NORMANDISCHE STRANDEN
MET HINDERNISSEN
- OMAHA BEACH -

Na de commando aanval in maart 1942 op St.Nazaire met 'Operation Chariot', en 'Operation Jubelee', de aanval op Dieppe, kwam Hitler tot de conclusie dat een grootscheepse aanval op de westkust van Europa niet lang op zich zou laten wachten. Organisatie Todt bouwde al druk aan de nodige bunkers en kazematten tussen het noorden van Noorwegen tot aan Spanje, waarmee de term 'Atlantische Wal' gemeengoed werd. Om zeker te zijn dat de werkzaamheden daadwerkelijk strategisch goed in elkaar staken, werd veldmaarschalk Erwin Rommel op 5 november 1943 door Hitler aangesteld als inspecteur van de Atlantikwall.

Organisatie Todt bouwt aan de verdediging van de Atlantikwall

Tijdens de eerste inspecties zal Rommel niet echt enthousiast zijn, gezien de enorme zwakke plekken er in de verdedigingswerken zaten. Op aanraden van veldmaarschalk Von Rundstedt kreeg Rommel op 15 januari 1944 het bevel over Heeresgruppe B, waarin het 7de en 15de Duitse leger was opgenomen. Tot woede van Von Rundstedt wilde Rommel zijn legereenheden zo dicht mogelijk aan de kust hebben, zodat een Geallieerde landing op de kust weer de zee ingedreven kon worden, terwijl Von Rundstedt het leger meer landinwaarts wilde stationeren. Dit was natuurlijk ouderwets denken van Von Rundstedt, want Rommel wist dat voor en tijdens de landingen de bruggen, spoorwegen en andere aanvoerlijnen gebombardeerd zouden worden, en troepen die ver van het front gelegerd lagen nooit meer een vuist konden maken tegen de Geallieerden. Toch had Von Rundstedt ergens wel een punt, als men verdedingstroepen buiten schootsafstand van het zware Geallieerde scheepsgeschut kon houden, dan kon in het achterland een zeer sterke barrière worden opgebouwd. Von Rundstedt werd in dit gesteund door Gen. Heinz Guderian, de Panzer expert. Maar Rommel was onvermurwbaar.

Veldmaarschalk Von Rundstedt en Veldmaarschalk Rommel

Maar met de troepen die Rommel tot zijn beschikking had was van alles mis. De Duitse divisies gelegerd aan de Atlantikwall waren hier en daar zwakke eenheden, en samengesteld uit verschillende bevolkingslagen, van oud naar heel jong en 'sympathisanten' uit bezette naties die voor Duitsland 'wilden' strijden. Veel legeronderdelen waren samengesteld uit soldaten die van het Oostfront kwamen en weer tot rust kwamen in Frankrijk. Rommel wilde inplaats dat de troepen trainden, dat deze werden ingezet om hindernissen te plaatsen aan de kust, tegen landingsboten, en in de velden tegen zweefvliegtuigen. Het had ook vaak wat weg van 'houtje-touwtje', zoals het Duitse leger bezig was zich in te graven. Aan één kant de modernste wapens voor die tijd, aan de andere kant maakte het Duitse leger enorm veel gebruik van paarden om karren te slepen of kanonnen te verplaatsen. De kanonnen die voorradig waren om een vaste positie te krijgen in de verdedigingswerken, bestonden voornamelijk uit buitgemaakte oude kanonnen uit de bezette landen met een ratjetoe aan granaten. Om de grote gaten tussen de stellingen toch te verdedigen werden 6.5 miljoen mijnen in opdracht van Rommel ingegraven (hij hoopte op 11 miljoen anti-personeelmijnen). De delen waar landingseenheden door zouden stromen het binnenland in, daar werden anti-tank grachten van twee tot drie meter diep gegraven, en op de uitvalswegen werden enorme betonnen muren over de weg aangelegd.

Veldmaarschalk Rommel op inspectie aan de Atlantikwall

In eerste instantie werden in de Calavados (globaal tussen Honfleur in het oosten tot aan Grandcamp-Maisy in het westen, waarin de Brits-Canadese sector en Omaha Beach lagen) onderdelen van de Duitse 716de Infanterie Divisie gelegerd, met de 21e Panzer Divisie bij Caen. Het 716e stond onder commando van Generalleutnant Wilhelm Richter. Als extra verdediging werden in dit gebied in mei 1944 onderdelen van de Duitse 352ste Infanterie Divisie gelegerd, welke achter Omaha Beach lagen, iets waar de Geallieerden pas achter kwamen toen de eerste Duitse krijgsgevangenen werden gemaakt! Het 352e stonder commando van Generalleutnant Dietrich Kraiss. Maar wellicht was een majoor uit zijn divisie wel bekender, Major Pluskat, de officier die vanuit Wn 60 de Geallieerde vloot naar het hoofdkwartier doorbelde,... (onsterfelijk gemaakt door Hans Christian Blech in de speelfilm 'The Longest Day').

Gen.lt. Dietrich Kraiss, 352ste I.D. en Gen.lt. Wilhelm Richter, 716de I.D.

352ste INFANTERIE DIVISIE
716de INFANTERIE DIVISIE

Generalleutnant Dietrich Kraiss,
Commandant 352ste Infanterie Divisie

  • I./352 Commando Artillerie Gruppe:
    wwEtreham (Major Pluskat)
  • 1./352 Compagnies Commando: Houtteville
    ww (4 x 105mm artillerie batterij)
  • 3./352 Compagnies Commando: tussen Colleville-sur-Mer
    wwen St Laurent-s-Mer (4 x 105mm art.bat.)
  • 7./916 Compagnies Commando: Surrain

    916 Regiment Commando: Trévières
    II./916 Bataljons Commando: Formigny

  • 6./916 Compagnies Commando: Formigny
  • 8./916 Compagnies Commando: tussen Colleville-s-Mer
    wwen St Laurent-s-Mer
  • 5./916 Compagnies Commando: St Laurent-sur-Mer
  • 2./352 Compagnies Commando: achter St Laurent-s-Mer
    wwen Vierville-s-Mer (4 x 105mm) + 2 x 105mm Longueville

  • IV./352 Commando Artillerie Gruppe: Montigny
  • 352 Panzerjäger Gruppe: nabij Mestry

  • 352 Genie Gruppe: nabij Ste-Martin de Blagny
  • Generalleutnant Wilhelm Richter,
    Commandant 716de Infanterie Divisie (HK. Caen)

    726 Regiment Commando: Sully

    I./726 Bataljons Commando: Maisons

  • 1./726 Compagnies Commando: Port-en-Bessin
  • 2./726 Compagnies Commando: Ste Honorine des Pertes
  • 3./726 Compagnies Commando: Colleville-sur-Mer
  • 10./726 Compagnies Commando: St Laurent-sur-Mer
  • 11./726 Compagnies Commando: Vierville-sur-Mer
  • 9./726 Compagnies Commando: Château Englesqueville (achter Point du Hoc)
  • 12./726 Compagnies Commando: Grandcamp

    III./726 Bataljons Commando: Château de Jucoville

    II./716 Commando Artillerie Gruppe: La Cambe

    STURM-FLAK-GRUPPE VAN HET DUITSE 84ste KORPS:
    36 x 88mm flak

  • III./1 Sturm-Flak-Regiment Gruppe: nabij Trévières
  • II./1 Sturm-Flak-Regiment Gruppe: nabij Longueville
  • I./1 Sturm-Flak-Regiment Gruppe: nabij Mestry
  • De Duitse verdediging van Omaha Beach

    De algemene gedachte bij Hitler en het merendeel van de Duitse militaire staf was dat een eventuele Geallieerde landing over de kortste route zou zijn, bij Calais. Zelfs Rommel was geneigd dit idee aan te hangen. Maar op 6 juni 1944 kwam dan toch de grote overval van de Geallieerden, niet noor Het Nauw van Calais, maar op de stranden van Normandië, de Calavados en op de Cotentin (Utah Beach).

    De dag na D-Day,... Omaha Beach met in de branding de hindernissen,...

    Hoe een invasiemacht te stoppen.

    Omdat niet om de paar meter een kazemat met een zwaar kanon geplaatst kon worden, de Atlantikwall besloeg zo'n 4500 km kustlijn, moest een andere oplossing worden gevonden om de geallieerde invasie te vertragen of tegen te houden voor deze de kust kon bereiken. Tussen de Widerstandneste werd verdedigende infanterie geplaatst, in loopgraven, of in 'Tobruk' opstellingen. Hier vanuit werden de landingstroepen beschoten met mortieren en mitrailleurs. Voor het nabijgevecht werden dan verder geweer en handgranaten gebruikt. Tegen pantservoertuigen waren er, buiten anti-tank kanonnen, anti-tank mijnen en pantzerfauste beschikbaar.

    Het machinegeweer was dodelijk vanuit de bescherming van een Tobruk

    DE HINDERNISSEN LANGS DE WATERLIJN

    Maar de eerste verdediging begon al in de zee voor de kust. Hier waren mijnenvelden met zeemijnen aangebracht. Het volgende obstakel waren onder een zeer steile hoek opgestelde houten palen met daarboven op een anti-tank Teller-mijn geplaatst. Bij vloed was dan de mijn met de waterlijn op één hoogte (ongeveer). Op sommige stranden waar het strand bij eb ver de zee in liep, bestonden deze obstakels soms wel uit drie rijen. Een schipper van een landingvaartuig werd gedwongen, als hij deze palen ontwaarde, te slalommen. De vertraging was ingezet.

    De schuingeplaatste palen werden geheid, of, zie de foto hierboven,
    met inspuiting van water in het zand vastgezet

    Was het landingvaartuig langs dit obstakel, dan wachtte hem de volgende verrassing. Een schuin geplaatste driehoekstelling, van boomstammen, die aan de bovenzijde voorzien was van, of Teller-mijnen, of scherpe ijzeren bladen die in de romp van het landingsvaartuig moest snijden. Ook deze stellingen waren regelmatig in drie rijen achter elkaar opgesteld. Vaak was het een combinatie van beide, palen en stellingen, waarbij de tellermijn aan de top verbonden was om bij vloed de beste uitwerking te hebben.

    De tellermijn boven op de schuingeplaatste stam

    De driehoekstellingen worden geinspecteerd door Erwin Rommel,
    (links, in de branding, zijn ook enkele 'Belgische Poorten' zichtbaar)

    Een opvallende hindernis, welke vaak tussen de schuin geplaatste stammen met Tellermijn en de driehoek opstellingen werd geplaatst, was de Gointet Gitter, ook wel 'Belgische Poort' genoemd. Deze constructie was al in 1933 bedacht door generaal Léon Edmond de Cointet de Fillain om gebruikt te worden in de Maginot Linie. De poorten konden ook met elkaar verbonden worden om een hek te over een weg. Een tank die ertegen opreed duwde dan de gehele constructie voor zich uit, waardoor de poorten een onwrikbare muur werden. De Duitsers namen het idee over en gebruikten het aan de Normandische kust.

    Een 'Belgische Poort' wordt met 2 pk verplaatst

    Het was de bedoeling dat dit obstakel verplaatst zou worden met het tij. Het was verrijdbaar en schoof tussen en eb en vloed tussen de voorgaande hindernissen heen en weer. Ook dit obstakel diende om de landingsvaartuigen open te rijten. Deze hekvormige objecten waren eigenlijk te vermoeiend om steeds weer te verplaatsten, zodat deze niet echt van grote waarde bleken.

    Een bewaard gebleven 'Belgische Poort' in Colleville-sur-Mer

    Veldmaarschalk Erwin Rommel, die op 21 november 1943 van Hitler de opdracht kreeg de inspectie aan de Atlantic Wall ter hand te nemen, inspecteerde regelmatig de potentiele landingstranden en de verdedigingslinies. Rommel verwachtte de invasie in Noord-Frankrijk. Hij wilde de Panzer eenheden dicht op de kust, maar Rommel zijn chef, Gerd von Rundstedt, verwachte dat deze gedecimeerd zouden worden door het marinegeschut. Rommel kreeg dus niet zijn tanks aan de kust, en moest dus de invasie zien te vertragen. Veel van de eerste verdedigingslinie, zoals de obstakels in het strand, kwamen ook bij hem vandaan, of werden door Rommel persoonlijk verfijnd.

    De werking van een 'Tertahydra' wordt uitgelegd aan Rommel
    (Rommel kijkt niet echt gerustgesteld,...)

    De volgende rij obstakels, die na de houten stellages kwamen, was een combinatie van zogenaamde 'stekelvarkens' (door de geallieerden 'hedgehogs' genoemd) en 'Tertahydra's'. De laatste waren piramidevormige obstakels van in beton gegoten ijzeren balken.

    Een rijtje 'Tetrahydra's' is bewaard gebleven in Vierville-sur-Mer

    De stekelvarkens (ook bekend als 'Tsjechische egels') bestonden uit drie ijzeren hoekelementen aan elkaar geklonken. Om te zorgen dat ze niet een speelbal van de golven werden, kregen sommige betonnen voeten. Tijdens de landing op Omaha Beach bleken deze obstakels nog enige dekking te geven aan de landingstroepen tegen het moordende vuur van de Duitse verdediger.

    Een 'stekelvarken' met betonnen 'voeten'

    Amerikanen maakten later handig gebruik van de Duitse 'hedgehogs', door er
    'hedge-row cutters' van te fabriceren (stootijzers aan de voorzijde van tanks
    om door de Bocage, de Normandische heggen, te stoten)

    Al was bovenstaande ongeveer de waterverdediging, er werd verder veel geïmproviseerd. Ter plekke werden aanpassingen toegepast. Zoals vlotten voorzien van Teller-mijnen die als wrakhout in de golven dreven. Hadden de landingsvaartuigen toch het geluk door dit maas van obstakels te geraken, zodra de manschappen hun vaartuig verlieten, wachtte hen, naast een regen van kogels, mortieren en granaten, ook enorme mijnenvelden.

    De beruchte Teller-mijn, links de M 35 (Stahl), rechts de M 42

    De Teller-mijn was een schotel gevuld met ongeveer 6 kilo TNT. Niet alleen mijnen waren bevestigd aan de obstakels, ook werden granaten gebruikt uit de Maginot Linie, die op scherp stonden richting zee. In de duinen waren zeer gemene mijnen geplaatst, de zogenaamde S-mine. Dit was een 'spring-mijn' die bij aanraken, tegen aan schoppen, of via een struikeldraad, uit zijn huls sprong. De mijn wipte tot ongeveer een meter hoogte alvorens te ontploffen. Dit effect bezorgde de S-mine de bijnaam 'Bouncing Betty' door de geallieerde troepen. De scherven veroorzaakten afschuwelijke wonden. Tegen magnetische detectie waren er ook mijnen in glazen potten en in houten kistjes. Veldmaarschalk Erwin Rommel was van plan 60 miljoen mijnen langs de gehele Atlantikwall te leggen, waarvan 11 miljoen anti-personeel mijnen. In juni 1944 lagen er 'nog maar' 6.5 miljoen.

    Een S-mijn, en een Amerikaanse soldaat maakt er één onschadelijk

    Vertragende obstakels waren verder eindelozen velden vol prikkeldraad, en daar waar pantservoertuigen een doobraak-gevaar vormden, werden 'anti-tank grachten' en 'anti-tank wallen' aangelegd. Vooral op Omaha Beach waren lang gerekte anti-tank grachten aangelegd, in de zogenaamde 'Exits'(de 'Draws' die de Amerikanen op het oog hadden om als toegang tot het achterland te gebruiken). Na deze anti-tank gracht stond een zware betonnen muur over de weg om voertuigen tegen te houden. De zeemuur tussen Les Moulins en Vierville-sur-Mer vormde een fraaie 'anti-tank wal'. Niet direct in de buurt van Omaha Beach, maar wel een andere bekende hindernis voor tanks waren de Höckerhindernissen (de zogenaamde 'Drakentanden').

    De anti-tank gracht in het oostelijke deel van Les Moulins

    Door eindeloze spionage en verkenningsvluchten van de Geallieerden, waren deze goed voorbereid op de hindernissen die hen te wachten stonden. Met de eerste golven van het invasieleger gingen de nodige genietroepen mee om hindernissen te ruimen en waren er speciale voertuigen beschikbaar om lastige hindernissen te overbruggen. Helaas besloten de Amerikanen tijdens de landingen geen gebruik te maken van de speciale tanks tegen mijnen en het overbruggen van hindernissen. Het enige speciale 'wapen' dat de Amerikanen gebruikten was de DD tank waarvan bijna de helft verloren ging in de golven. Wat wel een succesvol wapen was en ook zeer goede diensten bewees, met name op Omaha Beach, was de Bangelore Torpedo. Hiermee werden vooral grote gaten in de dikke prikkeldraad versperringen geblazen.

    Een Bangalore Torpedo wordt onder het prikkeldraad geschoven

    Al vrij vroeg zag veldmaarschalk Rommel het gevaar niet alleen vanuit zee komen, ook vanuit de lucht. Om zweefvliegtuigen en paratroepers te verhinderen in weilanden te landen moesten er palen in de velden geslagen worden. In iedere vierkante kilometer moesten 1000 palen komen met een hoogte van rond de 2.50 meter. De palen werden onderling verbonden met draden. Iedere derde paal moest voorzien zijn van een springlading, zoals een mijn of granaat.

    ‘Rommelspargel’ rukten de vleugels af van deze Waco zwever

    Van deze zogenaamde ‘Rommelspargel’ (Rommel-asperges) werden miljoenen geslagen in het gebied van de Atlantikwall. In AOK 7 (het gebied tussen Caen en de gehele kust van Bretagne werden 376.386 palen geslagen, en in het gebied van AOK 15 (globaal tussen de Zeeuwse eilanden, in Nederland, en Caen, Frankrijk) werden maar liefst 2.565.564 palen de grond ingedreven, waarvan 106.493 palen in Nederland.

    Klik hieronder om terug te keren
    naar de Omaha Beach pagina,...

    Of,... Klik hieronder op een LCVP
    om naar de volgende pagina te gaan,...
    Het gebruik van de personeels landingsvaartuigen

    GA TERUG