeschaft, maar die bleek te duur.
Aangezien de F-4 al als de Kurnass (Zware Hamer) bekend
stond binnen de IDF/AF, werd het project de naam gegeven
Kurnass 2000. De toestellen werden uitgerust met een
nieuwe HUD van Kaiser, en de Elbit missie computer van de
F-16. Ook de motoren zouden vervangen worden door Pratt &
Whitney PW1120. Deze motor bleek tijdens testen zo goed dat er
geen naverbrander nodig is om Mach 1 te halen. De klimsnelheid
nam toe tot 36%. Maar deze laatste aanpassing werd niet
doorgezet, vanwege de enorme kosten, en de standaard J79 werd gehandhaafd. De eerste
ge-update machine vloog op 15 juli 1987 en werd overgedragen
op 11 augustus 1987.
Een Israëlische F-4E Kurnass keert terug na een trainingsvlucht
(foto: Ofer Zidon)
Japan bouwt eigen
Phantoms
Japan is een geval apart. Dit land ontving 154 Phantoms,
waarvan 141 door Mitsubishi gebouwd, voor haar
zelfverdedigings luchtmacht. De eerste twee, nog door McDonnel
geproduceerde toestellen, F-4EJ's, kwamen aan op Komaki op 25
juli 1971. McDonnel leverde verder 11 Phantoms in
onderdelen om geassembleerd te worden door
Mitsubishi. Tevens werden er twee voorstukken met
cockpitsectie geleverd.
Een F-4EJ, van de 302 Hikotai stijgt in 2009 op van Hyakuri
(foto: Hans Rolink)
Het eerste door Japan gebouwde toestel
(27-8303) vloog op 12 mei 1972. De laatste werd geleverd aan
de JASDF (Japan Air Self-Defense Force) op 20 mei 1981 (toen
was de productie in Amerika allang gestopt). Veertien RF-4EJ's
werden aangeschaft als verkenners, deze kwamen wel van de
Amerikaanse productielijn. Opgewaardeerde F-4EJ's van Japan
kregen de toevoeging 'Kai' (wat zoveel betekend als; plus).
Een Japanse RF-4EJ van de 501 Hikotai
(foto: Airwingspotter.com)
PHANTOMS IN
NEDERLAND
Ook in Nederland was de Phantom geen onbekende,
ook al vlogen ze nooit in Nederlandse dienst. Op de
vliegbasis Soesterberg was een Amerikaanse sector genaamd
'Camp New Amsterdam'. Dit was de thuishaven van het USAF 32nd
Tactical Fighter Squadron, de 'Wolfhounds'. In 1959 had het 32nd TFS de signatuur ontvangen van 'Koninklijk', waarbij een krans en een kroontje op het embleem werd geplaatst. Dit was uniek in de Amerikaanse luchtmacht, maar toonde aan de nauwe betrokkenheid bij de verdediging van Nederland en de band met de Nederlandse Koninklijke Luchtmacht.
F-4E, 68-0447 van het 32nd TFS met een NF-5B van de KLU
De eerste twee
F-4E Phantoms, met de registraties; 68-0401, 68-0405, kwamen op 6 augustus 1969 aan in Nederland. Ze
werden onder andere opgewacht door één van de beroemdste
Amerikaanse piloten, brigade-generaal Charles 'Chuck' Yeager, de man die als eerste de geluidsbarrière doorbrak op 14 oktober 1947. Yeager was zelf naar Soesterberg gevlogen met een F-4D Phantom en overhandigde, als begroeting de
eerste vliegers van de Phantoms, in de beste traditie, een pijp met Nederlands bier.
Links: Brig. Gen. Yeager verwelkomt de eerste vlieger B.
Malerba (midden)
Op 14 November 1969 verloor de 32nd TFS de eerste Phantom, de F-4E 68-0422, toen deze neerstorte tijdens het aanvliegen van de Aviano luchtmacht basis in Italy. Het toestel had zijn brandstof verbruikt voor het aan de grond kon worden gezet. De beide vliegers wisten met hun schietstoel zich in veiligheid te brengen. Op 21 juni 1971 ging het mis met de F-4E 68-0433 toen deze neerstortte nabij Maurik. De piloot had getracht vogels te ontwijken, het kostte beide vliegers het leven. Vanaf maart 1976 ontving het 32nd de verbeterde versie FY1974 F-4E ter vervanging van de oudere Phantoms. Ondanks deze verbeterde versie waren deze toestellen niet onfeilbaar.
Op 22 augustus 1977 ging F-4E 74-1051 verloren boven de Noordzee nabij Terschelling, vanwege een zogenaamde 'flame out', oftewel de branstof werd niet meer ontstoken in de straalmotor. In de crash kwamen beide vliegers om het leven.
Op de achtergrond de 68-0433 die neerstortte bij Maurik in 1971
Het 32ste opereerde onder het door de
Koninklijke Luchtmacht vallende Combat Reporting Center in
Nieuw-Milligen (Dutch Mill), en als zodanig stuurde de
Nederlandse luchtmacht de Amerikanen. Een uniek systeem
waardoor het 32nd TFS zich als een elite eenheid zag onder de
USAF in Europa, de 17de Amerikaanse Luchtmacht, dat in de
jaren zeventig met 230 F-4's opereerde.
De F-4E van het 32nd TFS vlogen soms ook met de ECM (Electronic Countermeasures), AN/ALQ-101(V) onder de bakboorvleugel. Andere opvallende zaken bij de latere versies van de F-4E Phantoms bij de 32rd TFS, was de TISEO, 'Target Identification Sensor Electro Optical'.
Onder de bakboordvleugel de ECM (Electronic Countermeasures), AN/ALQ-101(V)
In oktober van 1977 werd besloten dat de Phantoms van het 32nd TFS zouden worden ingewisseld voor de McDonnell Douglas F-15 Eagle als onderdeel van 'Project Ready Eagle'. En zo vertrokken de meeste F-4E's vanaf 15 september 1978 naar Ramstein (West-Duitsland) naar de 86th Tactical Fighter Wing, en een deel ging naar de Spangdahlem Air Base en Hahn Air Base.
Negen jaar lang had het 32nd TFS gevlogen met een sterkte van 18 F-4E's. Op 6 oktober 1978 vertrokken de laatste vier
F-4E's Soesterberg.
Een F-4E voor een shelter op Soesterberg
De F-4 als
demo-kist
De Phantom is niet gelijk een vliegtuig waar je bij zou
gaan denken om die in te zetten bij een demonstratie-team.
Toch namen de Amerikaanse Blue Angels de stap om in januari
1969 met de F-4J te gaan vliegen. In augustus 1973 gingen zes
F-4's verloren waarbij drie piloten omkwamen. In 1974 gingen
de Blue Angels, mede door de brandstof crisis, over op de veel
kleinere en efficiëntere A-4 Skyhawk .
De Blue Angels in hun Phantoms scheren langs de vulkaan
Mount Fuji, Japan
Ook het USAF demoteam, The Thunderbirds (vernoemd naar de heilige
'Dondervogel' die de Amerikaanse indianen verafgoden), gingen over
op de Phantom (zie foto hieronder). De F-100 Super Sabre werd
omgeruild in juni 1969 voor de F-4E. Wat ook bij de Blue
Angels gold, ging ook op voor de Thunderbirds; vanwege de
brandstof crisis begin jaren '70, de veiligheid en dat het
toestel erg onderhoudsgevoelig was, werd in 1974 door de
Thunderbirds overgestapt op de T-38 Talon.
Duidelijk is de 'Thunderbird' aan de onderzijde te zien
Van de meer dan 5000 gebouwde Phantom II's vliegen er heden
ten dage nog heel wat rond. Als jachtbommenwerper zijn haar
dagen geteld, maar als de RF-4 (verkenner-jager) en als 'Wild
Weasel' (het storen van radarstations en het vernietigen
daarvan) kan het toestel nog jaren mee. In 2020, 62 jaar na de eerste vlucht van de F-4 Phantom, zijn er nog steeds enkele in dienst, Zuid-Korea zou er bijvoorbeeld nog bijna zeventig in dienst hebben.
Zuid-Korea is bezig met de ontwikkeling van de KAI KF-X, waarvan er 120 zijn besteld, welke in de toekomst de F-4 Phantoms en de Northrop F-5E/F Tiger II, moeten gaan vervangen. Ook Iran zou nog ruim 60 F-4's in dienst hebben, al is de staat van de toestellen onzeker. In ieder geval waren ze in 2019 in de strijd tegen terreurbeweging ISIS nog actief.
De laatste gebruiker in Europa tegenwoordig (2021) is de Griekse luchtmacht met 36 Phantoms die electronisch gemoderniseerd zijn met het programma 'Peace Icarus 2000'. Deze zijn gestationeerd op Andrabida luchtmacht basis (bij de 117 Combat Wing, 338 & 339 Squadrons met de respectievelijke aanduidingen 'Aris' en 'Aias') en op de basis Larissa (bij de 110 Combat Wing, bij het 337 'Ghost' en bij het 348 Squadrons 'Eyes'). Sinds de upgrade hebben de Griekse F-4Es 'Aegean Ghost' camouflage, terwijl de Griekse RF-4Es de 'Vietnam' camouflage dragen.
Onbemande target drones
Hierboven; 'Waar is de piloot?' Een QF-4B in de NOLO conversie
Tot slot, wat doet men met al die oude afgeschreven Phantoms?
Verscheidene staan ingepakt opgeslagen nabij Tuscon, Arizona,
of worden gesloopt. Er zijn wereldwijd verschillende gedoneerd
aan musea. Maar er zijn ook ruim 100 F-4's gebruikt als
onbemande target drones. In eerste instantie werden daar
F-4B's voor gebruikt met de aanduiding QF-4B welke onder meer werden begeleid door het
Naval Missile Center (zie de letters 'NMC' op de staart van de vuurrode QF-4B afgebeeld op bovenstaande foto). In totaal werden
44 F-4B's aangepast om als doelwit te dienen voor air-to-air en
surface-to-air raketten. De opvolger van de F4-B, die beperkt
was in haar manoeuvres, was de QF-4N. De voorste cockpit bleef
intact voor bemande vluchten, verder was het toestel geheel
aangepast voor NOLO (No Living Operator Configuration). In
totaal werden 60 van deze toestellen gebouwd.
Hieronder; F-4E-60-MC, 74-00652 in dienst van het 32nd TFS
(deze Phantom werd in 2003 omgebouwd tot de QF-4E, AF245 en afgeschreven na
het inklappen van het neuswiel in november 2003)
Onderstaande technische gegevens
hebben betrekking op de McDonnell
Douglas F-4 Phantom II
Fabrikant |
McDonnell
Douglas |
Gebruik |
Jachtbommenwerper, fotoverkenner, 'Wild
Weasel' |
Motor |
2 x General
Electric J79-8 (in Britse versie 2 X Rolls-Royce Spey
202/203) |
Vermogen |
B tot D
versie; 7711 kg, E tot S versie; 8120 kg, K, M versie
met Rolls-Royce Spey; 9305 kg |
Spanwijdte |
11,7
m |
Lengte |
B, C, D, G,
J, N, S; 17,70 m, E, EJ, F, RF; 19,2 m, K, M; 17,55
m |
Hoogte |
4,96
m |
Vleugeloppervlakte |
49,24² |
Klimvermogen |
142
m/sec |
Gewicht |
Leeg |
B, C, D, G, J, N
versie; 12.700 kg, E, EJ, F, RF versie; 13.150 kg, K, M
versie; 14.060 kg |
Geladen |
B; 24.767 kg, C, D,
G, J, K, M, N, RF; 26.308 kg, E, EJ, F; 27.502
kg |
Snelheid |
Max. |
97; 2414
km/u, Spey; 2230 km/u |
Geladen |
J79; 1464
km/u, Spey; 1480 km/u |
Plafond |
(bewapend)
19.685 m |
Bereik |
2817 km
(schoon), 3700 km (hulptanks), 4184 (E
varianten) |
Bewapening |
(romp) 4 x
AIM-7 Sparrow AA-raketten, (vleugel) 2 x AIM-7 of 4 x
AIM-9 Sidewinders, E variant 20 mm kanon in romp, andere
varianten in pot onder romp, bommen onder romp en
vleugels tot 7257 kg |
Bemanning |
2 |
Eerste
vlucht |
27 mei
1958 |
Aantal
gebouwd |
5068 door
McDonnell Douglas, 141 door Mitsubishi, Totaal 5209
|
Een F-4C Phantom II in het museum te Hermeskeil
BRONNEN
Klik hieronder om naar de homepage te gaan
OF GA TERUG
|