NORTH AMERICAN B-25
Mitchell

- B-25G -

B-25C-1-NA (41-13296) omgebouwd tot het prototype XB-25G

Dat de neusbewapening in de B-25 niet alleen ter verdediging hoefde te worden gebruikt, hadden de aanpassingen aan de B-25C en D al bewezen (zie hoger op deze pagina). Om de vuurkracht naar voren nog zwaarder te maken werd gezocht naar een kanon. Dit werd gevonden in het 75mm concept ontwikkeld door Captain Horace Dunn van de US Army Ordnance Department. Er werd een B-25C (41-13296) omgebouwd om als XB-25G dienst te gaan doen. Het M4 75mm kanon werd aan bakboordzijde gemonteerd. Voor het 2.97 meter lange en 408 kg zware kanon waren 21 granaten aan boord. Met de lengte van het kanon en om de terugslag op te vangen was er een ruimte nodig van totaal 4.33 meter. Bij het afschieten was er een terugslag voelbaar maar produceerde geen verdere vibraties aan het toestel. De granaat was na het afschieten met het blote oog te volgen.

Een B-25G, opererend tegen onderzeeboten, vanuit Orlando, Florida

Ervaringen opgedaan met de XB-25G, ging de B-25G in productie in Inglewood waar 400 gebouwd werden (plus vijf omgebouwde B-25C's). In de fabrieken in Kansas City en bij Republic Aviation in Indiana, werden 63 B-25D's aangepast. Net als bij het prototype, de XB-25G, was de neus ingekort en was het plexiglas vervangen aluminium beplating. Het moge duidelijk zijn dat een bommenrichter in dit type niet langer nodig was. Was in het veld bij de B-25D 'Strafer' de koepel onder romp al vervallen, bij de B-25G verviel deze bij het 199ste toestel, de 42-65001. Op de foto hierboven is bij B-25G, 42-64758 de koepel onder de romp nog zichtbaar. Nadat de geschutskoepel aan de onderzijde verwijderd was, werd in latere B-25G’s weer een geschutspositie in de staart gecreëerd met één machinegeweer.

B-25G-10, 42-65128, zonder staartgeschut (dus nog met buikkoepel).

De twee machinegeweren in de neus werden niet alleen gebruikt als defensieve wapens, maar ook als offensief richtmiddel voor het kanon. Het geschut was uitermate succesvol tegen oppervlakte schepen. Tijdens een aanval was het toestel kwetsbaar tegen afweergeschut aangezien het geen ontwijkende manoeuvres kon maken. Door het lastige laden van het kanon werden er gemiddeld maar 4 schoten op het doel los gelaten. Toen doelen voor het 75mm kanon schaarser werden, werd het kanon vaak vervangen voor twee extra .50 machinegeweren.

Het 'ragen' van het 75mm kanon, lege hulsen dienen als stofkap voor de .50.

Ter evaluatie ontving de RAF twee B-25G's waar het ook onder de naam Mitchell II te boek stond, net als de B-25C/D. Eén B-25G ging naar de US Navy als PBJ-1G, maar het is niet duidelijk of de marine het toestel ooit gebruikt heeft.

- B-25H -

De basis van de B-25 Mitchell bleef eigenlijk onveranderd, maar de defensie en offensieve bewapening werd steeds beter op elkaar afgestemd. Met de komst van de B-25H, die de B-25G verving vanaf augustus 1943 in de fabriek te Inglewood, was er nog nooit zo’n zwaar bewapende B-25 geweest. Met in totaal veertien .50 machinegeweren en een 75mm kanon was dit een waarlijk afschrikwekkend toestel.

Een zwaar bewapende B-25H-1

Niet alleen was er een volwaardige staartschutter positie met twee .50 machinegeweren, ook waren er nu in de achterromp twee ramen met elk een .50 (die al waren verschenen in de latere modellen van de B-25G’s). De geschutskoepel boven op de romp werd naar voren gebracht, achter de cockpit om de balans te corrigeren. In de neus zaten vier .50 machinegeweren met als extra, in dubbele pakketen, vier .50 machinegeweren onder de cockpit. De bomlading bestond uit 1500 kg of een 1000 kg zware torpedo plus acht 12.5cm raketten onder de vleugels.

De 1000ste B-25H (43-5104) was voorzien van
handtekeningen van de fabrieksarbeiders van NAA
(hier in dienst bij 12th Bomb Group in 1945)

De B-25H werd in Kansas City geproduceerd en er liepen 1000 van de band. De plaatst voor de co-piloot was vervallen. De navigator bediende het kanon, er was een schutter in de bovenkoepel en een schutter in de staart. De schutter in de romp bediende ook de camera. Met de piloot waren er dus vijf bemanningsleden aan boord.

Als u hierboven klikt, gaat u naar een fotopagina over de B-25H

De eerste vlucht van de B-25H, de 43-4105, was op 13 juli 1943. Vanaf februari 1944 werden de eerste H’s ingezet in het zuidwesten van de Stille Oceaan. Er werden testen met een B-25H gedaan om in plaats van het kanon, vanuit twee buizen raketten af te vuren.

De PBJ-1H, 43-35277 is geland op de USS Shangri-La en wordt
weer gereed gemaakt voor een start vanaf het vlieggdek

Ook de US Navy ontving 248 B-25H’s als de PBJ-1H. Eén van deze toestellen, 43-35277, werd voorzien van een vanghaak, waarmee deklandingen en lanceringen werden getest op de USS Shangri-La op 15 november 1944.

- NA-98X 'Super Strafer' -

NA-98X 'Super Strafer' (B-25H, 43-4406)

B-25H, 43-4406 werd uitgerust met twee Pratt & Whitney R-2800-51 Double Wasp motoren die 2000 pk produceerden. Het toestel viel gelijk op door de propellerspinners en de rechthoekige vleugeltips. Haalde de B-25G 447 km/u, deze B-25, de NA-98X, haalde met gemak 560 km/u!

NA-98X 'Super Strafer', let op de spinners op de propellers.

Tijdens een testvlucht, op 24 april 1944, werden de buitenste vleugels afgerukt waarop de NA-98X neerstortte. Beide testvliegers kwamen om het leven en het project werd stopgezet. De ervaringen opgedaan werden verwerkt in de B-25J met de acht .50 machinegeweren in de dichte neus.

- B-25J (Mitchell III) -

B-25J-1-NC, 43-3889

Met de B-25J, de Mitchell III, werd weer terug gegrepen op de ‘oude’ glazen neus voor de bommenrichter waarvan 3590 stuks gebouwd zouden worden. In pricipe was de B-25J een B-25H waarvan het neusgeschut, inclusief kanon vervallen was. De bommenrichter en de tweede piloot keerden terug zodat de bemanning uit zes man bestond. De productie in Kansas City van de B-25D werd gestopt in december 1943 ter faveure van deze nieuwe Mitchell.

Twee B-25J-1-NC bommenwerpers van het 488th BS 340th BG, 12AF over Italië

800 B-25J’s werden uitgerust om als 'Strafer' dienst te doen, maar dan zonder het 75mm kanon. De B-25J 'Strafer' werd voorzien van (weer) een dichte neus waarin acht .50 machinegeweren waren ondergebracht. Hiermee kwam het totaal op 18 .50’s machinegeweren! Op 14 december 1943 vloog de eerste B-25J die direct geaccepteerd werd door het leger. In augustus 1945 werd de laatste B-25J afgeleverd. Het zou de laatste uit de B-25 serie worden met 4390 gebouwde B-25J's (waarvan dus 800 'Strafers'), inclusief 72 die buiten het contract in gebruik werden genomen.

Wapenonderhoud aan een B-25J 'Strafer'

Hieronder is de B-25J-5-NC Mitchell ’Ruthless Ruth’, 43-28014 in actie te zien tegen de Kustverdediger No. 134 ‘Tokai Maru’ van de Japanse marine. De B-25J behoorde tot het 499th Bomb Squadron (‘Bats Outa Hell’), 345th Bomb Group (‘Air Apaches’), 5th Air Force en werd tijdens deze actie gevlogen door Lieutenant Louie A. Mikell. Op 6 april 1945 was het Japanse konvooi HOMO-03, dat de dag van vertrek op 5 april uit haven van Hong Kong had verlaten, richting Shanghai, al aangevallen door verschillende bommenwerpers en jachtvliegtuigen van de Amerikanen, wederom onderschept door 24 B-25 van de 345th BG. Zoals de foto toont, miste Lt. Mikell zijn doel op een haartje. Toch wisten andere B-25’s de ‘Tokai Maru’ te raken waarop het schip omsloeg over stuurboord en zonk.

B-25J-5-NC Mitchell ’Ruthless Ruth’, 43-28014 in actie tegen de ‘Tokai Maru’

Het merendeel van de ‘Tokai Maru’ bemanning wist zich in veiligheid te brengen. Ook een andere Kustverdediger, de No. 1 werd tot zinken gebracht. Een torpedobootjager, de 'Amatsukaze', wist zich in eerste instantie aan de grond te laten lopen, maar schoof terug de zee in en zonk alsnog. Eén B-25 ging verloren op deze missie. De kist gevlogen door Captain Albin V. Johnson stortte in zee tijdens de aanval, waarbij de gehele bemanning omkwam.

De kleurige nose-art van de 'Air Apaches' 345th Bomb Group
inspireert menig kunstenaar, zoals Roy Grinnell

Hieronder is de B-25J-27-NC 'Sunday Punch' te zien. ‘Sunday Punch’opereerde in het zogenaamde CBI (China-Burma-India) theater bij de 81st. Bomb Squadron (The Battering Rams), 12th Bomb Group (The Earth Quakers), 10th Air Force. De naam ‘Sunday Punch’ kwam van de werknemers van de K-25 fabriek in Oak Ridge, Tennessee. Deze 80.000 werknemers offerden twee zondag overwerk betalingen op aan het betalen van deze bommenwerper (250.000 dollar). De zogenaamde ‘Sunday punch’was de zondag overwerk knop die op de tijdklok werd ingedrukt. Op 18 maart 1945 verliet het toestel de K-25 fabriek, op dat moment het grootste gebouw ter wereld (er werd ondermeer gewerkt aan de eerste atoombom). Dit toestel, samen met andere B-25’s maakte één van de langste vluchten B-25 missies, bijna 3000 km, om het vliegveld van Ban Takli Airfield, bij Bangkok, Thailand, aan te vallen. Voor een groot gedeelte was 1st. Lt. Tom Evans piloot op ‘Sunday Punch’. Uitgerust met 18 machinegeweren, bediende Evans er 12 van. Na de oorlog werd ‘Sunday Punch’overgedragen aan China en verdween vervolgens uit het beeld.

Boven; B-25J-32 'Sunday Punch', 82nd Bomb Squadron, 12th Bomb Group
Onder: de gerestaureerde B-25J-30-NC, 44-86698 met dezelfde nose-art (van 2001-2012).

Vanwege de opvallende nose-art van ‘Sunday Punch’ was het een kwestie van tijd dat deze beschildering zou terugkeren op een gerestaureerde vliegwaardige B-25. B-25J-30-NC, 44-86698 stond via verschillende omzwervingen tentoongesteld in de jaren tachtig van de vorige eeuw in het SST Aviation Museum in Kissimmee, Florida. In Augustus 1982 werd ze verkocht aan G and M Aircraft of St. Albert, Alberta en vertrok naar Canada. Met de registratie C-GUNO opereerde 44-86698 als ‘Tanker #3’ en ‘Tanker #338’ als 'fire-bomber' tegen bosbranden.

B-25J-30-NC, 44-86698 als ‘Tanker #338’ (Later als de 'Sunday Punch' gerestaureerd)
Klik voor 'copyright-disclaimer'

Na tien jaar werk als air-tanker was het de laatste B-25 die in 1992 nog tegen bosbranden werd ingezet. In oktober 1998 kochten Lyn Hunt, Steve Penning, en Bill Manly van Aerocrafters in Santa Rosa, California, haar. Met de nieuwe registratie N325N werd het toestel uitgerust met de 12 machinegeweer neus configuratie. Kunstenaar Don Ricci werd gevraagd om de opvallende neusbeschildering van ‘Sunday Punch’ aan te brengen. Tot 2012 vloog B-25J-30-NC, 44-86698 rond in deze kleuren tot het toestel werd overgenomen door Fagen Fighters WWII Museum en uitgerust werd met een glazen neus en de naam ‘Paper Doll’ kreeg.

PBJ-1J's van de Amerikaanse marine (let op de radar op de vleugeltip)

De RAF ontving 376 B-25J (Mitchell Mk III) bommenwerpers (uitsluitend met de 'glazen neus'. Ook de Amerikaanse marine ontving de B-25J als de PBJ-1J Mitchells. Deze werden voorzien van radar in de stuurboordvleugel, al werden vaak plaatselijk de oude neus-radars weer ingebouwd.

Klik hieronder op de laatst gebouwde B-25J (4390 stuks)
voor de na-oorlgse B-25 en de speelfilms,...