Introductie
De laatste jager van Hawker, de Tempest, was duidelijk een toestel
dat in de jaren dertig haar oorsprong had. De nieuwe
generatie werd voorzien van alle laatste moderne
ontwikkelingen. In september 1942 werd de zogenaamde
Tempest Light Fighter (TLF) voorgesteld met een vleugel
zonder middenstuk en een kortere spanwijdte. Camm stelde drie
prototypen voor, uitgerust met de P.1018 (Sabre IV), de P.1019
(Griffon 61) en de P.1020 (Centaurus IV).
De Bristol Centaurus radiaal motor
Via specificatie
F.2/43, dat een ‘High Performance Fighter’ beschreef, diende
Hawker haar nieuwe jager aan. Ook de marinestaf kreeg voor
haar specificatie N.7/43 van Hawker de TLF voorgesteld als
dekjager voor vliegdekschepen. De RAF bestelde vanaf de
tekentafel 200 stuks, net als de Fleet Air Arm die hetzelfde
aantal bestelde. Het zou het ontwerp worden dat uiteindelijk
tot de Sea Fury zou leiden.
Het eerste prototype van de ‘High Performance Fighter’ was de NX789. Uitgerust met een Centaurus XII, die een
vierbladige propeller aandreef, maakte het haar eerste vlucht op 1 september 1944.
Een tweede prototype, een ex-Tempest Mk III (LA610) was uitgerust met de Griffon 85
die een contra-propeller aandreef.
Tempest Mk III met Griffon 85, één van de eerste Fury's
Eind van 1944 kreeg het nieuwe ontwerp voor de RAF
de naam Fury en Sea Fury voor de marineversie. De tweede Fury, de NX802,
vloog na de bevrijding van Europa, op 25 juli 1945, maar tegen die tijd had de RAF
weinig belangstelling meer voor de Hawker jager vanwege de introductie van de Vampire,
naast de Meteor straaljager. Hierop werd de ontwikkeling verlegd naar de Sea
Fury Mk X voor de marine (Fleet Air Arm).
De Hawker Sea Fury Mk X prototype
SR661 maakt een testvlucht
De marine versie had haar eerste vlucht
gemaakt, met de SR661, op 21 februari 1945. Het toestel was voorzien van een vierbladige
propeller en een vanghaak,
maar ontbeerde nog opvouwbare vleugels. In oktober 1945 kwam de SR666 uit de fabriek
die wel voorzien was van de opklapbare vleugels en een vijfbladige propeller had.
Hiermee werd de SR666 dus de eerste echte Sea Fury.
Een tweede machine, de VB857, kwam eind januari 1946 voor evaluatie gereed.
Het roemloze einde van het Sea Fury Mk X prototype
SR661
De eerste productiemachine van de Sea Fury verliet op 7 september 1946 de fabriek.
De vanghaak was verlengd onder een nieuw ontworpen kielvlak. Ook bleek de nieuwe
vijfbladige propeller goed te voldoen. De eerste groep Sea Fury Mk X’s namen de taak
over van de Seafires bij de FAA. De Mk 11 was uitgerust voor RATOG (raket-geassisteerde
startuitrusting) die de naoorlogse aanduiding Sea Fury FB.Mk 11 zou krijgen. In totaal
zouden 860 Sea Fury’s gebouwd worden in verschillende uitvoeringen, waaronder de T.Mk 20 trainer.
Eerstedag enveloppe ter herdenking van de eerste deklanding
door een Sea Fury op de HMS Eagle
Naast de Britse Fleet Air Arm nam ook de Australische marine met 101 stuks de Sea Fury af (waarvan ongeveer 50 ex-FAA).
Ook de Canadese marine nam de Sea Fury af met 74 stuks van de FB.Mk 11.
Nederland nam, naast de Britse FAA, als de enige zeemacht in Europa de Sea Fury in dienst.
Dek-oefening met een Sea Fury op de HMS Illustrious
Nederland had grootse naoorlogse plannen met haar Marine Luchtvaartdienst (MLD).
Het vlootprogramma voorzag in drie op te zetten smaldelen waarvan de kern bestond uit een
vliegdekschip (met een optie voor een vierde carrier). Op ieder vliegdekschip zouden twee
squadrons ondergebracht worden die de vloot moesten beschermen tegen vijandelijke aanvallen
en offensieve taken tegen doelen ter land en ter zee zouden moeten uitvoeren. Maar de
financiële basis was door een deviezentekort onvoldoende om de plannen uit te voeren.
Er werd slechts één vliegkampschip aangeschaft voor de MLD, de Hr.Ms. Karel Doorman,
dat het vlaggenschip van een smaldeel zou worden. Als jager-verkenner werd de Fairey
Firefly aangeschaft.
FB.Mk 60, F-20, van de MLD, toont haar Bristol Centaurus motor
Als dekjager werd de Sea Fury aangekocht na een evaluatie tussen
de Sea Fury en de Seafang Mk.32 van Supermarine. Op 21 oktober 1946 werd een eerste
contract getekend voor 10 Sea Fury F.Mk 50 toestellen (die trouwens geheel identiek
waren aan de F.Mk X van de FAA). In april en mei 1948 werden de tien toestellen
geleverd aan de MLD en overgevlogen naar de vliegbasis Valkenburg. Een tweede contract
op 12 januari 1950 leidde tot de aanschaf van 12 FB.Mk 60 jachtbommenwerpers die in
mei en juli geleverd werden. De eerste tien werden daarop ook gestandaardiseerd tot
FB.Mk.60’s bij Hawker. Bij Fokker werden 25 Sea Fury’s in licentie gebouwd die de
aanduiding FB.Mk 51 kregen.
Door Fokker gebouwde FB.Mk 51, de F-30
(met de meeste MLD Sea Fury vlieguren, ruim 874)
Op 18 april 1957 werd de Sea Fury in Nederland uit dienst
genomen. Eén van deze kisten, de FB.Mk 51, F-43 c/n 6310, is bewaard gebleven en is
te vinden in het Luchtmachtmuseum, Kamp Zeist. Er gingen 13 Nederlandse Sea Fury’s
verloren en 31 toestellen werden gesloopt. Eén Sea Fury, de J/F-14, FB.Mk 60 ging
naar de HTS Haarlem.
Een bewaard gebleven Sea Fury (G-CBEL)
in de jaren negentig op Lelystad
De Sea Fury zag in handen van de FAA actie in Korea. De Sea Fury opereerde vanaf
vier vliegdekschepen, de HMS Theseus, HMS Ocean, HMS Glory en de HMAS Sydney. Ondanks
dat het straaltijdperk zich aandiende deed de Sea Fury van zich spreken. Ze zouden
twee MiG-15’s neer hebben geschoten (waarvan één bevestigde, zie hieronder).
Een FAA Sea Fury in Korea
Op 9 augustus 1952 werd de beroemde ‘kill’ gemaakt met een Sea Fury over Korea. Lt P "Hoagy" Carmichael
vloog die dag met de Fleet Air Arm Sea Fury FB. Mk 11, WJ232 (O-114) van het 802 Squadron vanaf de HMS Ocean.
Carmichael kreeg een MiG-15 in zijn vizier en schoot deze met zijn boordkanonnen neer.
Het was de eerste ‘kill’ met een schroefjager die een jet over Korea verschalkte. Het was
tevens de enige score voor een Britse piloot tijdens dit conflict.
Bouwdoos 'art' (Trumpeter) waarop
de 'kill' is afgebeeld van Carmichael
In Korea werd de Sea Fury niet alleen als jager ingezet, maar ook tegen
gronddoelen met boordwapens en raketten. Ook het leggen van zeemijnen behoorde daar tot
haar taken. In 1953 werden drie Nederlandse Sea Fury piloten uitgeleend aan
de FAA om ervaring op te doen in Korea. Ondanks dat de oorlog toen al op haar einde
liep, werd er veel onschatbare ervaring opgedaan.
Andere landen die de Sea
Fury aanschaften waren Pakistan (93 + 5 T.Mk 20), Egypte (12), Birma (21, waaronder 3 T.Mk 20), Cuba (15), Canada en
Duitsland (10 TT.Mk 20’s als doelsleper).
Vandaag de dag zijn nog ongeveer 15 Sea Fury's luchtwaardig. Vanwege hun perfectie blijken de toestellen
uitermate geschikt voor vliegtuigraces. Tijdens de race van 2007 in Reno, Nevada waren er 10 Sea Fury's ingeschreven.
Eén van de bekendste uit de racewereld is waarschijnlijk de T.Mk 20 Dreadnought die
verschillende overwinningen behaalde. Dit mede door een complete herbouw door Frank Sanders en het
gebruik van een R-4360 motor die ook in de F4U Corsair gebruikt werd.
De T. Mk 20 Sea Fury Dreadnought
Onderstaande gegevens hebben betrekking op de Hawker Sea Fury FB.Mk 11
Fabrikant |
Hawker Aircraft Co. Ltd. |
Gebruik |
jachtbommenwerper |
Motor |
Bristol Centaurus XVIII, 18 cilinder |
Vermogen |
2550 pk
|
Spanwijdte |
11,70 m |
Vleugeloppervlakte |
26,01 m² |
Lengte |
10,57 m |
Hoogte |
4.84 m |
Klimvermogen |
1317 m/per min. |
Plafond |
10.912 m |
Gewicht |
leeg |
4191 kg |
Geladen |
5602 kg |
Snelheid
max. |
740 km/u |
Bereik |
zonder externe brandstoftanks; 1126 km |
Bewapening |
4 x Hispano Mk V 20mm kanonnen, 2 x bommen 454 kg of 12 127mm raketten |
Bemanning |
1 |
Eerste
vlucht |
21 februari 1945 Mk.X, SR661 |
Aantal
gebouwd |
860 (alle varianten) |
BRONNEN
Klik op 'Top 50' voor mijn
persoonlijke 'best of' militaire vliegtuigen lijst.
Terug
|